Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Amsterdams busmaterieel (1998-nu)
Dit artikel gaat over het Amsterdams busmaterieel in de periode 1998 tot heden. De bussen zijn ingedeeld bij soort en tijdperk met (waar mogelijk) een aparte vermelding van aanschaf door vorige eigenaren. Nummers tussen haakjes wil zeggen dat bussen zijn vernummerd.
Wit-blauwe/robijnrode Jonckheerbussen
101-155 (DAF SB250/Berkhof Premier Jonckheer)
In 1995 wilde het GVB ter vervanging van 50 oude standaards nieuwe lagevloer bussen bestellen. Het GVB deed al een offerte bij verschillende fabrikanten maar door de opgelegde investeringsstop duurde het tot 1997 voordat het GVB toestemming kreeg de wagens te bestellen. De levering werd gegund aan Berkhof en er werden nu 55 exemplaren besteld van een nieuw bustype dat Berkhof speciaal voor het GVB had ontworpen [bron?] [1] voor levering begin 1998. Door het nieuwe ontwerp ontstond vertraging waardoor de eerste wagens pas in juli 1998 in dienst traden en men tot die tijd met een sterk verouderd wagenpark moest rijden.
De eerste eigen DAF's sinds de 346-374 uit 1987 hadden een Euro I dieselmotor die achterop was aangebracht in een bult-met-luchtsleuven (een derde minder uitstoot), elektrisch verstelbare grote spiegels (vandaar de impopulaire bijnaam Hangoor), en zowel aan de voor- als achterkant kleine moderne DAF-letters, en dito Berkhof- en Jonckheer-embleem.
Oorspronkelijk droeg het nieuwe model de naam America maar de toenmalige directeur Jonckheer Testa besliste anders en werd het de Jonckheer.
Verder introduceerden ze Kreuger-matrixfilms (MZ 204/8 voor, MZ 202/7 instapzijde, MN 202/2 achter) zoals de sinds 1995 geleverde DAF/Den Oudsten Alliances, liggende uiteensproeiende ruitenwissers, een achterdeur met dezelfde klaprichting als de voordeur, en een nieuw kleurenschema (wit-blauw) dat enigszins deed denken aan dat van het GVU. Voor een aantal typische GVB-trekjes (C4-cijfers, 'Wilt U zitten ? Ik kan staan!'-stickers) was echter geen plaats meer, en ook de Vorderegger was voorgoed verleden tijd want de Jonckheeren brachten de zachte bankjes terug.
Doornummeren vanaf 436 werd onmogelijk gemaakt door de ex-Hagenezen 460-462, de afgezwaaide Utrechtenaren 463-467 en de gelede bussen 471-495 en omdat ook de laagste nummers (proefbussen 001-006 en de Shuttles 023-032) bezet waren kwam men dus uit bij 101-155 waardoor het GVB voor het eerst in zes jaar weer over 100-en beschikte.
'Amsterdam krijgt ze, Berkhof maakt ze' verkondigde de 102 vol trots toen hij 17 juli 1998 op een ponton voor de Stopera werd gepresenteerd om vervolgens naar de Dam te worden gebracht. Daar maakten de 107, 108, 113, 122-125 (telbussen), 126-128 (lesbussen; herkenbaar aan de klemmen achterop) en de 131 hun opwachting.
Ter kennismaking gingen de 102, 113 (18 juli), 125 en de 131 (19 juli) op tournee langs alle buseindpunten. 20 juli kwamen ze allemaal in dienst op Westlijn 36 (102, 107, 122-124, 127, 128), Noordlijn 35 (125) en Zuidlijn 39/66 (113, 126, 131). In Zuid stonden wisselwagens uit Noord.
De overige exemplaren werden tussen september 1998 en januari 1999 (achtereenvolgens 129-130, 133-155, 101, 103-106, 109-112 en 114-121) geleverd; hiervan werden ook de 120 en de 121 telbussen.
De 132 stond echter eerst op de IAA Beurs in Hannover, Duitsland alvorens in dienst te treden en de 145 ging een maand proefrijden in Nijmegen; in het wit-rood van de Novio (voorheen CVD) en onder het nummer 901. De Novio was onder de indruk en nam zelf tien Jonckheeren (901-910; later vernummerd tot 9900-en) in dienst met breder achterbalkon, uitzwenkende voordeur en dunne cijfers in de achterfilmkast.
De 111 werd geleverd met een afwijkende matrix zoals die in 2001 officieel door de Volvo-gelede 556 werd geïntroduceerd. In feite is de 111 het Jonckheer-equivalent van CSA 1-wagen 59 uit 1972 die bij schadeherstel een grote filmkast kreeg.
Nadat alle wagens binnen waren was de verdeling;
- Garage West: 101-129
- Garage Noord/Zuid 130-155
In januari 1999 werden ze ingezet als pendelbussen naar de Nieuwjaarsreceptie van Koningin Beatrix in het paleis op de Dam. Een maand later verdwaalde de 102 en verloor hij zijn bult door onder een lage brug te rijden; hij kreeg een nieuwe bij Castricum Trucks in Winkel.
In juni waren de Jonckheeren van veel kinderziektes genezen en verdwenen de laatste eigen CSA1's uit het straatbeeld.
Vanaf de winterdienst 1999/2000 werden de 130-135 en de 142-155 vaste wagens in Zuid. West leverde de 120-124 en schoof de 117-119 (waarvan de eerste twee tijdelijk) door naar Noord.
In 2000 kregen alle exemplaren matrixfilms met non-kapitale bestemmingen (de 111 volgde pas in 2002). De 148 kreeg een groot GVB-logo achterop.
Zuidbus 124 figureerde als Westlijn 15 in het stripboek De NoordZuid dat tekenaar Eric Heuvel speciaal voor het 100-jarig jubileum van het GVB maakte.
Met ingang van de winterdienst kwamen 101-113 en de 125-127 vanuit Zuid te rijden waar Noordlijn 37 voor twee jaar werd ondergebracht; de 120-122 gingen tijdelijk naar Noord en de 130-135 naar West. De 114-120 volgden in 2001, net als de 122, 139-141 uit Noord waar de 121 nog een jaar zou blijven.
De 102 knalde 14 december 2000 tijdens dienst op lijn 37 bij de Werktuigstraat/Nageljongensstraat tegen een boom aan doordat de chauffeur onwel werd. Via Garage West ging de 102 naar Berkhof voor een nieuw front om elf maanden later weer in dienst te komen. De 154 kreeg zijn portie toen hij 10 oktober 2001, tijdens dienst op lijn 59 bij Azartplein over metalen platen slipte en tegen een muur aanreed. Hij werd in eigen beheer hersteld.
Ondertussen waren ook de 114-120 (West), 122 en de 139-141 (Noord) naar Zuid gekomen. De 149 daarentegen ging voor een jaar weg; via Noord belandde hij in West waar de 111 en de 125 regelmatig op bezoek gingen.
De 136 werd 30 januari 2002 tijdens dienst op lijn 35 bij de Prins Hendrikkade door de B88-gelede 553 van lijn 34 geschopt; ze raakten allebei zwaar beschadigd en werden in eigen beheer hersteld. Ze waren niet de enigen; de 101 volgde nadat hij op 22 januari tijdens dienst op lijn 37 bij de kruising Klaprozenweg/Ataturk door een vrachtwagen in de rechterzijde werd geramd. De 117 van lijn 37 botste 29 mei bij het eindpunt Molenwijk tegen de 166 van lijn 35; allebei werden ze naar Garage Noord gebracht. Na dienst op lijn 37 werd de inrukkende 118 in de nacht van 29 op 30 juni bij de A2 Oost/Utrechtsebrug door brandschade getroffen; hij werd hersteld door Berkhof en kwam 19 maart 2003 weer in dienst op lijn 59 (Hoe kan het dan dat de 118 in december 2002 op nachtlijn 79 werd gesignaleerd ?). Twee dagen later botste de 110 van lijn 29 tegen een Volkswagenbusje bij de Zuiderzeeweg/A10; hij werd bij een particulier hersteld.
Ondertussen werd er sinds december 2002 flink geschoven met de serieverdeling in het voordeel van Zuid; eerst kwam de 121 over (in ruil voor de 139 en de 140), vervolgens de 128-130 en in september de 131-137 (de laatste twee via West) en de 138-140. Maar toen werd het inleveren geblazen; de 148-155 gingen naar Noord (waarbij eerstgenoemde zijn grote GVB-logo voor een kleintje verruilde) en werden met ingang van de winterdienst 2003/2004 gevolgd door de 135-137. De 138-147 trokken Westwaarts, en via een rondje Noord verloor de 146 zijn vette wagenparkcijfers aan de instapzijde.
De 111 werd op 21 en 22 december 2003 aan Noord uitgeleend voor dienst op lijn 32; waarschijnlijk om de Noordchauffeurs aan het matrixtype van de Citaro's 001-006 te laten wennen.
Naar het voorbeeld van de lage 200-en kregen alle wagens begin 2004 matrixfilms met een gesloten 4, dunne drievoudige cijfers en vette bestemmingen. Alleen de 128 reed nog tot 2006 met zijn oude films.
De 135-137 verhuisden via een winterstop in Zuid naar West om vervolgens heen en weer te pendelen tussen beide garages. Ook de 148-150 waren neergestreken in de Jan Tooropstraat, en begin mei 2005 kwamen de 151-155 op bezoek.
In de zomer van 2005 verbleven diverse Zuidbussen (onder andere de 105, 109 en de 114) in Noord toen de 159, 163 en de 167 op verkenningsbezoek in de Bijlmer waren. Toen de 111 op 24 november 2005 terugkeerde uit Noord (onderhoudsbeurt; Zuid heeft geen werkplaats meer sinds de verhuizing naar Overamstel) brandde zijn motorgedeelte uit; hersteld bij Berkhof kwam hij in mei 2006 weer in dienst.
Gedurende 2006 werden alle bussen voorzien van een rolstoelplank aan de instapzijde en een drukknop bij de middendeur waardoor de zit-/staanplaatsverhouding in 26-66 veranderde.
Op 7 januari 2006 tijdens dienst op lijn 29 bij Station Bijlmer werd de 127 door een omvallende boom getroffen en leek daarmee vroegtijdig uitgeschakeld. Hij werd echter hersteld bij Berkhof en kreeg daarbij een nieuwe matrix met dunnere cijfers. In september kwam ie weer in dienst.
De 134 reed tijdelijk vanuit West en nam bij zijn terugkeer naar Zuid de 135 mee.
Door de overplaatsing van de Sternetbussen 236-250 uit Zuid raakte de algemene verdeling van de Jonckheeren uit balans; zo verbleven de 111 en de 118 een tijdje in West en verscheen de 149 op de Noord- en Zuidlijnen.
Eind 2006/begin 2007 werden gele deurleuningen aangebracht; alleen die van de 137 bleven (aan de buitenkant) zwart.
In 2007 werd de 148 van achteren geschept; na herstel reed hij een tijdje zonder logo. De 109 en de 131 kregen als eerste LED-displays achterop.
Op 6 augustus 2007 tijdens dienst op lijn 41 in Duivendrecht verbrandde de motor van de 127 door kortsluiting; en ditmaal was het wel einde oefening omdat de achterzijde helemaal was uitgebrand. Vanwege zijn hoge leeftijd (negen jaar) kwam ie niet meer in aanmerking voor herstel.
De 152 had tijdens dienst op lijn 19 in Slotermeer een aanrijding met tram 782 van lijn 7 en liep daarbij zware schade op; de 127, of wat daar nog van over was, ging naar West om zijn front af te staan en op 11 februari als tweede Jonckheer (naast de uitgebrande 459) te worden afgevoerd naar de sloper in Zaandam. De 782 daarentegen heeft het wel overleefd.
In het najaar van 2007 kwamen ook de 137 en de 138 naar Zuid; voorjaar 2008 waren de 139 en de 140 er te gast.
Op 11 mei 2008 (1e Pinksterdag) kreeg de 123 tijdens dienst op lijn 136 een zeer zware aanrijding en kwam op de Middenweg tegen een lichtmast tot stilstand. Hij werd als derde Jonckheer afgevoerd.
In navolging van de 109 en de 131 kregen ook de 139, 151 (juli), 149 (augustus), 122 en de 147 een LED-display achterop; de 131 en de 134 logeerden in augustus in de Jan Tooropstraat.
De 112 kreeg van achteren weer een logo op normale grootte. Bij de meeste wagens zijn de matrixfilms aan vervanging toe.
Begin december 2008 was de 150 te gast in Zuid, en vanaf 14 december (ingang jaardienst 2009) kwamen de 136-138 weer vanuit West te rijden.
De 128 reed tijdelijk met dunne matrixcijfers in tweevoud aan de voorkant.
In 2009 en 2010 kregen de 102, 150, 138, 109, 144, 145, 107, 153, 142, 128, 104, 143, 134, 118, 149, 105, 152, 155, 130, 146, 108, 141 en de 112 in genoemde volgorde (?) een schilderbeurt waarbij ze werden voorzien van het uitgebreide GVB-logo met dikke wagenparkcijfers (zoals ingevoerd door de gelede Citaro's) en pictogrammen op de deuren. Ook werden alle bussen voorzien van stickers op de zijruiten met 'Vergeet U niet om uit te checken' en achterop de vermelding 'Deze bus heeft een roetfilter'.
In de zomerperiode gingen diverse exemplaren weer uit logeren; zo werden de 115 (18 juni) en de 120 (16 juli) op lijn 15 en 48 gesignaleerd, en 18 juli reden de 147 en de 148 op lijn 41 en 47. De 115 werd 10 augustus weer op lijn 15 gesignaleerd, en 2 september reed ook de 121 met het dienstrooster van deze lijn. De 135 en de 136 daarentegen keerden definitief terug naar de Jan Tooropstraat waar ze hun afscheidsritten op respectievelijk lijn 62 en 15 reden; ook voor de 131-133 kwam de eindstreep in zicht. Met ingang van 13 december 2009 gingen ze alle drie buiten dienst om een paar maanden later te worden afgevoerd; ze rijden nu in Skopje in Macedonië evenals de 135.
Tussen februari en april 2010 kreeg Zuid achtereenvolgens de 139, 145, 148 en de 138 op bezoek.
Op het achterterrein van garage West stonden in de zomer 2010 de 137-139 opgelegd in afwachting van hun verhuizing naar Zuid in verband met de frequentieverdubbeling van lijn 66 met ingang van de hervatting van de jaardienst 2010.
De 134 botste tijdens dienst op lijn 40 met een Combino van lijn 12 en ging met zware schade buiten dienst en werd afgevoerd. (NB; de 134 uit 1975 raakte op driejarige leeftijd beschadigd en kreeg bij herstel een nieuw front met doorlopende kunststofgrille)
Op 18 december 2010 werd de 117 aan Noord uitgeleend voor dienst op lijn 38.
De 116 kreeg in januari 2011 een schilderbeurt; bij de 125 en de 110 zijn alleen achterop het nieuwe GVB-logo en wagenparkcijfers aangebracht. De 140 reed tijdelijk weer vanuit Zuid. De 144 is uitgerust met de 'Wilt U zitten ? Ik kan staan!'-stickers die sinds de buitendienststelling van de B88-geledes 545-556 in onbruik zijn geraakt.
De 118 kwam op 25 juni na een aanrijding met een auto op lijn 66 in IJburg met zware frontschade buiten dienst te staan en is inmiddels afgevoerd. Met de komst van de eerste Citea's ging een aantal exemplaren op wisselbasis naar West.
De 120 had 26 augustus een invalbeurt op de metrovervangende pendelbuslijn 59; deze werd normaliter met Citaro's gereden. Na de komst van de eerste Citea's verbleven steeds enkele wisselende Zuidwagens in West onder meer de 101 en de 106.
