Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Adventisme: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (ref afsluiten)
(poging "Age-to-Come"-beweging te preciseren)
Regel 54: Regel 54:
Deze groep begon in 1848 omdat zij de mening niet deelden van diegenen die besloten dat christenen de sabbat moeten onderhouden. De groep werd in 1860 tot kerkgenootschap georganiseerd. Zij hebben de zienswijze dat de goddelozen geen opstanding uit de dood zullen krijgen maar dat zij in een eindeloze slaap zullen blijven. In 1964 werden ze samengevoegd met de Advent Christian Church.
Deze groep begon in 1848 omdat zij de mening niet deelden van diegenen die besloten dat christenen de sabbat moeten onderhouden. De groep werd in 1860 tot kerkgenootschap georganiseerd. Zij hebben de zienswijze dat de goddelozen geen opstanding uit de dood zullen krijgen maar dat zij in een eindeloze slaap zullen blijven. In 1964 werden ze samengevoegd met de Advent Christian Church.


===Churches of God in Christ („Age-to-come”)===
===„Age-to-come”===
Deze groep zag zich aanvankelijk niet onder de noemer ''adventistisch'', maar gingen deze naam accepteren omdat iedereen hen adventistisch noemde.<ref>{{Aut|Janet Stilson}}, ''Editorial, Church of God General Conference History Newsletter'', Autumn 1984.</ref> ''Age-to-come'' was de benaming die in Amerika werd gegeven aan een reeds bestaande beweging, die in Groot-Brittannië bekend stond als ''Literalism''. Zelf noemden ze zich ''kerken van God in Christus'' (''Churches of God in Christ Jesus'').<ref name=Schaff/> De naam ''Age-to-come'' verspreidde zich mede door het boek ’The Age to Come’ uit 1851, waarin Joseph Marsh een aantal punten aanvaardde uit [[John Thomas (Christadelphian)|John Thomas]]’ boek ’[[Elpis Israel]]’ en sommige interpretaties van [[William Miller (predikant)|William Miller]] verwierp.<ref>{{Aut|Joseph Marsh}}, ''The Age to Come'', hoofdstuk ''William Miller’s theory.'' (p. 12-18); citaat: „We resent this theory.”</ref>
Vaak wordt deze richting onder het adventisme gesorteerd, maar deze groep zag zichzelf niet onder deze noemer. De beweging bestond reeds apart van het adventisme en stond in Groot-Brittannië reeds bekend als ''Literalism''. In Amerika werd deze stroming bekend als ''Age-to-come''.
 
Zelf kozen zij namen als ''One Faith'' (Eén Geloof), ''Church of God'' (Kerk van God), ''Church of Christ'' (Kerk van God), ''Churches of God in Christ Jesus'' (Kerken van God in Christus).<ref name=Schaff/> Sommigen van hen gingen later de naam ’adventistisch’ accepteren omdat iedereen hen adventistisch noemde.<ref>{{Aut|Janet Stilson}}, ''Editorial, Church of God General Conference History Newsletter'', Autumn 1984.</ref> Een gevolg waren compromisnamen zoals ''The Second Advent Church of God''.
 
De naam ''Age-to-come'' verspreidde zich mede door het boek ’The Age to Come’ uit 1851, waarin Joseph Marsh een aantal punten aanvaardde uit [[John Thomas (Christadelphian)|John Thomas]]’ boek ’[[Elpis Israel]]’ en sommige interpretaties van [[William Miller (predikant)|William Miller]] verwierp.<ref>{{Aut|Joseph Marsh}}, ''The Age to Come'', hoofdstuk ''William Miller’s theory.'' (p. 12-18); citaat: „We resent this theory.”</ref>


Velen uit de ''age-to-come'' of ''literalist''-beweging hadden zich bij de milleritische adventisten aangesloten en keerden na de teleurstelling in 1844 terug naar hun ''age-to-come''-achtergrond.
Velen uit de ''age-to-come'' of ''literalist''-beweging hadden zich bij de milleritische adventisten aangesloten en keerden na de teleurstelling in 1844 terug naar hun ''age-to-come''-achtergrond.


