Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Albertus Jonker: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Albertus_Jonker&oldid=37521880 2 mei 2013 Menke 30 jan 2012) |
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Albertus_Jonker&oldid=47015613 1 jul 2016 Happytravels) |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Albertus Jonker''' ([[Deventer]], [[1849]] - [[Den Haag]], [[20 december]] [[1919]]) was een Nederlandse [[Kapitein (rang)|kapitein]] der [[infanterie]] van het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Indische leger]] en [[Ridderorde (onderscheiding)|ridder]] in de [[Militaire Willems-Orde]]. | '''Albertus Jonker''' ([[Deventer]], [[1849]] - [[Den Haag]], [[20 december]] [[1919]]) was een Nederlandse [[Kapitein (rang)|kapitein]] der [[infanterie]] van het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Indische leger]] en [[Ridderorde (onderscheiding)|ridder]] in de [[Militaire Willems-Orde]]. | ||
==Loopbaan== | ==Loopbaan== | ||
Jonker meldde zich aan bij het instructiebataljon te [[Kampen ( | Jonker meldde zich aan bij het instructiebataljon te [[Kampen (stad)|Kampen]] en vertrok op 16 augustus 1870 als medebegeleider van een detachement suppletietroepen aan boord van de ''Koning der Nederlanden'' naar [[Java (eiland)|Java]]. Hij werd in december 1879 geplaatst bij het dertiende [[bataljon]] en vervolgens overgeplaatst bij het derde depotbataljon. Jonker werd in november 1881, tezamen met kapitein [[Pieter van Lawick van Pabst|P. van Lawick van Pabst]], overplaatst naar het [[garnizoen]]sbataljon van [[Atjeh]] en Onderhorigheden. Hij werd in juli 1883 bevorderd tot [[eerste luitenant]] en in augustus 1883 overgeplaatst naar de Zuider- en Oosterafdeling van [[Borneo]] ([[Banjarmasin|Bandjermasin]]). | ||
In november 1883 werd hij overgeplaatst bij het vijftiende bataljon en in november 1884 overgeplaatst bij het dertiende bataljon. In mei 1885 verkreeg hij een jaar verlof naar Europa buiten bezwaar van de [[Schatkist (overheid)|schatkist]] en werd aldaar voor vijf jaar gedetacheerd bij het Nederlandse leger. In Nederland werd hij eerst geplaatst bij de tweede compagnie, tweede bataljon, vierde [[regiment]] te [[Leiden]] en met ingang van 1 februari 1887 overgeplaatst bij het tweede regiment infanterie te [['s-Hertogenbosch]]. In oktober van dat jaar werd de detachering op aanvraag van Jonker eerder opgeheven en keerde hij terug naar [[Indië (regio)|Indië]]. In januari 1888 werd hij geplaatst bij het [[garnizoen]]sbataljon van [[Celebes]], [[Menado]] en [[Timor]] (standplaats [[Makassar]]) en aan het einde van dat jaar overgeplaatst naar Pankadjene. In februari 1891 werd Jonker van het eerste depotbataljon gedetacheerd bij de normaalschietschool te [[Meester Cornelis]] en in juli 1892 overgeplaatst bij het derde depotbataljon te Melang. | In november 1883 werd hij overgeplaatst bij het vijftiende bataljon en in november 1884 overgeplaatst bij het dertiende bataljon. In mei 1885 verkreeg hij een jaar verlof naar Europa buiten bezwaar van de [[Schatkist (overheid)|schatkist]] en werd aldaar voor vijf jaar gedetacheerd bij het Nederlandse leger. In Nederland werd hij eerst geplaatst bij de tweede compagnie, tweede bataljon, vierde [[regiment]] te [[Leiden]] en met ingang van 1 februari 1887 overgeplaatst bij het tweede regiment infanterie te [['s-Hertogenbosch]]. In oktober van dat jaar werd de detachering op aanvraag van Jonker eerder opgeheven en keerde hij terug naar [[Indië (regio)|Indië]]. In januari 1888 werd hij geplaatst bij het [[garnizoen]]sbataljon van [[Celebes]], [[Menado]] en [[Timor]] (standplaats [[Makassar]]) en aan het einde van dat jaar overgeplaatst naar Pankadjene. In februari 1891 werd Jonker van het eerste depotbataljon gedetacheerd bij de normaalschietschool te [[Meester Cornelis]] en in juli 1892 overgeplaatst bij het derde depotbataljon te Melang. | ||
