Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Coaxkabel

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een coaxkabel is een kabel voor het geleiden van hoogfrequente signalen (bijvoorbeeld een televisiesignaal of een signaal in een computernetwerk). De 'kern' (binnenste koperen geleider) en de 'mantel' (omhullende buitenste geleider) zijn de twee stroomvoerende verbindingen. Door de Wet van Lenz blijven deze elkaar opheffende stromen dicht bij elkaar lopen. Omdat de assen van beide geleiders samenvallen (vanwaar de naam: co-axiale kabel) heffen de elektrische en magnetische velden van binnen- en buitengeleider elkaar buiten de kabel op, waardoor geen stoorsignalen naar binnen of naar buiten kunnen lekken.

Een coaxkabel (50 Ω, RG-213, 10mm Ø) :
1. Koperen kern, 2. Binnenste isolator,
3. Koperen mantel, 4. Plastic (buitenste) mantel

Opbouw van een coaxkabel

Radio-grade flexibele coaxkabel.

  1. In het midden van de kabel bevindt zich de binnengeleider of kern waardoor het signaal overgedragen wordt. Deze is gemaakt van massief of geslagen koper. Soms wordt de kern verzilverd, voor een verbeterde geleiding.
  2. Om de kern bevindt zich het elektrisch isolerende diëlectricum. Soms is dat lucht, en in dat geval moeten er afstandhouders in de kabel worden aangebracht.
  3. Om het diëlectricum heen bevindt zich de buitengeleider of mantel. Deze is meestal van koper en kan massief en/of gevlochten zijn.
  4. Rondom de buitengeleider bevindt zich een kunststoflaag om de kabel tegen weersinvloeden te isoleren en beschermen.

Kenmerken van de coaxkabel

Coaxkabels hebben een aantal kenmerken die in hun specificaties zijn terug te vinden. Hieronder volgen een aantal belangrijke.

Karakteristieke impedantie

Een coaxkabel heeft een bepaalde zogenoemde karakteristieke impedantie. Dat is de elektrische spanning gedeeld door de elektrische stroom in een oneindig lange kabel. De karakteristieke impedantie Zk is ongeveer gelijk aan de vierkantswortel uit de inductantie over de capacitantie per lengte-eenheid.



De meeste kabels die in de handel zijn hebben een karakteristieke impedantie van:

Opdat er geen reflectie van het signaal zou optreden waar de kabel aan het apparaat aangesloten wordt, moet dat apparaat een ingangsimpedantie hebben die gelijk is aan de karakteristieke impedantie. Dikwijls is die ingang hoogohmig en wordt er een afzonderlijke weerstand van 50 of 75 ohm, een zogenaamde terminator, op het einde van de kabel geplaatst. Een hoogohmige ingang laat toe meerdere apparaten op dezelfde kabel aan te sluiten, bijvoorbeeld bij de vroegere 'thin ethernet' netwerken of bij SCSI-randapparaten.

Verliezen

De twee verlieseffecten in de coaxkabel zijn:

  1. skin-effect
  2. diëlektrische verliezen.

Het skin-effect is het verschijnsel dat de indringingsdiepte van de elektromagnetische golf afhankelijk is van de frequentie, bij een geleider met soortelijke weerstand ongelijk aan nul. Hierdoor lopen zeer hoogfrequente golven alleen in de huid van de geleider terwijl golven onder de skin-afsnijfrequentie het hele oppervlak gebruiken. De indringingsdiepte δs kan als volgt berekend worden:




en de skin-afsnijfrequentie fsa als volgt:



waarin μ de magnetische permeabiliteit is, σ de elektrische geleidbaarheid en a de straal van de geleider. Bij de RG-58U coaxkabel (zie ook hieronder) ligt fsa rond de 22kHz.

De diëlektrische verliezen worden veroorzaakt doordat het diëlektricum bij hogere frequenties energie dissipeert, ten gevolge van diëlektrische polarisatie en relaxatie.

Overdrachtsfunctie

Een goede benadering H(f) van de overdrachtsfunctie van de kabel is als volgt:







Door middel van inverse Fouriertransformatie kan de tijddomein impulsrespons hc (t) van de coaxkabel worden berekend:

hc(t) = h0(t) * h1( t ) * h2(t)

waarin * de convolutie-integraal weergeeft, en waarin

120
120








waarbij moet worden opgemerkt dat h2 (t) in werkelijkheid minder symmetrisch is ( korter aan de linkerkant ).

Demping

De elektrische demping per lengte-eenheid, meestal 100 meter, wordt uitgedrukt in decibel. Hoe hoger deze waarde, des te slechter is de kabel. De demping is afhankelijk van de frequentie van het signaal dat door de kabel wordt getransporteerd. Als voorbeeld staat in de figuur hiernaast de demping van 100m RG-58U kabel. Dit is een goedkope, gangbare standaard coaxkabel, die van ca. 1985 tot ca. 2000 veel voor thinwire computernetwerken werd gebruikt.

Bandbreedte

Als bandbreedte wordt de frequentie aangehouden waarbij de demping van de kabel 3 dB bedraagt. Bij een demping van 3 dB gaat de helft van het elektrisch vermogen verloren; bij een demping van 6 dB de helft van de elektrische spanning.

Coaxiale kabel voor consumenten

Een goede coaxiale kabel is stralingsarm. Dat wil zeggen dat de hoogfrequent signalen die door de kabel worden getransporteerd niet naar buiten kunnen lekken. Omgekeerd kunnen ook geen hoogfrequent signalen van buiten naar binnen dringen en zo storing veroorzaken. Vanwege die zelfde reden is het belangrijk om kabelschoentjes (stekkers / verbindingstekkers voor coaxkabels) goed aan te sluiten, om een zo goed mogelijk signaal door te laten.

Een coaxiale kabel bestaat uit een binnengeleider met daaromheen isolatie. De betere kabels zijn vervolgens afgedekt met een metaalfolie waar overheen een mantel van gevlochten metalen draadjes is aangebracht. Dit is de buitengeleider van de kabel. Om deze buitengeleider ligt ook weer een isolatielaag, de buitenmantel. Coaxiale kabels voor de doorgifte van radio en televisiesignalen moeten een impedantie hebben van 75 Ohm. Voor computernetwerken worden kabels met een impedantie van 50 Ohm gebruikt. Het is voor de aanleg van een netwerk belangrijk dat de typen niet verwisseld worden.

Hoe groter de diameter van een coaxiale kabel hoe geringer het signaalverlies. Ook het gebruikte isolatiemedium is van invloed op het signaalverlies. Zo geeft schuimkabel minder verlies dan kabel met een vaste kunststof isolatie. Je kunt daardoor met een schuimkabel grotere afstanden overbruggen.

Omdat het voor consumenten lastig is om goed en slecht materiaal van elkaar te onderscheiden heeft NLkabel, de brancheorganisatie van kabelbedrijven, in september 2008 een keurmerk geïntroduceerd: Kabel Keur. Alleen materiaal dat aan strenge keuringseisen voldoet mag het Kabel Keur voeren. Wie materiaal met het Kabel Keur gebruikt en dit oordeelkundig verwerkt, weet zich daarom verzekerd van een goede doorgifte van het televisiebeeld binnenshuis.


Zie ook

Externe link

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Coaxial cables op Wikimedia Commons.

rel=nofollow