Zij volgden de zienswijze niet dat christenen de sabbat moeten onderhouden. De groep werd geleid door [[Joseph Marsh (adventist)|Joseph Marsh]], die in [[Rochester]] het tijdschrift ''[[The Prophetical Expositor and Bible Advocate|The Advent Harbinger and Bible Advocate]]'' uitgaf. Later kreeg dit de naam ''The Restitution''. Dit werd het officiële orgaan van de beweging.<ref>Vergelijk Schaff (zie literatuur), die echter aangeeft dat ''The Restitution'' sinds 1951 werd uitgegeven in Plymouth, Ind.</ref>
Zij volgden de zienswijze van sommige adventisten dat christenen de sabbat moeten onderhouden. De groep werd geleid door [[Joseph Marsh (adventist)|Joseph Marsh]], die in [[Rochester]] het tijdschrift ''[[The Prophetical Expositor and Bible Advocate|The Advent Harbinger and Bible Advocate]]'' uitgaf. Later kreeg dit de naam ''The Restitution''. Dit werd het officiële orgaan van de beweging.<ref>Vergelijk Schaff (zie literatuur), die echter aangeeft dat ''The Restitution'' sinds 1951 werd uitgegeven in Plymouth, Ind.</ref>


Naast een aantal leerstellingen die ze met de adventisten gemeenschappelijk hadden, geloofden zij dat er een letterlijke terugkeer van de Joden naar Palestina zou plaatsvinden voor Christus’ wederkomst, dat de overledenen een tweede kans zou krijgen, dat de goddelozen uiteindelijk vernietigd zullen worden en dat eeuwig leven enkel door Christus geschonken wordt (m.a.w. dat de ziel niet inherent onsterfelijk is).
Naast een aantal leerstellingen die ze met de adventisten gemeenschappelijk hadden, geloofden zij dat er een letterlijke terugkeer van de Joden naar Palestina zou plaatsvinden voor Christus’ wederkomst, dat de overledenen een tweede kans zou krijgen, dat de goddelozen uiteindelijk vernietigd zullen worden en dat eeuwig leven enkel door Christus geschonken wordt (m.a.w. dat de ziel niet inherent onsterfelijk is).
Regel 66: Regel 70:


Hun ’General Conference’ werd georganiseerd in 1888.<ref name=Schaff/><!------ indien 1865 of 1885: bronnen zoeken --->
Hun ’General Conference’ werd georganiseerd in 1888.<ref name=Schaff/><!------ indien 1865 of 1885: bronnen zoeken --->
De age-to-come-gelovigen die besloten dat het nodig was om zich opnieuw te laten dopen nadat zij uit de milleritische beweging waren weggegaan, sloten zich aan bij diegenen die uit de [[Alexander Campbell|campbellitische]] beweging waren gekomen, en werden geregistreerd als ''Christadelphians'' (’Broeders in Christus’).
De age-to-come-gelovigen die besloten dat het nodig was om zich opnieuw te laten dopen nadat zij uit de milleritische beweging waren weggegaan, sloten zich aan bij diegenen die uit de [[Alexander Campbell|campbellitische]] beweging waren gekomen, en werden geregistreerd als ''Christadelphians'' (’[[Broeders in Christus (Christadelpians)|Broeders in Christus’).


Sommige anderen organiseerden zich later in groepen die dikwijls ''Church of God'' in hun naam hadden, zoals de ''Church of God of the Abrahamic Faith'' (van [[Benjamin Wilson]]).
Sommige anderen organiseerden zich later in groepen die dikwijls ''Church of God'' in hun naam behielden, zoals de ''Church of God of the Abrahamic Faith'' (van [[Benjamin Wilson]]).


==Literatuur==
==Literatuur==

Versie van 21 aug 2013 14:42

Deze visuele voorstelling van de profetieën van Daniël uit 1843 werd intensief gebruikt om de adventboodschap bekend te maken.

Het adventisme is een stroming in het protestantisme. De naam verwijst naar een nabij zijnde Wederkomst of tweede „advent” (komst) van Jezus Christus.

Geschiedenis

De adventistische kerken vloeien voort uit de beweging die in 1831 begon rond William Miller (1781-1849).

