Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Idealisme (Plato)

Uit Wikisage
Versie door SjorsXY (overleg | bijdragen) op 7 nov 2010 om 19:59 (Idealisme (Plato) is een begrip met meerdere, aan elkaar soms zelfs tegenstrijdige betekenissen. ([http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Idealisme&oldid=23017992]))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zie ook : idealisme (doorverwijzing), voor andere betekenissen van "idealisme".

Idealisme is een begrip met meerdere, aan elkaar soms zelfs tegenstrijdige betekenissen. Het wordt door de een gebruikt als nauwkeurig afgebakende beschrijvende term in (bijvoorbeeld) de filosofie, terwijl het elders slechts als polemische term gebruikt wordt.

In de filosofie is het terug te voeren tot op Plato die de algemene begrippen (ideeën) als belangrijker en van een hogere orde beschouwt dan de bijzondere of particuliere dingen. Als men de vraag stelt: "Wat is het zijn?", dan is Plato's antwoord (het benadrukken van de werkelijkheid van universalia) kenmerkend voor het idealisme; het andere mogelijke antwoord (het benadrukken van de werkelijkheid van de dingen zelf) is het realisme. Of, om het met andere woorden te zeggen, Plato beschouwt de ideeën of begrippen als realistisch, zijn idealisme is dus in feite een begripsrealisme. Onder die naam staat het dan ook bekend.

In de Angelsaksische filosofie wordt de term voornamelijk gebruikt voor het denken van George Berkeley, die de werkelijkheid tot "ideas", bewustzijnsinhouden, herleidt (die bij hem een in wezen spirituele of zelfs goddelijke oorsprong hebben).

In het (kritisch en transcendentaal) idealisme van Kant betekent het dat aan het verstand (bewustzijn) een ordenende en regulatieve functie wordt toegekend bij het verwerken van ervaringen. Hij gaat uit van "dingen" die buiten ons bestaan en de zintuigen kunnen prikkelen maar waarover -als ding- niets gezegd kan worden. (Voorbeeld: materie bestaat, maar dat het uit quarks en/of strings etc. zou bestaan is iets dat louter en alleen aan de kennende en creatieve activiteit van ons bewustzijn toegeschreven moet worden). Kant verwerpt dan ook met klem het "esse est percipi" (zijn/bestaan is waargenomen worden) van Berkeley. Kants idealisme betreft niet het bestaan van dingen maar betreft de (on)mogelijkheid om dingen weer te geven in ons bewustzijn zoals ze zelf zijn. In deze zin is idealisme tegengesteld aan het filosofisch realisme en is het niet tegengesteld aan het filosofisch materialisme.

In de filosofie van Hegel is het idealisme weer absoluut : het brengt het zijn terug tot de idee terwijl de ontwikkeling daarvan de verschillende vormen van waarneembare werkelijkheid veroorzaakt. Het "zijn" is tevens een "niet-zijn" (want het ontwikkelt zich en is in wording) en bovendien is het absoluut want daarbuiten bestaat er niets. Hegel zegt: "De idee als totaliteit is de natuur". Een extreme vorm van idealisme is het solipsisme, dat stelt, dat de ganse realiteit voortvloeit uit het eigen 'ik' zelf .

In de filosofie wordt verder nog een onderscheid gemaakt tussen het zgn. objectief en het subjectief idealisme. Het verschil tussen deze twee (sub)richtingen is het makkelijkst te duiden aan de hand van de filosofie van Berkeley. De man neemt voor een deel het idealisme van Descartes over en het is subjectief omdat de hele werkelijkheid teruggebracht wordt tot de idee die hij (als subject) er zich van vormt. Maar de man is ook religieus, hij erkent dus wel degelijk een buiten hem staande entiteit (het opperwezen zelf). In die zin dat deze absolute en universele geest (die dan niet meer van persoon tot persoon hoeft te verschillen) de ideeën bij de individuen tot stand brengt, wordt gesproken van een objectief idealisme. Onnodig te zeggen dat dit onderscheid op veel idealisten überhaupt niet van toepassing is (bij voorbeeld Kant, want die erkent zonder voorbehoud een buiten hem staande werkelijkheid) maar in het licht van het bovenstaande moet iemand als Hegel als objectief idealist geduid worden.

In tegenstelling tot zowel de klassieke als de moderne westerse filosofie waar idealisme tegengesteld is aan realisme, stelt het Marxisme dat tegenover het idealisme het materialisme geplaatst zou moeten worden. Aan deze opvatting is vooral vorm gegeven door Lenin in zijn Materialisme en empiriocriticisme (1909), dat als zijn belangrijkste kentheoretische bijdrage aan het marxisme beschouwd wordt.