Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Killenstein: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Killenstein&oldid=43510213 7 mrt 2015 CaseyTaz 13 mei 2011)
 
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Killenstein_(plantage)&oldid=56712174 12 jul 2020 Niksbij26 (overleg | bijdragen) op 2 jul 2020)
Regel 1: Regel 1:
'''Killenstein''' is een [[koffieplantage (Suriname)|koffieplantage]] aan de [[Commewijne (rivier)|Commewijnerivier]] in het district [[Commewijne (district)|Commewijne]] in [[Suriname]]. De plantage ligt links bij het opvaren, stroomafwaarts naast de plantage ''[[Nut en Schadelijk]]'' en stroomopwaarts naast plantage ''[[Mon Souci]]''.<br />
[[Bestand:CoffeePlantLaChonita2.JPG|thumb|Koffiestruik]]
De plantage is aangelegd in door Pieter van der Werff. Deze was geboren in 1685 in [[Dordrecht (Nederland)|Dordrecht]]. Zijn vader, die ook Pieter heette, was omstreeks 1700 in Suriname aangekomen en eigenaar van de plantages [[Dordrecht (Suriname)|''Dordrecht'']] aan de [[Suriname (rivier)|Surinamerivier]] en ''Nieuw Accaribo'' aan de Commewijnerivier. In 1793 staat B. van Velsen als eigenaar vermeld. Van Velsen was in die tijd ook administrateur van 16 andere plantages. Daarna is C.L. Weisenbruch de eigenaar. Dit was een bekende naam in de Surinaamse plantagewereld. Hij bezit in 1831 vijf plantages en is administrateur van meer dan 45 andere plantages. In 1843 staat G.C. Hampe als eigenaar vermeld. Daarna wordt er ook [[Katoenplant|katoen]] op de plantage geteeld.<br />
'''Killenstein''', ook wel '''Killensteyn''' is een voormalige [[koffieplantage]] aan de Beneden-[[Commewijne (rivier)]] in [[Suriname (kolonie)|Suriname]]
In het bisschoppelijk archief van Paramaribo wordt later melding gemaakt van de koop door de gebroeders Bots van de plantage. De broers komen uit een familie van textielfabrikanten in [[Tilburg]]. In 1852 kopen zij ''Esthersrust'' aan de [[Warappakreek]] en in 1854 ''Killenstein''. In 1856 heerst er een pokkenepidemie op de plantage. Van de familieleden van de 28 Hindoestaanse gezinnen die zich net op de plantage hadden gevestigd, overleden er een groot aantal.<br />
In de jaren 1852 tot en met 1879 worden beide plantages geregeld bezocht door priesters van het bisdom. In 1854 vindt de inwijding van de Petrus Claverkapel door mgr. J.G. Schepers op ''Esthersrust'' plaats. De eerwaarde heer S.H.A.M. Meurkens werkte in 1855 afwisselend op de plantages ''Esthersrust'' en ''Killenstein''. Bij de [[emancipatie]] in 1863 worden 84 slaven vrijgelaten.


In 1877 gaan de gebroeders Bots zelf naar Suriname. Lang zijn ze er niet geweest, want Amandus Hubertus overlijdt in 1878 in het klooster van de paters [[Redemptoristen]] te [[Paramaribo]], waarna zijn broer in 1879 naar Nederland terugkeert.
Plantage Killenstein kwam in bedrijf circa 1745 en bleef functioneren gedurende de [[19e eeuw]].


In 1891 wordt er [[Cacaoboom|cacao]], koffie en [[Banaan (plant)|banaan]] geteeld door de gebroeders Green.
In 1770 was Killenstein 215 [[hectare]] groot (500 '[[akker (vlaktemaat)|akkers]]'). In 1819 bedroeg de grootte 311 ha.<ref name="com"/>
In 1902 is de ''Cultuur Maatschappij Killenstein'' opgericht. Er werken dan 75 arbeiders, waaronder 60 immigranten. In 1925 wordt er ook op kleine schaal [[rijst]] geteeld. De plantage is in 1935, samen met ''Mon Souci'', in het bezit van de ''West-Indische Cultuurbank''. Er wordt dan koffie en rijst verbouwd. Van de in totaal 864 hectare is 425 hectare in productie. De West-Indische Cultuurbank was onderdeel van de [[Nederlandse Handel-Maatschappij]]. Dit was de organisatie die vooral bekend is vanwege het boek [[Max Havelaar (boek)|Max Havelaar]] van [[Eduard Douwes Dekker]].
 
De achtereenvolgende eigenaren waren:
* 1770: P. van der Werff
* 1819: J.C. Tullen geb. Lankwyn
* 1820: Boedel Tallen geb. Cankryn
* 1826: C. L. Weissenbruch
* 1832: Erven C. L. Weissenbruch
* 1835: J.H.A. Berthand
* 1863: A.H. Bots en A.G. Bots
 
De [[Helmond]]se gebroeders Amandus Hubertus Bots (1816-1878) en Arnoldus Gerardus Bots (1826-1882) bezaten in Suriname ook de [[katoenplantage]] [[Esthersrust]] aan de [[Warrapakreek]]. Katoen was een belangrijke grondstof voor de [[textielindustrie]] in Nederland. Deze kwam in de 19e eeuw ook in Helmond tot ontwikkeling. Het beheer van Killenstein en Esthersrust was uitbesteed aan de firma [[J. Haase & Zn.]] uit Amsterdam.  
 
