Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Slaap (rust)
Slaap is de periode van inactiviteit, waarbij het lichaam tot rust komt, en het bewustzijn uitgeschakeld is. De behoefte om te slapen wordt, bij mensen en dieren, geregeld door het hormoon melatonine. Onbewust kunnen, tijdens de slaap, wel dingen worden ervaren, middels dromen.
Slaapfases
De slaap valt onder te verdelen in verschillende slaapfases, waarvan de remslaap (Rapid Eye Movement) de bekendste is. De indeling van de verschillende slaapfases wordt gemaakt op basis van het elektro-encefalogram (EEG) en het elektro-oculogram (EOG). Het EEG geeft de activiteit van de hersenen in een grafiek weer waarbij grote, langzame, uitslagen er op duiden dat grote groepen hersencellen tegelijkertijd vuren (gesynchroniseerde activiteit). Korte en kleine uitslagen op het EEG duiden daarentegen op niet-synchrone hersenactiviteit. In het algemeen laat het EEG een meer synchrone hersenactiviteit zien wanneer men in rust is en meer gedesynchroniseerde activiteit wanneer men zich inspant of concentreert. Het EOG geeft de activiteit van de oogspieren weer, waarbij zichtbaar is hoe vaak de ogen bewogen worden en in welke richting.
Het globaalste onderscheid dat gemaakt wordt tussen de verschillende slaapfases is de remslaap en de non-remslaap. In de non-remslaap laat het EEG langzame golfbewegingen zien met frequenties van 4-13 Hz en maken de ogen langzaam rollende bewegingen. Incidenteel kunnen korte afwijkingen op het EEG optreden tijdens deze slaapfase, zoals plotselinge, hoogfrequente uitslagen, de zogenaamde slaapspoelen, alsmede een enkele grote uitslag die K-complexen genoemd worden. Tijdens de remslaap laat het EOG veel bewegingsactiviteit van de ogen zien en wordt op het EEG een zeer gedesynchroniseerde hersenactiviteit waargenomen, hetgeen verrassend genoeg overeenkomt met het soort EEG-activiteit van wakkere, alerte of geconcentreerde personen. Hierom wordt deze slaapfase ook wel paradoxale slaap genoemd. Slaapfase 1 en 2 worden ook wel de lichte slaap genoemdt, en slaapfase 3 en 4 de diepe slaap.
Bestand:Slaapcyclus gemiddelde volwassenen.jpg
Binnen de non-remslaap worden weer vier verschillende slaapfasen onderscheiden aan de hand van de frequenties van de uitslagen op het EEG, waarbij fase 1 non-remslaap met de hoogst frequente en fase 4 non-remslaap de laagst frequente EEG-golven gepaard gaat. Fase drie en vier van de non-remslaap worden gezamenlijk ook wel de slowwavesleep of diepe slaap genoemd. Mensen die tijdens de non-remslaap gewekt worden, merken in de meeste gevallen niet, of lichtjes te hebben gedroomd, terwijl mensen die tijdens de remslaap gewekt worden vrijwel altijd aangeven te hebben gedroomd.
= Theorieën over het nut van slapen
Er bestaan verschillende theorieën over waarom slaap bestaat. Hieronder staan enkele meer waarschijnlijke beschreven:
Slapen is een manier om de hersenen te herstellen. Tijdens het grootste deel van de slaap (tijdens de periodes van niet-remslaap) werken de neuronen (hersencellen) in mindere mate, waardoor ze de kans krijgen te herstellen van de schade die is aangericht door vrije radicalen. Dit wordt verondersteld omdat grotere dieren een lager metabolisme hebben dan kleine dieren en dus minder vrije radicalen, daardoor hoeven ze minder te herstellen en dus minder te slapen. Een mens slaapt gemiddeld zeven tot negen uur per etmaal.
