Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Kees Rijnboutt: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kees_Rijnboutt&diff=cur&oldid=48487276 27 jan 2017 Rijnboutt) |
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kees_Rijnboutt&oldid=48493134 28 jan 2017) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Infobox architect | {{Infobox architect | ||
| naam = Kees Rijnboutt | | naam = Kees Rijnboutt | ||
Regel 14: | Regel 15: | ||
| prijzen = [[BNA-kubus]] 2001 | | prijzen = [[BNA-kubus]] 2001 | ||
}} | }} | ||
'''Kees Rijnboutt''' ([[Rotterdam]], [[1939]]) is een [[Nederland]]se [[architect]] en [[stedenbouwkundige]]. Van 1986 tot 1990 was hij [[hoogleraar]] bij de [[Technische Universiteit Delft|Technische Universiteit]] van Delft. Van 1989 tot 1995 was hij [[Rijksbouwmeester]]. In de periode 1995 tot 1998 was hij Stadsstedenbouwer in [[Den Haag]]. | |||
== Biografie == | |||
=== 1956 - 1964 === | |||
Kees Rijnboutt begon in 1956 aan een studie Bouwkunde aan de [[Technische Hogeschool Delft|Technische Hogeschool]] in Delft, waar hij assistent werd van prof. J.H. van den Broek. In 1964 studeerde hij met lof af als architect bij prof. C. van Eesteren en prof. H. Brouwer. Rijnboutt maakte een structuralistisch ontwerp voor het instituut ‘Kerk en Wereld’ dat onderwijsfaciliteiten, een kapel, restaurant en huisvesting voor studenten bevatte. | |||
== | === 1964 - 1975 === | ||
[[Bestand:Kees Rijnboutt (1971).jpg|thumb|Kees Rijnboutt in 1971]] | [[Bestand:Kees Rijnboutt (1971).jpg|thumb|Kees Rijnboutt in 1971]] | ||
Rijnboutt ging aan de slag bij de Woningdienst (later de gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting) in Amsterdam. Hij werkte aan stadsuitbreidingsplannen waaronder het ensemble van drie flatgebouwen voor de Banne Buiksloot (een voorstudie voor de Bijlmer), een complex van bejaardenwoningen in Osdorp en ten slotte ook het eerste deel (deel H) van de Bijlmer in Amsterdam Zuidoost, acht oost-west gesitueerde blokken in strokenbouw (1964-1968). Bij de Dienst Volkshuisvesting maakte Rijnboutt de ommekeer mee die kwam met de buurtgerichte stadsvernieuwing vanaf 1968. Het was de tijd van de medezeggenschap over de eigen woonomgeving, het resultaat van bewonersprotest tegen gemeentelijke saneringsplannen voor de negentiende eeuwse stadsgebieden. Na een intensieve pilot in de Spaarndammerbuurt volgden stadvernieuwingsprojecten in de Kinkerbuurt, Oosterparkbuurt en de Dapperbuurt. | |||
Parallel hieraan begon Rijnboutt met Dirk Frieling aan de reorganisatie van de gemeentelijke dienst. Het leidde tot een nieuwe intergemeentelijke projectorganisatie, die verantwoordelijk werd voor het opstellen van kwaliteitseisen voor woningbouw en het toezicht op de naleving daarvan. Na diens vertrek nam Rijnboutt de plaats in van Frieling als adjunct-directeur van de Dienst Volkshuisvesting Amsterdam. | Parallel hieraan begon Rijnboutt met Dirk Frieling aan de reorganisatie van de gemeentelijke dienst. Het leidde tot een nieuwe intergemeentelijke projectorganisatie, die verantwoordelijk werd voor het opstellen van kwaliteitseisen voor woningbouw en het toezicht op de naleving daarvan. Na diens vertrek nam Rijnboutt de plaats in van Frieling als adjunct-directeur van de Dienst Volkshuisvesting Amsterdam. | ||
In 1970 trad Rijnboutt toe tot het bestuur van Architectura et Amicitia. Van 1972-1975 maakte hij daar deel uit van de redactie van het architectuurblad Forum. Met Geert Bekaert als hoofdredacteur richtte Forum zich op de maatschappelijke urgentie met thema’s als ‘de straat als belevingswereld’, ‘zelfhulp en bewonersparticipatie’ en ‘stadsvernieuwing in de Spaarndammerbuurt’ en met nummers gewijd aan eigentijdse architecten als Giancarlo de Carlo en Emile Aillaud. | In 1970 trad Rijnboutt toe tot het bestuur van [[Architectura et Amicitia]]. Van 1972-1975 maakte hij daar deel uit van de redactie van het architectuurblad Forum. Met [[Geert Bekaert]] als hoofdredacteur richtte Forum zich op de maatschappelijke urgentie met thema’s als ‘de straat als belevingswereld’, ‘zelfhulp en bewonersparticipatie’ en ‘stadsvernieuwing in de Spaarndammerbuurt’ en met nummers gewijd aan eigentijdse architecten als Giancarlo de Carlo en Emile Aillaud. | ||
In 1975 verliet Rijnboutt de Dienst Volkshuisvesting, naar eigen zeggen om actief deel te nemen aan het vormgeversvak. | In 1975 verliet Rijnboutt de Dienst Volkshuisvesting, naar eigen zeggen om actief deel te nemen aan het vormgeversvak. | ||
== 1975 - 1985 == | === 1975 - 1985 === | ||
Vanaf 1975 maakte Rijnboutt deel uit van de Architectengroep VDL (Verster, Dijkstra, Loerakker). Daar begon hij aan de woningbouwopgave Hoptille (1975-1985 i.s.m. Sjoerd Soeters), een ‘amendement’ op de Bijlmer-hoogbouw. | |||
Vanaf 1975 maakte Rijnboutt deel uit van de Architectengroep VDL (Verster, Dijkstra, Loerakker). Daar begon hij aan de woningbouwopgave Hoptille (1975-1985 i.s.m. [[Sjoerd Soeters]]), een ‘amendement’ op de Bijlmer-hoogbouw. Hij werkte ook aan andere projecten waaronder De Gors (Purmerend, 1975-1978), Redemark (Almere-Haven, 1977-1979), het Ensemble Gerdesiaweg (Rotterdam, 1977-1982) en het latere Wibenaheerd (Beijum, Groningen, 1981-1984). | |||
Rijnboutt werkte naast woningbouw ook aan andersoortige projecten, onder meer het kantorencomplex Leaseplan met toepassing van energiebesparende koude-warmteopslag (Almere-Stad, 1980-1990), de herbestemming van de voormalige drukkerij Wolters Noordhoff (Groningen, 1985-1988) en verscheidene distributiecentra voor de posterijen (PTT, diverse locaties, 1983-1986). | |||
In de periode 1980-85 gaf Rijnboutt college aan universiteiten in Europa en in de VS. | |||
=== 1985 - 1995 === | |||
In de periode 1985-1995 veranderde het accent van de werkzaamheden van Rijnboutt van architect en stedenbouwer naar supervisor en regisseur. | |||
Bij de architectengroep, nu onder de naam ‘loerakker rijnboutt ruijssenaars hendriks bv’ werkte Rijnboutt aan verschillende projecten: woningbouw aan de Johan Huizingalaan (Amsterdam, 1986-1988), het Ensemble Bankrasmeer (Amstelveen, 1992-1996, met Renée Liefting) en Stadserf (Schiedam, 1992-1997), en de verbouwing en nieuwbouw van de Arrondissementsrechtbank in Zutphen (1991-1997, met Richard Koek). | |||
Met Dirk Frieling, Moshé Zwarts en Rob van Engelsdorp Gastelaars richtte Rijnboutt in 1984 de Stichting Nederland Nu Als Ontwerp (NNAO) op, die de toekomst van Nederland agendeerde aan de hand van een diversiteit aan ontwerpscenario’s. De Stichting bestond tot 1990. | |||
In 1986 aanvaardde Rijnboutt een hoogleraarschap op de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit in Delft, een functie die hij bekleedde van 1986-1990. | |||
In | In 1985-1995 deed de markt zijn intrede als factor in het proces van stadsontwikkeling. De kwaliteitsbewaking van dit proces was aan de supervisor, een functie die Rijnboutt werd toebedeeld in zijn hoedanigheid als [[rijksbouwmeester]] (1989-1995). | ||
