Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Lutjebroek

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Boerenkoolstronkeradeel)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Lutjebroek is een dorp in de gemeente Stede Broec, in de regio West-Friesland, in de provincie Noord-Holland.

Lutjebroek is een landelijk bekende plaatsnaam als naam voor een klein gehucht in de polder en als een algemene omschrijving van een kleine plaats zonder enig belang. Hierdoor denken ook veel mensen dat de plaats niet echt bestaat of alleen een oude maar verdwenen plaats is. In plaats van de uitdrukking "Lutjebroek" wordt ook wel "Boerenkoolstronkeradeel" gebruikt. Toch wonen er iets meer dan 2000 mensen in Lutjebroek.

Geografie

Lutjebroek hoorde tot 1 januari 1979 bij de zelfstandige gemeente Grootebroek, daarna werden de gemeente met Bovenkarspel samengevoegd tot Stede Broec. De buurtschap Horn behoort tot het dorp Lutjebroek.

Horn en Lutjebroek lopen in elkaar over. De Horn lag vroeger in een overwegend nat natuurgebied. Maar na inpolderingen is het merendeel nu ofwel nieuwbouw ofwel landbouwgrond. In de polder tussen de hoofdstraat van de Horn en Lutjebroek zijn in loop der tijd ook straten aangelegd, maar een aantal vaartjes en sloten zijn bewaard gebleven zodat er nog steeds her en der een pittoreske beeld overgebleven is. Vanaf het park De Woid in Lutjebroek kan men onder de hoofdstraat van Lutjebroek door naar Horn toe. Verder kan men daar meerdere routes nemen naar De Weelen toe, een overblijfsel van het oude natuurgebied. In De Weelen bevindt zich ook de Lutjebroekerweel, een grote waterplas.

Lutjebroek kent twee kerken en aantal cafés, waarvan het café en restaurant De Paus de bekendste is. De naam geeft al aan dat de regio van oudsher een grote katholieke enclave is. In De Paus wordt ieder jaar rond april het popfestival Taaipop' gehouden tezamen met de Grote Prijs van Lutjebroek waar onbekende en bekende muzikanten en groepen optreden. Na een herinrichting van het kruispunt van de P. J. Jongstraat heeft de gemeente een soort plein gecreëerd dat de naam Beursplein draagt. De naam "Beursplein" is een verwijzing naar het gebruik van het pleintje: een pleegt daar in de loop van de dag bij elkaar te komen om wat met elkaar te praten (te beurzen). Eén van de hoeken was vroeger de fietsenstalling en plein van de voormalige middelbare school. Aan de andere kant van het plein is het dorpshuis en Verenigingsgebouw De Wurf gevestigd.

Lutjebroek heeft een eigen voetbalvereniging, De Zouaven, zo genoemd vanwege de Lutjebroeker Pieter Janszoon Jong die als Zouaaf in het pauselijke leger sneuvelde. De vereniging werd in 1925 opgericht, en het veld was jarenlang gelegen achter de grote kerk en het kerkhof daarvan. Maar door de ruilverkaveling en uitbreiding van Lutjebroek moest De Zouaven een nieuwe plek vinden; deze werd gevonden net over de dorpsgrens in Grootebroek.

Lutjebroek had vroeger ook een dependance van het ziekenhuis St. Jans Gasthuis, dat zelf in Hoorn was gevestigd. Bij het bijgebouw van het ziekenhuis behoorde ook het Verpleeghuis Nicolaas. Er hebben in Lutjebroek ook enige tijd nonnen gewoond van de orde der Augustinessen; deze woonden in een woonblok in de nieuwbouw achter de kerk, dat uiteraard het Zusterhuis werd genoemd. De huidige bewoners van het Zusterhuis komen vooral uit Polen, deze Polen vinden in De Streek veelal seizoensgebonden werk of schoonmaakwerk.

Vanwege de sterke groei van omliggende dorpen en het dorp zelf bevinden zich in Lutjebroek nog vrij veel winkels aan de hoofdstraat zoals een warme bakker en een slager. De groei kon echter niet voorkomen dat de kleine bioscoop van het dorp moest sluiten. De bioscoop was gevestigd op de P.J. Jongstraat en werd geopend in 1950 maar moest na 20 jaar, in 1970, de deuren sluiten.

Geschiedenis

De geschiedenis van Lutjebroek is in den beginne erg gekoppeld aan die van naast gelegen Grootebroek. De namen Lutjebroek en Grootebroek wijzen op de grootte van de kernen en het grondgebied van de twee delen in een broek. Broek verwijst hier naar het moerasachtig gebied, De bewoning ligt van oorsprong op de zandrug die door het moerasachtig gebied ligt. Daar waar Lutje verwijst naar het kleinere moerasachtig gebied verwijst Groote naar het grotere.

Nog ver voordat deze benamingen voor de plaatsen opdoken werden de zandheuvels al bewoond. In Grootebroek werden drie grafheuvels uit de bronstijd gevonden. De benaming Lutjebroek komt voor het eerst voor omstreeks 1245 als Litterabroek, 15 jaar jaar later komt de spelling Luttekebroec voor, wat waarschijnlijk ook dichter ligt bij de oorspronkelijke naam in het Westfries, Luttekebroek of Littekebroek (waarbij de i meer als u wordt uitgesproken). Later zou het verbasteren van de meer gemengde uitspraak Lutke Brouck naar Lutjebroek.