===De Lombok-expeditie=== | ===De Lombok-expeditie=== | ||
In juni 1893 werd Jonker bevorderd tot kapitein. In deze [[militaire rang|rang]] nam hij deel aan de [[Lombok-expeditie]] bij het [[7e Bataljon Infanterie|zevende bataljon]] onder commando van [[majoor]] A.A. van Blommestein. Gedurende het verraad van Lombok, tijdens de nacht van 25 op 26 augustus 1894, drong Jonker tijdens de terugtocht van het zevende bataljon met 20 man binnen de muren van [[Mataram (stad)|Mataram]], viel de met [[Lans (wapen)|lans]], [[Kris (wapen)|kris]] en [[geweer|schietgeweren]] gewapende [[Balinezen]] aan en wierp hen enige honderden meters terug | In juni 1893 werd Jonker bevorderd tot kapitein. In deze [[militaire rang|rang]] nam hij deel aan de [[Lombok-expeditie]] bij het [[7e Bataljon Infanterie|zevende bataljon]] onder commando van [[majoor]] A.A. van Blommestein. Gedurende het 'verraad van Lombok', tijdens de nacht van 25 op 26 augustus 1894, drong Jonker tijdens de terugtocht van het zevende bataljon met 20 man binnen de muren van [[Mataram (stad)|Mataram]], viel de met [[Lans (wapen)|lans]], [[Kris (wapen)|kris]] en [[geweer|schietgeweren]] gewapende [[Balinezen]] aan en wierp hen enige honderden meters terug.<ref>''Heldenmoed'' Rotterdams Weekblad (13-10-1894)</ref> Door Jonkers aanval werd het mogelijk om een deel van de gewonden veilig af te voeren en een stuk [[geschut]] te behouden.<ref>1895. J.P. Schoemaker. ''Het verraad van Lombok''. W.P. van Stockum & Zoon. Den Haag.</ref> Jonker werd voor zijn verrichtingen bij [[Koninklijk Besluit]] van 9 april 1895 nummer 32 benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde. | ||
In januari 1895 kreeg hij een maand verlof naar [[Soerabaja]] wegens dringende familieaangelegenheden; hij was toen geplaatst bij het subsistentenkader te Semarang. In februari 1896 werd hij overgeplaatst bij het tweede depotbataljon en in mei 1897 overgeplaatst bij de garnizoenscompagnie van [[Bantam (stad)|Bantam]]. Het jaar daarop ging Jonker eervol met pensioen en werd na zijn pensionering kapitein-commissaris van afmonstering bij de [[Koninklijke Rotterdamsche Lloyd]]. Hij overleed in december 1919 en werd begraven op [[Nieuw Eykenduynen]]. | In januari 1895 kreeg hij een maand verlof om naar [[Soerabaja]] te gaan wegens dringende familieaangelegenheden; hij was toen geplaatst bij het subsistentenkader te Semarang. In februari 1896 werd hij overgeplaatst bij het tweede depotbataljon en in mei 1897 overgeplaatst bij de garnizoenscompagnie van [[Bantam (stad)|Bantam]]. Het jaar daarop ging Jonker eervol met pensioen en werd na zijn pensionering kapitein-commissaris van afmonstering bij de [[Koninklijke Rotterdamsche Lloyd]]. Hij overleed in december 1919 en werd begraven op [[Nieuw Eykenduynen]]. | ||
{{Link portaal|KNIL}} | {{Link portaal|KNIL}} | ||
Regel 19: | Regel 17: | ||
*1940. [[George Carl Emil Köffler|G.C.E. Köffler]]. ''De Militaire Willemsorde 1815-1940''. Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.}} | *1940. [[George Carl Emil Köffler|G.C.E. Köffler]]. ''De Militaire Willemsorde 1815-1940''. Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.}} | ||
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q2605304}} | |||
{{DEFAULTSORT:Jonker, Albertus}} | {{DEFAULTSORT:Jonker, Albertus}} | ||
[[Categorie:Militair in het KNIL]] | [[Categorie:Militair in het KNIL]] | ||
[[Categorie:Ridder in de Militaire Willems-Orde]] | [[Categorie:Ridder in de Militaire Willems-Orde]] |
Huidige versie van 3 jul 2016 om 14:58
Albertus Jonker (Deventer, 1849 - Den Haag, 20 december 1919) was een Nederlandse kapitein der infanterie van het Indische leger en ridder in de Militaire Willems-Orde.