Slapen is een manier om leren beter te laten verlopen. Er zijn aanwijzingen dat er een samenhang bestaat tussen verschillende soorten leren en slaap. Zo blijken proefpersonen die een bepaalde taak leren, het geleerde gedrag veel beter uit te voeren wanneer zij in de periode tussen het leren en de test geslapen hebben dan wanneer zij wakker bleven [1] [2] [3] Daarnaast zijn er bewijzen dat specifieke activiteit van de hersenen die tijdens het leren plaats heeft, gedurende de slaap herhaald wordt [4] [5]. Ook zijn er aanwijzingen dat verschillende componenten van het EEG, zoals de slaapspoelen samenhangen met de hoeveelheid leren die plaats gehad heeft voorafgaand aan de slaap, bij zowel mens als dier [6] [7] [8]. Het idee dat leren en slaap met elkaar verband houden is tevens consistent met het gegeven dat jonge kinderen die veel moeten leren een groter deel van de dag slapen dan ouderen voor wie leren een veel minder belangrijke rol speelt. Ondanks deze aanwijzingen is de theorie dat de slaap het leren bevordert allerminst onomstreden. Een van de belangrijkste problemen bij de interpretatie van dit soort onderzoek is de mogelijke invloed van stress op de onderzoeksresultaten. In veel studies wordt slaapdeprivatie toegepast, hetgeen stressvol kan zijn. De verbeterde leerresultaten in de experimentele groep die niet aan slaapdeprivatie onderhevig geweest is, kan dan dus wellicht ook toegeschreven worden aan een verschil in stress. Ook is het mogelijk dat een experimentele groep die wakker is voorafgaand aan een leertaak meer last heeft van interferende informatie dan de groep die geslapen heeft. Verder zijn veel van de fysiologische onderzoeken naar de relatie tussen leren en slaap, gebaseerd op experimentele studies die met dieren zijn uitgevoerd. Het is maar de vraag of resultaten uit dergelijk onderzoek zich laat generaliseren naar de menselijke populatie. Er is met name veel kritiek geuit op de hypothese dat de slaap leren bevordert door Vertes en Eastman [9].
Slaap is een manier om het lichaam te beschermen. Omdat sommige soorten niet aangepast zijn aan het leven in de nacht, zou het beter zijn om een veilige plaats op te zoeken om daar zo min mogelijk energie te verspillen.
Slapen kan iets over ons lichaam vertellen. Sommige wetenschappers geloven dat de hersenen van de mens, door middel van slapen, het lichaam 'scannen' naar problemen zoals ziekten. Dit is mogelijk, omdat het lichaam zich dan in een rustfase bevindt en zich dus niet druk hoeft te maken om zijn omgeving. Het is nog niet direct bewezen, maar er zijn voorbeelden die erop wijzen dat dit kan. Tijdens zo'n scan zou het lichaam er bijvoorbeeld achter kunnen komen dat er iets mis is met de maag. De persoon krijgt hierop een droom die hiermee verband houdt, er zouden bijvoorbeeld een paar wolven de maag proberen op te eten. Enkele weken later werd hem verteld dat hij aan maagkanker lijdt.
Slaap en leeftijd
De hoeveelheid slaap die je nodig hebt hangt niet alleen van je persoonlijke behoefte af maar wordt ook beïnvloed door je leeftijd. Baby’s slapen ongeveer 16 tot 18 uur. Dat neemt dan geleidelijk af tot je in de twintig bent. Tijdens de puberteit is er overigens een tijdelijke toename van de slaapbehoefte. Deze wordt door pubers meestal genegeerd. Op oudere leeftijd neemt de duur van de nachtslaap vaak af maar als je de dutjes overdag meerekent is er nauwelijks verschil in de totale hoeveelheid slaap, opgeteld over de 24 uur. Er zijn nog meer verschillen. Hoe diep je slaapt is ook afhankelijk van leeftijd. Kinderen slapen dieper dan volwassenen. Vooral in het begin van de nacht. Ouderen slapen minder diep. Vanaf ongeveer je veertigste wordt de diepe slaapfase geleidelijk steeds korter. Bij ouderen is die er vaak nauwelijks meer. Bovendien liggen zij ’s nachts vaker en langer wakker en hebben ze minder remslaap. In de grafiek hieronder zie je het maximaal benodigd aantal uren slaap. Het is dus overbodig meer dan deze tijden te slapen en het zal geen verdere effecten hebben op lichaam en geest.
Leeftijd in jaren |
maximaal benodigd aantal uren slaap | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
baby | 16 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2-4 | 13 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5-9 | 11 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10-12 | 10 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13-24 | 9 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25-49 | 7,5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
>50 | 6 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| | | | | | | | | | | | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20.00 | 24.00 | 4.00 | 8.00 | 12.00 | 16.00 | uur |
Slaapdeprivatie
Over het algemeen wordt aangenomen dat slaapdeprivatie slecht is. Bij onderzoek met ratten, waarin ze zo lang mogelijk wakker gehouden werden, stierven deze uiteindelijk. Maar het is niet bekend of de dood werd veroorzaakt door het gebrek aan slaap of door andere oorzaken (bijvoorbeeld door stress van het wakker houden).
