Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Georges Hebbelinck: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(+ Cat)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 24: Regel 24:
== Levensloop ==
== Levensloop ==
===Interbellum===
===Interbellum===
Hebbelinck studeerde aan de economische afdeling van het [[Campus Atheneum Voskenslaan|Atheneum van Gent]] en aan de Hogeschool voor Handels- en Economische Wetenschappen, en hij was even student aan de universiteit. NAdien werkte hij even in het familibedrijf. Op 21-jarige leeftjd startte hij de opleiding journalistiek te [[Brussel (stad)|Brussel]]. Hij werkte nadien voor [[United Press International]], tot hij in 1939 in de aanloop van de [[Tweede Wereldoorlog]] werd [[gemobiliseerd]].  
Hebbelinck studeerde aan de economische afdeling van het [[Campus Atheneum Voskenslaan|Atheneum van Gent]] en aan de Hogeschool voor Handels- en Economische Wetenschappen, en hij was even student aan de universiteit. NAdien werkte hij even in het familibedrijf. Op 21-jarige leeftjd startte hij de opleiding journalistiek te [[Brussel (stad)|Brussel]]. Hij werkte nadien voor [[United Press International]] tot hij in 1939 in de aanloop van de [[Tweede Wereldoorlog]] werd [[gemobiliseerd]].  


Hebbelinck kwam uit een [[liberalisme|liberaal]] milieu, maar was midden de jaren 30 was hij echter actief bij de[[Socialistische Jonge Wacht]]. Hij werd op een onbekend tijdstip lid van de [[Kommunistische Partij van België]]. Tijdens de [[Spaanse Burgeroorlog]] had hij intenties naar [[Spanje]] te trekken maar voerde deze niet uit.  
Hebbelinck groeide op in een [[liberalisme|liberaal]] milieu maar werd midden de jaren 30 was hij actief bij de [[Socialistische Jonge Wacht]]. Hij werd op een onbekend tijdstip lid van de [[Kommunistische Partij van België]]. Tijdens de [[Spaanse Burgeroorlog]] had hij intenties naar [[Spanje]] te trekken maar voerde deze plannen niet uit.  


Hij werd lid van de [[Antifascisme|antifascistische]] comunistische [[Nieuwe Jeugd]], waarin hij zijn latere echtgenote [[Emilienne Kesteloot]] leerde kennen met wie hij in mei 1941 trouwde.   
Hij werd lid van de [[Antifascisme|antifascistische]] communistische [[Nieuwe Jeugd]] waarin hij zijn latere echtgenote [[Emilienne Kesteloot]] leerde kennen met wie hij in mei 1941 trouwde.   


===Tweede Wereldoorlog===
===Tweede Wereldoorlog===
Tijdens de [[Achttiendaagse Veldtocht]] werd Hebbelinck [[krijgevangene|krijgevangen]] genomen, maar hij werd snel vrijgelaten. In november 1940 was hij één van de oprichters van de [[Revolutionaire Volksjeugd]]. Hebbelinck dook in juni 1941 onder in Brussel, waar hij wel nog betrokken was bij de sluikpers.
Tijdens de [[Achttiendaagse Veldtocht]] werd Hebbelinck [[krijgevangene|krijgevangen]] genomen, maar hij werd snel vrijgelaten.  


In februari 1942 werd Hebbelinck lid van de [[Patriottische Militie]] en werkte hij samen met onder meer [[Bob Dubois]] en [[Jean Blume]].  
In november 1940 was hij één van de oprichters van de verzetsgroep [[Revolutionaire Volksjeugd]]. Hebbelinck dook in juni 1941 onder in Brussel, waar hij wel nog betrokken was bij de sluikpers. In februari 1942 werd Hebbelinck lid van de [[Patriottische Militie]] en werkte hij samen met onder meer [[Bob Dubois]] en [[Jean Blume]].  


