Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Paul Bakker
Paul Bakker | ||
Persoonlijke gegevens | ||
Volledige naam | Paulus Johannes Jacobus Maria Bakker | |
Geboortedatum | 23 februari 1966 | |
Geboorteplaats | Den Haag | |
Nationaliteit | Nederland | |
Werkzaamheden | ||
Vakgebied | Filosofie van de middeleeuwen en de renaissance | |
Universiteit | Radboud Universiteit Nijmegen | |
Proefschrift | La raison et le miracle: les doctrines eucharistiques (1999) | |
Promotor | H.A.G. Braakhuis, Z. Kaluza en M.J.F.M. Hoenen | |
Beroep | Hoogleraar |
Paul Bakker (Den Haag, 23 februari 1966) is een Nederlands hoogleraar filosofie van de middeleeuwen en de renaissance aan de Radboud Universiteit Nijmegen.[1]
Onderzoek
Bakker heeft zich in zijn onderzoek voornamelijk bezig gehouden met commentaren op Aristoteles' De anima en de institutionele contexten waarin deze commentaren zijn ontstaan. Zo heeft hij een kritische editie van een invloedrijk middeleeuws commentaar op Aristoteles geredigeerd.[2] Verder hebben zijn publicaties betrekking op onder andere 'de relatie tussen lichaam, ziel en geest, theorieën over de vermogens van de ziel, en opvattingen over zintuiglijke waarneming'.[1]
Campusverbod
In 2020 maakte de Radboud Universiteit bekend dat Bakker het onderwerp van een onderzoek naar 'sociale veiligheid en omgangsvormen' zou worden.[3][4] De uitslag van dit facultaire onderzoek, dat op 16 september 2020 naar buiten kwam, was dat hij zich schuldig had gemaakt aan 'ongepast handelen'.[5][6] Als gevolg van de uitslag van het onderzoek besloot het college van bestuur hem voor één semester een campusverbod op te leggen. Later werd dit met anderhalf jaar verlengd.[7][8]Als gevolg van de uitslag van het onderzoek besloot het college van bestuur hem voor één semester een campusverbod op te leggen.