Begin november werden de 101-105, 109, 111-113, 117, 119 en de 149 afgevoerd naar Womy en werden op de site van dat bedrijf te koop aangeboden. Ter compensatie gingen onder meer de 146, 147, 150, 153 en de 155 naar Zuid. Half november werden ook de 106-108, 110, 126, 128 en de 138 voor verkoop terzijde gesteld. Eind november volgden de 115, 116 en de 129. Begin december de 120, 130 en de 137. Eind december volgde de 139, 142 en 143.
Van het eerste twaalftal waren tot eind 2011 nog drie exemplaren in dienst (122, 124 en de 125) waarmee deze wagens meer dan dertien jaar en vijf maanden dienst deden en deze prestatie werd de laatste twaalf jaar alleen geëvenaard door de CSA-3 standaards 379-386 en de 416, 430, 433 en 434 (in vroeger jaren was 15 jaar gebruikelijk). Hiervan had de 124 eind november een stand van 000.060 kilometer en daar de teller niet verder gaat dan 999.999 betekent dit dat de 124 de grens van één miljoen kilometer heeft bereikt en dat plaatst hem op gelijke hoogte met de CSA 1-wagens 407, 13, enkele exemplaren 210-252 en enkele CSA-3 geledes 500-504. De 122 had half december een stand van meer dan 981.000 kilometer.
Van de resterende Zuidwagens 101-139 waren er tot eind 2011 nog vier (121, 122, 124 en de 125, alle telbussen) in dienst; hiermee behoorde de 125 net als zijn nummergenoten uit 1934 (Beers), 1961 (AEC-luchtbus; later vernummerd tot 545) en 1975 (CSA-1) tot de laatst rijdende exemplaren van zijn serie.
Van de hele serie waren er tot eind 2011 nog 17 exemplaren inzetbaar. (121, 122, 124, 125, 140, 141 , 144-148 en de 150-155). Net als in 1998 bij de komst van de Jonckheeren en de afvoer van de CSA-1/2's koos men er blijkbaar voor eerst nieuwere exemplaren af te voeren (afgezien van schadegevallen). Of dit te maken had met de onderhoudstoestand of de prijs van de te verkopen wagens (die bij een wagen met minder kilometers hoger zou zijn) is niet bekend.
Door de instroom van de nieuwe Citea's en het feit dat de wagens met een Euro II motor in 2012 niet meer mogen rijden moesten alle resterende exemplaren op 1 januari 2012 buiten dienst worden gesteld. Desondanks konden de 124, 125 en de 140 op 2 januari nog worden aangetroffen op respectievelijk lijn 45/66, 48 en 64; opnieuw volgde de 125 het voorbeeld van zijn voorganger, want de CSA-1 wagen nam ook afscheid vanuit West. Uiteindelijk werd miljonair 124 tot winnaar gekroond; hij ging naar West om 3 januari afscheid te nemen op lijn 15 in de middagspits.
Inmiddels zijn via Womy de 102, 115, 117, 120-122, 124, 126, 129, 139, 147 en de 149 verkocht aan Iasi in Roemenie te samen met 8 andere wagens. Daar rijden ze in volledige GVB uitmonstering in de dienst en zijn in willekeurige volgorde vernummerd in 201-220. Ze zijn voorzien van gele Roemeense chipkaartlezers. De (versleten) matrix is buiten gebruik en de lijn en richtingaanduiding geschiedt door middel van een bord achter de voorruit. De 101, 107, 112, 113, 114, 119, 137, 145 en de 153 rijden nu in Štip in Macedonië.
156-173 (DAF SB250/Berkhof Premier Jonckheer)
Op 13 september 1999 werd een tweede serie Jonckheeren afgeleverd; de 156-173 hebben net als hun Nijmeegse broers 901-910 een bredere achterzijruit, alleen is hier het stabalkon naartoe verplaatst en klapt de achterdeur (met kleinere handgreep) naar de middendeur. Verder hebben ze gele drukknoppen (in plaats van rode, waarmee de niet-Amsterdammers nog wel werden uitgerust) en zitten de dubbele bankjes aan de blinde zijde (in plaats van de instapzijde).
Precies een week later kwamen ze in dienst vanuit Garage Noord op lijn 28 (158), 32 (156, 160, 163, 164, 167, 170, 171) 35 (162, 165, 168, 169, 172, 173), 37 (159, 161, 166) en 310 (157).
De 161-165 zijn lesbussen en net als de 126-128 herkenbaar aan de klemmen achterop. Bij de 161 zijn de Berkhof-letters op de richtingmatrix aangebracht in plaats van op het schot achter de chauffeur.
De 169 had oorspronkelijk een stadswapen achterop maar later werd deze alsnog vervangen door een GVB-logo.
De 173, die vanwege een beurs in Kortrijk pas 23 oktober 1999 begon, was herkenbaar aan zijn licht afwijkende matrix met dunne fellere cijfers.
Met ingang van de zomerdienst 2000 in mei trokken de 161-163 naar West en tot 2001 werd de serie voorzien van non-kapitale bestemmingen; alleen bij de 173 bleek dit niet mogelijk. De 162 en de 163 gingen terug naar Noord in ruil voor de 160; eind 2003/begin 2004 kwamen ze dan toch weer vanuit West te rijden. De 160 en de 161 bouwden een reputatie op als uitleenexemplaren.
Gedurende de zomervakantie van 2005 verbleven de 159, 163 en de 167 in de Bijlmer, waarschijnlijk om te kijken of deze serie vanaf mei 2006 de Sternetbussen 236-250 zou kunnen vervangen. Niet dus want men koos voor de 190-ers.
In 2006 werd de hele serie voorzien van een rolstoelplank aan de instapzijde en een drukknop bij de middendeur.
In oktober 2006 verhuisden de 164-167 naar de Jan Tooropstraat; de 163 kreeg als eerste gele deurleuningen. De 161 ging in december naar Zuid, en de 160 reed vanuit Noord.
Met ingang van de zomerdienst 2007 keerden de 160 en de 161 terug naar West en gingen de 166 en de 167 weer naar Noord. In januari 2008 keerde de 165 tijdelijk terug en ook de 160 heeft er eventjes weer gereden.
In december 2007 werd de 173 voorzien van een LED-matrix zoals de gelede Citaro's wat hem opnieuw tot een buitenbeentje maakte.
Onder andere de 158 en de 171 draaiden op 21 september 2008 pendeldiensten i.v.m. de autoloze zondag.
Met ingang van de winterdienst op 14 december 2008 kwam de 166 weer vanuit West te rijden.
De 165 reed 20 maart z'n laatste rit op lijn 15; daarna ging hij met een verrotte motor buiten dienst en werd hij verbouwd tot Arbo-kantoor met afwijkend blauw-wit kleurenschema. Ook de 164 haakte in de zomer af; hij ging zich volledig concentreren op lesdiensten en kreeg bij z'n schilderbeurt het uitgebreide GVB-logo en de wagenparkcijfers van de gelede Citaro's. Ook de 171 (als eerste), 160, 167, 168, 162 en de 156 zijn geschilderd; de 157 heeft achterop een LED-display gekregen.
De 159 raakte 30 november 2009 tijdens dienst op lijn 36 flink beschadigd. Vanwege zijn leeftijd (tien jaar) werd hij niet meer hersteld en begin 2010 afgevoerd vanuit de Jan Tooropstraat naar Womy maar werd daar toch hersteld en werd doorverkocht aan Kamp Westerbork in Drenthe om daar pendeldiensten te rijden tussen het Dorp en het Kamp. De 158 volgde in mei 2011, dezelfde volgorde van hun 23 jaar oude nummergenoten (en tweelingbroers-door-schadeherstel) waarvan de toenmalige 159 het tot de laatste tien uit de serie 111-169 heeft geschopt.
De 162 logeerde in augustus 2010 in Zuid waarschijnlijk ter compensatie van de drie tijdelijke oplegbussen. In november werd de 167 uitverkoren om de uitval van de 134 op te vangen.
Speciaal voor een gastrol in de nieuwe televisieserie Lijn 32 (uitgezonden door de KRO vanaf 14 januari 2012) werd de 165 weer wit-blauw geschilderd. Zonder wagennummers en GVB-emblemen, deed hij zich van binnen voor als de 164 voor dienst op lijn 32 naar het fictieve eindpunt Zuider Amstel (kapitale bestemming) richting Buitenveldert. Op 15 augustus 2010 werd nabij het metrostation Bullewijk de scene gefilmd waarin de 165 bij een verkeersongeluk in vlammen opging om na afloop van de opnamen te worden afgevoerd. Hij kon zich hiermee evenaren met CSA-1 182 in 1992 (Bureau Kruislaan), bolkoptrams 612 en 617 in 2000 (stuntwagens in de Engelstalige film Do Not Disturb) en de drieassige bijwagen 959 in 1987 (brandende auto aan een spit als kunstobject).
Met ingang van de jaardienst 2011 kwam de naar de Meeuwenlaan verlegde lijn 36 voor de vierde keer vanuit West te rijden (de vorige keren waren 1966-1969, 1994-2000 en 2002-2006); de (171) 172 en de 173 gingen mee in ruil voor de 168. De 168 en de 171 werden gewilde uitleenexemplaren. De 156 reed na zijn schilderbeurt geregeld vanuit Zuid en de 169 en de 170 reden hun laatste ritten vanuit West. Met de komst van de Citea's werden de 157, 160-162 en de 166-173 naar Womy afgevoerd. Hoewel de enige trouwe Noordbus reed de 157 als wisselwagen (i.v.m. de komst van de Citaro's) zijn laatste rit op Westlijn 62.
Nadat de 163 (West) per 1 januari 2012 officieel buiten dienst ging vanwege de Euro II norm bleven alleen de 156 (Zuid) en de 164 (lesbus) over. Vermoedelijk zijn hun motoren aan de Euro III norm aangepast. De 156 is nu de oudste dienstvaardige wagen en rijdt afwisselend vanuit de drie garages. Daarnaast doet de 164 nog dienst als lesbus.
De 162, 163, 166 en de 173 rijden nu in Iasi.
174-200, 201-230 (DAF SB250/Berkhof Premier Jonckheer)
Tussen januari en september 2000 werden aaneensluitend de derde en vierde serie Jonckheeren geleverd; ze begonnen vanuit Garage West.
De 190-ers introduceerden matrixfilms met non-kapitale bestemmingen (die tot 2001 ook bij de rest werd aangebracht) en het nieuwe Berkhof-embleem.
De 200 ging na aflevering naar de Centrale Werkplaats en werd speciaal voor het 100-jarig bestaan van het GVB met een gouden onderkant en een motief van Joost Swarte uitgerust. Vanaf de onthulling op 17 april reed hij vier dagen lang gratis ritten om 26 april officieel in dienst te komen op lijn 44.
Ondertussen werden de 188-197 speciaal voor Sternetlijn 192 (opvolger van lijn 68 als onderdeel van het door GVB en Connexxion ingestelde Schiphol Sternet) met rode bankjes, dito plakkers en middenbalkon uitgerust. Dit zou slechts tijdelijk zijn want oorspronkelijk zouden de nog te leveren 201-225 worden uitgevoerd als rode sternetbussen (waarvan later alleen telbus 225 dit daadwerkelijk voor langere tijd werd; zie onder) maar directeur Testa besloot de aanschaf van nieuwe Sternetbussen uit te stellen en met de 201-225 (en 226-230) de nog niet afgeschreven CSA-2 standaards 346-354 en de 358-374 te vervangen die volgens de oorspronkelijke plannen nog tot 2002 zouden blijven rijden. Daarna kwamen met het overnemen van lijn 199 van Connexxion achtereenvolgens de 201, 202, 204-210, 203, 225 en de 226 (telbussen met de 227-230) aan de beurt.
In 2001 bij de komst van de 231-252 werden alle Sternetwagens (met uitzondering van de 225) tussen april en juni 2001 ontplakt en kregen ze weer blauwe bankjes; de Zuid-bussen gingen terug naar West waar ze de oudste CSA 3's vervingen.
In de zomer van 2001 kregen de 190, 191, 194, 195, 198 en de 210 (maar ook de 212, 214-216 en de 218) nieuwe plakkers. Met een zeegroene onderkant werden ze op de pendeldiensten A en B van Rijkswaterstaat ingezet i.v.m. de renovatie van de A10. De 200 en de 219 stonden op reserve.
De begin 200-en kregen matrixfilms met dunne drievoudige cijfers, een gesloten 4 en vette bestemmingen.
Met ingang van de zomerdienst 2002 werden de 211-219 omgeruild voor de 226-230, later gevolgd door de 193 en de 194. De 200 verloor zijn goud.
Tijdens de winterdienst 2003/2004 reden ook de 195-199 vanuit Noord. Bij terugkeer in mei werden ze omgeruild voor de 223-225; die laatste had nog steeds z'n oorspronkelijke Sternetplakkers.
Vlak na z'n overplaatsing botste de 224 met een gelede Volvo/Berkhof van Connexxion. Ook de 227 raakte beschadigd en kreeg bij herstel dezelfde bult als de gelede bussen. De 225 ging terug naar Garage West en kreeg een echt Sternetjasje.
In september-oktober 2005 kwamen de 191-194/195-198 proefrijden op de Zuidlijnen. Samen met de 199-207 traden ze vanaf mei 2006 in vaste dienst als vervangers van de Westwaarts gestuurde Sternetbussen 236-250.
Door het ontstane materieeloverschot doken deze gedurende de zomer overal in de stad op, zo ook de 225 die onder andere op Zuidlijn 43 kon worden gesignaleerd. Na de zomervakantie werd hij wit-blauw geschilderd. Ondertussen werd de hele serie van een rolstoelplank voorzien en een drukknop bij de middendeur.
Omdat Zuid vanwege de samenwerking met Noord een paar gelede bussen minder had was er genoeg plek om ook de 183-190 over te laten komen.
In de loop van 2007 keerden de 183-185, en de 203-207 terug naar hun respectievelijke garages.
De 210 werd in mei verbouwd tot infobus voor de OV-chipkaart waarbij het interieur grotendeels was verwijderd en een conducteursplaats werd aangebracht. Ook kreeg de 210 aluminium wieldoppen.
Net als de gelede 455 kreeg de 194 een groot GVB-logo achterop.
In 2008 verhuisde de 230 naar Zuid en kwamen heen-en-weer-pendelaars 203-205 weer over vanuit West. De 218 werd uitgeleend aan Zuid en raakte beschadigd tijdens Bijlmerdienst op lijn 47; hij werd hersteld. Eind juni was de 208 te gast, in augustus waren dat de 217 en de 175 (net als de 161 een gewild uitleenexemplaar); de 206 werd 7 september op lijn 40 gesignaleerd.
De 189, 194 en de 192 kregen in genoemde volgorde een LED-display achterop. De 183 en de 227 zijn als eersten van nieuwe motoren voorzien.
In verband met de inzet van de 556-585 op de metropendeldienst verbleven een aantal Noordbussen (die normaliter nacht- en dagdiensten rijden) gedurende de zomer in West voor dienst op lijn 18.
De 211 werd op 9 september geselecteerd voor tramdienst op lijn 26.
De 207 werd in oktober tot grijsbeplakte Zijderoutebus verbouwd (zoals kapitaal vermeld in de matrix); 1 november was ie 's ochtends te zien op Waterlooplein ('s ochtends ) en 's avonds bij het Tropenmuseum tijdens de Museumn8. In december werd de 207 weer terugverbouwd voor passagiersdienst; hij reed tijdelijk met de kapitale richtingfilm die bij de 192 was aangebracht. De 192 heeft op zijn beurt de matrix van de gesloopte 127 gekregen.
