Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Edith van Wilton

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De Heilige Edith van Wilton (Kemsing, 96115 september 984), Latijnse naam Editha, was een Engelse non. Zij was een natuurlijke dochter van koning Edgar van Engeland. Haar moeder was de H. Wulfthrith (Wulfrida), een non van adellijke afkomst, die door Edgar met geweld uit haar klooster in Wilton werd gehaald. Onder invloed van de H. Dunstan deed hij nadien boete voor zijn misdaad door 7 jaar zijn kroon niet te dragen. Toen Wulfthrith bij hem kon ontsnappen keerde zij terug naar haar kloostercel, waar Edith opgroeide. Zij werd met grote zorg opgevoed en werd een wonder van schoonheid, geleerdheid en vroomheid. Na de dood van haar vader zou zij huwen met Wulfthrith, maar zij verkoos als non in Wilton te blijven. Met goedkeuring van haar vader, nam zij de sluier aan. Hij maakte haar abdis van drie kloostergemeenschappen, maar zij verkoos in Wilton te blijven onder het gezag van haar moeder. In 979 droomde Edith dat zij haar rechteroog verloor en zij wist dat de droom een voorteken was van de dood van haar broer. Deze werd op dat ogenblik vermoord toen bij bezoek was bij zijn stiefmoeder, koningin Aelfthritha (Elfrida), op Corfe Castle in Dorset. De adel bood de kroon aan Edith aan, maar zij wees het aanbod af. Alhoewel zij alle koninklijke eer en wereldlijke macht afwees, was zij toch altijd prachtig gekleed. Toen de H. Aethelwold daarover een opmerking maakte, antwoordde zij dat zuiverheid en nederigheid konden bestaan onder koninklijke kleren als onder spinnenwebben. Zij bouwde een kerk in Wilton die was toegewijd aan de H. Dionysius.

De H. Dunstan wijdde de kerk in maar weende onophoudelijk tijdens de plechtigheid. Toen hem naar de reden gevraagd werd, antwoordde hij dat dit was omdat Edith binnen drie weken zou sterven, hetgeen ook gebeurde. Een maand later zou ze aan haar moeder zijn verschenen en gezegd hebben dat de duivel haar probeerde te beschuldigen, maar dat ze zijn hoofd gebroken had. Jaren later lachte koning Knoet de mogelijkheid weg dat de dochter van de overspelige Edgar een heilige zou worden. De H. Dunstan nam haar uit haar kist en zette haar recht in de kerk. Daarvan was Knoet zo ontdaan dat hij flauw viel. Nadien vatte hij een grote verering op voor Edith.

Haar feestdag wordt gevierd op 16 september.

Bronnen en weblinks

  • Agnes Dunbar, A Dictionary of Saintly Women, (1904). Archive.org, p. 252-253

Q629117 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow

Wikisource  (en) Dictionary of National Biography, Edith (962?-984) op Wikisource

Wikisource  (en) Wilton Abbey in de Catholic Encyclopedia (1913), New York, Robert Appleton Company, 1907-1912, op Wikisource

A Dictionary of Saintly Women

[252]

St. Edith (6) the Younger, Sept. 10. 961-984. Patron of Wilton. Daughter of Edgar, king of England (958-975), son of ST. ELGIVA (4), and grandfather of Edward the Confessor. Edith s mother was ST. WULFRIDA, a nun of noble birth whom Edgar forcibly carried off from her monastery at Winchester. Under St. Dunstan’s direction, he did penance for this crime by not wearing his crown for seven years. As soon as Wulfrida could escape from him, she returned to her cell, and there Edith was born. Educated with great care, she became a wonder of beauty, learning, and piety. After his wife s death, Edgar would have married Wulfrida, but she preferred to remain a nun at Wilton, where she received the veil from the hands of St. Ethelwold, bishop of Winchester, and made such progress in all virtues that she was chosen abbess, and eventually honoured as a saint. Edith took the veil very early with her father’s consent; he made her abbess of three different communities, but she chose to remain under her mother at Wilton, where she was a Martha with regard to her sister nuns, and a Mary in her devotion to Christ. In 979 Edith dreamt

B. ELA 253

that she lost her right eye, and knew the dream was sent to warn her of the death of her brother, who, in fact, was murdered at that very time, while visiting his stepmother Wulfrida, at Corfe, in Dorset shire. The nobles then offered the crown to Edith, but she declined. Notwithstanding her refusal of all royal honours and worldly power, she always dressed magnificently, and as St. Ethelwold remonstrated, she answered that purity and humility could exist as well under royal robes as under rags. She built a church at Wilton, and dedicated it in the name of St. Denis. St. Dunstan was invited to the dedication, and wept much during mass. Being asked the reason, he said it was because Edith would die in three weeks, which actually happened, Sept. 15, 984. A month afterwards she appeared in glory to her mother, and told her the devil had tried to accuse her, but she had broken his head. Many years after, King Canute laughed at the idea that the daughter of the licentious Edgar could be a saint. St. Dunstan took her out of her coffin, and set her upright in the church, whereupon Canute was terrified, and fell down in a faint. He had a great veneration for St. Edith ever after.

R. M. Ribadaneira, Flos Sanctorum.
Watson, English Mart. Mrs. Jameson, Sacred and Legendary Art. Lappenberg,

England under the Anglo-Saxons