Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Belgitude: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 11: Regel 11:


[[Bestand:La brabanconne.jpg|thumb|250px|right|Een deel van de tekst van La Brabanconne gegraveerd in het standbeeld in het Quartier des Libertés in [[Brussel]]. La Brabançonne (Nederlands De Brabançonne) is het federale volkslied van België. Het lied was oorspronkelijk in het Frans geschreven. Meer dan 100 jaar later kwam er een versie in het Nederlands en ten slotte in het Duits.]]
[[Bestand:La brabanconne.jpg|thumb|250px|right|Een deel van de tekst van La Brabanconne gegraveerd in het standbeeld in het Quartier des Libertés in [[Brussel]]. La Brabançonne (Nederlands De Brabançonne) is het federale volkslied van België. Het lied was oorspronkelijk in het Frans geschreven. Meer dan 100 jaar later kwam er een versie in het Nederlands en ten slotte in het Duits.]]
De Belgische identiteit wordt gezien als een „holle identiteit”: het wordt vooral gedefinieerd door wat het niet is. Historisch gezien maakte het grondgebied altijd deel uit van de bezettingsmacht die het veroverd had. Tegen de tijd dat België in 1830 onafhankelijk werd waren er mensen die zich respectievelijk als Vlaams, Waals of [[Brussel|Brussels]] identificeerden, maar zelfs binnen die groepen zijn er mensen die niet het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van een natie, eerder een communautaire gemeenschap of een gewest.  
De Belgische identiteit wordt gezien als een „holle identiteit”: het wordt vooral gedefinieerd door wat het niet is. Historisch gezien maakte het grondgebied altijd deel uit van de bezettingsmacht die het veroverd had. Tegen de tijd dat België [[Belgische opstand|in 1830 onafhankelijk]] werd waren er mensen die zich respectievelijk als Vlaams, Waals of [[Brussel|Brussels]] identificeerden, maar zelfs binnen die groepen zijn er mensen die niet het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van een natie, eerder een communautaire gemeenschap of een gewest.  


Het meest bekende citaat rond het Belgisch identiteitsgevoel werd geuit door de Waalse socialist Jules Destrée, die in 1912 aan koning Albert I meldde: „''Sire, il y a des Flamands et des Wallons. Il n’ y a pas de Belges.''” (Nederlands: „''Er zijn Vlamingen en Walen. Er zijn geen Belgen.''”)<!--- even in verband brengen,  want dit is eerder anti-belgitude. ---> De in België wonende Nederlandse essayist Benno Barnard schreef in zijn boek ''Door God bij Europa verwekt'': „''De belgitude heeft dan ook een vrolijk, epicurisch, zacht-cynisch karakter, dat voor buitenstaanders evenwel verborgen blijft achter rolluiken, bureaucratie, vormelijkheid, distantie  de gezichtseinder van buitenstaanders in België valt gewoonlijk samen met de rand van hun restauranttafel. Die onbegrijpelijkheid van de belgitude voor oningewijden draagt omgekeerd weer bij tot de levensvreugde van de Belgische Belg, voor wie het Belg-zijn ook een strategische kant heeft: hoe minder de anderen van België begrijpen, hoe beter.''”  
Het meest bekende citaat rond het Belgisch identiteitsgevoel werd geuit door de Waalse socialist Jules Destrée, die in 1912 aan koning Albert I meldde: „''Sire, il y a des Flamands et des Wallons. Il n’ y a pas de Belges.''” (Nederlands: „''Er zijn Vlamingen en Walen. Er zijn geen Belgen.''”)<!--- even in verband brengen,  want dit is eerder anti-belgitude. ---> De in België wonende Nederlandse essayist Benno Barnard schreef in zijn boek ''Door God bij Europa verwekt'': „''De belgitude heeft dan ook een vrolijk, epicurisch, zacht-cynisch karakter, dat voor buitenstaanders evenwel verborgen blijft achter rolluiken, bureaucratie, vormelijkheid, distantie  de gezichtseinder van buitenstaanders in België valt gewoonlijk samen met de rand van hun restauranttafel. Die onbegrijpelijkheid van de belgitude voor oningewijden draagt omgekeerd weer bij tot de levensvreugde van de Belgische Belg, voor wie het Belg-zijn ook een strategische kant heeft: hoe minder de anderen van België begrijpen, hoe beter.''”  