In december 2008 vertrokken er een aantal bussen uit Zuid; de 205 ruilde met de 217 uit West en met ingang van de winterdienst kwamen de 185-187 weer vanuit Noord te rijden. Hun plek werd ingenomen door het herenigde drietal 223-225 terwijl de 204 en de 205 weer naar West gingen. De 211 was eind februari/begin maart 2009 twee weken te gast in Zuid.
In genoemde volgorde kregen de 196, 187, 206, 177, 225, 222, 214, 207, 209 en de 220 bij hun schilderbeurt het uitgebreide GVB-logo en de dikke wagenparkcijfers. Bij de 224 zijn die alleen aan de blinde zijde aangebracht.
De 227 figureerde in een aflevering van de docusoap Echte Gooische Meisjes (uitgezonden op 24 mei); de hoofdrolspelers, die tijdelijk in Amsterdam Noord wonen met een beperkt budget, pakken 's avonds laat lijn 38 en stappen bij Buikslotermeerplein over op lijn 33.
De 177 maakte reclame voor de OV Chipkaart die sinds 27 augustus 2009 officieel is ingevoerd.
Na 22 augustus op Westlijn 62 te hebben gereden ging de 188 weer even naar Noord alvorens op het Zuidnest terug te keren.
Door de komst van de nieuwe gelede Citaro's (341-350) werden de 176 en de 179 eind 2009 aan een bedrijf in de Eemshaven verkocht voor personeelsvervoer. Ze waren net geen tien jaar in dienst en dat is een jaar korter dan hun nummergenoten uit 1981 die in 1992 op elfjarige leeftijd buiten dienst gingen. Daarna reden ook de Noordbussen 174, 175, 178 (rijdt nu in Skopje), 181 en 184 hun afscheidsritten; de 193 raakte tijdens een uitleendienst op Westlijn 238 zwaarbeschadigd en verdween ook uit beeld.
De afvoer was mogelijk door de komst van de gelede bussen op lijn 32 waardoor garage Noord nog maar 3 standaardlijnen had (lijn 36, 38 en 46) met hooguit twintig benodigde standaards. Ook garage West had door de komst van de gelede bussen op lijn 15 minder standaards nodig. Alleen garage Zuid had meer wagens nodig door de komst van lijn 65 en al eerder lijn 66. Vandaar dat de Westbussen 204-209, 214-216 en 222 er sinds 13 december 2009 (ingang winterdienst) rijden. De 211-213 waren aanvankelijk hulpkrachten maar na de terugkeer van de 265-267 (hoofdinzet; lijn 66) naar West zijn ze nu vaste Zuidbussen.
In 2010 werden (achtereenvolgens ?) de 218, 180, 221, 219, 223, 208 en de 228 geschilderd. De 194 reed tijdelijk met een fout geplaatste matrix aan de voorkant (lijnnummer te veel naar rechts); ook de 188 en diverse Zuidbussen hebben matrixproblemen (slijtage). De 192 kreeg in oktober weer een normale matrix van een afvoerbus. Wat er met de matrix van de 127 is gebeurd is niet bekend. De 177 verloor zijn totaalreclame. Met ingang van de jaardienst 2011 verhuisden de 177, 180, 183 en de 185-187 met lijn 36 naar West (hoewel de 188 in februari 2011 even terugkeerde op het Zuidnest).
In 2011 werden zeven wagens geschilderd; 227, 224 (allebei januari), 201, 211, 210 (alledrie mei), 186 (juni) en 198 (juli). De 216 werd alleen van achteren aangepakt en de 198 mist voorop het GVB-logo. Opvallend is dat de 210 na vier jaar in de passagiersdienst is teruggekeerd; hij rijdt vanuit West. De 221 reed in de zomer vanuit Zuid, en de 225 vanuit Noord. De 213 werd 22 augustus op Noordlijn 46 gesignaleerd en de 217 ruilde in september met de 210 uit West.
Met de komst van de Citea's trok een aantal Zuidwagens (op wisselbasis) naar West en Noord; in tegenstelling tot de 101-ers hebben zij korter in Zuid verbleven dan hun nummergenoten uit 1981.
Eind 2011 werden de 183, 187, 188, 199, 201-203, 208, 212, 213 en de 228 naar Womy afgevoerd en stonden te wachten op wat komen ging. De 189 ontsprong de dans en ging ter vervanging van de CSA-2 372 als oefenobject naar de Politie Amsterdam-Amstelland. Op 1 januari 2012 werden ook de 177, 180, 182, 185, 186, 190-192, 194, 195, 197, 198, 200, 204, 205, 215-217, 226, 227, 229 en de 230 buiten dienst gesteld maar verbleven in januari nog op het zij en achterterrrein van West maar gingen toen naar Womy.
Van beide series zijn in totaal nog maar 15 exemplaren over (196, 206, 207, 209-211, 214, 218-225). Hiervan zijn nog beschikbaar voor de dienst de 196, 206, 207, 210, 214, 218, 220-223 en de 225. In West staan deze wagens op de achterste baan gestald. Enkele wisselwagens verblijven in Zuid. Sinds 2013 verblijven er meer wagens in Zuid dan in 2012. Zowel vanuit West als Zuid worden ze alleen maandag tot en met vrijdag overdag ingezet. De 209, 211, 219 en de 224 staan op het achterterrein van West opgelegd als mottenballenvloot en zijn dus nog dienstvaardig.
Volgens de GVB website zouden er in 2012 naast de 70 Citea's en 3 Citaro's nog maar 20 Jonckheer-standaards tot het wagenpark behoren. Dit zijn er in werkelijkheid 34. Men heeft nu voor 87 standaarddiensten 102 standaards beschikbaar en voor 92 gelede diensten 104 geledes. Dit is vrij krap en dagelijks rijden er enkele standaards op gelede diensten met name op lijn 15. Ook dient men rekening te houden met inzet van bussen bij calamiteiten of stremmingen bij tram en metro. Men kan dan een beroep doen op de motenballenvloot.
De 187, 188, 199 en de 208 rijden nu in Iasi. De tot de noodreserve behorende 209 werd op 18 september 2012 gebruikt voor de Urbanatlon op de kop van het Javaeiland.
231-252 (DAF SB250/Berkhof Premier Jonckheer)
In 2001 wilde het GVB ter vervanging van de CSA-3 wagens 377-386 en 387-396 nogmaals 30 Jonckheeren aanschaffen (231-260) maar uiteindelijk werden het er slechts 22; deze vervingen als echte Sternetbussen de beplakte wagens die op hun beurt de oudste Volvo's konden vervangen.
De 231-252 (men koos voor doornummeren) hebben een volledig rood (met deels gele bult) kleurenschema en hetzelfde matrixtype als de 111 en de gelede bussen 556-585; in feite zijn ze de grotepetbussen onder de Jonckheeren. De 231 werd gebouwd op een nog bij Berkhof aanwezig ouder chassis.
De lage exemplaren begonnen vanuit Garage West op lijn 41 (244) en 192 (231-241, 243, 245), de hoge vanuit Garage Zuid op lijn 199 (242, 246-250). De 249-252 zijn telbussen.
Uiteindelijk was de verdeling;
- Garage West: 231-235, 251, 252
- Garage Zuid: 236-250
Doordat het onderhoud van de Zuidbussen in West plaatsvond was er een ruilwagen aanwezig, maar omgekeerd kon er ook een Zuidbus op lijn 192 worden gesignaleerd.
In het najaar van 2002 verscheen er incidenteel een Sternetbus op lijn 37 vlak voordat deze terugkeerde naar Garage Noord.
Net als de lagere exemplaren uit de serie 101-155 leken ze verzekerd van een langdurig verblijf in Zuid, maar in mei 2006 kreeg Connexxion het alleenrecht op busvervoer in Amstelveen (nachtlijn 354 uitgezonderd) en moest lijn 199 worden afgestaan. En met de invoer van lijn 195 naar Station Lelylaan was de overplaatsing naar Garage West een feit. Ironisch genoeg doken ze die zomer overal in de stad op.
Ondertussen werd de hele serie voorzien van een rolstoelplank tegenover de middendeur en een drukknop aan de buitenkant.
Doordat de 236-250 Westbussen waren geworden ontstond er een overschot aan Sternetmaterieel en werd besloten een aantal exemplaren wit-blauw te schilderen. De 231 was de eerste van zijn serie, daarna volgden de 232 (die aanvankelijk nog met rode bankjes reed), 233 en de 252. Eind 2006/begin 2007 werden gele deurleuningen aangebracht. Naast de sternetwagens en de 225 hebben de 231-233 als enige nog de 3 enkele bankjes aan de instapzijde behouden waar bij de andere Jonckheeren het stabalcon aanwezig is. De 252 echter niet en heeft slechts 22 zitplaatsen (en 2 klapbankjes).
De 231-233 werden sinds 2008 regelmatig uitgeleend aan Zuid.
De 231 en de 252 kregen in 2009 bij hun schilderbeurt het uitgebreide GVB-logo en de nieuwe wagenparkcijfers; de 233 volgde begin 2010. Bij de rood gebleven bussen waren dat de 236, 248 en de 249.
Sinds 11 december 2011 wordt het Sternet uitsluitend door Connexxion gereden; de 237 (aanrijdingsschade) was al buiten dienst gesteld en stond op het achterterrein van West in het rijtje Womy-gangers. In afwachting van hun vertrek werden de overige Sternetwagens in de afgesloten achterste hal van West opgeslagen; ze hebben tien en een half jaar dienst gedaan.
Nadat de 252 op 1 januari 2012 buiten dienst ging werd de 231 in de mottenballenvloot opgelegd; door materieelgebrek werd hij 9 mei als uiterste reserve op lijn 48 ingezet. Alleen de witte 232 en 233 doen nog regelmatig dienst vanuit Noord op lijn 38.
253-267 (DAF SB250/Berkhof Premier Jonckheer)
Vlak na een levering aan Eindhoven (tweede deel Hermes serie 1700-1732) kwam in 2003 een laatste serie van vijftien Jonckheeren. Aanvankelijk was er sprake van 20 stuks (253-272) maar door met het aanhouden van de 500-504 en inzet van gelede bussen op lijn 37 kon men volstaan met 15 stuks. De 253-267 zijn herkenbaar aan hun grotere achterlichten en uitzwenkende midden- en achterdeur zoals bij de gelede bussen. Ook zij zijn voorzien van het matrixtype met de vettere cijfers en letters. Verder hebben ze een zwaarder motorgeluid en trekken iets sneller op waarmee ze meer pit hebben dan hun oudere broers en daarmee iets sneller zijn.
Ze kwamen tussen 1 maart en 19 september in dienst vanuit Garage West (behalve de 258, die begon op Noordlijn 32).
Eigenlijk zou deze serie worden geleverd als 255-269, maar tijdens de bouw werd besloten om de 268 en de 269 rood-geel te schilderen en aansluitend op de Sternetbussen te herdopen tot 253 en 254; 26 en 28 mei kwamen ze in omgekeerde volgorde in dienst op lijn 192.
Plannen om de resterende Volvo standaards door nog eens twintig exemplaren (268-287) te vervangen zijn door de komst van de Waterstof en Diesel Citaro's niet door gegaan.
In 2006 werden de 255-267 van een rolstoelplank voorzien en een drukknop bij de middendeur; de 253 en de 254 kregen hun rolstoelplank aan de blinde zijde.
Door de overdracht van lijn 199 aan Connexxion en de overplaatsing van de 236-250 naar West ontstond er een overschot aan Sternetbussen en werd besloten om de 253 en de 254 wit-blauw te schilderen.
In het kader van de campagne 'GVB Verbindt Heel Amsterdam Met Heel Amsterdam ' werd de 266 (net als tram 813) in oktober 2008 beplakt. Hij verscheen op lijn 32 en ging op promotiebezoek naar Rotterdam.
De 256 deed in 2008 voor het eerst dienst als Sinterklaasbus.
Op 14 januari 2009 tijdens dienst op lijn 63 bij Station Lelylaan verbrandde de achterkant van de 258; hij werd hersteld.
Op 12 mei tijdens dienst op lijn 64 werd de 261 door tram 781 van lijn 7 geramd; vijf mensen raakten gewond. Beide wagens kwamen daarna weer in dienst.
In augustus verhuisden de 265-267 naar Zuid voor dienst op de nieuwe IJburglijn 66; door hun iets hogere snelheid kon de krappe rijtijd op deze lijn worden gehaald. Zo nu en dan werden ze geruild tegen de 211-213 uit West maar later werd dit weer vast en gingen de de 265-267 terug naar West. In tegenstelling tot de vroegere integratielijnen die altijd met het nieuwste materieel reden reden op de interlokale lijn 66 (Muiden) evenals lijn 49 (Weesp) ook de oudste wagens.
De 259, 257, 255, 263, 264, 266, 253, 254, 260, 256, 262, 265, 267 en de 261 hebben bij hun schilderbeurt in 2009/10 het uitgebreide logo en het nieuwe parkcijfertype gekregen. De 253 is beplakt met 'GVB Verbindt...'-totaalreclame en de 261 kreeg later weer een oud embleem achterop. Met ingang van de jaardienst 2011 reden ze ook op de naar West overgeplaatste Noordlijn 36 en reden (uitzonderingen daargelaten) voor het eerst in Noord.
Sinds de jaardienst 2012 verblijven een paar wisselwagens in Zuid.
De nog overgebleven Jonckheeren zijn nu meer dan tien tot bijna veertien jaar in dienst; langer dan hun Novio/Hermesbroers 9901-9910 (1999) en 1700-1732 (2001-2003) die in 2009 uit Nijmegen en Eindhoven moesten vertrekken door het jong-en-schoon materieel-beleid van de nieuwe streekvervoerder Breng in eerstgenoemde stad (de 1713 heeft nog bij Veolia in Apeldoorn gereden op huurbasis totdat Syntus op 12 december 2010 de concessie overnam). Ze stonden opgelegd bij de Connexxion garage/remise in Nieuwegein samen met een groot aantal groene hogepet-Alliances (2409...2800) en Volvo Duvedec-geledes. Inmiddels zijn ze daar verdwenen, vermoedelijk naar een land in het Oosten.
Wit-blauwe gelede Jonckheerbussen
556-585 (Volvo B7LA/Berkhof Premier Jonckheer)
Op 5 november 1999, te midden van een vijfdaags verblijf in Amsterdam reed er een gelede Citaro vijf gratis ritten op achtereenvolgens lijn 33, 34 en 21; hierbij werd de klanten naar hun mening gevraagd. In deze zelfde periode kwam er ook bezoek van een Van Hool-bus zoals die ook bij GVU in dienst kwam.
Na deze proefritten werd in 2000 de gelede versie van de Jonckheer ontworpen; een duwbus met de motor in de aanhanger (wel even wennen voor de chauffeurs) waardoor de bult achterop niet meer nodig was maar toch aangebracht vanwege de koeling en om niet uit de toon te vallen met de standaards.
De voordeur heeft een leuning zonder dwarsbalk en de midden- en achterdeur zijn weer van het uitzwenkende soort. Verder heeft het achterstuk een holle wielvelg in plaats van een bolle en naar goed GVB-gebruik zijn de geledes op Volvo-chassis gebouwd (en herkenbaar aan de opgeplakte grill).
De 556 (net als de Franse gelede bussen werd er achter Utrechtenaar 555 genummerd) werd op 13 september 2000 afgeleverd en reed mee in de jubileumoptocht ter gelegenheid van 100 jaar GVB. Daarna ging hij weer terug naar Berkhof voor aanpassingen om vervolgens proefritten te maken bij de BBA.
Op 10 maart 2001 kwamen de 556 en de 557 (geleverd op 19 februari) als lesbus. De 558-561 volgden 12 en 14 maart.
