Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Christelijk fundamentalisme

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Onder het begrip christelijk fundamentalisme of christenfundamentalisme verstaat men overwegend richtingen in het christendom, die zich uitdrukkelijk baseren op de Bijbel als fundament en woordelijk geïnspireerde Woord van God.

Geschiedenis

In de Verenigde Staten was het fundamentalisme aanvankelijk een beweging van de evangelicale conservatieven aan het einde van de negentiende eeuw, die als reactie tegen moderne stromingen in het protestantisme, waaronder de opkomst van het darwinisme en de uit Duitsland komende hogere bijbelkritiek, handhaving van een aantal vaste geloofspunten eisten. Ze zijn dus als het ware voortgekomen uit de kritiek op de meer liberale bewegingen in het christendom. De oorspronkelijke formulering van het geloof van de Amerikaanse fundamentalisten vond plaats op de Niagara Bijbelconferentie, een bijeenkomst die van 1878 tot 1897 jaarlijks werd gehouden, Op deze conferentie werd gedefinieerd welke punten men als fundamenteel beschouwde voor het christelijk geloof. De Algemene Vergadering van de Presbyteriaanse Kerk vatte deze fundamenten in 1910 als volgt samen:

  • Onfeilbaarheid van de Bijbel
  • De maagdelijke geboorte (of goddelijkheid) van Jezus
  • De leer van het plaatsvervangend lijden van Jezus dankzij de genade van God en menselijk geloof
  • De lichamelijke opstanding van Jezus uit de dood
  • De echtheid van wonderen (of daarvoor in de plaats, de wederkomst van Jezus Christus)

De term fundamentalisme werd in omloop gebracht door de baptistische schrijver Curtis Lee Laws in 1920 die er christenen mee bedoelde die bereid waren te strijden voor de Fundamenten ("to do battle royal for the Fundamentals"). De term werd snel overgenomen door voor-en tegenstanders. Laws baseerde het woord op de titel van twaalf anti-modernistische essays getiteld The Fundamentals: A Testimony to the Truth, uitgegeven als boekjes door conservatieve theologen van het Princeton Theological Seminary tussen 1910 en 1915. Dankzij een gift van $250.000 door Lymann Stewart, het hoofd van de Union Oil Company of California, konden in de Verenigde Staten driehonderdduizend, of drie miljoen, exemplaren van deze boekjes gratis worden uitgedeeld aan christelijke voorgangers en anderen in de kerkleiding.

Gedurende de Scopes Trial in 1925, die weliswaar werd gewonnen door de fundamentalisten, werd heel wat spot over hen gepubliceerd. De antwoorden die Harry Emerson Fosdick aan het fundamentalisme gaf, wonnen aan populariteit. Er was veel publiciteit rond interne meningsverschillen onder fundamentalisten, en de zorgen rond de economische depressie in de jaren 1930 en de wereldoorlog in de jaren 1940 zorgden ervoor dat de fundamentalistische stroming sterk achteruit ging. Tegen 1950 was het grotendeels stilgevallen of was overgegaan in het gematigdere evangelicalisme.

Christelijk fundamentalisme in de media en de politiek

Seculiere media en politici gebruiken de begrippen „christelijk fundamentalisme” of „christenfundamentalisme” vaak onnauwkeurig en gebruiken deze ook voor groepen die in theologisch opzicht niet tot het christelijk fundamentalisme behoren. Vaak worden criteria gebruikt die niet enkel op fundamentalistische christenen, maar ook op een bredere groep in het conservatieve christendom van toepassing zijn, zoals bijvoorbeeld het verdedigen van traditionele familiewaarden, het geloof in een vorm van schepping, de afwijzing van gender mainstreaming of van uitgeoefende homoseksualiteit.

Vaak wordt het Amerikaanse Religieus Rechts als geheel gezien als christelijk fundamentalisme. In het religieus rechts wordt een vorm van conservatief christendom gecombineerd met kapitalisme, traditionele familiewaarden, wapenbezit en Amerika als beloofde land, en worden deze waarden politiek verdedigd. In de huidige politiek worden vooral abortus, het gelijkgeslachtelijke huwelijk en staatsregelingen zoals een verplichte ziekteverzekering afgewezen.

De religieuze rechterzijde is een groot deel van het republikeinse kiezerspubliek en is hoofdzakelijk samengesteld uit evangelicalen, katholieken en mormonen, die ook samenwerken, zoals bijvoorbeeld bij de Manhattan Declaration, en kan slechts gedeeltelijk onder het religieus fundamentalisme worden gesorteerd. Een meerheid van christelijke fundamentalisten in de Verenigde Staten kiezen republikeins; bij de evangelicalen is de politieke strekking breder gewaaierd.

In 2011 noemde men zelfs de Noorse moordenaar Anders Behring Breivik een christenfundamentalist.[1] Hijzelf beschouwt zich niet als een gelovig christen, maar eerder een cultuurchristen.[2]

Bronnen en weblinks

Verwijzingen

rel=nofollow
 
rel=nofollow