Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Kritiek op het libertarisme

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 12 okt 2016 om 22:11 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kritiek_op_het_libertarisme&diff=cur&oldid=2357321 Migdejong 10 nov 2005)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van kritiek op het libertarisme. Het libertarisme is een politiek-filosofische stroming, waar door velen uitgebreid kritiek op is geuit.

Monopolievorming

Kritiek: De vrije markt leidt tot schadelijke monopolies. Ook de Founding Fathers van de Amerikaanse Republiek vonden dat de staat een taak had bij het voorkomen van nadelige effecten van de vrije markt. De Amerikaanse grondwet is daarom niet puur libertarisch, hoezeer hij maar een beperkte rol voor de staat weglegt. Aan het einde van de 19e eeuw leidde de niet-inmenging van de staat ook in de VS tot kartel en monopolie-vorming. Als reactie daarop werden anti-trust wetten aangenomen en die hebben de macht van de rijke 'industriebaronnen' gebroken. In de slotjaren van het tweede millennium is de discussie rond de rol van de staat jegens handelsmonopolies weer opgelaaid, met name rond de monopoliepositie van het machtige softwarebedrijf Microsoft van Bill Gates. Daaruit blijkt dat ook nu nog de staat een nuttige taak heeft in het beteugelen van monopolies.

Verweer libertariërs: Dat de Founding Fathers de vrije markt wilden beteugelen klopt grotendeels niet. De grondwet laat alleen enige ruimte voor regulering van het economische verkeer tussen de staten onderling. Het verweer van libertariërs tegen het risico van monopolievorming is dat de meeste monopolies alleen stand kunnen houden dankzij de overheid, bijvoorbeeld door subsididies aan 'eigen' nationale bedrijven, tariefmuren voor (goedkopere) buitenlandse producten en diensten, patentrechten die door overheden afgedwongen worden (hoewel sommige libertariërs wel voor patenten zijn), en ook hoge belastingen en regulering die voor nieuwkomers meer (financiële) problemen opleveren dan voor grote, draagkrachtige en 'gearriveerde' bedrijven. Monopolie zou in dat geval niet een probleem van de markt zijn, maar juist een probleem van teveel staatsbemoeienis en daardoor te weinig marktwerking. Daarnaast wijzen libertariërs erop dat de staat zelf bepaalde monopolies instelt, zoals op het gebied van wegen, luchthavens, waterleiding en politie. Bovendien worden deze monopolies met de hard hand van de wet beschermd: het is verboden om concurrerende dienstverlening aan te bieden op dit soort terreinen. En concurrentie op vele andere gebieden, zoals onderwijs en gezondheidszorg, wordt maar ten dele toegestaan. Het is aan de andere kant niet verboden om met (zogenaamde) marktmonopolies als Microsoft de concurrentie aan te gaan. In 2004 blijkt dat ook het 'monopolie' van Microsoft vanzelf, los van de tegen het bedrijf genomen anti-monopoliemaatregelen, tekenen van erosie begint te tonen. Dit laat zien dat een 'marktmonopolie' (een bedrijf dat een groot marktaandeel heeft dankzij het voeren van een succesvolle concurrentiestrijd, en niet dankzij speciale van de staat gekregen privileges) alleen kan blijven bestaan zolang ze in de ogen van de consumenten een hoge kwaliteit levert tegen een redelijke prijs. Als de concurrentie verbetert, stort het monopolie vanzelf ineen. Volgens libertariërs beperken anti-kartelwetten juist de concurrentie in plaats van de concurrentie te stimuleren. Zij stellen dat het juist een wenselijk resultaat is dat het beste bedrijf een groot marktaandeel krijgt, en dat de beste de 'concurrentiestrijd' wint is juist de bedoeling van het concurrentieproces. In het geval van Microsoft waren het vooral de minder succesvolle concurrenten die om maatregelen tegen Microsoft vroegen, juist omdat zij beschermd wilden worden tegen de concurrentie door Microsoft; ze wilden dus juist het concurrentieproces verzwakken in plaats van versterken. Libertariërs zijn dan ook voor het afschaffen van de NMA (Nederlandse Mededingingsautoriteit).

Verval na de gouden eeuw

Kritiek: Het verval na de Nederlandse Gouden Eeuw tijdens de 18e eeuw, werd niet alleen veroorzaakt door de groeiende verstikkende macht van de rijke elite, maar was ook een resultaat van de vrije markt. De nog steeds aanzienlijke winsten werden namelijk steeds meer in prestigeobjecten zoals grote landhuizen gestoken of belegd in veilige en gevestigde ondernemingen, vaak ook nog in het buitenland en met name Groot-Brittannië, en niet meer teruggesluisd als nieuwe (risico) investeringen in handel en innovatie in eigen land.

Verweer libertariërs: In een werkelijk vrije markt kunnen slimme ondernemers altijd winst blijven maken door zo goed mogelijk op de wensen van consumenten in te spelen. Dat doen ze door te investeren in handel en innovatie. Handel en innovatie worden juist belemmerd als succesvolle bedrijven met wetten tegen nieuwe concurrenten beschermd worden. Alleen dan hoef je niet te blijven investeren en innoveren om concurrend en winstgevend te blijven. Hoe minder de staat ingrijpt in de economie, hoe meer prikkel bedrijven hebben om te investeren en innoveren.

De wereld is van oorsprong al libertarisch

Kritiek: Een ander punt dat tegen het libertarisme kan worden ingebracht is dat de 'natuurstaat' van de mensheid al libertarisch is. In de natuurstaat waren er geen wetten, dus iedereen had volledige vrijheid. Uiteindelijk heeft de mensheid ervoor gekozen de samenleving in te richten zoals het nu is. Zoiets zal zich waarschijnlijk herhalen wanneer de wereld libertarisch wordt. Mensen zullen zich ofwel verenigen en overheden stichtten, ofwel zal het recht van de sterkste zegenvieren en de sterkste zal de autoriteit worden die libertariërs zo verafschuwen.

Verweer libertariërs: Vele libertariërs menen dat rechten en moraliteit iets universeels zijn. Ze beroepen zich dan ook bijvoorbeeld op het natuurrecht, dat onafhankelijk staat van elke geschreven wet, en slecht 'ontdekt' hoeft te worden. Ook vrijheid valt hieronder. Er is echter geen reden om aan te nemen dat juist een centraal gezag dit moet handhaven. Mensen kunnen best vrijwillig een keuze maken om zich door een particuliere organisatie te laten verdedigen tegen inbreuk op persoonlijk en materieel eigendom.

Eigendom is niet mogelijk in een libertarische samenleving

Kritiek: Tegenstanders van het libertarisme, vooral die uit linkse hoek, beargumenteren dat eigendom in een libertarische samenleving niet mogelijk is, terwijl onschendbaarheid van eigendom een belangrijk libertarisch beginsel is. Eigendom, zo zeggen tegenstanders, is alleen eigendom omdat er een overheid is die erkend dat het eigendom is. In de huidige samenleving kan je dus niet zeggen 'alles is van mij', omdat geen enkele overheid dat kan erkennen. In een libertarische samenleving kan iedereen in feite zeggen dat alles van hem is, want er is geen overheid (of een andere onafhankelijke autoriteit) die kan zeggen wat van wie is.

Verweer libertariërs: Wederom wordt het bezit hebben van een recht verward met de 'handhaving' van dit recht. In vele gevallen is het makkelijk om objectief vast te stellen welk eigendom bij welk individueel behoort. Er is echter geen reden om aan te nemen dat individuelen niet op vrijwillige basis in overeenstemming kunnen komen tot wie dit eigendom behoort.

Onschendbaarheid van eigendom kan leiden tot immorele situaties

Kritiek: Wanneer er zeer grote inkomensverschillen zijn kan het voorkomen dat in een libertarische samenleving mensen omkomen van de honger, terwijl er wel voldoende geld is om iedereen de voeden. Bovendien zou bijvoorbeeld slavernij in een libertarische samenleving nooit afgeschaft zijn; het vrijlaten van slaven is immers een schending van het eigendom van de slavenhouder.

Verder is het volgens critici niet mogelijk om bijvoorbeeld onderwijs, rechtspraak en defensie in stand te houden zonder overheid.

Verweer libertariërs: Omkomen van de honger is nooit uit te sluiten, het leven op Aarde is namelijk geen utopie. Wat libertariërs wel menen is dat slechts kapitalistische productie armoede kan opheffen, aangezien de staat alleen maar kan distribueren en zelf niks produceert.

Liefdadigheid is geen liefdadigheid als je een staat hebt die geld van persoon A aan persoon B geeft. Verder is het vaak zo dat de belastingtarieven van de staat zo hoog zijn, dat dit geen ruimte meer geeft voor individuelen om vrijwillig, op een effectieve manier, een gunst te verlenen aan iemand die arm is.

Libertariërs zijn tegen elke vorm van slavernij, aangezien slaven mensen zijn, en dus vrijheid genieten. Slavernij is dus moreel verwerpelijk.

Privaat onderwijs bestaat al. Rechtspraak zonder overheid bestaat al (bijvoorbeeld binnen het Joodse gebruik van Halacha). En er is ook een groei te constateren van dienstverlenende bedrijven die 'mediators', bemiddelaars, aanbieden in geschillenkwesties tussen particulieren of bedrijven die voor de oplossing van hun geschil niet naar de rechter willen gaan. Zelfs defensie is mogelijk op de vrije markt, wat hoofdzakelijk een interactie wordt tussen verzekeringsmaatschappijen en beveiligingsorganisaties.

Libertarisme zal leiden tot ecologische ramp

Kritiek: Critici wijzen erop dat in het libertarisme niemand reden heeft om zich om het milieu te bekommeren. Omdat het economisch vrijwel altijd nadelig is om rekening met het milieu te houden zal niemand dit nog doen wanneer de overheid daartoe verplicht.

Verweer libertariërs: Juist met land dat in privaat bezit is wordt goed omgegaan, aangezien landeigenaren slechts zonder verontreiniging maximaal kunnen profiteren van hun land. Het probleem met milieuverontreining ligt juist met het feit dat het soms moeilijk is om vast te stellen wie de vervuiler is. Ook in een libertarische samenleving wordt hard tegen vervuilers opgetreden, aangezien verontreining inbreuk maakt op het persoonlijk of materieel eigendom. Als bijvoorbeeld een fabriek het woon- en leefgebied van particulieren vervuilt, dan kunnen deze zich verenigen in een collectief lichaam dat een gerechtelijke vervolging begint tegen de vervuiler. Hiervan zijn tegenwoordig al vele voorbeelden te noemen, en meestal met succes voor de aanklagers.

Libertariërs redeneren puur uit eigenbelang

Kritiek: Sommige tegenstanders van het libertarisme vallen de motieven van libertariërs aan. Ze wijzen erop dat het meestal welvarende mensen zijn, die alleen libertarisch zijn omdat zij dan hun rijkdom kunnen behouden.

Verweer libertariërs: Het valt te betwijfelen of libertariërs meestal welvarende mensen zijn. Libertariërs beweren dat het libertarisme zovel het lot van de armen als dat van de rijken zal verbeteren. Mede daarom ligt het voor de hand dat libertariërs in alle lagen van de bevolking te vinden zijn. Het libertarisme blijkt in veel gevallen een 'vrijbuiterspersoonlijkheid' aan te trekken die niet van de sleur van een vaste baan houden. Sommigen daarvan worden succesvol ondernemer, terwijl anderen rondkomen van een uitkering of een laag salaris verdiend met onregelmatig freelance-werk. Voor zover libertariërs wel welvarend zijn, is dit een ad hominem-argument, en kan dit dus als drogreden niet als serieus argument tegen het libertarisme worden gezien.

Libertarisme zal leiden tot dictatuur

Verweer libertariërs: Het zeer grote belang dat libertariers hechten aan aan eigendom en economische vrijheid komt kan in botsing komen met persoonlijke vrijheid. Het voorbeeld van slavernij is eerder al genoemd. Een ander voorbeeld is de repressie van vakbondsleiders onder Augusto Pinochet in Chili. Pinochet werd bijgestaan door economen die in ieder geval de economische kant van het libertarisme omhelsden. Men zou kunnen stellen dat onder Pinochet economische vrijheid en bescherming van eigendom zó belangrijk waren, dat mensen die daar tegenin gingen gevangen gezet of gedood werden, met als rechtvaardiging dat ze geweld initieerden tegen eigendom.

Verweer libertariërs: In theorie kan elke combinatie van politieke denkbeelden in de praktijk worden toegepast. Elementen van de sociaal-democratie kunnen evengoed samengaan met sterke repressie, zoals in het regime van Saddam Hoessein. Dat is echter geen geldig element tegen de sociaal-democratie in het bijzonder, evengoed als het feit dat in een land repressie kan samengaan met libertarische elementen een argument tegen het libertarisme is. Libertariërs steunen uiteraard het beleid van Pinochet niet, en bovendien was het Pinochet-regime niet libertarische en zag zichzelf ook niet zo.

Daarnaast is het vaak zo dat als mensen economisch vrij en welvarend zijn, een repressief regime niet lang stand houdt. Het Pinochet-regime werd ook op een gegeven moment vervangen door een democratisch regime. In landen met weinig economische vrijheid, zoals Cuba of de voormalige Sovjet-Unie, kan een repressief regime het doorgaans veel langer volhouden, wellicht omdat de bevolking het te druk heeft met het de dagelijkse strijd tegen de armoede om politiek actie te ondernemen.