21 mei kwamen de eerste wagens in dienst; de 559, 560 (vervanger), 562, 564-567, 577 en de 578 op lijn 15, de 556 en de 565 op lijn 18.
De 578-585 zijn telbussen; laatstgenoemde begon echter met warmrijden bij de Novio in Nijmegen; bijgestaan door de echte Utrechtenaren 501..575 draaide hij pendeldiensten tijdens de Nijmeegse Vierdaagse.
Al snel kwam de serie ook op lijn 21 te rijden en op nachtlijnen uit alle garages; door de samenwerking met Zuid op de gelede bussen 445-469 kon vanaf november 2002 een wisselwagen op lijn 22 worden aangetroffen.
Tot 2007 vervoerde de 556 jaarlijks ziekenhuispatiënten naar de intocht van Sinterklaas.
Door aanrijdingsschade verloor de 576 zijn grill en lijkt nu op zijn 12-meter broers.
In 2006 werden de 556-585 van een rolstoelplek voorzien en een drukknop bij de middendeur; de zit-/staanplaatsverhouding veranderde daardoor in 45/87.
Met ingang van de zomerdienst op 28 mei 2006 verhuisden de 556-565 naar Noord ter vervanging van de CSA3's 486-495; de 566-570 volgden in oktober. In december 2007, toen de gelede Citaro's 301-330 instroomden, keerden de 556-559 en 570 terug naar West.
Op 24 mei 2008 werd de 563 op de IJdoorlaan in de geleding gereden door een automobilist die de bus niet zag.
Op 18 juni tijdens dienst op lijn 21 bij de Admiraal de Ruijterweg botste de 577 met Combino 2125 en haalde daardoor het nieuws op AT5. Hij stond maandenlang aan de kant in Garage West met forse schade aan de rechter voorzijde.
Gedurende de zomervakantie (30 juli-17 augustus) verbleven twintig bussen (vijf uit Noord, vijftien uit West) in Zuid voor dienst op de tijdelijke pendelbuslijn 59; het onderhoud vond gewoon plaats in hun eigen garages.
Deze diensten werden allemaal gereden door Poolse chauffeurs terwijl stadstoezichthouders als conducteur fungeerden. Op de haltes stond een stempelautomaat welke sinds 1991 bij de bus is verdwenen.
De 556-559 bleven in West; lijn 18 reed grotendeels met standaardbussen (net als lijn 33 in Noord), lijn 19 en 21 vrijwel uitsluitend met de Citaro's. De vijf resterende Noordbussen reden normaal.
Daar de werkzaamheden uitliepen bleef lijn 59 nog enkele dagen rijden en werden daarbij ook wagens uit de serie 445-469 ingezet; deze werden uitgevoerd met eigen chauffeurs.
Met ingang van de winterdienst op 14 december 2008 gingen de 560-569 ook enkele diensten rijden op de Zuidlijnen 40 en 47.
De 568 verloor z'n grote wagenparkcijfers aan instapzijde.
In de zomer van 2009 werden alle geledes (dus ook de Citaro's) vanuit Zuid ingezet op de tijdelijke pendelbuslijn 55 naar Amstelveen Westwijk. Wederom werden ze bestuurd door Poolse chauffeurs met een Nederlandse begeleider.
Op 23 november werd de 585 op lijn 15 gesignaleerd; dit was een voorproefje van de terugkeer naar gelede bussen drie weken later. De 560 en de 561 keerde terug naar West.
In 2009 kregen de 565, 579, 570, 557 en de 582 bij hun schilderbeurt het uitgebreide logo en dikke wagenparkcijfers. De 566, 569, 577 (na schadeherstel allebei grill-loos), 567, 574 en de 558 volgden begin 2010. De 568 heeft achterop een LED-display gekregen en de 567 is aan instapzijde weer in het bezit van oude wagenparkcijfers (behalve de 6 in het midden).
Met de komst van de nieuwe Citaro's in Noord/Zuid (lage exemplaren 351-379) gingen de 562-569 terug naar West. Het einde is na nog geen tien jaar sowieso gekomen. Medio januari 2011 reden de laatste acht exemplaren vanuit West in dienst (de 556-558 en de 581-585) en daarmee waren ze twee jaar korter in dienst dan hun Mercedes nummer- en soortgenoten die in 1989 op bijna twaalfjarige leeftijd buiten dienst gingen, en zeven-en-een-half jaar korter dan hun merk- en soortgenoten 500-504.
Van deze serie heeft dus geen enkel exemplaar 10 jaar dienst gehaald en dat is met uitzondering van de minibussen 581-584, 585-591 en de meeste proefbussen de enige grote serie van het GVB die in zijn geheel zo kort dienst gedaan heeft.
Ze werden opgeslagen bij EVO-bus in Nijkerk; de defecte 578 kwam pas later en op 14 februari gingen de 573 en de 577 even terug naar West om officieel te worden afgekeurd.
EVO-bus verhuurde tien wagens (556, 558, 560, 563, 572, 573, 575, 577, 579, 582) aan de RET; tussen 22 april en 8 mei reden ze metrovervangende pendeldiensten op lijn E (snelbus F) tussen Berkel Westpolder en Rotterdam Centraal.
Met uitzondering van de 560, 573 (gedeeltelijk) en de 582 (geheel) waren de wagens hun GVB-nummers en emblemen kwijtgeraakt. De overige zeven hadden een zwart GVB wagenparknummer op de voorruit. De matrix was buiten werking en voorzien van een sticker met de tekst 'Randstadrail Pendel' (ook op de rechter voorzijde). Ook waren er geen chipkaartlezers (meer) en was het vervoer dus gratis. Voor stopbus G had men voormalige bussen van de BBA en Hermes gehuurd.
Voor de derde keer reden er nu Amsterdamse bussen in Rotterdam afgezien van proefbussen (eerder reden er al tikkers en midibussen terwijl de Leylands 296-299 en oudste DOL bussen 301...320 er zouden gaan rijden). Omgekeerd hebben er behalve proef en methadonbussen nooit Rotterdamse bussen in Amsterdam gereden. Wel reden er Rotterdamse bussen in onder meer Utrecht, Breda, en bij de streekvervoerbedrijven ZWN en FRAM.
De 557, 559, 566, 567, 568, 570, 571, 576, 577, 580, 583, en 584 zijn inmiddels verkocht aan de luchthaven van Warschau en die van Litouwen voor platformdiensten. [2]
De 556, 563, 572-575, 578, 579, 581, 582 en 585 werden verkocht aan het vervoerbedrijf Volán in Hongarije. De 562 en 564 werden plukbus en van de 561, 565 en 569 is de bestemming onbekend.
De 558 en 560 bleven echter in Nederland en werden verkocht aan Gelderesch in Groenlo en kregen de wagennummer 518 en 519. Ze worden onder meer ingezet voor school en groepsvervoer in Duitsland bij dochterbedrijf Klein Wiele in Bocholt.
Voor de 573 viel er na zijn buitendienststelling nog wat eer te behalen, want in de nieuwe GVB folder over de dienstregeling 2012 maar ook op de nachtbusfolder stond hij afgebeeld als de nieuwe nachtlijn 369 en dat terwijl er normaliter geen gelede Jonckheeren meer in de nachtdienst worden ingezet.
445-469 (Volvo B7LA/Berkhof Premier Jonckheer)
Ter vervanging van de CSA3's 505-519 en 496-504 bestelde het GVB in 2001 nogmaals 25 gelede Jonckheeren. Daar vooruitnummering (586-610) niet mogelijk was omdat de 3G-trams 602-610 nog steeds rondreden koos men weer voor achteruitnummering; dit had dus de serie 446-470 kunnen opleveren maar vanwege de in de 4G/5G-trams gewortelde traditie werd het 445-469. Plannen voor aanschaf van nog eens 30 gelede Jonckheeren ter vervanging van de 500-504 en 471-495 vonden geen doorgang waardoor de 500-504 16 jaar dienstdeden.
De kentekens van de 445-449 werden op 30 november 2001 afgegeven; probleem was echter dat het GVB ze niet wilde afnemen wegens een onvolkomenheid in de stuurinrichting en enkele andere technische onvolkomenheden waardoor ze daarom werkloos aan de kant stonden bij Berkhof. De 445 had echter geluk; Na eerst op een bussalon in Kortrijk te hebben gestaan ging hij net als de 145 en de 585 warmrijden in Nijmegen in de wit-rode kleurstelling van de Novio.
Met ruim een jaar vertraging kwam de serie vanaf 25 oktober 2002 in dienst op lijn 15 (449, 453, 457) en 18 (450). Vanwege een samenwerking met Zuid werden de wagens vanaf 4 november ook op lijn 22 (452, 456, 446, 459, 460) ingezet. De 445 maakte pas 4 januari 2003 z'n opwachting.
De verdeling was toen;
- Garage West: 454-463 (460-463 telwagens)
- Garage Zuid: 445-453, 464-469 voor dienst op lijn 22, 59, 67 en 75/76 (464-469 telwagens).
Later kwam de 454 de Zuidploeg versterken, en ook de 455 en de 463 hebben er tijdelijk deel van uitgemaakt.
Net als in 1975 en in 1988 wilde de Noordchauffeurs ook weleens met nieuwere wagens (lagevloergeledes) rijden in plaats van alleen maar met de 13/14 jaar oude CSA3 geledes; en dus gingen de 455-463 in mei 2005 van West naar Noord in ruil voor de 478-485. En hierdoor werden het Noord en Zuid die samen gingen werken op de gelede bussen; vanaf juni 2006 kwamen er tien wisselwagens in laatstgenoemde garage te staan. Nachtdiensten vinden plaats in het weekeinde.
Datzelfde jaar werd de hele serie van een rolstoelplank voorzien en een drukknop bij de middendeur; de zit-/staanplaatsverhouding kwam daardoor op 45/86 te staan.
Door aanrijdingsschade verloren de 445, 451 en de 465 hun grille waardoor ze nu op hun 12-meter broers lijken.
Op 8 januari 2007 rukte de 459 tijdens dienst op lijn 22 in naar Zuid met een defecte brandstofleiding welke echter in Noord moest worden hersteld.Door een misverstand werd ie 's avonds rijdend (in plaats van met de sleepwagen) naar Noord overgebracht en dat wreekte zich; op de A10 ontstond er kortsluiting en brandde de 459 volledig uit om als eerste Jonckheer vroegtijdig uit beeld te verdwijnen. De dagen daarna werden alle gelede Jonckheeren gecontroleerd op de brandstofleiding.
Op 5 juli 2008 tijdens dienst op lijn 33 brak er een brandje uit in de 468; het werd aangestoken door een passagier die niet wou betalen. De 468 werd hersteld.
In de geplande laatste week dat de tijdelijke lijn 59 reed (11-15 augustus) werden er ook enkele wagens 445-469 ingezet.
Op 18 augustus 2008 vloog het achterstuk van de 447 (inmiddels aan de instapzijde voorzien van dikke parkcijfers zoals de gelede Citaro's) tijdens dienst op lijn 18 in brand. Ondanks dat de brandweer nog verdere schade kon voorkomen is het achterstuk naar de sloper gebracht. Het voorstuk was opgeslagen in Noord en het front is gebruikt als vervanger en inmiddels is het restant van het voorstuk ook afgevoerd.
In 2009 en 2010 werd de serie geschilderd en voorzien van het uitgebreide logo en nieuwe wagenparkcijfers; achtereenvolgens waren dat de 451, 454, 464, 456, 458, 452, 445, 450, 462, 460, 448, 455, 446, 468, 457, 449, 467, 453, 468, 466, 463, 461 en de 469. De laatste dertien zijn hun grille kwijtgeraakt en bij de 463 waren de nieuwe cijfers eerst alleen achterop aangebracht. De 456 mist van achteren het GVB-bijschrift. De 451 was in het najaar van 2009 lesbus in Utrecht en Maarssen en de 461 heeft achterop een LED-display. De 446 heeft inmiddels geen logo meer achterop.
In de zomer van 2010 werd de serie voor het laatst op pendelbuslijn 59 ingezet; eigenlijk was dat niet nodig omdat het onderhoud van de metrotunnel dat jaar niet doorging.
Met de komst van de gelede Citaro's 351-379 verloren de 445-ers ook hun functie als wisselwagens; ze rijden nu weer vast vanuit Noord. Als vervanger van een dienst van een uitgevallen waterstofbus wordt regelmatig vanuit Noord een wagen op lijn 22 ingezet.
Op 21 november 2012 werd de 467 in de IJtunnel geramd door een R-netbus van EBS (de nieuwe eigenaar van de voormalige NZH-garages Edam en Waterland). Hij stond daarna met een beschadigde achterzijde in West en herstel leek twijfelachtig, maar is uiteindelijk toch gebeurd en de wagen is weer dienstvaardig. Half maart werd de 462 terzijde gesteld na een zware aanrijding.
Inmiddels rijden de resterende 22 wagens meer dan tien jaar in dienst en gaat het GVB, verplicht door de strengere millieunormen, een aanbesteding uitschrijven voor 16 nieuwe gelede bussen voor vervanging met levering in 2014. Met de huidige materieelbehoefte zijn 16 wagens te weinig en het is nog niet bekend of er meer wagens komen, men een aantal oude wagens in dienst houdt of dat er minder lijnen geleed gaan rijden. Hiermee zullen de wagens dan 2 jaar langer in dienst zijn dan de 556-585, maar zijn door hun vertraagde indienststelling maar een half jaar ouder.
Wit-blauwe Berkhofmidibussen
Zie Busmaterieel van NZH (1931-1947), Busmaterieel van NZH (1947-1967), Busmaterieel van NZH (1967-1987) en Busmaterieel van NZH (1987-1999) voor de hoofdartikelen over dit onderwerp. |
Proefbus
570 (Dennis Dart/Berkhof)
In 1994 bouwde Berkhof een Dennis-proefbusje met klapdeuren (tweevleugelige instap), MZ-matrixfilms en een gedeeltelijk verlaagde vloer. Het rood-witte busje ging op tournee langs ZO (vlak voor de fusie met VSL tot Hermes), RET, GVBG, Centraal Nederland (vlak voor de overgang naar Midnet) en NZH, om daarna aan Special Vehicles in Vlijmen te worden verkocht.
Op 13 november 1995 werd de Dennis aan GVB verhuurd; vier dagen later kwam hij in dienst op lijn 30. Hoewel geregistreerd als 008 kreeg hij het nummer 570 (dus achter de Fransozen) en bleef tot 1 april 1996 in Amsterdam.
Voorzien van het ESO-nummer 3148 (in dezelfde serie als de DAF/Den Oudsten-proefbussen uit 1988) werd ie in mei 1998 aan de NZH verhuurd dat precies een jaar later in Connexxion opging. In 2002 ging de 3148 buiten dienst om op 23 mei 2003 te worden afgevoerd.
Eigen bussen
010-015 (MAN 11220/Berkhof)
De proef met de 570 was succesvol genoeg om in 1996 vijf busjes te willen bestellen. Door de opgelegde investeringsstop duurde het echter tot 1997 voordat het GVB ze daadwerkelijk kon bestellen. Het GVB bestelde nu zes exemplaren maar dan op een aangepast MAN-chassis. Ze hadden dezelfde bankjes als de Jonckheeren.
Ze zouden 585-590 genummerd worden maar om geledes en midi's apart te houden koos men uiteindelijk voor 010-015; dus na de 007 en voor de 023.Het zwarte wagennummerbordje in de bus vermeld echter de wagennummers 10-15 dus zonder 0.