Daarbij werkte Rijnboutt aan projecten als De Resident (met o.a. Rob Krier, Cesar Pelli, Michael Graves, Adolfo Natalini, Sjoerd Soeters) en Grotiusplaats in Den Haag (met Joan Busquets) en Kop van Zuid in Rotterdam (met Riek Bakker), naast 18 rechtbanken en evenzoveel gevangenissen. | |||
Voor zijn optreden als architectonisch en stedenbouwkundig regisseur werd Rijnboutt in 2002 onderscheiden met de [[BNA-kubus]]. | |||
=== 1995 - 2005 === | |||
Nadat hij zijn rijksbouwmeesterschap had neergelegd werd Rijnboutt gevraagd om als stadsstedenbouwer voor Den Haag te worden (1995-1998). | |||
Zijn positie verschoof gaandeweg naar een meer op stedenbouwkundige supervisie en ruimtelijke regie gerichte praktijk (o.a. Amsterdam, voorzitter Kwaliteitsteam IJburg, 1998-2010 en Amsterdam, supervisor Zuidelijke IJ-oever, Amsterdam, 1999-2017), al bleef hij actief als architect en stedenbouwer. | Zijn positie verschoof gaandeweg naar een meer op stedenbouwkundige supervisie en ruimtelijke regie gerichte praktijk (o.a. Amsterdam, voorzitter Kwaliteitsteam IJburg, 1998-2010 en Amsterdam, supervisor Zuidelijke IJ-oever, Amsterdam, 1999-2017), al bleef hij actief als architect en stedenbouwer. | ||
In deze periode realiseerde Rijnboutt | In deze periode realiseerde Rijnboutt onder meer de woningbouwprojecten Karperkuil (Hoorn, 1995-1999) en Vette Knol residenties (Enkhuizen, 1997-2002), Robijnplantsoen (Almere-Buiten, 1996-1999), Veranda Van Gogh gebouw (Rotterdam, 1996-2000) en Ensemble Havenkwartier (Scheveningen, 1998-2004), naast de gebiedsontwikkeling voor o.a. Beukenhorst Oost-Oost (2003-2006, met Bart van der Vossen) en retailprojecten voor onder meer de Bijenkorf en Vroom & Dreesman (Dordrecht, Enschede, Maastricht, Amsterdam, 1997-2005). | ||
Bijzondere vermelding verdient het woningproject Prinsenhof (Den Haag, 1999-2006, met Bart van der Vossen), drie woontorens als deel van het Masterplan Beatrixwkwartier van Joan Busquets, waarvan het ontwerp terugverwijst naar een woningbouwopgave uit Rijnboutt’s studietijd aan de TH in Delft van dertig jaar daarvoor, waarin werd geëxperimenteerd met nieuwe typologieën voor stedelijk wonen. | Bijzondere vermelding verdient het woningproject Prinsenhof (Den Haag, 1999-2006, met Bart van der Vossen), drie woontorens als deel van het Masterplan Beatrixwkwartier van Joan Busquets, waarvan het ontwerp terugverwijst naar een woningbouwopgave uit Rijnboutt’s studietijd aan de TH in Delft van dertig jaar daarvoor, waarin werd geëxperimenteerd met nieuwe typologieën voor stedelijk wonen. | ||
== 2005 - 2017 == | === 2005 - 2017 === | ||
Met Bart van der Vossen, Mattijs Rijnboutt en Renée Liefting vormde Rijnboutt in 2005 ‘Rijnboutt van der Vossen Rijnboutt bv’, met even later ook Frederik Vermeesch als mede-eigenaar. | |||
In 2009 fuseerde dit bedrijf met CH & Partners en trad Richard Koek toe als mede-eigenaar. Het nieuwe bureau kreeg de naam ‘Rijnboutt’. Projecten uit deze periode zijn onder meer herbestemmings- en renovatieopgaven als The Bank (Amsterdam, 2006-2010) en Concertgebouwplein (Amsterdam, 2012-2013), beide met Frederik Vermeesch), en De Bijenkorf / La Vie (Utrecht, vanaf 2006) en het winkelgebied Aalmarkt (Leiden, vanaf 2009), beide met Mattijs Rijnboutt. | |||
