Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Rode biet: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
==Geneeskundig gebruik== | ==Geneeskundig gebruik== | ||
Sándor (Alexander) Ferenczi, van de Afdeling voor Inwendige Ziekten in het districtsziekenhuis van Csoma, werd in 1958 bekend voor zijn aanbeveling van rode biet als aanvullende therapie bij patiënten met boosaardige tumoren.<ref>[https://books.google.com/books?id=HxWgAAAACAAJ&dq=rote+bete+in+der+zusatztherapie+bei+kranken+mit+bösartigen+neubildungen ''Rote Bete in der Zusatztherapie bei Kranken mit bösartigen Neubildungen''], Haug, 1976. ISBN 377600357X, ISBN 9783776003574</ref><ref>[https://books.google.com/books?&id=8dRGAAAAYAAJ&pg=PA108 International Clinical Nutrition Review], volumes 6-7</ref> Rode biet voor therapeutische doeleinden was reeds bekend in de oudheid bij [[Hippocrates]], [[Galenus]] en [[Dioscurides]]. In de [[Talmoed]] staan de aanbevelingen opgetekend van rabbi Chanina en rabbi Jochanan: „rode biet eten, [[mede (drank)|mede]] drinken en in de [[Eufraat]] baden.” De rode bietjes kwamen onder de aandacht van de West-Europeanen door [[Paracelsus]], die ze in 1540 beschreef. | |||
In 1826 vermeldde professor [[Johann Friedrich Osiander|J. F. Osiander]] van de [[Universiteit van Göttingen]] in zijn boek over de [[volksgeneeskunde]] het gebruik van de rode biet bij de behandeling van neustumoren. | In 1826 vermeldde professor [[Johann Friedrich Osiander|J. F. Osiander]] van de [[Universiteit van Göttingen]] in zijn boek over de [[volksgeneeskunde]] het gebruik van de rode biet bij de behandeling van neustumoren. |
Versie van 29 aug 2016 20:08
Rode biet (Beta vulgaris subsp. vulgaris var. ruba) is een gekweekte variëteit van de Beta vulgaris (gewone biet), ondersoort vulgaris.
Oorsprong
De rode biet is nauw verwant aan de suikerbiet en de snijbiet en is net als deze een gekweekte variant van de biet (Beta vulgaris subsp. vulgaris). De Romeinen brachten deze mee naar Centraal-Europa. Deze cultuurplant is afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, waarschijnlijk uit Noord-Afrika, en werd gekweekt uit de wilde biet (B. vulgaris L. subsp. maritima). De nu gelijkmatig rode kleur van de rode biet is een gevolg van de veredeling in de 19e en 20e eeuw.
Geneeskundig gebruik
Sándor (Alexander) Ferenczi, van de Afdeling voor Inwendige Ziekten in het districtsziekenhuis van Csoma, werd in 1958 bekend voor zijn aanbeveling van rode biet als aanvullende therapie bij patiënten met boosaardige tumoren.[1][2] Rode biet voor therapeutische doeleinden was reeds bekend in de oudheid bij Hippocrates, Galenus en Dioscurides. In de Talmoed staan de aanbevelingen opgetekend van rabbi Chanina en rabbi Jochanan: „rode biet eten, mede drinken en in de Eufraat baden.” De rode bietjes kwamen onder de aandacht van de West-Europeanen door Paracelsus, die ze in 1540 beschreef.
In 1826 vermeldde professor J. F. Osiander van de Universiteit van Göttingen in zijn boek over de volksgeneeskunde het gebruik van de rode biet bij de behandeling van neustumoren.
Tegen 1929 maakten de Duitse artsen Farberse en Franz Schoenenberger (1865–1933) therapeutisch gebruik van de rode biet bij gevallen van kanker.
Dr. Paul Seeger, een baanbrekend kankeronderzoeker van zijn tijd, gebruikte rode biet, rechtsdraaiend melkzuur en zwarte-bessensap als krachtig middel om de door oxidatieve enzymen aangebrachte schade te herstellen.[3]