De 010-015 werden 17 juli 1998 afgeleverd waarna de eerste twee exemplaren in augustus in dienst kwamen op lijn 30. De overige vier werden verdeeld tussen Noord (012, 013) en Zuid (014, 015). Al snel kregen die laatste twee gezelschap van de 013 waarna het drietal werd ingezet op lijn 60, 60+ en 60S (de laatste incidenteel en een maal zelfs gelijktijdig met een dubbeldekker toerbus op een andere dienst).
Na opheffing van de telefoonbus en de drie lijnen 60 trokken de Zuidbussen naar West voor dienst als lesbus (de 013 keerde uiteindelijk terug naar Noord); daarnaast werden ze ook ingezet voor personeelsvervoer en invaldiensten bij materieeltekort.
Ook de Berkhof-midi's waren eigenlijk te groot voor de wegen in Landelijk Noord, en zelfs de bewoners van Schellingwouderdijk waren ze liever kwijt dan rijk. Uiteindelijk kwam men tot een compromis met de stadsmobielbusjes en gingen de 010-015 alleen doordeweeks en overdag op lijn 30 en 31 rijden.
Eind 2006/begin 2007 werden gele deurleuningen aangebracht.
In de zomer van 2008 gingen de lesbussen 014 en 015 tijdelijk weer naar Zuid; na hun terugkeer in de Jan Tooropstraat zijn ze niet meer ingezet. In juni 2010 werden de 010 en 011 afgevoerd naar Womy en gingen de 014 en 015 weer naar Noord.
Ontdaan van GVB-emblemen en wagenparknummers verhuisde de 010 naar Stip, de 011 naar Letland om luchthavendiensten te draaien op Riga Airport terwijl de 012-015 in Kedainiai in Litouwen rijden.
Aanvankelijk had men voor eind 2010 vier nieuwe midibussen besteld (onbekend welk merk/type en welke wagennummers) maar deze werden afbesteld omdat men besloten had de 012-015 te vervangen door vier (ex-)Stop/Go-busjes. Daar de ombouw vertraging opliep reden de 012-015 nog tot de zomerdienst 2011 en gingen toen op dertienjarige leeftijd buiten dienst en werden afgevoerd. Van alle kleine busjes zijn zij het langst in dienst geweest; drie jaar langer dan de Volkswagens 575-583 en twee jaar langer dan de DAF/Verheul micro's 575-580.
Wit-blauwe Mercedesminibussen
Stadsmobiel
1000-1100 (Mercedes Sprinter/Kusters)
Deze Mercedes Sprinter/Kusters busjes rijden vanuit garage West stadsmobieldiensen voor ouderen en gehandicapten.
Verder rijden ze op lijn 30/31 in de avonduren en weekend wanneer deze lijnen als belbus worden gereden.
In de jaren 90 reden ze ook enige tijd op nachtlijn 71 wegens personeelsgebrek. Ook werden ze gebruikt als POD-wagen (= personeels-ophaaldienst).
In de laatste jaren van het bestaan van spitslijn 44 naar de Riekerhaven reden ze ook op deze lijn.
Na de komst van de MAN midibussen 010-015 reden ze enige tijd op lijn 30 omdat de bewoners van de Schellingwouderdijk tegen de inzet van de te grote bussen op het smalle dijkje waren. De MAN bussen reden toen alleen op de drukste ritten. Wel kwam het toen voor dat soms 2 stadsmobielbusjes op 1 dienst moesten worden ingezet omdat er meer dan 8 passagiers mee wilde. Later kwam men tot een compromis met de bewoners en reden de stadsmobielbusjes alleen in de avonduren.
Ook komen ze voor op tram en metropendeldiensten zoals in de zomer van 2008 de pendellijn tussen Nieuwmarkt en het Centraal station vanwege de tijdelijk sluiting van de metrotunnel.
Opstapper- of Stop-Go-bussen
2093-2099 (Mercedes Sprinter/Kusters)
In 2001 verschenen deze zeven busjes van de aanvankelijk als grachten(gordel) bus aangeduide de Opstapper. Het waren echte minibusjes met maar 8 zitplaatsen van hetzelfde type als de Jonckheeren. Ze begonnen vanuit Garage Noord en werden rond 2 februari 2002 tijdelijk oranje geschilderd.Later verhuisden ze naar West waar ze ook werden ingezet voor tramvervangende pendeldiensten.
In januari 2008 werd de Opstapper omgedoopt tot Stop-Go (de derde naamsverandering) omwille van de herkenbaarheid bij de toeristen.
Met de komst van de 2052-2057 ging de serie buiten dienst; alleen de 2096 en de 2097 bleven in West en kregen het nieuwe groen-blauwe kleurenschema. Medio 2010 was het dan echt afgelopen maar ze werden vanaf 14 oktober 2011 verhuurd aan de nieuwe exploitant van de opstapper welke inmiddels weer ter ziele is en de wagentjes weer in West buiten dienst staan.
Grotere Stop-Go-bussen
2051 (Mercedes 0515CDI Sprinter City/Kusters)
Tussen februari en juli 2008 kon op de Stop-Go een sprinter worden aangetroffen die een stuk groter was dan de 2093-2099. Na afloop van z'n proefperiode vertrok de 2051 naar Taxi Verstraten in Venray.
2052-2057 (016-019; Mercedes 0515CDI Sprinter City/Kusters)
Voorjaar 2008 werden zes nieuwe Mercedes sprinters in dienst gesteld. Ze hebben vier zitplaatsen meer dan de 2051 en dezelfde bankjes en matrixfilms als de gelede Citaro's. Ook hadden ze een nieuw kleurenschema (blauw met groene onderkant) en een enkelbladsachterdeur met hoge uitstap.
In verband met de bezuinigingen is de StopGo per 1 januari 2011 opgeheven. De 2057, 2056, 2052 en de 2054 zijn in deze volgorde in de wit/blauwe GVB kleuren geschilderd en geschikt gemaakt voor dienst op lijn 30/31 met onder meer een aangepaste matrix en chipkaartlezers als vervangers van de 012-015. Ze zijn in genoemde volgorde vernummerd in 016-019 om dubbeltellingen met de Combino's te voorkomen.
De 2053 en de 2055 werden verhuurd aan een particulier welke sinds 14 oktober 2011, met een subside van de gemeente, de herrezen StopGo exploiteert onder de naam Amsterdam City Circle Line maar inmiddels weer ter ziele is en de wagentjes in West weer buiten dienst staan.
Wit-blauwe Tukki's
1-6
Van 14 mei 2010 tot en met eind 2011 zette het GVB 6 Tukki's in in de nachten van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag tussen het Leidse en het Rembrandtplein. Ze hadden de wagennummers 1-6 en moesten worden gezien als aanvulling op de nachtbuslijnen.
Alliancebussen van andere bedrijven
HTM huurbussen
839, 840 (Mercedes 0405G/Mannheimer)
Ter vervanging van de laatste CSA 1's nam HTM in 1996 een serie Mercedessen naar Duits voorbeeld in dienst; per 23 mei 2007 huurde GVB de 839 en de 840 om het materieeltekort op te vullen dat was ontstaan nadat de 1200-en terugkeerden naar Connexxion. Vanwege de komst van de gelede Citaro's deden ze uitsluitend dienst als lesbus.
Op 1 januari 2008 gingen 839 en de 840 terug naar Den Haag waar alleen laatstgenoemde weer voor een paar maanden in dienst kwam. Inmiddels is hij museumbus.
671-675 (Mercedes 0405G/Mannheimer)
HTM had een aantal bussen overgenomen van een Duitse streekvervoerder die in Den Haag als 600-en werden genummerd. Net als de Alliances werden de 671-675 in 1999 gehuurd voor treinvervangende diensten op de Schiphollijn.
101-207 (DAF/Den Oudsten Alliance B93)
Ter vervanging van de CSA 2's kreeg HTM in 1998 45 hogepet-Alliances (uiteindelijk 107 stuks); De hoogst genummerde exemplaren reden jaren lang bij de SVD in Dordrecht. Hiervan huurde het GVB in 1999 diverse exemplaren voor treinvervangende pendeldiensten op de Schiphollijn. Waar de rol van hun Connexxion broers al jaren is uitgespeeld waren de laatste Hagenezen 176...207 nog tot december 2012 in dienst, maar zij werden door de bezuinigingen overbodig maar hebben desondanks hun leven gerekt door de afbestelling van de laatste 20 Lion's City aardgasbussen. Alleen bij de RET reden er tot begin 2013 nog een aantal Den Oudsten Alliance bussen. Wel zijn er bij de RET nog een aantal exemplaren in de mottenballenvloot aanwezig.
914 (DAF/Den Oudsten Alliance B93)
Tegelijkertijd met de standaards nam HTM ook een serie gelede bussen in dienst; hiervan werd de 914 in 1999 gehuurd voor proefritten op lijn 19, 21, 33 en 34 i.v.m. de bestelling van de gelede Jonckheeren. Inmiddels hebben alle Haagse gelede bussen moeten wijken voor Lion's City aardgasbussen.
301-330 (DAF/Berkhof Diplomaat)
Een aantal wagens uit deze HTM serie uit 2005 doet dienst op Schiphol op pendeldiensten welke de HTM verzorgt.
Connexxion huurbussen
597-599 (DAF/Den Oudsten Alliance B93)
Ter vervanging van de ex-VAD Volvo/Jonkheere gelede bussen 7850-7869 schafte Midnet in 1998 een serie gelede Alliances aan. De 9000-en deden dienst op het stadsnet van Almere totdat deze eind 2003 werd omgedoopt tot Maxx en er geen plaats meer was voor materieel ouder dan vier jaar.
De Alliances leken hiermee vroegtijdig aan hun einde gekomen, maar doordat het GVB met een materieeltekort kampte kregen drie exemplaren een herkansing; de 9022, 9035 en de 9021 werden voorzien van grote GVB-logo's (op de plek van 'Connexxion Almere') en in genoemde volgorde tot 597-599 (C4-cijfers) vernummerd.
Ze hadden hetzelfde matrixtype (MZ) als de Jonckheeren (zowel kapitaal als non-kapitaal) en kwamen in september 2004 in dienst op de Westlijnen 15 (598, 599) en 21 (597). Daarnaast reden ze ook op lijn 21 en kon de 597 zelfs op Schiphollijn 222 worden aangetroffen. Tussen 22 november en 31 december 2004 reden ze hun afscheidsritten op lijn 18 (598, 599) en 21 (597). De 597 was nog tot 7 december actief als lesbus.
Daarna reden de gelede Alliances (ook de exemplaren die niet aan GVB waren verhuurd) bij Novio en HTM waar ze weinig kilometers maakten. In 2007 zouden ze vanuit Den Haag worden opgeknapt voor een terugkeer naar Amsterdam, maar doordat GVB de gelede Citaro's in dienst nam stonden ze nog lange tijd hun noodlot af te wachten.
1200, 1203, 1204, 1206-1208, 1210 (DAF/Den Oudsten Alliance B90)
Speciaal voor de Hilversumse stadslijnen (ex-CN) nam Midnet in 1996 elf lagevloer-Alliances met klapdeuren en MZ matrixfilms in dienst. Deze nummergenoten van de bekende DAF/Hainje-wagens uit 1974 (ook Hilversummers) kregen bij Connexxion het groene kleurenschema en werden door de opmars van de MAN Lion's Cities op nog geen tienjarige leeftijd overbodig.
Ter vervanging van de laatste CSA 3 standaards (416, 430, 433, 434) huurde GVB zeven exemplaren; 29 mei 2006 kwamen ze in dienst vanuit Garage West op lijn 48 (1206), 231 (1200, 1207), 232 (1203, 1208) en 238 (1204). De 1202 en de 1209 kwamen ook naar Amsterdam, alleen bleven zij in dienst van Connexxion en reden ze voor anderhalf jaar op de door GVB afgestane lijnen 165 en 166.
De huurlingen werden wit-blauw beplakt en behielden hun kapitale matrixbestemmingen en ESO-nummers; deze werden aangebracht in dezelfde cijfertypes als bij CN en Midnet. De 1207 en de 1210 reden in hun eerste week met een groen front. Al snel werd de inzet uitgebreid met ochtendspitslijn 268 en een eenmalige rit op lijn 15 die voor drie-en-een-half jaar weer met standaards ging rijden.
Tussen 15 maart en 31 mei 2007 reden ze hun afscheidsritten op lijn 48 (1204, 1208) en 268 (1200, 1203, 1210, 1206, 1207). De 1200 en de 1204 gingen defect terzijde en nog voor de officiële uitschrijfdatum (8 juni) keerden alle wagens terug naar Connexxion. Ze sleten hun laatste dagen in het wit-rood van Novio en via Womy werden ze eigendom van Excellent Reizen.
2409...2802 (DAF/Den Oudsten Alliance B96)
Tussen 1999 en 2002 werden de ingebrachte MB 200-en vervangen door groene hogepet-Alliances. Door het faillissement van Den Oudsten, de massale instroom van de Ambassadors en Lion's Cities en de strengere milieu-eisen werd hun noodlot al op vroege leeftijd bezegeld. De in Amsterdam rijdende bussen (veelal brede instaps) gingen namens de ING personeelsdiensten draaien tussen station Sloterdijk en de Haarlemmerweg. Regelmatig toonde de matrix een bestemming als bijvoorbeeld Tuitjenhorn. De 2647 en de 2648 bleken ware volhouders, want ze waren tot 31 december 2009 in dienst.
Hermesbussen
1-5 (DAF/Den Oudsten Alliance B91)
Ter vervanging van de Haagse zontomaten nam Meering in 2007 vijf Alliances (4900-en) over van Hermes. In het begin waren ze nog geel-blauw maar al snel werden ze wit-rood geschilderd en tot 1-5 vernummerd; net als hun voorgangers verzorgen ze het kindervervoer.
Oostenrijkbussen
203 (DAF/Den Oudsten Alliance B91)
Dit bedrijf nam in 1993 een aantal eigen Alliances in dienst waarvan de 203 in 2007 dienstdeed op lijn 46.
Wit-blauwe Citarobussen
Proefbussen
001-003 (Mercedes Citaro/Evobus)
Samen met Reykjavik, Madrid, Barcelona, Hamburg, Stuttgart, Luxemburg, Londen en Stockholm nam Amsterdam deel aan het CUTE-project (Clean Urban Transport Europe) waarbij elk stadsvervoerbedrijf drie waterstofbussen in dienst nam voor een proefperiode van twee jaar.
Ditmaal klopte het GVB niet bij Berkhof aan maar bij Evobus voor de aanschaf van drie Mercedes Citaro's; deze werden in driedeurs-uitvoering geleverd (brede instap, uitzwenkende midden- en achterdeur) en met hetzelfde matrixtype als de 111, 231-252, 253-267 en de gelede Jonckheeren.
Bovenop zat een installatie met negen waterstofcilinders en brandstofcellen; goed voor een rijvermogen van 200 kilometer.
Omdat het hier om proefbussen ging werden ze niet achter de 253-267 genummerd (268-270) maar tot 001-003, net als de naar Hongarije geëmigreerde MAN/Berkhof lagevloerbussen uit 1993.
Op 15 december 2003, vier dagen na de perspresentatie werden ze ingezet op lijn 35 (002) en 38 (001); de 003 begon met personeelsvervoer.
De proef was zo'n succes dat ie eind 2005 met twee jaar werd verlengd; maar vanaf 28 mei 2006 werd lijn 35 aan lijn 34 gekoppeld en dus schoven de 001-003 naar lijn 32.
In de zomer van 2007 verzorgde het drietal op gepaste wijze de pendeldiensten naar de waterstofbeurs.
Op 15 december raakte de 003 licht beschadigd; maar omdat de proef ten einde liep kwam hij niet meer in aanmerking voor herstel.
