Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Rechtsstaat: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (→‎Zie ook: trias politica)
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Een '''rechtsstaat''' is een [[staat]] waarvan de [[Macht (politiek)|macht]] gereguleerd en beperkt wordt door het [[recht]]. De rechtsstaatgedachte is ontwikkeld tegen de praktijk van absolute vorsten (zoals [[Lodewijk XIV van Frankrijk|Lodewijk XIV]]). De rechtsstaatgedachte wil willekeur voorkomen en rechtszekerheid en rechtsgelijkheid bevorderen.
Een '''rechtsstaat''' is een [[staat]] waarvan de [[Macht (politiek)|macht]] gereguleerd en beperkt wordt door het [[recht]]. De rechtsstaatgedachte is ontwikkeld tegen de praktijk van absolute vorsten (zoals [[Lodewijk XIV van Frankrijk|Lodewijk XIV]]). De rechtsstaatgedachte wil willekeur voorkomen en rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor alle burgers bevorderen.


In een rechtsstaat worden burgers tegen de macht van de staat beschermd door [[wet]]ten. Onafhankelijke [[rechter]]s kunnen bij een conflict oordelen en worden geacht de wetten te volgen. Een rechter kan bij overtredingen [[sanctie (straf)|sancties]] opleggen die wettelijk geregeld zijn. Als de rechters in een staat niet onafhankelijk zijn, mag die staat geen rechtsstaat genoemd worden.
In een rechtsstaat worden burgers tegen de macht van de staat beschermd door [[wet]]ten. Onafhankelijke [[rechter]]s kunnen bij een conflict oordelen en worden geacht de wetten te volgen. Een rechter kan bij overtredingen [[sanctie (straf)|sancties]] opleggen die wettelijk geregeld zijn. Als de rechters in een staat niet onafhankelijk zijn, mag die staat geen rechtsstaat genoemd worden.
Regel 20: Regel 20:
===Constitutie===
===Constitutie===
In het algemeen wordt de aanwezigheid van een [[constitutie]] gezien als een noodzakelijk element van een rechtsstaat. Het gaat dan niet om het feit dat er een geschreven grondwet is, maar om het feit dat er een constitutie is die de overheidsmacht die bevoegdheden [[attributie|attributie]] en reguleert.  
In het algemeen wordt de aanwezigheid van een [[constitutie]] gezien als een noodzakelijk element van een rechtsstaat. Het gaat dan niet om het feit dat er een geschreven grondwet is, maar om het feit dat er een constitutie is die de overheidsmacht die bevoegdheden [[attributie|attributie]] en reguleert.  
*De constitutie kan geschreven of ongeschreven zijn. Geschreven deel = grondwet. Vergelijkbaar is de terminologie materiële / formele constitutie.
*De constitutie kan geschreven of ongeschreven zijn. Een geschreven constitutie wordt ook wel grondwet genoemd. Vergelijkbaar is de terminologie materiële / formele constitutie.
*De grondwet kan flexibel of rigide zijn, verzwaarde of gewone wijzigingsprocedure. Zie 137 Gw, in Nederland is de rigide van toepassing: ruime meerderheid moet aanwezig zijn.
*De grondwet kan flexibel of rigide zijn, verzwaarde of gewone wijzigingsprocedure. Zie 137 Gw, in Nederland is de rigide van toepassing: ruime meerderheid moet aanwezig zijn.
*De Nederlandse constitutie bestaat uit:
*De Nederlandse constitutie bestaat uit:
Regel 31: Regel 31:
Gewoonlijk worden aan het gewoonterecht de eisen gesteld van gangbare praktijk (''usus'') en een door velen gedeelde [[rechtsopvatting]] (''[[opinio iuris]]''). Het bijzondere van staatsrechtelijk gewoonterecht is dat beide vereisten niet zo sterk gelden. Wat betreft de gangbaarheidseis: ook op basis van één gebeurtenis kan er al staatsrechtelijk gewoonterecht ontstaan. Wat betreft de eis van gedeelde rechtsopvattingen: staatsrechtelijk gewoonterecht is in zekere zin autonoom: degenen voor wie het geldt bepalen zelf de inhoud en status hiervan. Natuurlijk is voor parlementair gewoonterecht wel een kamermeerderheid nodig. De vertrouwensregel zou niet werken wanneer zij niet op gedeelde meningen zou berusten.
Gewoonlijk worden aan het gewoonterecht de eisen gesteld van gangbare praktijk (''usus'') en een door velen gedeelde [[rechtsopvatting]] (''[[opinio iuris]]''). Het bijzondere van staatsrechtelijk gewoonterecht is dat beide vereisten niet zo sterk gelden. Wat betreft de gangbaarheidseis: ook op basis van één gebeurtenis kan er al staatsrechtelijk gewoonterecht ontstaan. Wat betreft de eis van gedeelde rechtsopvattingen: staatsrechtelijk gewoonterecht is in zekere zin autonoom: degenen voor wie het geldt bepalen zelf de inhoud en status hiervan. Natuurlijk is voor parlementair gewoonterecht wel een kamermeerderheid nodig. De vertrouwensregel zou niet werken wanneer zij niet op gedeelde meningen zou berusten.
Nu staatsrechtelijk gewoonterecht autonoom is kunnen degenen voor wie het geldt ook bepalen dat een bepaalde gewoonte geen normatief appel uitoefent (het moeten navolgen), maar dat er slechts sprake is van staatkundige gewoonte of conventie (vb Prinsjesdag). In bepaalde gevallen is niet duidelijk of er sprake is van een stelregel of een spelregel. Zijn bijvoorbeeld de ongeschreven conventies rond de [[kabinetsformatie]] gewoonterecht of enkel een conventie?
Nu staatsrechtelijk gewoonterecht autonoom is kunnen degenen voor wie het geldt ook bepalen dat een bepaalde gewoonte geen normatief appel uitoefent (het moeten navolgen), maar dat er slechts sprake is van staatkundige gewoonte of conventie (vb Prinsjesdag). In bepaalde gevallen is niet duidelijk of er sprake is van een stelregel of een spelregel. Zijn bijvoorbeeld de ongeschreven conventies rond de [[kabinetsformatie]] gewoonterecht of enkel een conventie?
===[[Legaliteitsbeginsel]]===
===[[Legaliteitsbeginsel]]===
In een rechtsstaat moet ieder overheidsoptreden berusten op algemene, voor herhaalde toepassing vatbare [[rechtsregel]]s, vastgesteld krachtens [[attributie (staatsrecht)|attributie]] of [[delegatie]]. Wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende instanties zijn zelf ook gebonden door de wet. De binding van de rechtsprekende macht aan de wet blijkt ook uit de zogenaamde ''onschuldpresumptie'': Mensen moeten voor onschuldig gehouden worden tot het tegendeel is bewezen. Ze mogen niet opgesloten of anderszins gestraft worden als niet bewezen kan worden dat zij een wet hebben overtreden.
In een rechtsstaat moet ieder overheidsoptreden berusten op algemene, voor herhaalde toepassing vatbare [[rechtsregel]]s, vastgesteld krachtens [[attributie (staatsrecht)|attributie]] of [[delegatie]]. Wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende instanties zijn zelf ook gebonden door de wet. De binding van de rechtsprekende macht aan de wet blijkt ook uit de zogenaamde ''onschuldpresumptie'': Mensen moeten voor onschuldig gehouden worden tot het tegendeel is bewezen. Ze mogen niet opgesloten of anderszins gestraft worden als niet bewezen kan worden dat zij een wet hebben overtreden.

Huidige versie van 13 mei 2020 om 15:33

Een rechtsstaat is een staat waarvan de macht gereguleerd en beperkt wordt door het recht. De rechtsstaatgedachte is ontwikkeld tegen de praktijk van absolute vorsten (zoals Lodewijk XIV). De rechtsstaatgedachte wil willekeur voorkomen en rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor alle burgers bevorderen.

In een rechtsstaat worden burgers tegen de macht van de staat beschermd door wetten. Onafhankelijke rechters kunnen bij een conflict oordelen en worden geacht de wetten te volgen. Een rechter kan bij overtredingen sancties opleggen die wettelijk geregeld zijn. Als de rechters in een staat niet onafhankelijk zijn, mag die staat geen rechtsstaat genoemd worden.

Vaak worden de begrippen democratie en rechtsstaat door elkaar gebruikt, maar een democratie hoeft niet per se een rechtsstaat te zijn, en een rechtsstaat is niet per definitie een democratie.

Elementen van rechtsstatelijkheid

Een rechtsstaat is een staat waarin de overheidsmacht aan banden worden gelegd door het recht (zoals het woord zelf reeds aanduidt). En recht is meer dan een systeem van wetten. Als een overheid of een functionaris daarvan zijn macht misbruikt, is per definitie geen sprake van een rechtsstaat, maar van een gebrek daaraan. In een rechtsstaat heerst evenwicht tussen een te veel en te weinig regels en kunnen wetten een inhoudelijke toets der kritiek weerstaan.

Vanwege bovenstaande, wordt tegenwoordig vaak gesproken over rechtsstatelijkheid in plaats van over De Rechtsstaat. Volgens sommigen is het nuttig om rechtsstatelijkheid te beschouwen als een deugd voor organisaties, als een karaktertrek derhalve. Integriteit kan worden gezien als een component van rechtsstatelijkheid.

Als belangrijke elementen van rechtsstatelijkheid worden beschouwd:

Constitutie

In het algemeen wordt de aanwezigheid van een constitutie gezien als een noodzakelijk element van een rechtsstaat. Het gaat dan niet om het feit dat er een geschreven grondwet is, maar om het feit dat er een constitutie is die de overheidsmacht die bevoegdheden attributie en reguleert.

  • De constitutie kan geschreven of ongeschreven zijn. Een geschreven constitutie wordt ook wel grondwet genoemd. Vergelijkbaar is de terminologie materiële / formele constitutie.
  • De grondwet kan flexibel of rigide zijn, verzwaarde of gewone wijzigingsprocedure. Zie 137 Gw, in Nederland is de rigide van toepassing: ruime meerderheid moet aanwezig zijn.
  • De Nederlandse constitutie bestaat uit:
  • Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
  • Nederlandse Grondwet
  • zekere daarop gebaseerde, internationaal rechterlijke bepalingen. Zie 93/94 Gw.
  • daarop gebaseerde organieke wetten ( door Gw voorgeschreven wet m.b.t staatsinrichting ) Vb gemeentewet, kieswet
  • Staatsrechtelijk gewoonterecht oftewel ongeschreven constitutioneel recht. Belangrijkste voorbeeld is de vertrouwensregel, ander voorbeeld van gewoonterecht is homogeniteitsregel, volgens welke de ministerraad spreekt met één mond (vergelijk 45 lid 3 Grondwet).

Bijzonderheden van het staatsrechtelijk gewoonterecht

Gewoonlijk worden aan het gewoonterecht de eisen gesteld van gangbare praktijk (usus) en een door velen gedeelde rechtsopvatting (opinio iuris). Het bijzondere van staatsrechtelijk gewoonterecht is dat beide vereisten niet zo sterk gelden. Wat betreft de gangbaarheidseis: ook op basis van één gebeurtenis kan er al staatsrechtelijk gewoonterecht ontstaan. Wat betreft de eis van gedeelde rechtsopvattingen: staatsrechtelijk gewoonterecht is in zekere zin autonoom: degenen voor wie het geldt bepalen zelf de inhoud en status hiervan. Natuurlijk is voor parlementair gewoonterecht wel een kamermeerderheid nodig. De vertrouwensregel zou niet werken wanneer zij niet op gedeelde meningen zou berusten. Nu staatsrechtelijk gewoonterecht autonoom is kunnen degenen voor wie het geldt ook bepalen dat een bepaalde gewoonte geen normatief appel uitoefent (het moeten navolgen), maar dat er slechts sprake is van staatkundige gewoonte of conventie (vb Prinsjesdag). In bepaalde gevallen is niet duidelijk of er sprake is van een stelregel of een spelregel. Zijn bijvoorbeeld de ongeschreven conventies rond de kabinetsformatie gewoonterecht of enkel een conventie?

Legaliteitsbeginsel

In een rechtsstaat moet ieder overheidsoptreden berusten op algemene, voor herhaalde toepassing vatbare rechtsregels, vastgesteld krachtens attributie of delegatie. Wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende instanties zijn zelf ook gebonden door de wet. De binding van de rechtsprekende macht aan de wet blijkt ook uit de zogenaamde onschuldpresumptie: Mensen moeten voor onschuldig gehouden worden tot het tegendeel is bewezen. Ze mogen niet opgesloten of anderszins gestraft worden als niet bewezen kan worden dat zij een wet hebben overtreden.

