Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Jungiaanse psychoanalyse
De Jungiaanse psychoanalyse lijkt op, maar verschilt zeer wezenlijk van de Freudiaanse psychoanalyse. Carl Gustav Jung was een vroege en begiftigde leerling van Freud maar brak in latere jaren met hem. Aanleiding tot de breuk was een theoretisch meningsverschil over de aard van de psyche en de rol die de seksuele driften hierin spelen. Tegelijkertijd speelden er ook persoonlijke kwesties een rol: Jung ervoer de benadering van Freud als te dogmatisch en te autoritair; in zijn ogen stelde Freud zich niet op als wetenschapper maar meer als een dominante kerkvader.
Na de breuk met Freud ontwikkelde Jung zijn eigen theorieën verder, die hij ter onderscheid van de freudiaanse psychoanalyse analytische psychologie noemde. Zijn theorieën verkregen een geheel uniek karakter, zeer verschillend van Freud. Enkele van Jungs belangrijkste vondsten worden hier op een rij gezet.
Persoonlijkheidstypen
Een van zijn eerste bijdrages was de leer van de persoonlijkheidstypen. Jung stelt dat er 4 psychologische functies zijn: denken, voelen, gewaarwording en intuïtie. Denken en voelen zijn hierbij de rationele functies, en gewaarworden en intuïtie de irrationele functies. Deze vier functies combineert hij met de 2 fundamentele houdingen introversie en extraversie. Door combinatie van deze 4 functies en 2 houdingen ontstaan dus in totaal 8 mogelijke persoonlijkheidstypen:
- het extraverte denktype
- het introverte denktype
- het extraverte gevoelstype
- het introverte gevoelstype
- het extraverte gewaarwordingstype
- het introverte gewaarwordingstype
- het extraverte intuïtieve type
- het introverte intuïtieve type
In zijn boek Psychologische Typen werkt hij deze uit.
Een op Jung gebaseerde typologie wordt nog steeds gebruikt in de zogeheten Myers-Briggs-typering, die een onderscheid maakt in deze 16 verschillende persoonlijkheidstypen. Ook de in de psychologie welbekende 'big five'-persoonlijkheidskenmerken (stabiliteit, extraversie, orginaliteit, aanpassingsvermogen, ijverigheid) lijken voor een deel ontleend aan Jung.
De structuur van de menselijke psyche
Hoewel Jung de dogmatische modellering van de menselijke psyche, zoals Freud die voorstond, verafschuwde, meende hij toch enkele wederkerende patronen te zien in onze menselijke geest. Na zijn jarenlange werk als psychotherapeut stelde hij de volgende steeds terugkerende elementen vast:
- Het Ego. Dat is het bewustzijn, het zelfbeeld zoals we dat willen hebben.
- De Schaduw. Het eerste element uit ons onbewuste: het is alles wat we wél zijn, maar niet wíllen zijn. De Schaduw is de regelrechte tegenhanger van het Ego.
- Anima/Animus. Het vrouwelijk/mannelijk tegendeel. Dit is het tweede element uit het onbewuste, en is voor mannen te omschrijven als 'de vrouw van binnen', en voor vrouwen als 'de man van binnen'.
- Het Zelf: een weergave van de complete integratie van alle bewuste en onbewuste processen.
Archetypen
De term 'Archetype' gebruikte Jung om als het ware enkele centrale tendensen in de menselijke psyche samen te vatten, overgeërfd onbewust psychisch materiaal dat de hele menselijke soort gemeen heeft. Zij vormen de inhouden van wat hij het 'collectief onbewuste noemde. Jung vindt geenszins dat de inhoud van het collectief onbewuste al vaststaat: net zoals onze hersenen bijvoorbeeld aan evolutie onderhevig zijn, wordt dit collectief onbewuste in de loop van de geschiedenis van de mensheid aangevuld met nieuw materiaal. Deze archetypen beschouwde hij als 'architectonische structuurprincipes' of patronen die aan een soort 'geestelijke evolutie' onderhevig waren.
Dit betekende ook een breuk met Freuds opvattingen, die alleen het bestaan van een persoonlijk gebonden onbewuste postuleerde. Een groot verschil met persoonlijk onbewuste inhouden, is immers dat het persoonlijk onbewuste inhouden bevat die eens bewust zijn geweest en nadien bijvoorbeeld verdrongen zijn. Bij het collectief onbewuste en de archetypen worden deze inhouden nooit bewust en maken zich slechts kenbaar via wereldwijd, niet cultureel gebonden opduikende symbolen in bijvoorbeeld dromen, kunst en alchemie. Zonder dat wij er ons bewust van zijn, bepalen zij ook voor een groot deel ons gedrag en onze denkbeelden. Zo voert Jung onze 'aangeboren' angst voor slangen en duisternis terug op archetypische ervaringen die in het collectief onbewuste zijn 'opgeslagen'. Het concept van de archetypen is eigenlijk moeilijk te vatten. Jung zelf omschreef ze als 'instincten van de menselijke geest'. De archetypen die het meest ons handelen onbewust bepalen zijn de persona, de anima, animus de schaduw en het zelf.
Individuatie
De Jungiaanse psychoanalyse kenmerkt zich ook door een sterk normatieve component, via de idee van 'individuatie'. Individuatie is het op weg gaan volledig je Zelf te worden (Zelf als psychologisch complex zoals hierboven beschreven), en dat doe je door volledige integratie van alle deelcomplexen in je psyche. Dus, wanneer Ego, Schaduw, Anima/Animus en Zelf en eventuele andere complexen goed met elkaar in contact staan en steeds nader tot elkaar komen, dan ben je op de goede weg.
Dat proces van individuatie is iets waar wij allemaal aan zouden moeten beginnen. Sterker nog, Jung ziet dit als de essentiële en eigenlijk enige weg op weg naar zelfvervulling.
Dit is ook waar Jungs theorieën in duister vaarwater komen: Jung ziet de uitingen van verschillende religies als een middel tot individuatie. Hij verklaart verscheidene alchemistische symbolen en vrijmetselaars-initiatieriten als formaliseringen van de individuatie, en maakt van daaraf al snel een analoge stap voor alle religies. De meest indrukwekkende poging hiertoe is zijn 'Antwoord op Job', waarin hij stelt dat het Godsbeeld (dus niet God zelf, maar slechts het beeld ervan zoals Jung het kende van het Oude Testament) ook een eigen individuatie doormaakt in Zijn relatie tot de Mens.
Jung vandaag de dag
Vandaag de dag leeft Jungs werk voort als psychoanalytische discipline. In Nederland en België hebben praktiserende analytici zich verenigd in respectievelijk de Nederlandse Associatie voor Analytische Psychologie (NAAP) en in de Belgische school voor Jungiaanse Psychoanalyse (BSJP). De meeste Jungiaanse analytici zijn ook psychiater of psycholoog. Alle in Nederland praktiserende analytici zijn in het buitenland opgeleid na een relevante academische vooropleiding omdat er in Nederland op dit moment geen opleiding is.
Ook buiten het domein van de psychoanalyse, kent Jungs visie nog steeds vele volgelingen. In eerste instantie sloeg zijn theorie het meeste aan in de New Age hoek, vanwege zijn aandacht en respect voor religieuze impulsen. Tarot-leggers, astrologen, waarzeggers, allemaal voelden ze een verwantschap met Jungs werk.
Ook in de meer 'radicale' hoeken van de sociale wetenschap wordt Jung nog wel eens aangehaald. Hoewel een goed deel van de poststructuralisten zoals Gilles Deleuze en Jacques Lacan toch nog altijd een Freudiaanse aanpak hanteren, zijn er ook voldoende die de Jungiaanse terminologie gebruiken.