Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Claus von Stauffenberg
Claus von Stauffenberg | ||
Algemene informatie | ||
Volledige naam | Claus Philipp Maria Schenk von Stauffenberg | |
Adeltitel | graaf | |
Geboren | 15 november 1907, Jettingen, Beieren | |
Overleden | 21 juli 1944, Berlijn | |
Doodsoorzaak | executie door vuurpeloton | |
Nationaliteit | Duits | |
Bekend van | aanslag tegen Adolf Hitler; operatie Walküre | |
Overige informatie | ||
Partner(s) | gravin Nina Schenk von Stauffenberg | |
Religie | Rooms-katholiek |
Graaf Claus Philipp Maria Schenk von Stauffenberg (Jettingen (koninkrijk Beieren), 15 november 1907 – Berlijn, 21 juli 1944), kort: Claus von Stauffenberg, was een officier van de Duitse Wehrmacht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij een centrale figuur van het militaire verzet tegen het nationaalsocialisme in Duitsland.
Graaf von Stauffenberg pleegde op 20 juli 1944 een aanslag op Adolf Hitler. De aanslag mislukte. Als stafchef bij de bevelhebber van het Ersatzheer zat hij mee achter de daarop volgende „Operation Walküre”, een poging om de nationaalsocialisten ten val te brengen. De volgende dag, op 21 juli werd hij terechtgesteld. Stauffenberg was „een gloeiende patriot, een gepassioneerde Duitse nationalist”[1] en sympathiseerde eerst met de nationalistische en revisionistische aspecten van het nationaalsocialisme. Toen hij het misdadige karakter ervan onderscheidde en tevens de uitzichtloze militaire situatie zag, koos hij de weg van het militaire verzet.
Jeugd
Claus von Stauffenberg werd geboren als derde zoon van de Zuid-Duitse katholieke adellijke familie. Zijn ouders waren graaf Alfred Schenk von Stauffenberg (1860–1936), de laatste hoofdhofmaarschalk (Oberhofmarschall- van de koning van Württemberg, en gravin Caroline van Üxküll-Gyllenband (1875–1957). Via zijn moeder had hij ook Pruissische voorouders, zoals de Pruissische legerhervormer graaf August Neidhardt von Gneisenau. Zijn oom, graaf Nikolaus von Üxküll-Gyllenband, had een grote invloed op Claus’ medewerking aan het verzet. Ook zijn tante, gravin Alexandrine von Üxküll-Gyllenband, de overste van het Duitse Rode Kruis, was een bemerkenswaardige persoonlijkheid.
Als kind verbleef hij vooral in Stuttgart, de hoofdstad van Zwaben, en in het Stauffenberg-Schloss (nu Stauffenberg-herdenkingsplaats), de zomerverblijplaats van de familie, in het huidige Lautlingen, een stadsdeel van Albstadt. Zijn broers, graaf Berthold en graaf Alexander waren tweelingen. Claus had zelf ook een tweelingsbroer, Konrad Maria, die echter de dag na de geboorte stierf.
Nadat hij het Eberhard-Ludwigs-Gymnasium in Stuttgart bezocht, werd hij in de bond van de nieuwe padvinders beïnvloed door de Duitse Rijksmystiek. Later behoorde hij en zijn broers tot de vriendenkring rond Stefan George en zijn elitaire dichtergroep met de naam Opposition conservatrice. Stauffenberg was zeer goed geschoold en was enthousiast over literatuur. Hij gold in die dichterkring als een man van de daad en besliste al vroeg voor een militaire carriere.[2]
Militaire carrière
Na zijn graduatie (Abitur) op 5 maart 1926 trad Stauffenberg in bij de Reichswehr. Hij begon zijn militaire dienst in het traditierijke 17e Beierse ruiter-regiment in Bamberg als Fahnenjunker. Na een jaar dienst werd hij in 1927 naar de centrale infanterieschool van de Reichswehr in Dresden gestuurd. Alle kandidaten om officier te worden moesten hier een jaar scholing volgen. In het begin van augustus 1928 werd hij daar bevorderd tot Fähnrich.[3] Op het einde van 1928 werd hij naar de cavalerieschool in Hannover verzet. Daarna ging hij met zijn regiment teug naar Bamberg zurück, waar hij op 1 januari 1930 bevorderd werd tot luitenant.[3] Voor het officiersexamen was hij de beste van het jaar.
Tegen het einde van de Weimarrepubliek waren de politieke zienswijzen van Carl von Stauffenberg en zijn broer Berthold verwant aan die van de Konservative Revolution. Zij verachtten het opkomende nationaalsocialisme, maar hadden een aantal gelijkaardige punten:
De idee van een leiderschap [Führertum] … verbonden met de idee van een volksgemeenschap, het principe ’Gemeenschappelijk belang gaat voor eigenbelang’, en de strijd tegen de corruptie, de strijd tegen de geest van de grootsteden, de Rassenidee en de wil voor een nieuwe Duits bepaalde rechtsorde schijnen ons gezond en toekomstgericht. — Steven Krolak[4]
|
Bij de Rijkspresidentsverkiezingen in april 1932 sprak Stauffenberg zich daarom uit tegen de conservatief-monarchistische ambtsdrager Paul von Hindenburg en voor Adolf Hitler, wiens benoeming tot Rijkskanselier op 30 januari 1933 hij uitdrukkelijk begroette. Stauffenberg zorgde mee voor de militaire scholing van de leden van de Sturmabteilung (SA) en organiseerde de overgave van de wapendepots aan de Reichswehr. Op 1 mei 1933 werd hij bevorderd tot eerste luitenant (Oberleutnant).[3]
Op 26 september 1933 trouwde hij in Bamberg met gravin Nina Freiin von Lerchenfeld. Zij hadden samen vijf kinderen: Berthold, Heimeran, Franz-Ludwig, Valerie en Konstanze. Nina overleed op 2 april 2006 op de leeftijd van 92 jaar in Kirchlauter bij Bamberg.
De aanslag op Hitler
Planning
In samenwerking met enkele collega-officieren (onder wie Henning von Tresckow, Friedrich Olbricht en Fritz-Dietlof Graaf von der Schulenburg) onderhield von Stauffenberg vanaf 1942 contact met burgerlijke actiegroepen zoals de Kreisauer Kreis rond graaf Helmuth James von Moltke en graaf Peter Yorck von Wartenburg. Door deze actiegroepen te ondersteunen bewoog hij zich in het middelpunt van het ondergronds verzet in Duitsland. Samen met anderen beraamde en coördineerde hij diverse plannen om Hitler om te brengen. Er waren al verscheidene scenario’s uitgewerkt en klaar om uitgevoerd te worden. De plannen werden bewaard in onder andere Parijs, Berlijn en Wenen, tot het moment zou aanbreken om ze uit te voeren. Het bleek echter heel moeilijk een passende gelegenheid te vinden; een aanslag met een paar vliegtuigbommen mislukte en begin 1944 werd bovendien de Kreisauer Kreis door de Duitse geheime politie gedeeltelijk opgerold. Nadat von Stauffenberg als stafchef van de 10e Pantserdivisie in april 1943 in Tunesië zwaargewond raakte en ternauwernood aan de dood was ontsnapt, pakte hij het verzetswerk weer op. Op 20 juli 1944 was het uiteindelijk zover. Von Stauffenberg zou zelf de aanslag op Hitler uitvoeren, tijdens een militaire stafbespreking in het hoofdkwartier de Wolfsschanze bij Rastenburg in Oost-Pruisen, een enorm groot en goed beveiligd bunkercomplex.
Mislukking
De aanslag mislukte echter om een aantal redenen. Kolonel Stauffenberg kon maar één springlading activeren. Hij de aktetas met de tijdbom onder tafel met de landkaarten waarover de officieren en ook Hitler gebogen stonden. De tafel was van zeer dik, massief hout. Bovendien vond de vergadering niet plaats in een solide betonnen bunker, maar in een bovengrondse ruimte waarin ook veel hout was verwerkt en stonden de ramen wegens de warmte open.
Nadat de kolonel de tas met de bom bij Hitler op de grond had neergezet, maakte hij zich snel uit de voeten met het excuus naar Berlijn te moeten bellen. Hij liep langs de telefonist naar een wachtende auto en met zijn medeplichtigen wist hij alle wachtposten te passeren, op weg naar een vliegveld vanwaar hij naar Berlijn vloog. Daar zou hij de opstand en machtsovername in Berlijn en Parijs mee leiden. De bomexplosie was onderweg nog hoorbaar geweest en von Stauffenberg en de zijnen meenden dat de aanslag gelukt was.
De bom ontplofte inderdaad kort na zijn vertrek, en Hitler raakte wel gewond, maar niet ernstig. Vier officieren werden gedood. Een van de aanwezigen had de tas mogelijk doen omvallen en deze dan op een andere plaats neergezet, iets verder onder de beschermende tafel achter een dikke tafelpoot. De barak werd vernield, maar de schokgolf had te weinig kracht om alle aanwezigen te doden.
Doordat Hitler de aanslag overleefde en al vrij snel op de radio te horen was, mislukten de pogingen om in Berlijn de macht over te nemen.
Arrestatie en executie
Onmiddellijk na de aanslag gaf Hitler aan Heinrich Himmler de opdracht de oorzaak van de explosie te vinden. Nog diezelfde dag werden de samenzweerders overmeesterd in hun kantoor aan de Bendlerstrasse in Berlijn, waarbij von Stauffenberg in de schouder werd geschoten. Een krijgsraad werd geïmproviseerd door zijn directe overste, generaal Friedrich Fromm. Von Stauffenberg en zijn medewerkers werden ter dood veroordeeld en het vonnis werd dezelfde dag nog uitgevoerd. Von Stauffenberg, stafchef kolonel Mertz von Quirnheim, chef Allgemeines Heeresamt Olbricht en Stauffenbergs adjudant von Haeften werden de avond van 21 juli in het licht van koplampen van enkele militaire voertuigen doodgeschoten. Ludwig Beck trachtte zelfmoord te plegen, hetgeen mislukte, waarna hij door een Feldwebel werd doodgeschoten. Andere ’samenzweerders’, onder wie ook von Stauffenbergs broer Berthold, werden in showprocessen veroordeeld door onder anderen de beruchte rechter Roland Freisler (die ook de verzetsgroep ’Weiße Rose’ had veroordeeld). Anderen pleegden zelfmoord: Tresckow en Rommel.
De laatste woorden van von Stauffenberg waren volgens sommige bronnen: Es lebe unser heiliges Deutschland! (Lang leve ons heilige Duitsland!).[5]
De volgende dag werden de lijken inclusief uniform en onderscheidingen begraven. Later werden ze in opdracht van Himmler terug opgegraven en verbrand.
Verdere gevolgen
Gedurende de daaropvolgende dagen werden ongeveer tweehonderd medeverdachten door snelrecht veroordeeld en terechtgesteld.
Een rechtstreeks gevolg van de mislukte aanslag was tevens dat Hitler het reguliere leger niet langer vertrouwde en dat organen zoals de SS, de SD en de Gestapo nóg meer macht kregen.
Eerbetuigingen
Voor velen is graaf von Stauffenberg een icoon geworden van het verzet tegen het naziregime. Na de oorlog werd op de plaats waar hij een dag na de aanslag werd terechtgesteld, de tuin van het toenmalige oorlogsministerie in Berlijn, een museum ingericht. Op de binnenplaats, waar de executie plaatsvond, staat nu een bronzen beeld van een man met samengebonden handen.
De Bendlerstrasse is hernoemd tot Stauffenbergstrasse. In het museum is een permanente tentoonstelling ingericht met meer dan 5.000 foto's en documenten die het werk van de verschillende verzetsorganisaties tijdens het Hitler-regime tonen.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Claus Schenk Graf von Stauffenberg op Wikimedia Commons.