De „2300 dagen” uit het boek Daniël beschouwde hij als jaren. Met 457 v.Chr. als beginpunt, namelijk als begin van de zeventig weken voor de eerste komst van de messias, concludeerde Miller dat de wereld tot een einde zou komen en Christus zou terugkomen in 1843 (n.Chr.). Zijn zienswijzen vonden een wijde verspreiding en hij verzamelde in slechts enkele jaren heel wat aanhangers en sympathisanten. Toen het jaar 1843 voorbijging, rekende Samuel S. Snow alles nog eens na, en kwam op zijn beurt tot het resultaat dat de wereld zou eindigen op 22 oktober 1844. Vele adventisten over de Verenigde Staten zagen uit naar deze datum. Toen ook deze voorbijging, werd deze datum bekend als de Great Disappointment: de Grote Ontgoocheling.

Albany Conference

Eenenzestig van Millers trouwe sympathisanten kwamen in 1845 samen te Albany, N.Y., (de „Albany Conference”). Zij organiseerden zich als een eigen denominatie en formuleerden waaraan zij gemeenschappelijk geloofden. De nabijheid van de persoonlijke wederkomst van Jezus Christus bleef een fundamenteel adventistisch geloofspunt.

Vóór deze bijeenkomst werden de adventisten gewoonlijk „Millerieten” genoemd. Nadien werden ze bekend als Adventists of Second Adventist (omdat zij Jezus’ Tweede Komst verwachten).

Onder de bekende adventisten die afwezig bleven op de Albany Conference waren Joseph Marsh, de redacteur van het tijdschrift the Voice of Truth, uit Rochester, New York; George Storrs, die de leerstelling van de voorwaardelijke onsterfelijkheid had geïntroduceerd bij de adventisten, en die ook een eigen tijdschrift had, The Bible Examiner, uit New York City; en Enoch Jacobs, de redacteur van The Day Star, uit Cincinnati, Ohio. Joseph Bates, die het idee van de sabbat kort nadien onder de adventisten zou verspreiden, was afwezig, evenals James White, die later de zevendedagsadventisten zou leiden maar toen nog jong en onbekend was.[1]

Weldra vertakte de adventistische beweging zich en vormde een aantal van elkaar onafhankelijke religieuze corporaties of kerkgenootschappen. Behalve de zevendedagsadventisten en de Church of God hebben deze een congregationalistische vorm van kerkbestuur.

Richtingen

Evangelical Adventists

De grootste groep organiseerde zich op de conferentie in Albany, New York, in 1845 en namen een Declaration of Principles (Beginselverklaring) aan. In 1858 vormden zij de American Millennial Association om lectuur uit te geven die hun standpunt vertegenwoordigde. Hun officiële orgaan werd het tweewekelijkse tijdschrift Signs of the Times, gestart in Boston, 1840. De naam werd later gewijzigd naar de Advent Herald en nog later naar de Messiah’s Herald.[2][3]

De American Millennial Association werd later de Evangelical Adventist Church.[4] Zij onderscheiden zich van de andere adventisten door hun geloof dat de zielen van de overledenen in een bewuste toestand blijven nadat zij van het lichaam gescheiden zijn, en dat ze uit de dood zullen opstaan. De rechtvaardigen zullen opstaan om eerst gedurende het Millennium met Jezus Christus op aarde te regeren. Na het Oordeel zullen ze voor alle eeuwigheid vanuit de hemel regeren. De goddelozen krijgen een opstanding om op de Oordeelsdag tot eeuwige verdoemenis in de hel veroordeeld te worden.

Hun ledental liep terug en tegen 1916 komt hun naam niet meer voor in de United States Census of Religious Bodies. Deze groep is nu vrijwel verdwenen.

Advent Christian Church

De Advent Christian Church, (de Advent Christians noemden zich ook Second Adventists) maakte in het begin een sterke groei door. Gedurende de twintigste eeuw nam de aanhang geleidelijk af. De Advent Christians geven vier tijdschriften uit: The Advent Christian Witness, Advent Christian News, Advent Christian Missions en Maranatha. Enkele gemeenten in West Virginia splitsten zich af en vormen The Primitive Advent Christian Church.

Zij geloven dat de overledenen in een onbewuste toestand zijn tot Christus’ wederkomst, wanneer alle doden zullen opstaan; de rechtvaardigen om eeuwig leven te ontvangen, de goddelozen om vernietigd te worden. Onsterfelijkheid, wat vroeger een natuurlijk geboorterecht van de mens zou zijn geweest, werd door de zonde verspeeld en is enkel verkrijgbaar als gave door geloof in Jezus Christus.

Zij richtten de „Advent Christian Association” op in Salem, Massachusetts in 1860.

Zevendedagsadventisten

De Seventh-day Adventist Church (Zevendedagsadventisten) begon als een van de groepen in 1845, toen een van de groepen adventisten het geloof aannam dat christenen de Bijbelse sabbat op de zevende dag dienen te onderhouden.

In 1850 werd hun officiële orgaan, The Advent Review and Sabbath Herald voor het eerst uitgegeven in Battle Creek, Michigan. Het blad werd later hernoemd naar The Review and Herald. In Battle Creek werd ook de hoofdzetel geïnstalleerd.

De kerk werd formeel georganiseerd in 1863.

Naast het geloof dat zij de sabbat dienen te onderhouden, geloven zevendedagsadventisten dat de doden in een onbewuste toestand zijn tot zij op de Oordeelsdag een opstanding krijgen, wanneer de goddelozen vernietigd zullen worden. Daarnaast proberen ze een gedetailleerde interpretatie te geven van bepaalde Bijbelse profetieën. Zij geloven dat God nog steeds de gave van de profetie schenkt, en dat Ellen G. White deze gave had. Zij vormen de grote meerderheid binnen de verscheidene adventistische groepen, waardoor het woord ’adventist’ in nauwere betekenis soms specifiek naar zevendedagsadventisten verwijst. De kerk ontwikkelde zich tot een grote wereldwijde denominatie en heeft een belangrijk netwerk van medische en onderwijsinstellingen. Tegenwoordig tellen zij rond de 12 miljoen leden.

Zevendedagsadventisten

Church of God

De adventistische Church of God – er zijn ook andere kerken met deze naam – vertakte zich uit de zevendedagsadventisten. Zij hebben nog heel wat zienswijzen gemeenschappelijk, zoals het onderhouden van de sabbat op de zevende dag. Zij aanvaarden niet dat Ellen G. White de gave der profetie zou hebben gehad, en verwerpen bijvoorbeeld haar uitleg dat in Openbaring 12:11-17 verwezen wordt naar de Verenigde Staten. Ze werden een zelfstandige corporatie in 1864-65.

Deze kerk werd later gesplitst in een Church of God met zetel in Denver, Colorado,[5] met een uitgeverij in Stanberry, Missouri; en een Church of God met zetel in Salem, West Virginia.[6][7]

Church of God (Seventh Day)

Life and Advent Union

Deze groep begon in 1848 omdat zij de mening niet deelden van diegenen die besloten dat christenen de sabbat moeten onderhouden. De groep werd in 1860 tot kerkgenootschap georganiseerd. Zij hebben de zienswijze dat de goddelozen geen opstanding uit de dood zullen krijgen maar dat zij in een eindeloze slaap zullen blijven. In 1964 werden ze samengevoegd met de Advent Christian Church.

„Age-to-come”

Vaak wordt deze richting onder het adventisme gesorteerd, maar deze groep zag zichzelf niet onder deze noemer. De beweging bestond reeds apart van het adventisme en stond in Groot-Brittannië reeds bekend als Literalism. In Amerika werd deze stroming bekend als Age-to-come.

Zelf kozen zij namen als One Faith (Eén Geloof), Church of God (Kerk van God), Church of Christ (Kerk van God), Churches of God in Christ Jesus (Kerken van God in Christus).[2] Sommigen van hen gingen later de naam ’adventistisch’ accepteren omdat iedereen hen adventistisch noemde.[8] Een gevolg waren compromisnamen zoals The Second Advent Church of God.

De naam Age-to-come verspreidde zich mede door het boek ’The Age to Come’ uit 1851, waarin Joseph Marsh een aantal punten aanvaardde uit John Thomas’ boek ’Elpis Israel’ en sommige interpretaties van William Miller verwierp.[9]

Velen uit de age-to-come of literalist-beweging hadden zich bij de milleritische adventisten aangesloten en keerden na de teleurstelling in 1844 terug naar hun age-to-come-achtergrond.

Zij volgden de zienswijze van sommige adventisten dat christenen de sabbat moeten onderhouden. De groep werd geleid door Joseph Marsh, die in Rochester het tijdschrift The Advent Harbinger and Bible Advocate uitgaf. Later kreeg dit de naam The Restitution. Dit werd het officiële orgaan van de beweging.[10]

Naast een aantal leerstellingen die ze met de adventisten gemeenschappelijk hadden, geloofden zij dat er een letterlijke terugkeer van de Joden naar Palestina zou plaatsvinden voor Christus’ wederkomst, dat de overledenen een tweede kans zou krijgen, dat de goddelozen uiteindelijk vernietigd zullen worden en dat eeuwig leven enkel door Christus geschonken wordt (m.a.w. dat de ziel niet inherent onsterfelijk is).