Als katholieken hechtten de gebroeders Bots er aan dat de tot slaafgemaakten het [[Doop (sacrament)|doopsel]] ontvingen. Hun plantages werden bezocht door R.K.-geestelijken, waaronder de priester-missionarissen [[Joannes Baptista Swinkels|Swinkels]] en [[Petrus Donders|Donders]] (circa 1855). Op de plantages was een [[kerkgebouw]] aanwezig.
 
De ''Noord-Brabanter'' van 24 februari 1859 meldt dat de gebroeders Bots bezwaar maakten tegen het wetsontwerp [[Emancipatiewet|afschaffing slavernij]]. Uiteindelijk kregen zij 55.800 gulden uitgekeerd toen hun slaafgemaakten officieel werden 'vrij' verklaard bij de emancipatie in 1863.<ref>https://www.brabantserfgoed.nl/page/7385/sporen-van-slavernij-in-noord-brabant</ref> Op Killenstein zijn toen de volgende achternamen geboekstaafd: ''Antons, Benter, Cornes, Duit, Eeden (ver), Facet, Gemin, Hoeber, Houwister, Julyson, Klames, Klopstok, Kluit, Krind, Mund, Palman, Pouwes, Roest, Schans, Sister, Stulp, Trop, Ving (van) en Walhout.''<ref name="com">https://www.surinameplantages.com</ref>
 
==Zie ook==
[[Plantages in Suriname]]


{{Appendix|2=
{{Appendix|2=
* Aa, A.J. van der (1839-1851) ''Historisch-geografisch woordenboek van Suriname.'' Gorinchem: Jacobus Noorduyn.
* Surinameplantages.com
* Brown, C. (1793-1795) ''Surinaamsche Staatkundige Almanach.'' Paramaribo: Wilkens.
* Dineke Stam en Gerard Snikkenburg, Brabantserfgoed.nl, 14 november 2018
* Dikland, P. ''Oud archief der burgerlijke stand in Suriname.''
* https://www.surinameplantages.com/archief/k/killenstein
* Hove, O. ten & H.E. Helstone & W. Hoogbergen ''Surinaamse emancipatie 1863, familienamen en plantages.'' Amsterdam: Rozenberg Publishers ISBN 978 90 5170 777 9
{{References}}
* Oudschans Dentz, F. (1944) "De herkomst en betekenis van Surinaamse plantagenamen", ''De West-Indische Gids'', jrg 26, nr. 27, pp 147-161.
}}
* ''Notariële archieven van Suriname.'' Den Haag: Nationaal Archief.
* (1820-1930) ''Surinaamsche Almanak.'' Paramaribo: Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
* (1935-1938) De Gids. Almanak voor Suriname: Paramaribo: Marcus
* [http://geneagraphie.com/getperson.php?personID=I464624&tree=1 Amandus Hubertus Bots] op Geneagraphie van H Weebers
 
{{Wikidata|Q1939533}}
<!--https://gyazo.com/2dab42009a6c138a9241cd1c1b6d6c28 -->  }}
{{Navigatie plantages Suriname}}
{{Navigatie plantages Suriname}}


[[Categorie:Plantage in Suriname]]
[[Categorie:Plantage in Commewijne]]

Versie van 16 jul 2020 23:42

Bestand:CoffeePlantLaChonita2.JPG
Koffiestruik

Killenstein, ook wel Killensteyn is een voormalige koffieplantage aan de Beneden-Commewijne (rivier) in Suriname

Plantage Killenstein kwam in bedrijf circa 1745 en bleef functioneren gedurende de 19e eeuw.

In 1770 was Killenstein 215 hectare groot (500 'akkers'). In 1819 bedroeg de grootte 311 ha.[1]

De achtereenvolgende eigenaren waren:

  • 1770: P. van der Werff
  • 1819: J.C. Tullen geb. Lankwyn
  • 1820: Boedel Tallen geb. Cankryn
  • 1826: C. L. Weissenbruch
  • 1832: Erven C. L. Weissenbruch
  • 1835: J.H.A. Berthand
  • 1863: A.H. Bots en A.G. Bots

De Helmondse gebroeders Amandus Hubertus Bots (1816-1878) en Arnoldus Gerardus Bots (1826-1882) bezaten in Suriname ook de katoenplantage Esthersrust aan de Warrapakreek. Katoen was een belangrijke grondstof voor de textielindustrie in Nederland. Deze kwam in de 19e eeuw ook in Helmond tot ontwikkeling. Het beheer van Killenstein en Esthersrust was uitbesteed aan de firma J. Haase & Zn. uit Amsterdam.

Als katholieken hechtten de gebroeders Bots er aan dat de tot slaafgemaakten het doopsel ontvingen. Hun plantages werden bezocht door R.K.-geestelijken, waaronder de priester-missionarissen Swinkels en Donders (circa 1855). Op de plantages was een kerkgebouw aanwezig.

De Noord-Brabanter van 24 februari 1859 meldt dat de gebroeders Bots bezwaar maakten tegen het wetsontwerp afschaffing slavernij. Uiteindelijk kregen zij 55.800 gulden uitgekeerd toen hun slaafgemaakten officieel werden 'vrij' verklaard bij de emancipatie in 1863.[2] Op Killenstein zijn toen de volgende achternamen geboekstaafd: Antons, Benter, Cornes, Duit, Eeden (ver), Facet, Gemin, Hoeber, Houwister, Julyson, Klames, Klopstok, Kluit, Krind, Mund, Palman, Pouwes, Roest, Schans, Sister, Stulp, Trop, Ving (van) en Walhout.[1]

Zie ook

Plantages in Suriname

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow