Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Frank Philippi

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 22 dec 2015 om 11:35 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Frank_Philippi&oldid=41266781 -1- 2a02:1811:9887:ca00:1194:94df:14a4:7adb 11 mei 2014)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Frank Philippi (Schelle 1921 - Oostende 2010) was een Belgische fotograaf met nationale en zelfs internationale allure, die zijn loopbaan aanvatte met de hulp van de Antwerpse vakfotograaf Robert 'bob' Reusens in de vroege jaren 1940. Na verplichte tewerkstelling in Duitsland opende Philippi in 1945 een fotostudio aan de Kioskplaats in Hoboken-Antwerpen waar hij zich met overgave toelegde op vrijwel alle genres: portret, naakt, reportage, industrie, mode en publiciteit. Zijn uitgepuurde stijl, gekenmerkt door technische en esthetische kwaliteiten, werd al snel opgemerkt door medewerkers van de firma Gevaert-Photoproducten uit Mortsel-Oude God voor wie hij commerciële opdrachten met creatieve inbreng vervulde. Voor dit wereldbedrijf testte hij de nieuwste producten op een manier die het midden houdt tussen werk in opdracht en auteursfotografie. Het betrof straat- en societyfotografie in het Antwerpse die qua stijl en benadering aansloot bij het werk van voorbeelden zoals Brassai, Robert Doisneau en Willy Ronis. De resultaten daarvan werden gebruikt in allerlei reclames en het door Gevaert uitgegeven internationale tijdschrift Fotorama (1951-1958), waarin zowel gevestigde waarden als jonge talenten in woord en beeld aan bod kwamen.

Philippi koesterde, net als zijn generatie- en stadsgenoot Filip Tas (1918-1997), artistieke ambities. Ondanks een opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen bleek het kunstenaarschap niet voor hem weggelegd. Na kort werkzaam te zijn geweest als schilder-decorateur koos Philippi voor het beroep van fotograaf, een bezigheid waarbij tegelijk creatief en commercieel kon worden gewerkt. Een compromis. Dankzij zijn flamboyante voorkomen en neus voor economische en sociale ontwikkelingen maakte hij snel naam in het Antwerpse waar hij bekendheid verwierf omwille van zijn uitmuntende studioportretten en reportages. Die activiteiten werden al snel uitgebreid met modefotografie in dienst van de ontluikende confectie-industrie.

Het verlangen om aansluiting te vinden in kunstenaarsmilieus werd in 1958 realiteit toen zowel Tas als Philippi betrokken werden bij de oprichten van G 58, een Antwerps kunstenaarscollectief, dat door toedoen van burgemeester Lode Craeybeckx onderdak kreeg in het historische pakhuis Hessenhuis, waar het tot en met 1962 tal van tentoonstellingen met moderne kunst realiseerde die de Scheldestad opnieuw op het voorplan van de moderne kunst in België en zelfs Europa wist te brengen. In 1955 had Philippi samen met zijn broer August 'Gust', die zijn partner zou worden, al meegewerkt aan de Belgische film Meeuwen sterven in de haven. In G 58 werd fotografie andermaal erkend als kunst en zowel Philippi als Tas realiseerden er in respectievelijk 1959 en 1962 een fototentoonstelling. In die jaren bedreef Philippi niet de 'subjektive' fotografie naar Duits voorbeeld, maar eerder een vorm van poëtische reportagefotografie. Tas werkte dit heel persoonlijk uit in een variant die het midden houdt tussen de principes van Steinert en de klassieke reportagefotografie. Het betreft in beide gevallen een genre dat niet kan gerekend worden tot de persfotografie met naakte feiten, noch de louter vervreemdende existentiële fotografie. Daarnaast vond Philippi ook aansluiting bij de activiteiten rond de kring Celbeton in Dendermonde. Zijn innige vriendschap met kunstschilder Jef Verheyen bracht hem in 1959 ook in Milaan, waar hij verbroederde met kunstenaars zoals Lucio Fontana, Piero Manzoni en Gianni Dova. De contacten met eigentijdse kunstenaars resulteerden in opmerkelijke reeksen en sessies die nu onvervangbare getuigen vormen van de kunstenaarsmilieus uit de jaren 1950. Vooral de getuigenis van het optreden van Yves Klein tijdens Vision in motion / Motion in vision in het Hessenhuis van 1959 is van onschatbare waarde gebleken.

Nadat het doek gevallen was over G 58 ging Philippi zich vrijwel uitsluitend toeleggen op lucratieve reclame- en modefotografie in Brussel in dienst van talloze reclamebureaus en ketens; die intussen naar Amerikaans voorbeeld waren gemodelleerd. Het artistieke aspect van de fotografie werd echter niet verlaten; noch in de commerciële opdrachten of het vrije werk. Philippi ging zich toeleggen op het fotograferen van eieren, in de meest surrealistische constellaties, waarin hij een symbool van het leven zag en waarmee hij in de jaren 1960 en 1970 veel bijval kreeg. Zijn foto's, die zich nu begeven tussen kunst en kitsch, werden tentoongesteld in culturele centra, galerieën en musea in binnen en buitenland. In die jaren legde Philippi zich ook toe op abstraherende studies van naakten, groenten, fruit en materie waarmee hij wellicht onbewust de basis legde voor een genre waarmee vooral foodfotograaf Tony Leduc furore heeft gemaakt. Laatstgenoemde was notabene een leerling van Philippi en erkent in hem nog steeds een groot voorbeeld en bovenal mens.

In 1987 kreeg Philippi een medaille van het ministerie voor Nederlandse Cultuur voor zijn gehele artistieke oeuvre. Daarvoor had hij ook invloed uitgeoefend als lesgever aan het St.-Lukasinstituut in Brussel. Zijn archief uit de jaren 1948-1970 bevindt zich sedert de jaren 1980 in het FotoMuseum Antwerpen. In 2011 werd hulde betuigd aan deze onterecht vergeten fotograaf met een omvangrijke tentoonstelling van zijn werk uit die jaren. Zijn werk bevat niet alleen een beeld van de praktijk en de evolutie van de beroepsfotografie in de naoorlogse periode en aspecten van het leven in de naoorlogse geschiedenis, maar werpt ook een licht op de sociabiliteit in de Belgische en Italiaanse kunstenaarsmilieus van de late jaren 1950 en 1960.

Bronnen:

BOSTYN BRECHT, De Gouden jaren van Frank Philippi, Antwerpen: FotoMuseum Provincie Antwerpen 2011, 128 p. BOSTYN BRECHT, De Wereld van Filip Tas, in: Extra 05, zomer 2010, FotoMuseum Provincie Antwerpen