Versie van 15 jul 2014 09:29

„Belgitude” werd in 2012 opgenomen in de Franse encyclopedie Le Petit Larousse illustré.[1]

Het woord belgitude wordt gebruikt om de Belgische ziel en identiteit uit te drukken.

Oorsprong van het woord

Het woord Belgitude werd in 1976 bedacht door Pierre Mertens en Claude Javeau in een nummer van de Nouvelles littéraires, genaamd „L’autre Belgique”.[2] Het verwijst naar het concept négritude rond zwart zijn.

Het woord sloeg snel aan. De Belgische zanger Jacques Brel vermeldt het in zijn nummer Mai 1940, dat hij uiteindelijk niet op zijn laatste album uit 1977 zou zetten, maar sindsdien wel op cd verkrijgbaar is. In dit lied zingt Brel over de Duitse soldaten die tijdens de Tweede Wereldoorlog België bezetten en zijn belgitude uitveegden: D’un ciel plus bleu qu’à l‘habitude, Ce mai 40 a salué Quelques Allemands disciplinés Qui écrasaient ma belgitude.[3]

Geschiedenis van het Belgisch identiteitsgevoel

Belgica in de tijd van Julius Caesar. In zijn Commentarii de bello Gallico (verslag over de Gallische Oorlog) schreef Julius Caesar: „De Belgae zijn de dappersten van allemaal, omdat ze het verst verwijderd zijn van de cultuur en de beschaving van de provincia en er slechts zeer zelden kooplui tot bij hen reizen en die dingen invoeren, die bijdragen tot het vervrouwelijken (= weker maken) van de geesten, en omdat ze vlak bij de Germanen leven, die over de Rijn wonen, met wie ze voortdurend oorlog voeren.” Dit citaat van Caesar, vooral het eerste gedeelte ervan, werd in de jaren 1830 erg populair toen het nieuw ontstane koninkrijk België op zoek was naar een eigen identiteit.
Een deel van de tekst van La Brabanconne gegraveerd in het standbeeld in het Quartier des Libertés in Brussel. La Brabançonne (Nederlands De Brabançonne) is het federale volkslied van België. Het lied was oorspronkelijk in het Frans geschreven. Meer dan 100 jaar later kwam er een versie in het Nederlands en ten slotte in het Duits.

De Belgische identiteit wordt gezien als een „holle identiteit”: het wordt vooral gedefinieerd door wat het niet is. Historisch gezien maakte het grondgebied altijd deel uit van de bezettingsmacht die het veroverd had. Tegen de tijd dat België in 1830 onafhankelijk werd waren er mensen die zich respectievelijk als Vlaams, Waals of Brussels identificeerden, maar zelfs binnen die groepen zijn er mensen die niet het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van een natie, eerder een communautaire gemeenschap of een gewest.

Het meest bekende citaat rond het Belgisch identiteitsgevoel werd geuit door de Waalse socialist Jules Destrée, die in 1912 aan koning Albert I meldde: „Sire, il y a des Flamands et des Wallons. Il n’ y a pas de Belges.” (Nederlands: „Er zijn Vlamingen en Walen. Er zijn geen Belgen.”) De in België wonende Nederlandse essayist Benno Barnard schreef in zijn boek Door God bij Europa verwekt: „De belgitude heeft dan ook een vrolijk, epicurisch, zacht-cynisch karakter, dat voor buitenstaanders evenwel verborgen blijft achter rolluiken, bureaucratie, vormelijkheid, distantie de gezichtseinder van buitenstaanders in België valt gewoonlijk samen met de rand van hun restauranttafel. Die onbegrijpelijkheid van de belgitude voor oningewijden draagt omgekeerd weer bij tot de levensvreugde van de Belgische Belg, voor wie het Belg-zijn ook een strategische kant heeft: hoe minder de anderen van België begrijpen, hoe beter.