Toch is het niet verstandig om lange tijd niet te slapen. Het verstoort namelijk het lichamelijk functioneren (bijvoorbeeld het reactievermogen) en kan daardoor tot gevaarlijke omstandigheden leiden.
Door sommige wetenschappers wordt beweerd dat de slaaptoestand van de mens en andere levende wezens de 'natuurlijke toestand' is waarin het wezen hoort te zijn. De 'waaktoestand' wordt beschouwd als een periode waarin het lichaam op zoek dient te gaan naar voedsel en een partner, teneinde zichzelf en de soort te laten voortbestaan. Deze theorie is omstreden en redelijk obscuur, maar is wel te verklaren als men kijkt naar de activiteit van de processen in het lichaam. De lange winterslaap die sommige warm- en koudbloedige dieren erop nahouden kan hier een uitleg van zijn. Er zijn zelfs kikkers die zich volledig laten bevriezen gedurende de winter en gedurende deze lange periode niet actief zijn. Tegen de lente ontdooien ze en pakken hun leven weer op. De verklaring hiervoor kan liggen in het feit dat het lichaam meer slaap dan 'waak' nodig heeft.
Uit bed vallen
Tijdens de slaap wisselen we minstens acht keer van lichaamshouding. Een onrustige slaper doet dit zelfs gemiddeld zo'n dertig keer per nacht. Een volwassene weet uit ervaring in zijn slaap rekening te houden met de beperkingen van zijn eigen bed. Als we tijdens de slaap eerst de ene kant op draaien, weten we onbewust dat we de volgende keer de andere kant op moeten draaien. Een jong kind mist deze ervaring. Kinderen tot vijf jaar draaien daarom soms twee keer achter elkaar dezelfde kant op en vallen dus eerder uit bed. Volwassenen slapen in het algemeen ook rustiger dan kinderen.
Slapen en dagnachtritme
De nucleus suprachiasmaticus, gelegen boven het chiasma opticum, reguleert slaap door middel van lichtinval. Bij normale lichtintensiteit wordt er via deze hersenkern minder melatonine afgegeven en wordt slaap geremd. Vandaar dat ons slaap-waakritme gepaard gaat met een dag-nachtritme. Als deze externe stimulus wegvalt wordt het normale slaappatroon ontregeld.
Zie ook
Referenties
- º Stickgold,R., Whidbee, D., Schirmer, B., Patel, V., Hobson, J., A. (2000) Visual discrimination task improvement: A multi-step process occurring during sleep. Journal-of-Cognitive-Neuroscience.12(2): 246-254.
- º Walker, M., P., Brakefield, T. & Seidman, J. (2003) Sleep and the Time Course of Motor Skill Learning. Learning-and-Memory. 10(4): 275-284.
- º Walker, M., P. & Stickgold R. (2005) Sleep, Memory, and Plasticity. Annual Review of Psychology. 57: 139-66.
- º William, M, A. & McNaughton, B., L. (1994). Reactivation of Hippocampal Ensemble Memories During Sleep. Science 256: 676-679.
- º Nadasdy, z., Hirase, H., Czurko, A., Csicsvari, J., Buzsaki, G. (1999) Replay and Time Compression of Recurring Spike Sequences in the Hippocampus. The Journal of Neuroscience. 19(21): 9497–9507.
- º Mandai, O., Guerrien, A., Sockeel, P., Dujardin, K., Leconte, P. (1989) REM Sleep Modifications Following a Morse Code Learning Session in Humans. Physiological Behavior. 46(4): 639-42.
- º Gutwein, B., M. & Fishbein, W. (1980a) Paradoxical Sleep and Memory (I): Selective Alterations Following Enriched and Impoverished Environmental Rearing. Brain Research Bulletin 5: 9-12.
- º Gais, S., Mölle, M., Helms, K. & Born, J. (2002) Learning-Dependent Increases in Sleep Spindle Density. Journal of Neuroscience 22: 6830-6834.
- º Vertes, R. P. & Eastman, K. E. (2000). The Case Against Memory Consolidation in REM Sleep. Behavioral Brain Sciences. 23(6): 867-876.