Vanaf 1 december 2016 werkt Rijnboutt in de luwte van het bureau en blijft hij bij een beperkt aantal projecten betrokken. | Vanaf 1 december 2016 werkt Rijnboutt in de luwte van het bureau en blijft hij bij een beperkt aantal projecten betrokken. | ||
[ | == Prijzen == | ||
* In [[1989]] ontving hij de Nationale prijs voor kwaliteit in wonen en werken, Visie ‘89’ voor het [[Wolters Noordhoff]] project te [[Groningen (stad)|Groningen]]. | |||
* In [[2001]] ontving hij de [[BNA-kubus]], voor zijn werk als architectonisch en stedenbouwkundig regisseur. | |||
* In [[2003]] ontving hij de Nederlandse Raad van Winkelcentra jaarprijs. Dit is een opdrachtgeverprijs voor het [[Statenplein (Dordrecht)|Statenplein]] en omgeving te [[Dordrecht (Nederland)|Dordrecht]]. | |||
== Boeken == | |||
*{{Citeer boek | |||
| achternaam = Rijnboutt | |||
| voornaam = Kees | |||
| auteurlink = | |||
| medeauteurs = Frederik Vermeesch, Nina Rickert, Ingrid Ostermann | |||
| datum = 2007 | |||
| titel = Fragments and counterparts : Rijnboutt van der Vossen Rijnboutt : architecture, urban planning, strategy | |||
| hoofdstuk = | |||
| uitgever = Architectura & Natura | |||
| plaats = Amsterdam | |||
| ISBN = 978-90-7686-347-4 | |||
| NUR = | |||
| bezochtdatum = | |||
| bladzijdes = | |||
| taal = en | |||
| URL = | |||
| URLdatum = | |||
}} | |||
*{{Citeer boek | |||
| achternaam = Van Grunsven | |||
| voornaam = Jan | |||
| auteurlink = | |||
| medeauteurs = Kees Rijnboutt, Kees Hummel, Mark Speer | |||
| datum = 2015 | |||
| titel = Kees Rijnboutt architect : what shall we do with all this useless beauty? | |||
| hoofdstuk = | |||
| uitgever = Thoth Publishers | |||
| plaats = Bussum | |||
| ISBN = | |||
| NUR = | |||
| bezochtdatum = | |||
| bladzijdes = | |||
| taal = en | |||
| URL = | |||
| URLdatum = | |||
}} | |||
== Zie ook == | == Zie ook == | ||
Regel 84: | Regel 124: | ||
== Externe links == | == Externe links == | ||
*[http://www.rijnboutt.nl Rijnboutt bv] | *[http://www.rijnboutt.nl Rijnboutt bv] | ||
*[https://rijnboutt.nl/documents/Kees-Rijnboutt_projectindex-archief.pdf Kees Rijnboutt_projectindex archief] | |||
{{Commonscat|Kees Rijnboutt}} | {{Commonscat|Kees Rijnboutt}} | ||
{{ | {{DEFAULTSORT:Rijnboutt, Kees}} | ||
[[Categorie:Nederlands architect | [[Categorie:Nederlands architect]] | ||
[[Categorie:Nederlands stedenbouwkundige | [[Categorie:Nederlands stedenbouwkundige]] |
Versie van 17 feb 2017 23:09
Kees Rijnboutt | ||
Kees Rijnboutt (2016) | ||
Kees Rijnboutt (2016) | ||
Persoonsinformatie | ||
Nationaliteit | Nederlands | |
Geboortedatum | 1939 | |
Geboorteplaats | Rotterdam | |
Werken | ||
Praktijk | Rijksbouwmeester 1989-1995 | |
Prijzen | BNA-kubus 2001 | |
Informatie over RKD-profiel bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie |
Kees Rijnboutt (Rotterdam, 1939) is een Nederlandse architect en stedenbouwkundige. Van 1986 tot 1990 was hij hoogleraar bij de Technische Universiteit van Delft. Van 1989 tot 1995 was hij Rijksbouwmeester. In de periode 1995 tot 1998 was hij Stadsstedenbouwer in Den Haag.
Biografie
1956 - 1964
Kees Rijnboutt begon in 1956 aan een studie Bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft, waar hij assistent werd van prof. J.H. van den Broek. In 1964 studeerde hij met lof af als architect bij prof. C. van Eesteren en prof. H. Brouwer. Rijnboutt maakte een structuralistisch ontwerp voor het instituut ‘Kerk en Wereld’ dat onderwijsfaciliteiten, een kapel, restaurant en huisvesting voor studenten bevatte.