De waterstofbussen zouden per 1 januari 2008 buiten dienst gaan, maar de 001 en de 002 wisten er nog twee weken aan vast te plakken; 16 januari reden ze hun afscheidsritten op lijn 32 en negen dagen later werden ze samen met de 003 naar het NDSM-terrein gebracht.
Nauwelijks vier jaar oud werden de 001 en de 003 geplukt en een paar maanden later afgevoerd voor sloop. De 002 ontsprong de dans en werd 20 februari museumbus van de MOVE; Hij stond lange tijd opgeslagen in een loods in Noord maar staat inmiddels bij het busmuseum in Ouwsterhaule evenals onder meer Omvormer 157 en micro 154.
Standaardbussen
004-006 (Mercedes Citaro/Evobus)
Om het zekere voor het onzekere te nemen werden er ook drie analoge dieselbussen geleased. Bij de 001-003 traden er echter geen problemen op waardoor de 004-006 lange tijd stonden te niksen in Garage West; 16 september 2004 kwamen ze dan toch in dienst vanuit Garage Noord op lijn 32 (005), 35 (006) en 38 (004).
In tegenstelling tot de waterstofbussen konden de diesels wel op alle lijnen worden ingezet, en gingen ze ook nachtdiensten draaien.
Nadat de waterstofproef eind 2007 afliep werden de 004-006 officieel eigendom van het GVB. De 006 raakte in 2008 zwaar beschadigd maar werd hersteld. Inmiddels zijn de drie wagens geschilderd waardoor ze, afgezien van de matrixfilms, in de pas lopen met hun gelede broers. Ze rijden vanuit Noord op lijn 38 en de nachtlijnen.
Duitse proefbus
? (Mercedes Citaro/Evobus)
Medio 2009 stond er een grijze waterstofbus uit Duitsland in Garage West.
Wit-blauwe gelede Citarobussen
301-340 (Mercedes Citaro 05390 CNG/Evobus)
Aanvankelijk dacht men ter vervanging van de laatste CSA-3 en B88 Volvo gelede bussen 39 nieuwe gelede bussen aan te schaffen. Door de nieuwe eisen van de concessiegever koos men echter voor meer standaards en minder gelede bussen. Daarbij dacht men bij de nieuwe dienstregeling van 2006 te kunnen volstaan met de 55 Jonckheer gelede bussen voor de lijnen 18, 21, 22, 33, 34 en 35 al snel bleek dat op de lijnen 15, 19 en 37 capaciteitsproblemen ontstonden. Lijn 15 werd toen tijdelijk met de nog aanwezige CSA3's en B88 gelede bussen gereden terwijl later lijn 315 voor capaciteitsuitbreiding zorgde. Lijn 37 werd weer (eerst gedeeltelijk, later geheel) met gelede bussen gereden waarvoor men 15 eigen gelede bussen in dienst hield. Aanvankelijk dacht men aan de huur van gelede bussen bij Connexxion en de BBA maar al snel huurde men via EVO-bus 1 Luxemburgse en 13 Duitse gelede bussen.
In plaats van de gedachte standaardbussen (men dacht aan 25 12-meter Citaro's van hetzelfde type als de Rotterdamse 201-290 waarvoor de nummers 301-325 (of 021-045) vermoedelijk waren gereserveerd omdat men ze niet achter de Jonckheeren wilde nummeren) besloot men nu om naast uitbreiding van de dienst op lijn 19, maar ook ter vervanging van de laatste vier CSA3's (473, 476, 483, 484) ,de B88 Den Oudsten geledes 545-555 en de 1211-1224 een serie van 39 gelede Citaro's te bestellen van hetzelfde type als de Zuidtangent. Ter vervanging van de verbrande 459 mocht men één extra exemplaar bestellen (340). De 301-340 voldoen aan de strengste milieunorm en mogen zich in dat opzicht 'schoon voertuig' noemen.
In tegenstelling tot hun 12-meter broers hebben ze een front met een inkeping, LED-matrixfilms en dezelfde stoffen bankjes als de BN-trams en de Combino's, maar dan breder. Om veiligheidsredenen zijn ze achterin aan weerszijden geplaatst. Ook opvallend zijn de rode drukknoppen in gele omlijstingen waarbij nu ook een geluidssignaal klinkt na het drukken (een bel).
Ook de gelede Citaro's werden niet achter de 556-585 genummerd (586-625), laat staan voor de Utrechtenaren (505-544): waarschijnlijk omdat er nog gegevens van de Volvo/Hainje geledes (500-504/505-519/520-544) en de 3G gelede trams 602-634 in de GVB computer aanwezig waren.
Ze zijn dus geleverd als de 301-340 (waarvan de nummers 301-325 oorspronkelijk gereserveerd waren voor de 12-meter Citaro's en deze nummers waren sinds 2000 beschikbaar) wat problemen gaf bij doornummering vanaf 268 bij nieuwe 12-meterbussen en deze dus weer bij een nieuwe nummerreeks moesten beginnen.
De 306 werd op 4 december 2007 aan de pers en de gemeenteraad gepresenteerd, en zes dagen later kwamen de eerste acht exemplaren in dienst op de Noordlijnen 33 (308, 309, 313, 323), 34 (311, 324) en 37 (326, 327).
Wederom was er sprake van een samenwerking tussen Zuid en ook West kreeg een aantal wagens toebedeeld, alleen moesten beide garages tot na de Kerstvakantie wachten alvorens de tankinstallaties in gebruik te kunnen nemen. Op 28 december 2007 kwamen er vier wagens in dienst op lijn 18 (338), 22 (321) en 33 (314, 317).
De 306 was nog maar net in dienst of hij kon alweer naar Evobus voor een nieuw front.
De 318 was nog niet in dienst en liep dakschade op in West doordat de garagedeur naar beneden viel; na herstel kwam hij 7 februari 2008 als laatste in dienst vanuit Noord op lijn 33. De verdeling was toen:
- Garage West: 331-340
- Garage Noord/Zuid: 301-330
Al snel verhuisden ook de 326-330 naar de Jan Tooropstraat.
De 332 ging rond 22 februari op promotiebezoek naar Rotterdam en maakte er proefritten op onder andere lijn 38. De RET beschikte op dat moment over 90 standaard Citaro's (201-290) en heeft nu een tweede serie van 76 exemplaren (301-376) in dienst genomen.
De 319 raakte zwaar beschadigd tijdens dienst op lijn 22 en was voor lange tijd uit de running.
De 330 raakte zwaar beschadigd aan de achterzijde. Genoemde bus moest een noodstop maken voor iemand die de weg overstak. De 786 die er achteraan kwam kon niet meer tijdig remmen. Sinds 30 april 2008 hebben de 301-340 ook nachtdienst.
De 340 en de 311 werden op lijn 15 (3 oktober) en 42/43 (30 november) gesignaleerd. Eerstgenoemde riep geruchten op dat lijn 15 weer geleed zou gaan rijden.
Na jaren van 556-hegemonie was in 2008 de 331 aangewezen als Sinterklaasbus. Versierd met ballonnen vervoerde hij 16 november de jeugdige patiënten van het AMC naar Leidseplein voor een ontmoeting met de Goedheiligman.
De 339 werd 13 juli 2009 op lijn 22 gesignaleerd.
(N.B.het verschil van 15 wagens tussen de gedachte 25 standaards en de geleverde 40 geledes betrof de 7 huurbussen van Connexxion (1200-en), de 001-003, de afgevoerde 123, 127, 447 en de 459, en de niet meer voor de passagiersdienst geschikte 210).
De 326 stond maanden aan de kant in Garage West; deze bus werd namelijk gebruikt om verbeteringen te testen zoals een uitschuifbaar raam voor de bestuurderscabine.
In december 2009 trokken de 314-320 naar West.
341-350 (Mercedes Citaro 05390 CNG/Evobus)
Men had een optie voor nog 39 exemplaren. Aanvankelijk dacht het GVB voor de jaardienst 2009 aan 20 nieuwe geledes (341-360) zodat ook lijn 32 en 41 geleed konden rijden, maar uiteindelijk werden het er maar 10 omdat men besloot lijn 41 geen geledes te geven, en vond aflevering pas in november 2009 plaats en kwam de langverwachte vervolgserie 341-350 (ook aan de achterzijde voorzien van richtingmatrix). De 342 was feestelijk versierd met ballonnen en Sinterklaasstickers ('Zie ginds komt de GVB bus'). 13 december zijn ze in dienst gekomen vanuit Noord/Zuid. Naast lijn 32 ging ook lijn 15 vrijwel geheel geleed rijden zodat toen tien lijnen geleed reden met 103 beschikbare gelede bussen.
Gedurende de zomervakantie 2010 maakten de Citaro's hun debuut op de metrovervangende pendelbuslijn 59 (i.v.m. het onderhoud aan de metrotunnel dat overigens niet doorging).
Begin januari 2011 gingen de 341-348 van Noord naar West.
351-379 (Mercedes Citaro 05390 CNG/Evobus)
Ter vervanging van de (bijna) tien jaar oude Jonckheer-geledes 556-585 bestelde het GVB in 2010 een derde serie van 29 Citaro's. Alhoewel de 556-585 nog niet waren afgeschreven en vervanging eigenlijk pas in 2012 zou moeten geschieden had EVO-bus een aantrekkelijke offerte voor aanschaf in 2010 en besloot het GVB de optie op de 29 resterende exemplaren te nemen. De gemeente nam de extra kosten op zich in ruil voor de schonere motoren en de vervroegde afschrijving van de 556-585.
Ze zijn grotendeels gelijk aan de 341-350, maar hebben op de voorzijde een ander en groter type bestemmingsdisplay. De bestemmingsdisplay op de achterzijde en linkerzijde werd in het begin nog niet gebruikt i.v.m. een softwareprobleem. Daarnaast hebben de lichtkranten in het interieur plaats gemaakt voor vier beeldschermen (2 vooruit en 2 achteruit).Voorts hebben ze op het voorste sta-balcon 2 extra klapzittingen. Deze serie kenmerkt zich door een iets zwaarder motorgeluid,ook is het schakelprogramma aangepast. De bus schakelt hierdoor vrij snel op. Ook is het hinderlijke schokken, bij overschakelen van de versnellingsbak, helemaal verdwenen. In december 2010/januari 2011 zijn ze in dienst gekomen; de 351-366 vanuit Noord/Zuid en de 367-379 vanuit West. De 369 had nog een probleem met de lijnfilm voor; hierdoor was een gedeelte van de tekst niet te lezen. Nu is het de 352 die met dit probleem worstelt. Samen met de 009 werden dus de 30 Jonckheer geledes vervangen.
In de zomerdienst van 2011 reden op de metrovervangende pendelbuslijn 59 uitsluitend gelede Citaro's (zodat het tijdelijke personeel maar op een bustype dienst hoefde te doen) zowel uit West als Noord. Lijn 15 reed tijdelijk met standaards.
De 371 van lijn 21 botste 20 april 2012 bij Centraalstation met Combino 2001 van lijn 2. De 372 van lijn 15 had 5 februari 2013 eenzelfde aanvaring met een taxi bij Mercatorplein.
Overige bussen van andere bedrijven
Duitse en Luxemburgse bussen
1211-1214 (?/Van Hool 300AG), 1215-1225 (Mercedes 0405G)
In afwachting van de gelede Citaro's huurde het GVB vanaf december 2006 via Evobus in Nijkerk vijftien bussen uit Duitsland en Luxemburg voor dienst vanuit Garage Noord.
De Van Hoolen waren afkomstig uit Duisburg (5511, 5513 en 5502) en uit Dortmund (1622). Hun interieur leek op dat van de CSA3's 496-504/505-519.
De Mercedessen waren de Luxemburgse Demy Car 611, de Berlijners 2621, 2633, 2637, de Bambergenaren 439, 438, 440, 437 en 441 en de Berlijner 2610. Een aantal wagens leek van binnen op de 520-544.
Ze werden allemaal wit-blauw beplakt en in genoemde volgorde achter de gehuurde Connexxion 1210 tot 1211-1224 vernummerd.
De 1213 en de 1215 kwamen op 18 december 2006 als eerste in dienst op lijn 33 , waarop ook de meeste wagens begonnen. De 1215 had een afgeplakte matrix, net als diverse andere exemplaren. Een aantal was voorzien van kapitale bestemmingen.
De 1216 debuteerde op 1 maart maar bleek twee weken later bij controle de 1217 te zijn. De fout werd hersteld en op 17 maart kwam de 1217 officieel in dienst op lijn 37. De 1218 (19 april; lijn 33)en de 1219 (26 april; lijn 37) stroomden als laatsten in.
De 1225 (Munster 9648) was al beplakt maar deed uiteindelijk niet mee; in de zomer ging ie naar Taxicentrale Renesse voor scholierenvervoer in Zeeland.
Op 6 september werd de 1212 tijdens dienst op lijn 34 uitgeschakeld door een brandende motor.
Met de komst van de Citaro's 301-340 in december 2007 reden de Van Hoolen hun afscheidsritten op lijn 33 (1214; 21 december) en 37 (1211; 17 december, 1215; 24 december, 1213; 31 december).
Op 2 januari 2008 waren de 1219, 1223 (lijn 33) en de 1216 (lijn 37) voor het laatst in dienst. De 1221, 1222 (lijn 33) en de 1217 (lijn 37) volgden 25 januari.
De 1219, 1215, 1216 en de 1223 werden diezelfde dag afgevoerd en de volgende dag samen met de 1225 aan TCR verhuurd. Crème-groen beplakt en in genoemde volgorde vernummerd tot 395-398 gingen ze streekdiensten draaien voor Arriva Waterland. Waarschijnlijk is de 1225 tot 399 vernummerd.
Eigenlijk hadden ook de 1218, 1220 en de 1224 afscheid genomen maar door het vertraagde herstel van de 306 en de door dakschade getroffen 318 kwamen ze weer in dienst en wisten het tot 5 maart vol te houden. De 1220 reed z'n afscheidsrit op lijn 33, de 1218 en de 1224 op lijn 37.
Op 15 mei vertrokken de 1218 en de 1220 naar Lodz, Polen om een derde leven te beginnen onder de nummers 2851 en 2852. De 1221 en de 1224 volgden op 3 juni en werden vernummerd tot 2854 en 2855.
Meeringbus
? (Mercedes 0405G)
In dezelfde periode als de 1215-1224 kwam er bij Meering een 0405G in beeld met streekbusbankjes. Hij wordt ingezet voor scholierenvervoer in Oost en Zuidoost.
Jan de Wit-bussen
337,338 (Van Hool 330AG)
Sinds 2010 verzorgt Jan de Wit Autocars de pendeldienst Sloterdijk-Haarlemmerweg.Hiervoor worden twee witte (Jan de Wit huisstijl kleur) Van Hool 330AG lagevloerstadsbussen ingezet die jarenlang dienstdeden bij de BBA en later na de fusie ook bij Veolia in Limburg. Het betreft de BBA 149 en 156 welke de Jan de Wit nummers 337 en 338 kregen.Regelmatig toont de matrix de bestemmingen 'Echt station' of 'Toverland' en onlangs nog 'Parkstad' (deze bestemmingen liggen in Limburg).Soms rijdt er een touringcar van Jan de Wit.
334-336 (Scania Omnicity)
Sinds 2009 verzorgt Jan de Wit Autocars de pendeldienst Johan Huizingalaan (IBM) naar metrostation Henk Sneevlietweg (de z.g. Riekercircle). Hiervoor heeft Jan de Wit 3 nieuwe Scania Omnicity bussen aangeschaft met de eigen nummers 334-336. In tegenstelling tot de ING pendel betreft het hier dus nieuwe bussen.
