Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Mani (profeet)
Mani | ||
Mani, stichter van het manicheïsme | ||
Mani, stichter van het manicheïsme | ||
Algemene informatie | ||
Volledige naam | (Fa): مانی, (Sy): ܡܐܢܝ | |
Geboren | 14 april 216, Mardīnū, bij Seleukia-Ktesifon, (Mesopotamië, toen bij het Parthische rijk) | |
Overleden | 14 februari 276 of 26 februari 277, Gondesjapoer, (Sassanidische rijk) | |
Beroep | Profeet, Religiestichter | |
Overige informatie | ||
Religie | Manicheïsme |
Mani (in Perzisch: مانی, Syrisch: ܡܐܢܝ) of ook (uit het Latijn) Manes (ca. 216–276) was de oprichter van het manicheïsme, een oude religieuze gemeenschap die een dualistische leer aanhing volgens dewelke de wereld waarin we leven een fusie is van twee tegengestelde principes: geest en materie, respectievelijk goed en kwaad.
Leven
Mani werd naar eigen zeggen, zoals opgetekend door de Arabische schrijver Al-Biruni, geboren in 216 n. Chr. te Mardīnū,[1] in de buurt van Seleukia-Ktesifon, in Mesopotamië. Dit was toen een deel van het Parthische rijk. Hij was de zoon van Iraanse (Parthen) ouders: zijn vader, Patek, kwam uit Hamadan; zijn moeder was van de adellijke familie van de Kamsaragan, de koninklijke familie van de Parthen.
Zijn moedertaal was vermoedelijk een vorm van Oost-Aramees; midden-Perzisch of Syrisch. Volgens sommige bronnen zou hij een getalenteerd kind zijn geweest.
Mani groeide op in de joods-christelijke geloofsgemeenschap van de elkesaieten (met een mogelijke maar omstreden verwantschap met de mandaeïsme). Hij begon reeds op jonge leeftijd met prediken.
Volgens biografische aantekeningen door Al-Biruni, opgenomen in de 10e-eeuwse encyclopedie Fihrist van Ibn al-Nadim, kreeg Mani toen hij twaalf jaar was een visioen van de Koning van het Paradijs van het Licht, een geest die hij later de Syzygos of Tweeling noemde. Deze zou hem de waarheden van de religie hebben geleerd. Volgens de manicheïstische tekst de Kephalaia, beschouwde Mani zichzelf sindsdien als de tweelingbroer van de parakleet uit het Nieuwe Testament: de door Jezus voorzegde Vertrooster.[1] —(Johannes 16:12-15)
Op 24-jarige leeftijd reisde hij naar „Indië”, blijkbaar naar een streek in wat we nu Afghanistan noemen, waar hij het hindoeïsme onderzocht en waarschijnlijk in contact kwam met het graecoboeddhisme. Mani ervoer hoe zijn hogere Ik „ontwaakte”; dit hogere Ik was verbonden met een hoger geestelijk wezen dat aan Mani een bepaalde macht verleende.
Op latere leeftijd kwam Mani tot de conclusie dat verlossing kon worden bereikt door middel van educatie, vegetarisme, vasten en kuisheid. Hij zag zichzelf als de laatste profeet. De andere profeten waren Seth, Noach, Abraham, Sem, Nikotheos, Henoch, Zarathustra, Boeddha en Jezus.[2] Mani presenteerde zichzelf als een verlosser en als een apostel van Jezus Christus. Hij schreef zeven heilige boeken in het Syrisch, waarvan Arjang het belangrijkste was.
Gedurende deze periode bestond er grote concurrentie om de politieke en sociale macht tussen religieuze groepen, zoals de christenen en het zoroastrisme. Hoewel Mani’s religie minder aanhangers had dan deze twee religies, bevonden zich wel enkele hoge politieke figuren onder de aanhangers. Met de hulp van het Perzische Rijk stuurde Mani missionarissen naar onder andere „Indië” en Egypte. Enkele religieuze schilderijen in Bamyan, Afghanistan, worden aan hem toegeschreven. Tevens zou Mani naar de Indusvallei zijn gevaren en de boeddhistische koning tot zijn religie hebben bekeerd.
Bij zijn terugkeer in het Perzische rijk genoot hij de gunst van de nieuwe koning, Sjapoer I, en mocht hij zijn religie tijdens de lange regeringsperiode van Sjapoer I vrij prediken.
Maar een generatie later, tijdens de regering van de volgende Perzische koning, Bahram I, werd hij door aanhangers van het zoroastrisme naar de gevangenis van Gondesjapoer (Belapet) gestuurd. Daar overleed hij na een rechtszaak die 26 dagen duurde.
Bronnen
Hoewel Mani’s originele geschriften verloren zijn geraakt, zijn enkele gedeelten bewaard gebleven in onder andere het Koptisch.
In 1969 werd in Opper-Egypte een in het Oudgrieks geschreven codex gevonden, die op ca. 400 gedateerd wordt. Deze codex waarin een hagiografische vertelling van Mani’s leven gecombineerd wordt met informatie over zijn religie en leer, wordt nu bewaard in de Universiteit van Keulen.
Weblinks
Literatuur
Verwijzingen
|