In 1402 voegden Lutjebroek en Horn zich bij de dorpen Grootebroek en Bovenkarspel, die samen stadsrechten hadden gekregen.

In 1763 kende Lutjebroek een grote brand. Rond 5 uur in de middag op 11 maart 1763 ontstond er een felle brand in een broodbakkerij. De brand breidde zich echter door een sterke oostenwind snel uit over het dorp. Maar liefst 47 huizen werden in de as gelegd, ook was het merendeel van de goederen van die huizen verloren gegaan. Er werd met een collecte, die op 11, 12 en 13 april van dat jaar werd gehouden, 3958 gulden opgehaald voor de wederopbouw van de huizen, wat toen vrij veel geld was.

In de periode dat de bestuurlijke eenheid van de gezamenlijke dorpen in 1807 uiteenviel in diverse gemeenten, verviel Lutjebroek, dat samen met Grootebroek de gemeente Grootebroek vormde, langzaam in armoede. Na 1825 werd dit erger. Dit kwam deels doordat de inkomsten voor de inwoners van de gemeente vooral moesten komen van aardappelen; door ziekte in aardappels en de slechte kwaliteit van de soorten die op dat moment werden gekweekt waren deze uit de gratie geraakt. De aardappels werden vooral door armen gegeten en als veevoer gebruikt. De oppervlakte die voor de teelt kon worden gebruikt in de gemeente wisselde ook teveel voor een stabiel inkomen en men had moeite met de distributie buiten De Streek zelf.

Pas toen in 1885 de spoorlijn tussen Zaandam en Enkhuizen gereed was, kwam daar verandering in en bloeide langzaam de tuinbouw op, vooral na de oprichting van veiling "de Tuinbouw". Zo ging de levensstandaard van de bewoners ook flink omhoog. Een goede indicatie ervan is de oprichting van diverse coöperatieve banken in het begin van de twintigste eeuw. De huidige Rabobank Westfriesland-Oost is daar na diverse fusies van banken het overblijfsel van.

De groei van de gemeente Grootebroek werd gestuit door de slechte economie van de jaren 30 van de twintigste en de daarop volgende Tweede Wereldoorlog. Na die oorlog bloeide de gemeente langzaam weer op, maar de echte bloei kwam toen de gemeente samen met de gemeenten Hoogkarspel en Bovenkarspel als als (tijdelijke) groeikern werd aangeduid om de bevolking uit de Randstad op te vangen. Tijdens de gemeentelijke herindeling aan het eind van de jaren zeventig werd besloten de gemeenten Grootebroek en Bovenkarspel samen te voegen; zo ontstond de huidige gemeente Stede Broec.

Ook Lutjebroek groeide, maar het is wel altijd een dorp gebleven tussen steeds meer verstedelijkende bebouwing. Dit werd mede mede veroorzaakt doordat Lutjebroek in de jaren negentig van de twintigste eeuw, toen Stede Broec opnieuw was aangewezen als groeikern, niet zoveel groeide als de andere kernen in de gemeente. Slechts twee echte stukken nieuwbouw zijn er sindsdien bijgekomen, het laatste stuk precies tegenover De Woid.

De Zouaven

Lutjebroek is ook bekend van de Zouaven. Toen halverwege de 19e eeuw de bevolking van Italië zich begon te verzetten tegen de vorsten van de vele kleine koninkrijkjes die Italië toen kende, dreigde uiteindelijk de in midden-Italië gelegen Kerkelijke Staat ten onder te gaan. Paus Pius IX riep toen alle katholieke jongemannen in de wereld op om zich aan te melden voor het Zouavenleger. In Nederland werd hier massaal op gereageerd. Ruim 3000 jongeren sloten zich aan bij dit leger, 24 daarvan kwamen uit Stede Broek.

Eén van de bekendste personen uit het Zouavenleger was de in Lutjebroek geboren Pieter Janszoon Jong. Hij is befaamd geworden door de slag bij de hooggelegen vestingstad Monte Libretti, 'De reus uit Lutjebroek', zoals hij ook wel genoemd wordt, wist in zijn eentje een horde 'roodhemden' tegen te houden. Hierdoor konden zijn makkers zich hergroeperen en zo wisten de Zouaven, zo'n 87 man sterk, de horde van de Garibaldisten, die aanwezig waren met zo'n 1200 man, de stad uit te jagen. Pieter Janszoon Jong wist 14 man de hersens in te slaan met de kolf van zijn geweer alvorens hij zelf gedood werd.

In zijn geboorteplaats wordt Pieter Janszoon Jong nog steeds geëerd, zo is zijn beeld in de gevel van de RK-kerk ingemetseld en is de hoofdstraat naar hem vernoemd, de P.J. Jongstraat. Ook De Zouaven zelf worden geëerd, zo is de in 1931 opgerichte voetbalclub uit het dorp, VV De Zouaven, genoemd naar hen. De kapelaan van de RK-kerk had toen graag gezien dat deze vernoemd zou worden naar Pieter Janszoon Jong zelf, zoals hij dat 6 jaar daarvoor ook bij de gymnastiekvereniging had geprobeerd. Wel voetbalt de ploeg nog in de kleuren die het tenue van Pieter Janszoon Jong ook had, namelijk grijs met rood.

ZVV Lutjebroek

Lutjebroek heeft een zaalvoetbalvereniging opgericht in 1983: ZVV Lutjebroek. Het eerste team speelt in de 1e klasse.

Geboren in Lutjebroek

Externe link