Westpoortbus
Sinds 2012 verzorgt Jan de Wit ter vervanging van de GVB spitslijnen 232, 233, 237, 238 en 239 als particulier de Westpoortbus. Het is geen normaal openbaar vervoer maar besloten openbaar vervoer. Men moet zich via zijn bedrijf van te voren aanmelden. Ingezet worden touringscars van Jan de Wit, waarvan een aantal het Wespoortbus logo bezitten onder meer de 309 en de 317. Er doen zowel 12 meter touringcars als kleine touringcars dienst.
BBA-bus
? (?/?)
Één voor afvoer bestemde ex-BBA-wagen werd op 20 november 2011 gebruikt bij de staking en werd voor het Centraal Station uit protest doormidden gezaagd (40% er af). In de werkplaats was de bus wel van te voren bewerkt. Tijdens deze staking waren er ook enkele op hun laatste wielen rijdende Rotterdamse en Haagse Den Oudsten Alliance bussen met hun stakers mee gekomen en voor het Centraal Station opgesteld.
Toerbussen
Vermaatbussen
2010-2014 (?/?)
In 1998 huurde het GVB vijf toerbussen van Vermaat voor dienst op de 40-er lijnen.Het betrof de Vermaat bussen 421, 417, 414, 420 en de 418 die de GVB nummers 2010-2014 kregen.
TTS-bussen
2002-2004 (DAF/Smit Joure)
In 2001 werd de toerafdeling van het GVB verzelfstandigd en werden de drie bussen uit 1998 achter de 2001 (ex-344) genummerd.
2007, 2008 (MAN/Salvador)
In 2001 kwamen deze MAN toerwagens.
2009, 2010 (DAF/Berkhof)
In 2001 kwamen er nog twee DAF-exemplaren.
2011-2013 (Mercedes)
In 2003 kwamen de laatste 3 toerwagens nu van Mercedes.
(2014) (IVECO/Marcopolo)
In 2004 kwam er nog een miditoerbus welke geen wagennummer bezat en alleen administratief 2014 was genummerd. TTS bezat toen 11 moderne touringcars.
Wit-blauwe Citeabussen
Proefbus
009, ? (DAF/VDL Citea CLF 120-250)
Nadat de Jonckheer uit productie werd genomen, ontwierpen Berkhof en Jonckheere samen de Citea (Citea CLF als opvolger van de Jonckheer/Premier/Diplomat-stadsbussen en Citea CLE als supplement op de Ambassador-stad/streekbus) die vanaf 2009 op de weg zou verschijnen. In 2008 werd een Citea CLF-proefbus gebouwd die op 23 april 2009 bij Arriva in dienst kwam onder het nummer 562 (zie foto) en daar tot het eind van het jaar op de staddienst werd ingezet. Ingeleverd bij VDL Eindhoven werd de bus wit-blauw geschilderd en voorzien van GVB-bankjes en een wit wagenparknummer; aanvankelijk zou dit 1225 worden maar om verwarring te voorkomen met de nooit gebruikte Mercedes-huurgelede koos men voor 009 (achter Citaro 006 en voor MAN midi 010). De 009 begon 31 mei 2010 zijn jaardienst vanuit Garage West op lijn 95 en rijdt vooral op de standaardlijnen 48, 60, 62, 63 en 64. In de week van 23-29 augustus verbleef de 009 in Zuid waar hij o.a. op lijn 41 reed.
Op 24 januari 2011 stond op het zijterrein van garage West een witte ongenummerde Citeabus met het opschrift Citea Low Floor. Hij werd niet de tweede proefbus.
Na de komst van de 1101-1110 is de 009 (ex Arriva 562) afgevoerd en inmiddels weer teruggekeerd bij VDL Bus & Coach. Hij rijdt nu in volledige GVB uitmonstering met het nummer 4199 bij Syntus op de stadsdienst van Zwolle.
Standaardbussen
1101-1170 (DAF/VDL Citea CLF 120-250)
In 2010 dacht men aan de aanschaf van in eerste instantie 100 en later nog eens 40 nieuwe 12-meter wagens ter vervanging. Maar door de opgelegde bezuinigingen, waardoor minder materieel nodig zou zijn, werd dit aantal teruggebracht tot 70 stuks.
Op 11 april 2011 werden er bij VDL 70 Citea bussen besteld. Ze hebben de nummers 1101-1170 gekregen (ondanks dubbeltellingen met de stadsmobielbusjes) omdat doornummeren vanaf 268 niet mogelijk was vanwege de gelede Citaro's en de GVB computer nog over gegevens van de 556-585 beschikt. Andere opties zouden zijn geweest 601-670 (nummers die voorheen aan de bolkoptrams toebehoorden) of 1301-1370 (dus boven de huurbussen uit 2006-2007).
De 1100-en verschillen van de 009 door de uitstekende pet (in plaats van een geïntegreerde filmkast), het VDL-embleem aan de voor- en achterkant en de uitzwenkende enkelbladsvoordeur. Ze hebben hetzelfde matrixtype als de Citaro's 351-379 (inclusief de richtingdisplay aan de achterzijde) en de Sprinterbusjes 016-019. Ook het interieur is vrijwel hetzelfde met 31 gestoffeerde zitplaatsen (3 tot 9 meer dan de Jonckheeren waarvan de Sternetwagens maar 23 zitplaatsen hebben) plus twee klapbankjes en twee beeldschermen in plaats van de lichtkrant. Nieuw (wat de standaardbussen betreft) is dat na het indrukken van het stopknopje een bel klinkt. Verder hebben ze twee doorzichtige kleine elektrische dakluiken, en is het dak niet langer gestoffeerd. Ook kan de chauffeur bij een bedreigende situatie binnen één minuut een glazen schot laten zakken net als vroeger de nachtkooi. Daarnaast hebben ze donker getinte ruiten.
Sinds 9 augustus zijn in dienst gekomen; 1103, 1104, 1107, 1116, 1118, 1120, 1126, 1129-1151, 1155-1159, 1161-1163 (garage Zuid), 1101, 1105, 1106, 1108-1114, 1117, 1119, 1121-1123, 1154, 1160 (garage West), 1102, 1115, 1124, 1125, 1127, 1128, 1152, 1153 (garage Noord).
In verband met het onderhoud in West gold er aanvankelijk een regeling van een wisselwagen in Noord en vier in Zuid.
De in oktober geleverde wagens werden gepresenteerd bij Waterlooplein; voorzien van het etiket "Amsterdam zit goed met deze bus" en in de matrixfilms kon men lezen 70 stuks en VDL Citea
Nadat de resterende wagens (1164-1170, waarvan 1169 en 1170 geschikt als lesbus) in december 2011 werden afgeleverd rijdt het grootste gedeelte vanuit Zuid. In Noord zijn er slechts twee exemplaren (1153 en de 1154) aanwezig voor dienst op lijn 38 en de nachtlijnen. De rest verblijft in West waar ook het onderhoud plaats vindt, vandaar dat er geen sprake is van een vaste verdeling en er regelmatig tussen West en Zuid wordt gewisseld.
Oorspronkelijk had men een optie op nog 30 en 40 exemplaren (1171-1200 en 1201-1240) maar met de huidige materieelbehoefte is er nog maar ter vervanging behoefte aan 32 exemplaren (1171-1202). Nog in 2013 zal er een vervolg bestelling komen van tenminste 14 wagens (1171-1184) ter vervanging van de 14 Jonckheeren met de Euro II norm. Daarna zullen er ter vervanging van de laatste serie Jonckheeren en de 004-006 nog 18 wagens nodig zijn waarbij een aanbesteding niet nodig is omdat het een vervolg bestelling betreft.
Overige proefbussen
? (MAN Lion's City)
Op 31 januari 2011 stond op het zijterrein van Garage West een bruinachtige Lion's City bus. Dit wekte de indruk dat ook dit type in aanmerking kwam om de oudste Jonckheeren te vervangen.
Philias-geledes
007, 008 (Ford/APTS)
Najaar 2011 kwamen er twee grijze Philias-waterstofgeledes naar Amsterdam zoals die ook in Eindhoven rijden. De 007 (grijs kenteken; HF-11-18) en de 008 hadden aanvankelijk een groen logo en het Duitse opschrift Wasserstof null emission; ze werden wit-blauw geschilderd en de Duitse logo's werden vervangen door omlijste GVB-logo's met de tekst Ik rij uitstootvrij. De chauffeurscabine beslaat de gehele voorzijde van de bus waaronder zich ook de voorwielen bevinden. Voor controle en verkoop van de plaatsbewijzen moet de chauffeur zijn stoel 90 graden draaien. Door het ontbreken van wielkasten in het voorste passagiersgedeelte is er plaats voor een een hele rij eenpersoonsbankjes aan de rechterzijde.
Ze rijden vanuit Noord (waar de tankinstallatie is) en worden sinds januari 2012 op 2 vaste korte diensten van Zuidlijn 22 ingezet in verband met de beperkte tijd dat de wagens niet hoeven worden bijgetankt. Het geluidsniveau is bescheiden en lijkt op dat van een trolleybus. Door kinderziekten moeten regelmatig andere gelede bussen hun plaats innemen. Ze mogen niet door de IJtunnel rijden en moeten daarom in en uitrukken via de Schellingwouderbrug.
Toeristenbussen
In Amsterdam rijden sinds enige jaren een tweetal door particulieren geëxploiteerde toeristenbussen, maar in samenwerking met het GVB Tours and Travel. Het betreft hier de City Sightseeing Amsterdam die vertrekt vanuit het busstation aan het Prins Hendrikplantsoen en de Touristbus Amsterdam die vertrekt van het Damrak nabij de beurs van Berlage. Op de eerste lijn worden dubbeldekkers ingezet en op de andere lijn Amerikaanse schoolbussen. Beide lijnen zijn een Hop on hop of bus en rijden vrijwel dezelfde route als de voormalige tramlijn 20. Alleen de Touristbus Amsterdam rijdt op het laatste stuk een afwijkende route over de Oostelijke eilanden.
Rode Dubbeldekkers
501-503 (Volvo B9TL-UNVI Urbus)
Deze dubbeldekkers van de City Sigtseeing Amsterdam worden gereden door Oostenrijktours uit Diemen. Het betreft dubbeldekkers van het Londense type waarbij het bovendek deels open is maar wel afgesloten met gaas omdat staande passagiers de bovenleiding van de tram zouden kunnen raken in sommige gevallen.
Rode Schoolbussen
Op de Touristbus Amsterdam rijden vijf rode Bluebird Amerikaanse schoolbussen en worden gereden door touringcarbedrijf Bakker uit Wormerveer. De bussen hebben alleen een voordeur. Het dak bestaat uit glazen koepels die bij mooi weer open kunnen worden gezet.
Speciale bussen
Nachtbussen
Voor de komst van de nachtbussen op 4 mei 1969 reden er z.g. POD-bussen (personeel ophaal dienst) die ook voor het publiek toegankelijk waren. Ook hadden de meeste lijnen naar het Centraal Station z.g. spoorwagens (extra late diensten in aansluiting op laatste treinen).
Zie Amsterdams Nachtbusnet voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Direct vanaf het begin reden de nachtlijnen met de nieuwste standaardbussen, en kwamen die ook vanuit Garage Oost te rijden voor dienst op lijn 71 (in samenwerking met West), 75 en 76 (West reed naast de samenwerkingslijn 71 ook lijn 72, 73 en 74, en Noord lijn 77 en 78). Overdag reden ze dan op dag- en spitsdiensten om niet te veel kilometers te maken. Dat is nog steeds zo. Later volgde ook andere CSA1-bussen en vanaf 1984 werden het de CSA2-bussen in 1992 gevolgd door de ST2000-bussen. De Bijlmerlijnen 75, 76 en 77 reden in het weekeinde met gelede bussen. Bij de komst van het nieuwe nachtnet met de lijnen 351-360 en 361-363 in 2003 werden het de Jonckheeren waarbij op de Bijlmerlijnen 355 (ex-75), 356 (ex-76) en 357 (ex-77) gelede bussen worden ingezet. Sinds 2008 hebben ook de gelede Citaro's nachtdienst en sinds 2011 het alleenrecht en sinds 2012 rijden er als standaards alleen nog de Citea's. Meer over de materieelinzet in de afzonderlijke hoofdstukken
Wachtbussen
Sinds eind jaren 60 had elke garage altijd enkele bussen als wachtwagen paraat staan welke konden invallen als er wagens waren uitgevallen of er vertragingen waren. Ook konden deze bussen als tram of metrodienst worden ingezet.
Ze hadden altijd voor elke garage een eigen A100,A200 en A300 dienstwagennummer.Ook kwam het voor dat er gecombineerde diensten met meerdere buslijnen waren.
Bedrijfswagenpark
Naast gewone bussen heeft en had het GVB een groot aantal bedrijfs- en werkwagens zeker nadat bij de tram het werkmaterieel volledig door auto's is vervangen.
Legendarische waren de Macks GVB 75 en 76 (veel gebruik om defecte trams weg te slepen) die na de Tweede Wereldoorlog uit Canada overkwamen. Ook Unimog 58 was een bekende verschijning (rail en wegvoertuig).
Tegenwoordig heeft men zuigauto's om de tramrails te reinigen en te slijpen waarvoor voorheen railreinigers en slijptrams werden gebruikt.
Ook bezit men auto's die de trambaan kunnen pekelen en daarbij zijn ook voertuigen die zowel op rails als op de weg kunnen rijden.
Daarnaast heeft men ook personenauto's als bedrijfswagen en chefsauto's.Bij inkorting van lijn 30/90 tot Ransdorp bij calamiteiten kwam het geregeld voor dat een chefsauto dan pendelde tussen de noordkant van Ransdorp en Holysloot.
Daarnaast heeft men nog Volkswagenbusjes welke onder andere op de zg. tuinbussen reden. Thans worden hiervoor ook de stadsmobielbusjes gebruikt en wellicht de oude opstapperbusjes.
Integratiebussen
Zie Busmaterieel van Centraal Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Toerbussen van particuliere bedrijven
Ook toerbussen van particuliere bedrijven zijn geregeld gehuurd voor met name de spitslijnen. Voor het eerst gebeurde dit in de winter 1970-1971. Daarna vanaf januari 1974 bij het ingaan van de benzinerantsoenering. In later jaren gebeurde het ook nog regelmatig dat toerbussen met chauffeur werden gehuurd.
Bedrijven die voor het GVB reden waren onder andere Amersfoortse Bloei, Bakker, Beuk, Bovo, van Dam, Eurocoach, Ezaco, Glenntours, Hellingman, Hooybergs, Kapiteijn, Kemcars, Labeto, Lindbergh, Van Maanen, Meering, Oostenrijk, Pluck den Dagh, Pool, Posthoorn en Veronica. Aanvankelijk was de lijnaanduiding dmv. gele geplakte plakkaten aangegeven later kwamen er gele borden.
De inzet van toerbussen op stadslijnen gaf soms nog al wat problemen. Zo waren er officieel geen staanplaatsen maar in de praktijk wel wat met de smalle gangpaden en lage plafonds voor lange mensen geen pretje was om soms een half uur met gebogen hoofd te moeten staan en ook waren er geregeld mensen die hardhandig hun hoofd stootten.
Ook de destijds bij toerbussen nog handbediende voordeur gaf vaak moeilijkheden met name de kracht die men nodig had om de deur open en vooral dicht te trekken vooral bij vrouwen en mannen met geringe spierkracht. Dit gaf ook vaak vertraging omdat de chauffeur dan van zijn plaats moest opstaan om de deur alsnog krachtig dicht te trekken. Ook bij drukte zorgde het ontbreken van een uitstapdeur voor vertraging. Daarom werden ze vooral ingezet op spits en industrielijnen. Later werden ook toerbussen van elektrische bediende deuren voorzien.