1964 - 1975
Rijnboutt ging aan de slag bij de Woningdienst (later de gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting) in Amsterdam. Hij werkte aan stadsuitbreidingsplannen waaronder het ensemble van drie flatgebouwen voor de Banne Buiksloot (een voorstudie voor de Bijlmer), een complex van bejaardenwoningen in Osdorp en ten slotte ook het eerste deel (deel H) van de Bijlmer in Amsterdam Zuidoost, acht oost-west gesitueerde blokken in strokenbouw (1964-1968). Bij de Dienst Volkshuisvesting maakte Rijnboutt de ommekeer mee die kwam met de buurtgerichte stadsvernieuwing vanaf 1968. Het was de tijd van de medezeggenschap over de eigen woonomgeving, het resultaat van bewonersprotest tegen gemeentelijke saneringsplannen voor de negentiende eeuwse stadsgebieden. Na een intensieve pilot in de Spaarndammerbuurt volgden stadvernieuwingsprojecten in de Kinkerbuurt, Oosterparkbuurt en de Dapperbuurt.
Parallel hieraan begon Rijnboutt met Dirk Frieling aan de reorganisatie van de gemeentelijke dienst. Het leidde tot een nieuwe intergemeentelijke projectorganisatie, die verantwoordelijk werd voor het opstellen van kwaliteitseisen voor woningbouw en het toezicht op de naleving daarvan. Na diens vertrek nam Rijnboutt de plaats in van Frieling als adjunct-directeur van de Dienst Volkshuisvesting Amsterdam.
In 1970 trad Rijnboutt toe tot het bestuur van Architectura et Amicitia. Van 1972-1975 maakte hij daar deel uit van de redactie van het architectuurblad Forum. Met Geert Bekaert als hoofdredacteur richtte Forum zich op de maatschappelijke urgentie met thema’s als ‘de straat als belevingswereld’, ‘zelfhulp en bewonersparticipatie’ en ‘stadsvernieuwing in de Spaarndammerbuurt’ en met nummers gewijd aan eigentijdse architecten als Giancarlo de Carlo en Emile Aillaud.
In 1975 verliet Rijnboutt de Dienst Volkshuisvesting, naar eigen zeggen om actief deel te nemen aan het vormgeversvak.
1975 - 1985
Vanaf 1975 maakte Rijnboutt deel uit van de Architectengroep VDL (Verster, Dijkstra, Loerakker). Daar begon hij aan de woningbouwopgave Hoptille (1975-1985 i.s.m. Sjoerd Soeters), een ‘amendement’ op de Bijlmer-hoogbouw. Hij werkte ook aan andere projecten waaronder De Gors (Purmerend, 1975-1978), Redemark (Almere-Haven, 1977-1979), het Ensemble Gerdesiaweg (Rotterdam, 1977-1982) en het latere Wibenaheerd (Beijum, Groningen, 1981-1984).
Rijnboutt werkte naast woningbouw ook aan andersoortige projecten, onder meer het kantorencomplex Leaseplan met toepassing van energiebesparende koude-warmteopslag (Almere-Stad, 1980-1990), de herbestemming van de voormalige drukkerij Wolters Noordhoff (Groningen, 1985-1988) en verscheidene distributiecentra voor de posterijen (PTT, diverse locaties, 1983-1986).
In de periode 1980-85 gaf Rijnboutt college aan universiteiten in Europa en in de VS.
1985 - 1995
In de periode 1985-1995 veranderde het accent van de werkzaamheden van Rijnboutt van architect en stedenbouwer naar supervisor en regisseur.
Bij de architectengroep, nu onder de naam ‘loerakker rijnboutt ruijssenaars hendriks bv’ werkte Rijnboutt aan verschillende projecten: woningbouw aan de Johan Huizingalaan (Amsterdam, 1986-1988), het Ensemble Bankrasmeer (Amstelveen, 1992-1996, met Renée Liefting) en Stadserf (Schiedam, 1992-1997), en de verbouwing en nieuwbouw van de Arrondissementsrechtbank in Zutphen (1991-1997, met Richard Koek).
Met Dirk Frieling, Moshé Zwarts en Rob van Engelsdorp Gastelaars richtte Rijnboutt in 1984 de Stichting Nederland Nu Als Ontwerp (NNAO) op, die de toekomst van Nederland agendeerde aan de hand van een diversiteit aan ontwerpscenario’s. De Stichting bestond tot 1990.
In 1986 aanvaardde Rijnboutt een hoogleraarschap op de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit in Delft, een functie die hij bekleedde van 1986-1990.
In 1985-1995 deed de markt zijn intrede als factor in het proces van stadsontwikkeling. De kwaliteitsbewaking van dit proces was aan de supervisor, een functie die Rijnboutt werd toebedeeld in zijn hoedanigheid als rijksbouwmeester (1989-1995).