Hij werd op 5 april 1943 gearresteerd door de [[Gestapo]] en overgebracht naar  
Hij werd op 5 april 1943 gearresteerd door de [[Gestapo]] en overgebracht naar het [[Fort van Breendonk]] waar hij 13 maanden gevangen werd gehouden en mishandeld, met blijvende lichamelijke letsels. In mei 1944 werd Hebbelinck met andere communisten (o.m. [[Jacques Grippa]]) gedeporteerd naar het [[concentratiekamp]] van [[Buchenwald]], waar hij het 'geluk' had een administratieve functie te vervullen bij de Arbeitsstatistik. Hierdoor moest hij zelf geen zware lichamelijke arbeid verrichten en kon hij bovendien andere gevangenen helpen, bv. door de zwaar zieken geen zware arbeid te geven. Hebbelinck werd op 3 mei 1945 uit het kamp bevrijd.  
het [[Fort van Breendonk]] waar hij 13 maanden gevangen werd gehouden en mishandeld, met blijvende lichamelijke letsels. In mei 1944 werd met andere communsiten (o.m. [[Jacques Grippa]]) gedeporteerd naar het [[concentratiekamp]] van [[Buchenwald]], waar hij het 'geluk' had een administratieve functie te vervullen bij de Arbeitsstatistik. Hierdoor moest hij enerzijds zelf geen zware lichamelijke arbeid verrichten, anderzijds kon hij de andere gevangen helpen, bv. door de zwaar zieken geen zware arbeid te geven. Hebbelinck werd op 3 mei 1945 uit het kamp bevrijd.  


=== Naoorlogse jaren===
=== Naoorlogse jaren===
Terug in België werd hij leider van de [[Kommunistische Jeugd]]. In maart 1946 werd hij hoofdredacteur van het communistische dagblad [[De Roode Vaan]]. Tevens was hij secretaris van de KPB, tot hij in november van datzelfde jaar plots uit de paprtij stapte “omwille van een twist onder enkele leden”
Terug in België werd hij leider van de [[Kommunistische Jeugd]]. In maart 1946 werd hij hoofdredacteur van het communistische dagblad [[De Roode Vaan]]. Tevens was hij secretaris van de KPB, tot hij in november van datzelfde jaar plots uit de partij stapte “omwille van een twist onder enkele leden”


Hebbelinck was ondertussen ook nog adjunct-kabinetschef van minister van Openbare Werken [[Jean Borremans]].  
Hebbelinck was ondertussen ook nog adjunct-kabinetschef van minister van Openbare Werken [[Jean Borremans]].  


Door de breuk met de KPB had het gezin Hebbelinck het financieel moeilijk, en hij werd koffieverkoper. In zijn vrije tijd was hij actief in het [[Vrijzinnigheid|vrijzinnige]] [[Van Crombrugghe’s Genootschap]].
Door de breuk met de KPB had het gezin Hebbelinck het financieel moeilijk en hij ging aan de slag als koffieverkoper. In zijn vrije tijd was hij actief in het [[Vrijzinnigheid|vrijzinnige]] [[Van Crombrugghe’s Genootschap]].


Door aanhoudende hoofdpijn moest Hbbelinck afzien van itnellectuele arbeid. Hij schrijft over deze hoofdpijn in zijn boek 'Een trein reed door het dal'. Omwille van deze hoofdpijn en het advies in open lucht te werken, begon hij te werken bij de onderhoudsdienst van het vliegveld van [[Sint-Denijs-Westrem]], waar hij enkele jaren aan de slag zou blijven, waarna hij werkte als katoenmakelaar bij zijn vader, maar hij stopte hiermee toen zijn vader in 1951 overleed. Nadien werkte hij als bediende bij de [[mutualiteit]], maar eerom kon hij niet aarden.
Door aanhoudende hoofdpijn moest Hebbelinck afzien van intellectuele arbeid. Hij schrijft over deze hoofdpijn in zijn boek 'Een trein reed door het dal' dat handelt over zijn ervaringen in Buchenwald. Omwille van deze hoofdpijn en het advies in open lucht te werken begon hij te werken bij de onderhoudsdienst van het vliegveld van [[Sint-Denijs-Westrem]], waar hij enkele jaren aan de slag zou blijven. Erna werkte hij als katoenmakelaar bij zijn vader tot zijn vader in 1951 overleed. Nadien werkte hij als bediende bij de [[mutualiteit]] maar weer kon hij niet aarden.


Hij schreef in deze periode onder het [[pseudoniem]] Saks artikels voor het  socialistische weekblad [[Voor Allen]]. In 1953 werd hij redacteur bij de socialistische krant [[Vooruit (Belgische krant)|Vooruit]], een jaar later werd hij persattaché van minister [[Edward Anseele jr.]], een job die tot het einde van de legislatuur in 1958 combineerde met zijn werk als journalist. Van 1959 tot 1961 was hij [[hoofdredacteur]] van Vooruit. Als hoofdredacteur was hij lid van het Bureau van de BSP en nam hij deel aan de wekelijkse vergaderingen van de partijleiding.
Hij schreef in deze periode onder het [[pseudoniem]] Saks artikels voor het  socialistische weekblad [[Voor Allen]]. In 1953 werd hij redacteur bij de socialistische krant [[Vooruit (Belgische krant)|Vooruit]]. Een jaar later werd hij persattaché van minister [[Edward Anseele jr.]], een job die tot het einde van de legislatuur in 1958 combineerde met zijn werk als journalist. Van 1959 tot 1961 was hij [[hoofdredacteur]] van Vooruit. Als hoofdredacteur was hij lid van het Bureau van de BSP en nam hij deel aan de wekelijkse vergaderingen van de partijleiding.


Eind jaren '50 begin Hebbelinck proza te schrijven. Hebbelinck schreef sociaal geëngageerde romans, zoals ''Het meisje in de kelder'' (1958), ''De rozen van Kazanlik'' (1959) en ''De journalist'' (1960). Voor het laatste boek kreeg hij in 1962 de [[Arkprijs van het Vrije Woord]]. In zijn laatste, aangrijpende, roman ''De trein reed door het dal'' (1962) beschrijft hij zijn ervaringen in [[Buchenwald]].<ref>[http://literairgent.be/lexicon/auteurs/hebbelinck-georges/ Biografie Georges Hebbelinck]; Literair Gent</ref>
Georges Hebbelinck overleed op 48-jarige leeftijd aan een [[hersenbloeding]].


Georges Hebbelinck overleed op 48-jarige leeftijd aan een [[hersenbloeding]].
===Proza===
Eind jaren '50 begin Hebbelinck proza te schrijven. Hebbelinck schreef sociaal geëngageerde romans, zoals ''Het meisje in de kelder'' (1958), ''De rozen van Kazanlik'' (1959) en ''De journalist'' (1960). Voor het laatste boek kreeg hij in 1962 de [[Arkprijs van het Vrije Woord]]. In zijn laatste roman ''De trein reed door het dal'' (1962) beschrijft hij zijn ervaringen in [[Buchenwald]].<ref>[http://literairgent.be/lexicon/auteurs/hebbelinck-georges/ Biografie Georges Hebbelinck]; Literair Gent</ref>


== Bibliografie<ref>{{link dbnl auteur|id=hebb002|label=Georges Hebbelinck}}</ref> ==
== Bibliografie<ref>{{link dbnl auteur|id=hebb002|label=Georges Hebbelinck}}</ref> ==

Versie van 27 jan 2022 23:33

rel=nofollow

Georges Hebbelinck (Gent, 4 maart 1916 - aldaar, 3 oktober 1964) was een Belgisch journalist, redacteur en auteur.[1]

Levensloop

Interbellum

Hebbelinck studeerde aan de economische afdeling van het Atheneum van Gent en aan de Hogeschool voor Handels- en Economische Wetenschappen, en hij was even student aan de universiteit. NAdien werkte hij even in het familibedrijf. Op 21-jarige leeftjd startte hij de opleiding journalistiek te Brussel. Hij werkte nadien voor United Press International tot hij in 1939 in de aanloop van de Tweede Wereldoorlog werd gemobiliseerd.

Hebbelinck groeide op in een liberaal milieu maar werd midden de jaren 30 was hij actief bij de Socialistische Jonge Wacht. Hij werd op een onbekend tijdstip lid van de Kommunistische Partij van België. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog had hij intenties naar Spanje te trekken maar voerde deze plannen niet uit.

Hij werd lid van de antifascistische communistische Nieuwe Jeugd waarin hij zijn latere echtgenote Emilienne Kesteloot leerde kennen met wie hij in mei 1941 trouwde.

Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Achttiendaagse Veldtocht werd Hebbelinck krijgevangen genomen, maar hij werd snel vrijgelaten.

In november 1940 was hij één van de oprichters van de verzetsgroep Revolutionaire Volksjeugd. Hebbelinck dook in juni 1941 onder in Brussel, waar hij wel nog betrokken was bij de sluikpers. In februari 1942 werd Hebbelinck lid van de Patriottische Militie en werkte hij samen met onder meer Bob Dubois en Jean Blume.

Hij werd op 5 april 1943 gearresteerd door de Gestapo en overgebracht naar het Fort van Breendonk waar hij 13 maanden gevangen werd gehouden en mishandeld, met blijvende lichamelijke letsels. In mei 1944 werd Hebbelinck met andere communisten (o.m. Jacques Grippa) gedeporteerd naar het concentratiekamp van Buchenwald, waar hij het 'geluk' had een administratieve functie te vervullen bij de Arbeitsstatistik. Hierdoor moest hij zelf geen zware lichamelijke arbeid verrichten en kon hij bovendien andere gevangenen helpen, bv. door de zwaar zieken geen zware arbeid te geven. Hebbelinck werd op 3 mei 1945 uit het kamp bevrijd.

Naoorlogse jaren

Terug in België werd hij leider van de Kommunistische Jeugd. In maart 1946 werd hij hoofdredacteur van het communistische dagblad De Roode Vaan. Tevens was hij secretaris van de KPB, tot hij in november van datzelfde jaar plots uit de partij stapte “omwille van een twist onder enkele leden”

Hebbelinck was ondertussen ook nog adjunct-kabinetschef van minister van Openbare Werken Jean Borremans.

Door de breuk met de KPB had het gezin Hebbelinck het financieel moeilijk en hij ging aan de slag als koffieverkoper. In zijn vrije tijd was hij actief in het vrijzinnige Van Crombrugghe’s Genootschap.

Door aanhoudende hoofdpijn moest Hebbelinck afzien van intellectuele arbeid. Hij schrijft over deze hoofdpijn in zijn boek 'Een trein reed door het dal' dat handelt over zijn ervaringen in Buchenwald. Omwille van deze hoofdpijn en het advies in open lucht te werken begon hij te werken bij de onderhoudsdienst van het vliegveld van Sint-Denijs-Westrem, waar hij enkele jaren aan de slag zou blijven. Erna werkte hij als katoenmakelaar bij zijn vader tot zijn vader in 1951 overleed. Nadien werkte hij als bediende bij de mutualiteit maar weer kon hij niet aarden.

Hij schreef in deze periode onder het pseudoniem Saks artikels voor het socialistische weekblad Voor Allen. In 1953 werd hij redacteur bij de socialistische krant Vooruit. Een jaar later werd hij persattaché van minister Edward Anseele jr., een job die tot het einde van de legislatuur in 1958 combineerde met zijn werk als journalist. Van 1959 tot 1961 was hij hoofdredacteur van Vooruit. Als hoofdredacteur was hij lid van het Bureau van de BSP en nam hij deel aan de wekelijkse vergaderingen van de partijleiding.

Georges Hebbelinck overleed op 48-jarige leeftijd aan een hersenbloeding.

Proza

Eind jaren '50 begin Hebbelinck proza te schrijven. Hebbelinck schreef sociaal geëngageerde romans, zoals Het meisje in de kelder (1958), De rozen van Kazanlik (1959) en De journalist (1960). Voor het laatste boek kreeg hij in 1962 de Arkprijs van het Vrije Woord. In zijn laatste roman De trein reed door het dal (1962) beschrijft hij zijn ervaringen in Buchenwald.[2]

Bibliografie[3]

  • Kroesbal uit het zoniënwoud; Uitgeverij De Vlam; Gent; 1957
  • Het meisje in de kelder; De Arbeiderspers; Amsterdam; 1958
  • De rozen van Kazanlik; De Arbeiderspers; Amsterdam; 1959
  • De journalist; De Arbeiderspers; Amsterdam; 1960
  • Kent gij de zoon van Antwerpen?; Uitgeverij De Vlam; Gent; 1960
  • De trein reed door het dal; De Arbeiderspers; Amsterdam; 1962
  • Beelden van een staking (vertaling van Images d'une grève van Fernand Demany); ACOD; Brussel; 1962

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow
Voorganger:
August De Block
Hoofdredacteur van de Vooruit
1959 - 1961
Opvolger:
Pierre Van der Poel