Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hendrik Brinkgreve (1827-1870)

Uit Wikisage
Versie door Lidewij (overleg | bijdragen) op 18 sep 2014 om 15:27 (Leeswaarschuwing-19de eeuw)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Leeswaarschuwing   Onderstaande tekst is gebaseerd op bronnen uit de 19de eeuw. (Publieke domein)
De tekst geeft hierdoor de zienswijzen van die tijd weer.


Bestand:Brinkgreve,-H..jpg
Hendrik Brinkgreve

Hendrik Brinkgreve (Deventer, 1827 - Zaltbommel, 20 januari 1870) was een Nederlands kapitein der infanterie van het Indische leger en ridder in de Militaire Willems-Orde.

Loopbaan

Brinkgreve werd op 30 april 1852 vanuit de rang van sergeant-majoor bij het regiment grenadiers en jagers benoemd tot tweede luitenant bij de infanterie van het leger in Oost-Indië. Hij vertrok op 28 augustus 1852 met een detachement suppletietroepen, onder begeleiding van eerste luitenant G. Fretzen, en met als medebegeleiders de tweede luitenants der infanterie Brinkgreve, Meijer en tweede luitenant der artillerie A. Heijligers, met het fregatschip Delft naar Indië. Brinkgreve werd op 3 december 1855 benoemd tot adjudant bij het derde bataljon infanterie; hij was tot dan werkzaam bij het garnizoensbataljon in de derde militaire afdeling, en werd op 1 september 1856 bevorderd tot eerste luitenant en nam vanaf 1860 deel aan de expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo.

Expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo

In februari 1860 was door een bende een versterking aangelegd in het Mangoeroehbos, een paar uren ten oosten van Rantau. De controleur van Margasarie, die nu met 30 bajonetten tijdelijk te Rantau geplaatst was, rukte de 10de februari met 25 man onder Van Puffelen daar heen, en verbrandde de benting, die op zijn beurt ontruimd werd. Acht dagen later (17 februari) tastte de vijand Rantau aan, maar werd door de geringe bezetting afgeslagen en verjaagd. De volgende dag kwam daar juist een colonne aan onder Brinkgreve, die van Amawang naar Bandjer terugkeerde; hiervan werd gebruik gemaakt om, in vereniging met Van Puffelen, de vijand op te zoeken. Nabij Nior trachtte men hem van twee zijden te naderen; volgens gewoonte stoof hij, ditmaal met achterlating van een dode en twee gewonden, uiteen en verdween spoorloos. – Op de tijding dat enige muitelingen zich te Antahan ophielden, rukte Cavaljé (22 februari) met 46 bajonetten uit, maar zag op de plaats komend, de vijand verdwijnen. De 6de februari ontving men onverwachts de tijding dat demang Lehman met een grote macht kampong Hankinang, gelegen tussen Pantey Hambawang en Kendangan had aangevallen. Opperbevelhebber Verspyck zond Brinkgreve met 50 man tot versterking van de bezetting van Kendangan, en liet ook in Allei maatregelen nemen om aanvallend te handelen.

Kapitein Vos, die het eerst op de plaats kwam, vond het bericht overdreven; de inval had zich bepaald tot een bende van 50 muitelingen onder een zekere Tamboeman, die de voorhanden zijnde rijst uit de kampong had geroofd en daarop in het Mandella-gebergte was teruggekeerd, maar de bevolking dermate met schrik had vervuld, dat verschillende kampongs verlaten waren. Toen Brinkgreve te Kendangan aangekomen was, werd het terrein tussen Pantey Hambawang en het Mandella-gebergte stelselmatig doorzocht, maar de vijand nergens gevonden. Enige spionnen vielen de Nederlandse troepen in handen; bij die gelegenheid was de bevolking behulpzaam. De verlaten kampongs werden weer bewoond, en uitgezonderd enige sluipmoorden en roverijen van rondzwervende muitelingen, werd de rust niet meer verstoord. Brinkgreve werd op 29 augustus 1861 bevorderd tot kapitein en op 21 oktober van dat jaar benoemd tot controleur der tweede klasse te Ambawang (afdeling Amoenthay). Hij werd bij Koninklijk Besluit van 7 maart 1863 nummer 68 benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde voor zijn verrichtingen te Borneo in 1860 en 1861 en op 8 april van dat jaar overgeplaatst bij het zeventiende bataljon. Hij verkreeg op 6 mei 1868 een tweejarig verlof naar Nederland en gedurende dit verlof overleed hij te Zaltbommel in januari 1870.

Portaal KNIL

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • 1865. W.A. van Rees. De Bandjermasinsche Krijg van 1859-1863. Twee delen. D.A. Thieme. Arnhem
  • 1940. G.C.E. Köffler. De Militaire Willemsorde 1815-1940. Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.
rel=nofollow