Daarbij werkte Rijnboutt aan projecten als De Resident (met o.a. Rob Krier, Cesar Pelli, Michael Graves, Adolfo Natalini, Sjoerd Soeters) en Grotiusplaats in Den Haag (met Joan Busquets) en Kop van Zuid in Rotterdam (met Riek Bakker), naast 18 rechtbanken en evenzoveel gevangenissen.
Voor zijn optreden als architectonisch en stedenbouwkundig regisseur werd Rijnboutt in 2002 onderscheiden met de BNA-kubus.
1995 - 2005
Nadat hij zijn rijksbouwmeesterschap had neergelegd werd Rijnboutt gevraagd om als stadsstedenbouwer voor Den Haag te worden (1995-1998).
Zijn positie verschoof gaandeweg naar een meer op stedenbouwkundige supervisie en ruimtelijke regie gerichte praktijk (o.a. Amsterdam, voorzitter Kwaliteitsteam IJburg, 1998-2010 en Amsterdam, supervisor Zuidelijke IJ-oever, Amsterdam, 1999-2017), al bleef hij actief als architect en stedenbouwer.
In deze periode realiseerde Rijnboutt onder meer de woningbouwprojecten Karperkuil (Hoorn, 1995-1999) en Vette Knol residenties (Enkhuizen, 1997-2002), Robijnplantsoen (Almere-Buiten, 1996-1999), Veranda Van Gogh gebouw (Rotterdam, 1996-2000) en Ensemble Havenkwartier (Scheveningen, 1998-2004), naast de gebiedsontwikkeling voor o.a. Beukenhorst Oost-Oost (2003-2006, met Bart van der Vossen) en retailprojecten voor onder meer de Bijenkorf en Vroom & Dreesman (Dordrecht, Enschede, Maastricht, Amsterdam, 1997-2005).
Bijzondere vermelding verdient het woningproject Prinsenhof (Den Haag, 1999-2006, met Bart van der Vossen), drie woontorens als deel van het Masterplan Beatrixwkwartier van Joan Busquets, waarvan het ontwerp terugverwijst naar een woningbouwopgave uit Rijnboutt’s studietijd aan de TH in Delft van dertig jaar daarvoor, waarin werd geëxperimenteerd met nieuwe typologieën voor stedelijk wonen.
2005 - 2017
Met Bart van der Vossen, Mattijs Rijnboutt en Renée Liefting vormde Rijnboutt in 2005 ‘Rijnboutt van der Vossen Rijnboutt bv’, met even later ook Frederik Vermeesch als mede-eigenaar.
In 2009 fuseerde dit bedrijf met CH & Partners en trad Richard Koek toe als mede-eigenaar. Het nieuwe bureau kreeg de naam ‘Rijnboutt’. Projecten uit deze periode zijn onder meer herbestemmings- en renovatieopgaven als The Bank (Amsterdam, 2006-2010) en Concertgebouwplein (Amsterdam, 2012-2013), beide met Frederik Vermeesch), en De Bijenkorf / La Vie (Utrecht, vanaf 2006) en het winkelgebied Aalmarkt (Leiden, vanaf 2009), beide met Mattijs Rijnboutt.
Vanaf 1 december 2016 werkt Rijnboutt in de luwte van het bureau en blijft hij bij een beperkt aantal projecten betrokken.
Prijzen
- In 1989 ontving hij de Nationale prijs voor kwaliteit in wonen en werken, Visie ‘89’ voor het Wolters Noordhoff project te Groningen.
- In 2001 ontving hij de BNA-kubus, voor zijn werk als architectonisch en stedenbouwkundig regisseur.
- In 2003 ontving hij de Nederlandse Raad van Winkelcentra jaarprijs. Dit is een opdrachtgeverprijs voor het Statenplein en omgeving te Dordrecht.
Boeken
- (en) Rijnboutt, Kees; Frederik Vermeesch, Nina Rickert, Ingrid Ostermann, Fragments and counterparts : Rijnboutt van der Vossen Rijnboutt : architecture, urban planning, strategy, Architectura & Natura, Amsterdam , 2007. ISBN 978-90-7686-347-4.
- (en) Van Grunsven, Jan; Kees Rijnboutt, Kees Hummel, Mark Speer, Kees Rijnboutt architect : what shall we do with all this useless beauty?, Thoth Publishers, Bussum , 2015.
Zie ook
Externe links
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Kees Rijnboutt op Wikimedia Commons.