Voorbeelden van belgitude

Belgitude laat zich vooral kenmerken door zaken die eigen zijn aan de Belgische cultuur, zoals Belgisch Nederlands en Belgisch Frans. Het Nederlands in België heeft vele gallicismen en het Frans in België diverse neerlandismen, zowel qua woordgebruik als zinsbouw. Beide heten ook belgicismen. Het woord „bourgemestre” (burgemeester) in Wallonië is bijvoorbeeld duidelijk uit het Nederlands afgeleid en verschilt aanzienlijk van de algemeen aanvaarde Franse term „maire”. Het woord „plezant"” (leuk) in Vlaanderen is dan weer van het Franse woord „plaisant” afgeleid en wordt in Nederland amper gebruikt.[4] Het Belgisch Nederlands kent vele uitdrukkingen die in het Nederlands onbekend zijn en soms tot verwarring leiden bijvoorbeeld "Zijn kat sturen" (Nederlands: Niet op komen dagen) en "Vijgen na Pasen" (Nederlands: Mosterd na de maaltijd). Typisch Belgisch Nederlands is ook de uitdrukking "Zeker en vast" (Nederlands: Vast en zeker). In het Belgisch Frans zijn de afwijkende telwoorden het opvallendst, 73 is bijvoorbeeld septante-trois (Frans: soixante-treize) en 94 is nonante-quatre (Frans: quatre-vingt-quatorze).

Frietkot in Brussel. In België is de frituur zowat het nationale symbool geworden. België heeft (2012) ongeveer 5000 frituren. In Brugge is er een friet museum en Antwerpen heeft gratis toegankelijk frietkotmuseum (boven frietkot Max op de Groenplaats). Sinds 2014 worden Belgische frietkoten als cultureel erfgoed erkend door de Vlaamse minister van cultuur. Friterie Maison Antoine in Etterbeek is (2014) volgens fritmap.com de beste Belgische frituur.

Ook typische dranken en gerechten, zoals Belgisch bier, mosselen met friet, speculaas, waterzooi, witloof, spruitjes, chocolade... worden als pijlers van de belgitude gezien. Evenals historische figuren (Ambiorix, Godfried van Bouillon, koning Boudewijn, Keizer Karel V, Adolphe Sax...) en culturele Manneken Pis, de Gilles van Binche, Pieter Bruegel de Oudere, Peter Paul Rubens, Kuifje, Maigret, Jacques Brel, René Magritte, Soeur Sourire, Django Reinhardt,...). Qua sportfiguren zijn Eddy Merckx en de Rode Duivels een goed voorbeeld. Het liedje Potverdekke, it’s great to be a Belgian (1998) door Mr. John is ook een uiting van de belgitude.

In 2005 deed het tijdschrift Reader’s Digest, ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van België, een onderzoek naar de Belgische volksaard. Daaruit bleek dat de Belg zichzelf ziet als levensgenieter, vermaard voor zijn meertaligheid en bereid tot het sluiten van compromissen.

Ook het ontduiken van belastingen werd gezien als een typisch Belgische karaktertrek. Acht op tien Belgen bleek uit het onderzoek van Reader’s Digest fier Belg te zijn. Als typische symbolen werden friet, de Belgische vlag, bier, chocolade en het koningshuis genoemd. Typisch Belgische gerechten vond men mosselen met friet, steak friet en witloof met hesp.

Citaten over de belgitude

  • C’est cela la belgitude, l’idée qu’être belge c’est avoir l’identité de la non-identité.” —José Fontaine
  • Elk onderzoek toont dat twee derde van de Vlamingen zich ook als Belg beschouwt en helemaal niet af wil van België. Twee derde! Ergo: de Belgitude is een onderdeel van de Vlaamse identiteit, het behoud van België eveneens. Vandaar dat de Nieuw-Vlaamse Elite nooit een referendum zal organiseren dat botweg luidt: ’Moet België verdwijnen?’ Ze zou door het volk dat ze zegt te vertegenwoordigen worden weggestemd.” —Yves Desmet in De Morgen 15 januari 2011

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow