Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Irisdiagnostiek
Irisdiagnostiek {iridologie of iriscopie) is een alternatieve geneeskundige diagnosemethode, die ervan uitgaat dat ziekten kunnen worden vastgesteld door een analyse van de weefselstructuren van het iris. De methode kon noch empirisch bewezen, noch theoretisch onderbouwd worden. Vanuit het standpunt van de gebruikers ervan kan iridologie meestal niet als enig diagnostisch instrument worden gebruikt en wordt zij dus meestal aangevuld met andere procedures. De methode zou met name vooral dienen om een fundamentele aanleg vast te stellen, die zou kunnen wijzen op mogelijke zwakke punten in het organisme.
Irisdiagnostiek mag niet worden verward met irisherkenning, die, vergelijkbaar met vingerafdrukken, wordt gebruikt voor persoonsidentificatie en gebruik maakt van het feit dat de structuur van de iris voor elke persoon verschillend is.
Geschiedenis
De eerste expliciete beschrijving van principes van de irisdiagnostiek is te vinden in Chiromatica Medica, dat gepubliceerd werd in 1665 en herdrukt in 1670 en 1691 door Philippus Meyeus (Philip Meyen von Coburg). Het Duitse woord woord Augendiagnostik (’oogdiagnose’) duikt op in teksten van de 19e-eeuwse Hongaarse homeopathische arts Ignaz von Peczely. Hij structureerde de iridologie als discipline. Von Peczely publiceerde zijn eerste controversiële werk in 1880: Entdeckungen auf dem Gebiete der Natur- und der Heilkunde. Die chronischen Krankheiten. 1. Heft: Anleitung zum Studium der Diagnose aus den Augen.
Een tweede grondlegger van de hedendaagse irisdiagnostiek was Nils Liljequist uit Zweden. Hij had een probleem met vergroeiingen van zijn lymfeklieren. Nadat hij een tijdje medicijnen op basis van jodium en kinine had genomen, stelde hij vast dat nam hij veel verschillen in de kleur van zijn iris waar. Deze waarneming inspireerde hem tot het maken en publiceren van een atlas in 1893, die 258 zwart-wit illustraties en 12 kleurenillustraties van de iris bevatte.
De Duitse dominee Emanuel Felke ontwikkelde begin 1900 een vorm van homeopathie voor de behandeling van specifieke ziekten en beschreef nieuwe irisverschijnselen. Hij moest echter lange en bittere rechtszaken ondergaan. Het Felke-Instituut in Gerlingen, Duitsland, werd opgericht als toonaangevend centrum voor iridologisch onderzoek en opleiding.
Binnen de irisdiagnostiek bestaan nog steeds zeer verschillende benaderingen en ontwikkelingen. Er bestaan geen eensluidende basisprincipes of onderbouwingen.
Wetenschappelijk
Ondat irisdiagnostiek populair is, werd er ook wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de geldigheid ervan. Er werden vier casuscontroleonderzoeken uitgevoerd. De meeste van deze onderzoeken suggereren dat iridologie geen geldige diagnostische methode is. Conclusie: De geldigheid van iridologie als diagnostisch instrument wordt niet ondersteund door wetenschappelijke evaluaties. Patiënten en therapeuten moeten worden afgeraden deze methode te gebruiken.[1]
Volgens een studie uit 1954 had irisdiagnose een hoge nauwkeurigheid, maar deze studie werd niet volgens wetenschappelijke criteria uitgevoerd en is dus niet bruikbaar.[2]
In een studie uit Duitsland in 1957 waarin werden meer dan 4000 irisfoto’s gemaakt van meer dan 1000 mensen. De studie concludeerde dat iridologie niet bruikbaar was als diagnostisch hulpmiddel.[3]
Drie iridologen slaagden er in 1979 niet in om op foto’s van 143 van de irissen van 143 patiënten vast te stellen wie van hen nierproblemen hadden. Bij 48 van de patiënten was een nierziekte vastgesteld en de rest had een normale nierfunctie. Eén iridoloog besloot bijvoorbeeld dat 88% van de normale patiënten een nierziekte had, terwijl een andere concludeerde dat 74% van de patiënten die in werkelijkheid een kunstmatige nierbehandeling nodig hadden, een gezonde nierfucntie had.[4]
Verwijzingen
- º Ernst E. (1999). Iridology: A systematic review. in: Forschende Komplementarmedizin, 6(1), 7–9. doi: 10.1159/000021201
- º Michael Prang, =Alternativmedizin: Was sie leistet. Wann sie schadet , C. H. Beck, 2014 ISBN 978-3-406-65936-2 online op Google books
- º Kibler, Max; Sterzing, Ludwig, Wert und Unwert der Irisdiagnose. Hippocrates, Stuttgart, Duitsland (1957)
- º Simon A, An evaluation of iridology, in: Journal of the American Medical Association, |vol. 242 nr. 13 p. 1385–1387 (1979) doi: 10.1001/jama.1979.03300130029014, PMID 480560
Hulp genealogie en geschiedenis (Nederland)Deepl vertaler • Schrijfassistent VRT] • ChatGPT (Opgepast! Altijd verifiëren!)] • Claude.ai (Opgepast! Altijd verifiëren!)] • Bing Copilot (Opgepast! Altijd verifiëren!)] • tekst herschrijven met scribbr.io •