Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Bobbejaan Schoepen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Bobbejaan Schoepen (officiële naam: Modest Hyp[p]oliet Joanna Schoepen; Boom, 16 mei 1925 – Turnhout, 17 mei 2010) was een Vlaams zanger, gitarist, acteur en kunstfluiter en tevens de oprichter van het pretpark Bobbejaanland.

Leven

Bobbejaan Schoepen werd in 1926 geboren in Boom en kreeg de naam Modest. Hij groeide op met vijf broers en zussen. Zijn vader was smid en kreeg al vrij jong gezondheidsproblemen. Op twaalfjarige leeftijd begon Modest het vak te leren in de smidse van zijn vader. Hij zong tijdens het werk graag liedjes. Eind jaren 30 bracht hij in de omliggende dorpen met zijn halfzus Lisa (Liesje) volksvariété en werd plaatselijk bekend. In 1943 kreeg hij onderricht van gitarist Frans De Groodt (1892–1990).

Debuut

Tijdens de Tweede Wereldoorlog, op 21 november 1943, trad hij voor het eerst op, in de concertzaal Ancienne Belgique, Antwerpen. Hij zong er het Zuid-Afrikaanse liedje „Mamma, ’k wil ’n man hê”. Vanwege de zin: „Nee mamma, nee, ’n Duitseman, die wil ek nie. Want Schweinefleisch dat lus ek nie” werd het liedje werd als anti-Duits opgevat. Schoepen werd gearresteerd en de Ancienne Belgique werd drie weken gesloten. Omdat Lisa kon aantonen dat het lied in een liederenboek stond dat door de bezetter was goedgekeurd, werd Schoepen vrijgelaten. Maar toen werd hij opgeëist om in Duitsland te gaan werken. Hij kon het zo regelen dat hij mocht zingen voor de Vlaamse arbeiders in de werkkampen. In 1944 werd hij daarom drie maanden opgesloten in de Dossinkazerne in Mechelen, op beschuldiging van collaboratie, tot de Engelsen hem vrijlieten.

In 1945 begon hij de artiestennaam Bobbejaan te gebruiken, uit het Afrikaanse liedje „Bobbejaan, klim die berg”. Na de oorlogsellende koos hij van in het begin voor vrolijke liedjes.[noot 1]

Verdere loopbaan

In 1948 kon hij zijn eerste plaat opnemen, De jodelende fluiter, met in het orkest Django Reinhardt. Dit leverde hem optredens op in diverse radio-uitzendingen. In 1948 speelde hij voor het Amerikaanse leger tijdens de processen van Neurenberg. In 1949 ging Bobbejaan met het Nederlandse leger op concerttournee naar Indonesië, en toerde later met Josephine Baker, Caterina Valente, Gilbert Bécaud en Toots Thielemans, die in 1951 gitaar speelde in zijn orkest. In 1953 brachten verdere tournees hem naar de VS, waar hij een van de eerste Europeanen was die optrad in de Grand Ole Opry. In 1954 trad hij op in Scandinavië en IJsland. In januari 1955 speelde Jacques Brel een week lang zijn openingsact in de Ancienne Belgique te Brussel, en in september 1955 toerde Bobbejaan door verschillende steden in Duitsland en, vanaf oktober van datzelfde jaar, door Congo. Van 1958 tot 1961 trad Bobbejaan met zijn eigen show op in een circustent in België. Hij speelde tussen 1950 en 1967 mee in vijf films. In 1957 brachten tournees hem weer naar de VS, waar hij onder meer optrad in de Ed Sullivan Show. In datzelfde jaar was hij de eerste Vlaamse vertegenwoordiger op het Eurovisie Songfestival. Met zijn ’Straatdeuntje’ eindigde hij samen met Zwitserland op de achtste plaats. In 1948 was Bobbejaan Schoepen de eerste Belgische zanger die internationaal doorbrak.

In 1958 trad hij op tijdens de ’Royal Variety Show’ van de Britse Koningin-Moeder.

Op 18 mei 1961 trouwde Bobbejaan Schoepen met voormalig operazangeres en fotomodel Josée Jongen. Ze kregen vijf kinderen: Robert (’Bob jr.’, 1962), Myriam (1963), Jacky (1964), Peggy (1968) en Thomas (’Tom’, 1970).

Op 31 december dat jaar richtte hij in Lichtaart Bobbejaanland op, het latere pretpark, dat toen bestond uit een theaterzaal met 1200 zitplaatsen, en een zwemvijver met 2,2 km strand.

In 1999 werd bij hem darmkanker vastgesteld. Hij herstelde en ging weer musiceren. Hij overleed in 2010 aan een hartstilstand in het Sint-Elisabethziekenhuis in Turnhout. Op 13 september 2013 overleed zijn echtgenote Josée.

Noten

  1. º ’Bobbejaan’ is het Afrikaanse woord voor ’baviaan’. Tegen het einde van zijn leven liet hij zijn artiestennaam officieel toevoegen aan zijn officiële burgerlijke naam. Zijn oudste zoon kreeg de naam ’Bob’.

Weblinks

icon=  Bobbejaan Schoepen in de Internet Movie Database  (en)


rel=nofollow