De Amerikaanse burgeroorlog was een impuls om kerkgenootschappen te laten registreren, aangezien het vanaf 1865 nodig was om een statuut van gewetensbezwaarde te verkrijgen via een geregistreerde kerk.

Hun ’General Conference’ werd georganiseerd in 1888.[2] De age-to-come-gelovigen die besloten dat het nodig was om zich opnieuw te laten dopen nadat zij uit de milleritische beweging waren weggegaan, sloten zich aan bij diegenen die uit de campbellitische beweging waren gekomen, en werden geregistreerd als Christadelphians (’[[Broeders in Christus (Christadelpians)|Broeders in Christus’).

Sommige anderen organiseerden zich later in groepen die dikwijls Church of God in hun naam behielden, zoals de Church of God of the Abrahamic Faith (van Benjamin Wilson).

Literatuur

  • Daniel T. Taylor, The Reign of Christ, Boston, 1889
  • Isaac C. Wellcome, History of the Second Advent message and mission, doctrine and people, Yarmouth, Maine, 1874. Online: hier of hier
  • Mariam McKinstry, The World’s Great Empires, Haverhill, Mass., 1881. online
  • John N. Andrews, History of the Seventh and First Day, Battle Creek, Michigan, 1873, online
  • Ellen G. White, The Great Controversy, Battle Creek, 1870. online pdf archive
  • Uriah Smith, Thoughts on Daniel and Revelation, 1882. online
  • Jacob Brinkerhoff, Kingdom of Heaven Upon Earth, 1882
  • John Rowland West, On the Nature and Constitution of the Present Kingdom of Heaven Upon Earth, 1882. online
  • W. C. Long, The End of The Ungodly, 1886
  • William N. Pile, The Doctrine of Conditional Immortality, „An Address Delivered Before the Young Ministers’ Christian Union at Lynn, Mass., Nov., 1895”, Springfield, Mass., Advent Christian Publication Society, 1896.
  • William E. Brown, The Divine Key of Redemption, Springfield, Mass.
  • Johnson, Albert C., Advent Christian history: a concise narrative of the origin and progress, doctrine and work of this body of believers, Advent Christian Publishing Society, 1918. online
  • History of the Millerite Movement, Seventh-day Adventist Encyclopedia, deel 10, 1976, p. 892–898.
  • Philip Schaff, The New Schaff-Herzog Encyclopedia of Religious Knowledge, Ann Arbor, Michigan. Vol. I, p. 56-57.

Bronvermelding

The Catholic Encyclopedia (1917)  (en) F. P. Havey, Adventists, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: Vertaal via Google translate)

  1. º (en) Miller farm op Adventistheritage.com
  2. 2,0 2,1 2,2 Philip Schaff, The New Schaff-Herzog Encyclopedia of Religious Knowledge, Ann Arbor, Michigan. Vol. I, p. 56-57.
  3. º Adventistarchives; Sylvester Bliss was hiervan redacteur tot zijn dood in 1863. Het tijdschrift kreeg later de naam Messiah’s Herald.
  4. º Adventist and Sabbatarian (Hebraic) Churches (p. 256–276) in: Frank S. Mead, Samuel S. Hill, Craig D. Atwood, Handbook of Denominations in the United States, 12th edn. Nashville: Abingdon Press
  5. º http://cog7.org/ Church of God, Seventh Day
  6. º http://www.churchofgod-7thday.org/ Church of God, 7th Day
  7. º Church of God (Seventh Day), The in: Christian Cyclopedia, The Lutheran Church, Missouri Synod.
  8. º Janet Stilson, Editorial, Church of God General Conference History Newsletter, Autumn 1984.
  9. º Joseph Marsh, The Age to Come, hoofdstuk William Miller’s theory. (p. 12-18); citaat: „We resent this theory.”
  10. º Vergelijk Schaff (zie literatuur), die echter aangeeft dat The Restitution sinds 1951 werd uitgegeven in Plymouth, Ind.