Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Bön
Bön (Tibetaans: པོན , ook getranscribeerd als bon) is een traditionele religie uit Tibet. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de oude en de nieuwe bön-religie. De oude bön was de meest voorkomende religie in Tibet voor het boeddhisme in de achtste eeuw n.Chr. opkwam; de nieuwe bön, nam elementen over van het boeddhisme en is nauwelijks nog te onderscheiden van het lamaïsme.
Oude bön
De enige informatie over de oude bön is te vinden in boeddhistische bronnen, die vaak een vertekend beeld gaven van de rivaliserende bön-religie.
De oude bön-religie was een vorm van sjamanisme en animisme.
Volgens de aanhangers van de hedendaagse bön-religie, volgde hierop een tweede fase, genaamd yungdrung bön, d.w.z. „eeuwige bön”. Deze zou zijn oorsprong hebben bij Tönpa (meester) Shenrab Miwoche, die in een land met de naam Tagzig in Centraal-Azië zou hebben geleefd. Hij zou naar verluidt hij de vroeger gebruikelijke dieroffers vervangen hebben door symbolische offers. Later zou de bön zich naar het westen hebben verspreid en werd de staatsreligie in Zhang-Zhung, een land in het westen van Tibet, rond de berg Kailash.
Het boeddhisme werd in Tibet pas populair toen het tantra-boeddhisme elementen van de bön-religie overnam, zoals het gebruik van gebedswimpels en gebedsmolens.[1] Deze Tibetaanse vorm van het boeddhisme staat ook bekend als het lamaïsme.
Tijdens de dynastie van keizer Songzen Gampo (620–649 v.Chr.) werd het boeddhisme de staatsreligie, maar dit werd tegengestaan door de regionale heersers, die de bön-religie aanhingen.
In de negende eeuw viel het Tibetaanse rijk uiteen in kleinere, elkaar bestrijdende prinsdommen. Het boeddhisme verdween bijna volledig uit het land. Vanaf de tiende tot de dertiende eeuw zetten de regionale heersers zich in voor de verspreiding en versterking van het boeddhisme, dat grotendeels de positie van de bön-religie overnam.
Nieuwe bön
De bön-religie zoals die vandaag nog in Tibet bestaat, onderscheidt zich sterk van de oude bön. Toen de bön-religie in de veertiende eeuw werd vervolgd door de Tibetaanse boeddhistische koningen, groeide de nieuwe bön uit wat er na de vervolging overbleef van de oude leer. Bön-leraren namen elementen van het Tibetaans boeddhisme over, zoals de zienswijzen over karma en reïncarnatie. Beide religies gingen meer op elkaar lijken. De hedendaagse bön-aanhangers vinden dat zij de oude tradities voortzetten waarvan de oude bön een vorige fase was. Anderzijds verschilt de nieuwe bön zo sterk van de oude bön, dat dit ook als een andere religie zou kunnen worden beschouwd.
Volgens een Chinese volkstelling waren ongeveer 10% van de Tibetanen aanhangers van de bön-religie. Vóör de Chinese invasie waren er meer dan driehonderd bön-kloosters in Tibet.
In 1977 erkende de dalai lama de bön-religie naast de vier stromingen van het Tibetaans boeddhisme als een vijfde spirituele stroming in Tibet. Net zoals in het geval van de vier boeddhistische stromingen, werden er ook van de bön twee vertegenwoordigers benoemd in de Tibetaanse regering in ballingschap.
Hoewel het boeddhisme in de bön-geschiedschrijving voorgesteld werd als een buitenlandse religie die een collectief slecht karma voor de Tibetanen als gevolg had, heeft de nieuwe bön zich in zo sterke mate aangepast aan het boeddhisme, dat de huidige bön ook als een richting in het Tibetaans boeddhisme kan worden gesorteerd.
Weblinks
Noten
- º Volgens een minder gebruikelijke zienswijze was dit reeds een onderdeel van het oorspronkelijke boeddhisme en werden deze gebruiken door de bön-religie overgenomen.