Voorafgaande rechtsregel

Met het legaliteitsbeginsel hangt samen dat wetten niet werken met terugwerkende kracht, je kunt niet veroordeeld worden voor iets dat op dat moment nog niet verboden was. Weliswaar geldt dit nulla poena-beginsel in principe vooral voor het strafrecht, toch wordt deze eis in het algemeen aan alle voor de burger ingrijpende bepalingen gesteld.

Scheiding der machten

Scheiding der machten is een wezenlijk element van de rechtsstaat. Verschillende ambten met eigen bevoegdheden controleren elkaar. Door deze checks and balances wordt voorkomen dat een bepaald overheidsapparaat zijn macht zou misbruiken. Hiervoor is van belang dat de regelsteller en de uitvoerder van een regel niet in één ambt verenigd mogen zijn. Anders kunnen overheidsdienaren te gemakkelijk zelfontworpen regels botvieren op de burger. Een systeem volgens de trias politica van Montesquieu kan de scheiding der machten veiligstellen, maar ook andere vormen van machtenscheiding (parlementair stelsel, verticale machtenscheiding) kunnen de rechtsstatelijkheid bevorderen. In de constitutie van de VS is deze gedachte ontwikkeld tot een systeem van machtsevenwicht (checks and balances). Dat Nederland de machtenscheiding niet strikt heeft toegepast volgens Montesquieu blijkt onder andere uit de procedure van formele wetgeving. Een formele wetkomt niet alleen tot stand door het parlement, ook de instemming van de uitvoerende macht is hiervoor vereist (zie artikel 81 Grondwet). Anderzijds heeft de regering als uitvoerende macht een zelfstandige bevoegdheid tot materiële wet- en regelgeving met behulp van Algemene Maatregelen van Bestuur (zie artikel 89 Grondwet).

Onafhankelijke rechtsspraak

Onafhankelijke rechtsspraak en de daaruit voortvloeiende rechtsbescherming tegen de overheid is een essentieel element van rechtsstatelijkheid.

Grondrechten

Grondrechten zijn een belangrijk element van rechtsstatelijkheid. In eerste instantie gaat het hierbij om klassieke grondrechten. Dit zijn immers afweerrechten die onderdanen beschermen tegen de overheid:

  • zie Gw 1 t/m 17, EVRM, IVBPR
  • zij waarborgen jegens de burger een staatsvrije sfeer.

Kenmerken:

  1. overheidsonthouding
  2. rechtens afdwingbaar.

In de twintigste eeuw is men sociale grondrechten ook tot de rechtsstaatidee gaan rekenen. Strikt genomen passen zij daar niet bij, omdat zij de macht van de overheid juist uitbreiden.

Kenmerken:

  1. overheidsingrijpen
  2. rechtens niet afdwingbaar.

Het gaat om instructienormen voor de overheid. Art 18 t/m 23 Gw, ESH, IVESCR Een aantal grondrechten is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden (EVRM). Weergegeven rechten en wetten zijn echter nooit een uitputtende beschrijving van het begrip rechtsstaat, dit is immers volgens Witteveen een "essentially contested concept".

Democratie en rechtsstaat

In de huidige opvatting wordt democratie in het algemeen beschouwd als een onmisbaar element van rechtsstatelijkheid. Toch behoort de democratie historisch en logisch gezien niet noodzakelijkerwijs tot de rechtsstaatsidee. Theoretisch kan men zich dan ook een rechtsstaat voorstellen, waarbij de overheid aan voorafgaande regels gebonden heeft, onderscheiden elkaar controlerende ambten kent en grondrechten van burgers respecteert, zonder dat de overheid democratisch gekozen is en zonder dat de regels democratisch zijn vastgesteld. Hoe kan men dan toch de democratie in de klassieke rechtsstaatidee toepassen? Men zou kunnen zeggen dat democratie burgers de mogelijkheid geeft om elementen van de overheidsmacht te beïnvloeden of te corrigeren. In die zin kan het bijdragen aan de checks and balances. Dit hoeft overigens niet: er zijn extreme vormen van democratie die neigen naar absolutisme en totalitarisme en die zich keren tegen de beperking van machtsoefening door de overheid, zoals de rechtsstaat die beoogt. Soms zal het juist de rechtsstaat zijn die bijvoorbeeld rechten van minderheden beschermt tegenover de democratische meerderheid. Democratie kan dus een vriendin, maar ook een vijandin zijn van de rechtsstaat.

Zie ook

Externe link