Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Arundel Museum

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Arundel Museum.JPG
Arundel Museum

Het Arundel Museum is een museum in de stad Arundel in West Sussex, nabij zuidkust van Engeland. Het museum wordt bestuurd door de Arundel Museum Society, een bij de overheid geregistreerde liefdadigheidsorganisatie. Het museum wordt bemand door vrijwilligers en het kan financieel overleven door giften en inkomsten van abonnementhouders, en door activiteiten te organiseren waarmee fondsen kunnen worden verworven.

Het nieuwe museum

Het Heritage Lottery Fund heeft 888,000 pond aan de society geschonken waarmee de kosten van de bouw een nieuw museumgebouw op een goede plek in het centrum van de stad gefinancierd kon worden. Deze locatie ligt aan de rivier Arun en tegenover de benedenpoort (Engels: Lower Castle Gate) van het Arundel Castle. Dit nieuw gebouw werd op 24 juni 2013 door de hertog van Norfolk geopend.

Geschiedenis

Oprichting in kelders

Het museum werd in 1963 door een groep lokale bewoners opgericht, omdat zij vonden dat het erfgoed in Arundel door nieuwbouw in de stad onder druk stond en het erfgoed in het algemeen ondergewaardeerd was. De Museum Society maakte een plan om zoveel mogelijk zaken uit het verleden van Arundel te redden en te behouden. Samen met historicus Roy Armstrong en archeoloog Con Ainsworth werden plannen gemaakt om een museum op te richten.

In maart 1964 werd het museum ingericht in de cellen van de gevangenis onder het oude gemeentehuis van Arundel. In de krappe en vochtige, maar bruikbare, omgeving zorgde de society ervoor dat de geschiedenis van Arundel en de omliggende dorpen voor het publiek zichtbaar werd. Het museum werd vanaf het begin draaiende gehouden door vrijwilligers. Het museum was een van de eerste musea die zonder subsidie kon bestaan, maar het had ook zijn beperkingen.

De jaren aan de High Street

De eerste grote kans voor een nieuwe plek voor het museum kwam in 1975, toen de Borough Council Offices aan de High Street nummer 61 door een grote reorganisatie van het lokale Engelse bestuur leeg kwamen te staan. De Arun District Council bood de Arundel Museum Society het gebouw te huur aan zodat de society de mogelijkheid kreeg om haar collectie tentoon te stellen. De society besloot om de gebouwen, die de een na hoogste monumentale status hebben, te betrekken. Het nieuwe museum werd door de medewerkers zelf ingericht en in 1977 geopend. De Arundel Museum Society werd een geregistreerde liefdadigheidsorganisatie onder het nummer 273790.

Tijdens de jaren ’80 en ’90 van de twintigste eeuw kreeg de society te maken met een aantal uitdagingen. De standaarden voor goed curatorschap gingen aanzienlijk omhoog waardoor er strengere eisen voor het conserveren van de voorwerpen kwamen. De conserveertechnieken werden hierdoor complexer en wetenschappelijker. Er kwam een nieuwe nationale structuur voor het bestuur van musea en galeries. In deze structuur werd er geëist dat de geregistreerde musea lieten zien dat ze aan de minimale standaarden voldeden om goed met voorwerpen om te gaan. Het Arundel Museum was het eerste museum in de regio dat een registratie, de MLA Registration genaamd, kreeg.

Het museum groeide op deze locatie naar acht galeries. In 2000 werden de door de vrijwilligers verzamelde gegevens over oral history in het boek "Arundel Voices" gepubliceerd. Er werden bedragen geschonken om een nieuwe tentoonstellingsruimte nabij de haven van Arundel te bouwen. Dit ging samen met een nieuwe stadswandeling, waar de belangrijke plekken met aardewerken plaquettes van een lokale pottenbakker aangegeven werden. In 2004 werd er een galerie opgezet om tentoonstellingen te houden. Er werd een regulier programma met stadswandelingen, lezingen en korte cursussen opgezet en er werden schoolreisjes naar het museum gehouden. In 2005 kwam er een nieuw pakket eisen van de MLA dat er een pasjessysteem moest komen, de benchmarks verbeterd moesten worden, en de documentatie moest worden uitgebreid. Het beleid werd dat de musea zich aan moesten sluiten bij bestaande organisaties.

Het Arundel Museum was een van de eerste musea in de regio die de accreditatie bij de eerste poging verkregen.

Een onzekere toekomst

In 2000 werd de toekomst van het Arundel Museum onzeker doordat de Arun District Council het pand aan de High Street nummer 61 wilde verkopen en het huurcontract niet zou verlengen. De society moest op zoek naar een alternatieve locatie. Om onbekende redenen lukte dit niet. Terwijl de plannen voor een nieuw gebouw op een nieuwe locatie uitgewerkt werden, moest het museum in de herfst van 2007 het pand aan de High Street verlaten. De vrijwilligers, gesteund door een vaste curator, namen de taak op zich om elk voorwerp in te pakken.

Vanaf 2008 was de collectie van het Arundel Museum te bezichtigen in portocabins die door lokale bedrijven gesponsord waren. De portocabins stonden bij het parkeerterrein aan de Mill Road geparkeerd.

Redding

In 2008 werd het Arundel Museum gered door de Angmering Park Estate Trust en de Norfolk Estate die een visie voor de toekomst van het museum gaven. Zij waren het erover eens dat ze een ideale locatie op een mooie plek voor een nieuw gebouw voor het museum in het toeristische gedeelte van de stad gevonden hadden. Op die plek tegenover de Lower Gate van het Arundel Castle was op dat moment de St Nicholas Hall.

De Arundel Museum Society moest twee uitdagingen overwinnen om zijn doelen te behalen

  • Ten eerste moest er een plan komen voor het nieuwe gebouw. De architect Graham Whitehouse maakte de tekening voor het nieuwe gebouw. Jonothan Potter maakte in nauwe samenwerking met het museum een plan voor de inrichting.
  • Ten tweede moest via een fondsenwervingsactie het bedrag van 1,6 miljoen pond bijeengebracht worden voor de bouw van een nieuw passend gebouw in het hart van Arundel. De eerste stap was om gelden van het het Heritage Lottery Fund (HLF) te vragen.

De planfase was in maart 2009 afgerond. In het voorjaar van 2010 werd bekend dat de aanvraag bij het HLF was aanvaard. Dit betekende dat de HLF een bedrag van 102.800 pond overmaakte om een meer gedetailleerd ontwikkelingsplan uit te werken. De tweede aanvraag werd in november 2010 door de HLF goedgekeurd.

In oktober 2011 werd het museum verplaatst vanuit de portocabins naar een tijdelijke locatie in Crown Yard Mews waar het museum tevens als informatiecentrum van Arundel dienstdeed.

In de winter van 2011 hoorde de society dat de tweede aanvraag bij de Heritage Lottery Fund, voor een bedrag van 888.000 pond, was toegekend en hiermee kwam het totale bedrag van de HLF op tot 1.414.500 pond. Hierbovenop kwam nog 385.500 pond van het Arun District Council en de 50.000 pond die het jaar ervoor door locale gevers bij elkaar was gebracht. Het project werd sluitend gemaakt met fondsen uit andere middelen waardoor de bouw kon doorgaan.

De bouw begon in februari 2012 met de sloop van de St Nicholas Hall. Hierna volgde een archeologisch onderzoek. Vlak nadat het onderzoek afgelopen was en de uitslag bekend, begon men met de bouw van het nieuwe en huidige gebouw.

Q4802241 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow