Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Leonard Christiaan August Rombach

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 16 sep 2014 om 20:56 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Leonard_Christiaan_August_Rombach&oldid=39899987 25 dec 2013 Menke 13 okt 2011)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Ingevoerd73. Rombach, LCA; MWO; officier van gezondeheid derde klasse.jpg
Leonard Christiaan August Rombach

Dr. Leonard Christiaan August Rombach (1837 - Den Haag, 20 maart 1906) was een Nederlands kolonel van de geneeskundige dienst, ridder in de Militaire Willems-Orde en in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Loopbaan

Bestand:Rombach,-LCA.jpg
Leonard Christiaan August Rombach ten tijde van de expeditie in Borneo

Rombach volgde de Rijkskweekschool voor Militaire Geneeskundigen, werd bij Koninklijk Besluit van 2 augustus 1858 nummer 74 benoemd tot officier van gezondheid der derde klasse en aangesteld bij het personeel van de geneeskundige dienst in Indië. Hij vertrok in november van dat jaar daarheen met de Jannetje, samen met een detachement suppletietroepen van 125 man, begeleid door de officieren kapitein P.F.E.J. Saueressig en de tweede luitenants A.C.H. Winter en J. Kat. Hij werd op 14 juli 1859 geplaatst bij het groot militair hospitaal te Weltevreden en in september van datzelfde jaar overgeplaatst naar het groot militair hospitaal te Soerabaja. Rombach nam in 1860 en 1861 deel aan de expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo en verwierf bij Koninklijk Besluit van 18 februari 1861 nummer 82 de Militaire Willemsorde vierde klasse voor zijn verrichtingen aldaar.

Expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo

Een bedreiging van het samentrekken van 300 Dajaks onder pangeran Yoeda Mas Kasoema (vroeger goesti Matjassin, maar onlangs door Antassari tot Hoofd van Doesoen Ilir benoemd) te Anabom, met het plan om Tameang Layang aan te vallen, werd beantwoord door een tocht van Gijsbert Carel Rutger Reinier de Graeff (6 juli) naar die plaats met 52 bajonetten en 1 mortier, waarbij alle versterkingen en versperringen werden vernield en men de vijand uiteen joeg. Het verlies van de Nederlandse troepen bedroeg acht gewonden en maakte de terugmars noodzakelijk. Te Telang genoot Soeta Ono rust, totdat een bende Dajaks uit Karrouw een rooftocht deed en uit Pakoe en Daijoe een twintigtal inwoners ontvoerde. De Sihongers waren daarover zeer gebelgd en bereidden zich voor tot een dergelijke strooptocht.

Bestand:23. Pengaron.jpg
Pengaron, Borneo

Van de kant van het bestuur werd dit niet tegengewerkt, omdat het verwoesten van Karrouw en het terugtrekken van de vijandelijke Dajaks in meer noordelijke gewesten de rust in het Bandjerse rijk moesten bevorderen. Soeta Ono verliet Telang met 60 volgelingen om de bevolking van Pakoe en Dayoe te beschermen, wachtte in laatst genoemde plaats de vijand tevergeefs af, verenigde de inwoners in twee versterkte kampongs en keerde daarna naar Telang terug. Toen te Pandjong Allang en Anahom de vijand andermaal had postgevat, rukte De Graeff de 21ste weer uit, kwam met zijn colonne (luitenant Croes, officier van gezondheid Rombach, 60 bajonetten en 1 mortier) vergezeld van tommonggong Djaja en diens zoon, langs een bijna onbegaanbare weg in de rug van de sterke, maar slecht verdedigde stelling, verdreef de bezetting en brandde de kampong tot de grond toe af. Bij het eerste vijandelijke salvo werd korporaal Weerman gewond. De vermoeienis van de troepen was groot.

Latere loopbaan

Z.M. de Koning vond goed dat diegenen die zich sinds het begin van de expeditie in de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo, daarbij of bij het debarkement in de Kapoeas-rivier op 28 april 1860 hadden onderscheiden te belonen.[1] Rombach werd op 1 december 1862 geplaatst bij de civiele- en geneeskundige dienst te Klatten en aan het eind van genoemde maand bevorderd tot officier van gezondheid tweede klasse bij de militaire geneeskundige dienst. In maart 1864 werd hij overgeplaatst bij de geneeskundige dienst in de Westerafdeling van Borneo en in december 1865 geplaatst bij het groot militair hospitaal te Samarang.

Bestand:Militair Hospitaal Gombong.jpg
Het militaire hospitaal te Gombong

In januari 1868 werd de officier van gezondheid 2e klasse L.Ch.A. Rombach overgeplaatst naar de geneeskundige dienst te Gombong. In zijn functie was hij ook verantwoordelijk voor de hygiene en gezondheid van de pupillen op de Militaire Pupillenschool te Gombong. Rombach was reeds net zelf wegens ziekte vertrokken toen er in het blad de Locomotief op 5 februari 1869 een kritisch artikel werd geplaatst met betrekking tot de bedenkelijke hygiene op de school en de slechte gezondheid van de pupillen. Zo zouden er veel pupillen zijn die regelmatig last hadden van een oogziekte met blijvende gevolgen, hetgeen door Rombach's opvolger, de officier van gezondheid 2e klasse J.B. Dumont, in een ingezonden brief aan de Locomotief op 17 februari 1869 stellig werd bestreden. Volgens J.B. Dumont viel het aantal pupillen met de ziekte op een totaal van 400 pupillen juist mee. In de Locomotief van 17 februari 1869 werd tevens om een breed extern onderzoek gepleit naar de omstandigheden en de behuizing. Rombach verkreeg in juni 1869, wegens ziekte, een tweejarig verlof naar Nederland en werd in september 1871 bevorderd tot officier van gezondheid eerste klasse.

In januari 1876 werd Rombach geplaatst te Atjeh, bij de geneeskundige dienst aan Sumatra's Westkust en Onderhorigheden, op 25 juni 1880 bevorderd tot dirigerend officier van gezondheid tweede klasse en geplaatst bij de Geneeskundige Dienst der Molukse eilanden (Ambon). Hij werd in juni 1883 bevorderd tot dirigerend officier van gezondheid eerste klasse en was in 1888 te Java drijvende kracht achter het vaccinatie-programma aldaar. Per 1 december 1890 werd Rombach bevorderd tot kolonel, chef over de geneeskundige dienst; hij was daarnaast lid van het Centraal Comité in Nederlands-Indië van het Rode Kruis en lid van de directie van het Militaire Weduwe- en Wezenfonds; uit deze posities en als chef van de geneeskundige dienst nam hij in juli 1894 eervol ontslag, vestigde zich in Den Haag en overleed aldaar in 1906. Hij werd begraven op Nieuw Eik en Duinen.

Portaal KNIL

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º De Noordbrabander (23-02-1861)
rel=nofollow
  • 1865. W.A. van Rees. De Bandjermasinsche Krijg van 1859-1863. Twee delen. D.A. Thieme. Arnhem
  • 1869. De Locomotief 05-02-1869 en 17-02-1869, De Pupillenschool te Gombong.
  • 1893. P.H.K. van Schendel. De Militaire Willemsorde. J.M. Roldanus Cz. Edam
  • 1906. L.C.A. Rombach overleden. Nieuws van de Dag (22-03-1906)
  • 1940. G.C.E. Köffler. De Militaire Willemsorde 1815-1940. Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.
  • (nl) Officieren uit de expeditie naar Borneo
rel=nofollow