Bovo heeft in 1998 zelfs een keer een dubbeldekker en een keer een VIP-wagen ingezet op lijn 60S.
Wagenpark anno 2013
Op 1 januari 2013 beschikte het GVB voor de passagiersdienst over 215 dienstvaardige bussen. Hiervan 34 Jonckheer DAF/Berkhof 12 meter-wagens met de nummers 156; 196, 206, 207, 209-211, 214, 218-225; 231-233 (Hiervan staan de 209, 211, 219, 224 en 231 opgelegd in de mottenballenvloot); 253-267, 23 gelede Jonckheer Volvo/Berkhof-wagens met de nummers 445, 446, 448-458, 460-469, 3 Mercedes/Benz Citaro 12 meter-dieselbussen met de nummers 004-006, 79 gelede Mercedes/Benz Citaro-wagens met de nummers 301-379, 4 minibussen van Mercedes met de nummers 016-019, 70 Citea DAF/VDL wagens met de nummers 1101-1170 en 2 Philias gelede waterstofbussen met de nummers 007 en 008.
In Het Parool van 23 april 2010 beweerde een GVB directeur dat er in 2012 200 van de 300 oudste bussen zullen worden vervangen. Het GVB had echter op die datum slechts 268 bussen in dienst. Vooralsnog is er sprake van 101 nieuwe bussen (31 geledes en 70 12-meter bussen).
Het grootste aantal dienstvaardige bussen waarover het GVB beschikt heeft was begin 1977 namelijk 419 stuks tegen 215 stuks nu. (397 standaards,14 luchtbussen, 2 toerbussen en 6 microbussen) en dat was 48,5% meer dan in 2012. Wel waren er toen nog geen gelede bussen met een grotere capaciteit en was de metro nog niet geopend en het tramnet kleiner in omvang dan nu alhoewel er toen wel meer trams reden dan nu (destijds maximaal 191).
Garage West
De hoofdgarage van GVB, tevens centrale werkplaats gelegen aan de Jan Tooropstraat. Deze garage is op 18 november 1956 geopend gelijktijdig met de verbussing van tramlijn 17. Het was destijds maar ook nu nog één van de grootste garages in Nederland. Tevens bevindt zich in de garage een grote kantine die ook door de andere bedrijfsonderdelen van het GVB wordt gebruikt. Daarvoor was de garage aan de Bilderdijkkade gevestigd. Meestal beginnen bussen hier hun carrière en/of brengen ze er hun laatste dagen door waardoor nieuwe wagens van hun kinderziekten kunnen genezen en gemakkelijk voor oude wagens kunnen worden omgewisseld. Uitzonderingen hierop waren de Mercedessen 245-269, de micro, mini en midibussen, de CSA-2 355-374, CSA-3 406-435, 505-519, 545-555, de MAN LPG 004-006, de Jonckheer 156-173, de Citaro (waterstof) 001-003, (diesel) 004-006 ,de Citaro 301-325, 341-366 en de gelede Philias waterstofbussen 007 en 008. Deze begonnen vanuit Garage Noord.
Wel begonnen de 'tikkers' 86-105 en 250-294 in 1956 en 1957 vanuit de toenmalige garage Oost maar bij de komst van de 86-105 was de huidige garage West nog niet geopend en bij de komst van de 250-294 nog slechts gedeeltelijk in gebruik.
Op bepaalde tijden rijden de lijnen 18 en 21, 62 en 63, 63 en 64 en 61, 69, 245 en 247 in één omloop om zo bij een gelijke frequentie een wagen uit te sparen. Gelede bussen rijden op lijn 15, 18, 21, 61, 69, 245 en 249 (in het weekeinde ook op lijn 48).
Garage Noord
De op een na grootste van de drie garages. Deze garage is gelegen aan de Metaalbewerkersweg en is geopend op 31 oktober 1968. Daarvoor was de garage gevestigd aan de Aambeeldstraat bij de ponthaven. De garage werd ingebruik genomen gelijktijdig met de opening van de IJtunnel. Daar de garage al eerder gereed was werd deze tot die tijd gebruikt als opslaggarage voor buiten dienst gestelde bussen. Men sprak toen van Nieuw Noord en Oud Noord. In de garage is een tankinstallatie voor de waterstofbussen aanwezig en vroeger ook voor de LPG bussen.
De lijnen 32 en 34 rijden in één omloop en de lijnen 35 en 37 in de avonduren in één omloop om bij een gelijke frequentie een wagen uit te sparen.
Gelede bussen worden ingezet op lijn 32, 33, 34, 35 en 37 en minibussen op lijn 30 en 31.
Garage Zuid
Was oorspronkelijk Garage Oost aan de Beijersweg, totdat GVB en CN in 1980 samen naar het Industriegebied Amstel III verhuisden aan de Hoogoorddreef. Het onderhoud vond nog wel plaats in Oost en waren er wisselwagens aanwezig voor dienst op lijn 22. In 1985 werd garage Oost gesloten waarbij lijn 22 naar West ging en het klein onderhoud in een gehuurde garage aan de Schepenbergweg plaats vond daar CN dit niet kon verzorgen. Door een overname van de streeklijnen naar Haarlem, Uithoorn en Aalsmeer in 1994 verandert het welbekende 'GVB in samenwerking met CN' in 'GVB in samenwerking met NZH'. Maar nadat NZH en Midnet (VAD en de CN-lijnen richting Hilversum) in 1999 opgegaan in Connexxion mogen de Zuid-bussen naar een eigen garage uitkijken. Die vinden ze in 2000 in het Industriegebied Amstel in Duivendrecht aan de Joan Muyskenweg op het terrein van de basis werkplaats rail waar vanaf dan een paar wisselwagens werden gestald voor de lijnen 37, 66, 67 en 199 (later gevolgd door lijn 65 en 165). Tot 2002 waren er dus 4 garages vandaar dat destijds op de dienstroosters Garage Amstel stond vermeld.
In 2002 gingen de overige Zuid-lijnen naar garage Amstel die toen garage Zuid werd. Een echte garage is het (nog) niet aangezien de bussen voor onderhoud op West (standaards) en Noord (geledes) zijn aangewezen. De oude Garage Oost, jarenlang de verblijfplaats van de MUSA-bussen, is inmiddels gesloopt, en ook van de garage in de Bijlmer is na het vertrek van Connexxion naar Schiphol en Uithoorn in 2005 niets meer over. Er gaan geluiden op dat Zuid weer naar een andere ruimte moet omzien.
Garage Oost/Zuid heeft het vrijwel altijd moeten stellen met al wat oudere wagens. Pas 4 jaar na de komst van de eerste standaards kreeg garage Oost eigen standaards en bleef Oost een Tikkerdomein. Als alleroudste wagens reden in Zuid in maart 1984 de 401-403, 407, 458, in december 1990 de 128, 132, 136-140, van mei 1993 tot mei 1994 de 210-230, 232,234-240, in 2002 de 505-519 en in december 2011 de 121, 122, 124, 125 en de 139. Met uitzondering van de 210-240 hebben genoemde exemplaren acht tot twaalf jaar Bijlmerdienst opgebouwd.(de 228-230 en de 232 kwamen tot zes en een halfjaar, de 231 vijf en een half jaar en de 210-227 en de 233-240 tot drie en een half jaar)
Bij de komst van nieuw materieel komt het vaak voor dat de alleroudste wagens worden overgeplaatst naar West omdat die het makkelijkst zijn uit te wisselen. Slechts een enkeling is als doorgewinterde Zuidbus buiten dienst gegaan. Nieuw materieel was uitzonderlijk in Garage Oost/Zuid. Slechts de 'tikkers' 86-105, 250-294, de Volvo geledes 513 en 515-519 en Citea 1103 kwamen nieuw in dienst. Wel was het zo dat toen de wagens in een poule met Noord of West reden wel wagens nieuw in dienst kwamen zoals de Jonckheeren 130-155 en de geledes 445-469,301-325 en 341-350. Ook een flink aantal Citea's kwam in 2011 nieuw in dienst.
Het onderhoud van de standaards vindt plaats in West en het onderhoud van de geledes in Noord. Daarom vinden er regelmatig verhuizingen plaats en bevinden zich geen vaste wagens in Zuid.
Op bepaalde tijden rijden de lijnen 40, 41, 46 en 49 en de lijnen 44, 45, 47 en 66 in één omloop om bij een gelijke frequentie een wagen te kunnen uitsparen. Gelede bussen worden ingezet op lijn 22, 249, 355 en 357 (nachtlijnen weekeinde).
Tijdelijke vestigingen
Ook zijn er in de loop der jaren enige tijdelijke stallingen geweest i.v.m. ruimtegebrek in de eigen garages. Midden jaren 50 voor de opening van garage West reden de lijnen D,P en M tijdelijk van uit de tramremise Nieuwe Achtergracht alwaar al overbodige bussen (en trams) werden opgeslagen.Verder werden jarenlang overbodige bussen gestald bij de Enhabo in Zaandam. Ook de remise Lekstraat is enige tijd gedeeltelijk gebruikt als stalling. Voorts heeft Noord wagens opgeslagen aan de ponthaven in de Aambeeldstraat. Garage Oost heeft in de jaren 70 bussen gestald op een terrein van de gashouder Oost waarbij het noodzakelijk was de wagens van een extra startmogelijkheid te voorzien (voorzien van een gele stip) aangezien de stalling in de buitenlucht was.
Voorts stalde het GVB eind jaren 80, begin jaren 90 buiten dienst staande wagens bij de Gashouder aan de Haarlemmerweg en in 2000 in een loods aan de Gevleweg.
Noord stalde in 2002 tijdelijk zijn wagens aan een terrein bij de Distelweg omdat de eigen garage gevorderd was door de politie i.v.m. het koninklijk huwelijk. Later werden hier ook buiten dienst gestelde bussen opgeslagen.
Bestemmingen
Koersborden
De omnibussen van de AOM waren voorzien van borden zonder lijnnummer met de bestemming op het dak.De tramomnibussen van de concurrent waren voorzien van bestemmingen aan de zijkant van het voertuig. De eerste bussen van lijn 14 in 1908 waren voorzien van een bord voorop in dezelfde stijl als de trams dus ook met lijnkleur zijnde wit-rood horizontaal (thans heeft tramljn 14 nog steeds deze lijnkleur maar dan rood-wit verticaal).Voorts hadden de bussen een zijlat met beide eindpunten zonder lijncijfer.
Bij de torpedefrontbussen verdween de lijnkleur en kwam ook achter een lijnbord.
Bij de minibussen 11-14 waren onder het lijnbord 2 bestemmingsborden aangebracht.
Afgezien van de AEC proefbus 1 en de gehuurde Haagse 1100-en bleef deze intuiging gehandhaafd tot en met de komst van de bordbussen 1-20 en 55-64.
Lijn- en richtingfilms
Met de komst van de AEC serie 21-32 in 1954 verschenen de eerste filmbussen. Voorop was naast de lijnfilm ook de richtingfilm terwijl op zij en achter nog een lijnfilmkastje was.
De luchtbussen waren voorzien van een lijnfilmkastje achter de ruit naast de instapdeur welke de standaards ook kregen.
Gewone lijnen waren zwart uitgevoerd (later blauw),sneldiensten rood en nachtbussen geel. Bij de integratiebussen was de richtingfilm groen.Voorts was de richtingfilm met de tekst naar garage blauw en de tekst laatste rit,tramdienst en metrodienst rood.Tot slot was de tekst kindervervoer wit met rode letters.
Matrix
Sinds 1989 heeft het GVB-bussen met matrixaanduidingen in dienst genomen. De eerste wagens die hier van voorzien werden waren de Volvo's 505-519 (geleed) en 377-386/387-396 (standaard). Dit betrof een smallere versie dan de matrix die bij de latere Volvo's werd aangebracht. Deze hadden dikkere cijfers en letters. Ronduit schriel waren de lijncijfers uitgevoerd bij de Volvo/Den Oudsten-serie 545-555. Bij de Jonckheer/Berkhof wagens waren ze weer van het dikkere type. De matrices van de onlangs in dienst gestelde Mercedes/Citaro’s zijn weer van een dunner type en nu feller geel. Later zijn ze bij de Volkswagenbusjes en, eind jaren 90, bij de 397 aangebracht.
Waar de richtingfilms ongeveer 60 bestemmingen hadden was dat bij de matrixbussen verdubbeld. Na de vernieuwing van het busnet in 2006 is de helft hiervan overbodig geworden en hebben de bussen voorin een ingekorte lijst hangen op alfabetische volgorde; opvallende afwezigen zijn 'Laatste rit', 'Diemen' (terwijl dit aangeduid staat bij de bussen van lijn 136) en de garageritten. Jaarlijks worden er een paar bestemmingen veranderd, en onlangs heeft GVB zich bekeerd tot het vanuit Engeland overgewaaide 'Sorry, geen dienst'.
Nadeel van de matrix is de slechte leesbaarheid bij fel zonlicht. Dit gold met name voor de eerste wagens met matrix (505-519, 377-386 en 387-396) en de Volvo/Den Oudsten geledes 545-555. De matrix op de donkere achterzijde was bij fel zonlicht feitelijk onleesbaar. De latere versies waren redelijk tot goed leesbaar. Een ander nadeel van de matrix was dat bij een defect geen of onjuiste lijnaanduiding werd gevoerd. Soms reden bussen met willekeurige aanduidingen rond of met helemaal niets. Soms werd dan een bord of stuk karton achter de voorruit geplaatst. De in 2007 gehuurde geledes (Van Hool en Mercedes) waren een goed voorbeeld. Sommige wagens konden normaal een digitale lijn en bestemming tonen. Andere wagens reden met een afgeplakte filmkast en een bord met lijn en bestemming achter de voorruit. De Berkhof-wagens hebben ook binnen een matrix met automatische halte omroep. De matrix bij de gelede Citaro's en Citea's is dunner, feller en geler maar ook minder duidelijk dan bij de Jonckheeren. De matrix binnen heeft plaats gemaakt voor TV-schermen.
Dienstwagenbordjes
De ingezette bussen op een bepaalde lijn hadden alle een zg. dienstwagennummer bijvoorbeeld als op een lijn 10 wagens reden hadden deze de dienstwagennummers 1-10. Dit dienstwagennummer werd dmv. een geel bordje achter de voorruit geplaatst. Voor passagiers was dan duidelijk als op een eindpunt meerdere bussen stonden de bus met het laagste nummer het eerst vertrok. Wel was het zo dat als in de ochtendspits meer wagens reden er dienstwagens ontbraken welke in de middagspits weer terug keerde. Later vermeed men dubbele dienstwagennummers.
In 1984 kwamen er nieuwe bordjes met aan de ene kant wit en aan de andere kant geel.
Bij de komst van de Jonckheeren werden de gele bordjes vervangen door setjes van omklapbare cijfers. In tegenstelling tot de Combinotrams zijn er bij de bus nog geen elektronische dienstwagenbordjes. De gelede Citaro's en de Citea's zijn niet meer van setjes omklapbare dienstwagenbordjes voorzien. Ook zijn er geen electronische dienstwagenbordjes zoals bij de Combino's. Bij de resterende Jonckheeren zijn de bordjes onlangs verwijderd.
Routekartons
In de wagens waren de routekartons aanvankelijk zwart-rood uitgevoerd. Bij de komst van het zonetarief in 1977 werden ze geel-oranje en later werden ze wit-blauw. Thans zijn ze geel-wit.
Externe link
Bronnen
- Voormalig maandblad het Openbaar vervoer (1998-2000)
- Voormalig maandblad Railnieuws - het Openbaar vervoer (2000-2008)
- Weekblad d'Amsterdamse tram (1998-heden)
Bronnen, noten en/of referenties
|
Vrije mediabestanden over Bus op Wikimedia Commons