Loopbaan
Jonker meldde zich aan bij het instructiebataljon te Kampen en vertrok op 16 augustus 1870 als medebegeleider van een detachement suppletietroepen aan boord van de Koning der Nederlanden naar Java. Hij werd in december 1879 geplaatst bij het dertiende bataljon en vervolgens overgeplaatst bij het derde depotbataljon. Jonker werd in november 1881, tezamen met kapitein P. van Lawick van Pabst, overplaatst naar het garnizoensbataljon van Atjeh en Onderhorigheden. Hij werd in juli 1883 bevorderd tot eerste luitenant en in augustus 1883 overgeplaatst naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo (Bandjermasin).
In november 1883 werd hij overgeplaatst bij het vijftiende bataljon en in november 1884 overgeplaatst bij het dertiende bataljon. In mei 1885 verkreeg hij een jaar verlof naar Europa buiten bezwaar van de schatkist en werd aldaar voor vijf jaar gedetacheerd bij het Nederlandse leger. In Nederland werd hij eerst geplaatst bij de tweede compagnie, tweede bataljon, vierde regiment te Leiden en met ingang van 1 februari 1887 overgeplaatst bij het tweede regiment infanterie te 's-Hertogenbosch. In oktober van dat jaar werd de detachering op aanvraag van Jonker eerder opgeheven en keerde hij terug naar Indië. In januari 1888 werd hij geplaatst bij het garnizoensbataljon van Celebes, Menado en Timor (standplaats Makassar) en aan het einde van dat jaar overgeplaatst naar Pankadjene. In februari 1891 werd Jonker van het eerste depotbataljon gedetacheerd bij de normaalschietschool te Meester Cornelis en in juli 1892 overgeplaatst bij het derde depotbataljon te Melang.
De Lombok-expeditie
In juni 1893 werd Jonker bevorderd tot kapitein. In deze rang nam hij deel aan de Lombok-expeditie bij het zevende bataljon onder commando van majoor A.A. van Blommestein. Gedurende het 'verraad van Lombok', tijdens de nacht van 25 op 26 augustus 1894, drong Jonker tijdens de terugtocht van het zevende bataljon met 20 man binnen de muren van Mataram, viel de met lans, kris en schietgeweren gewapende Balinezen aan en wierp hen enige honderden meters terug.[1] Door Jonkers aanval werd het mogelijk om een deel van de gewonden veilig af te voeren en een stuk geschut te behouden.[2] Jonker werd voor zijn verrichtingen bij Koninklijk Besluit van 9 april 1895 nummer 32 benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde.
In januari 1895 kreeg hij een maand verlof om naar Soerabaja te gaan wegens dringende familieaangelegenheden; hij was toen geplaatst bij het subsistentenkader te Semarang. In februari 1896 werd hij overgeplaatst bij het tweede depotbataljon en in mei 1897 overgeplaatst bij de garnizoenscompagnie van Bantam. Het jaar daarop ging Jonker eervol met pensioen en werd na zijn pensionering kapitein-commissaris van afmonstering bij de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd. Hij overleed in december 1919 en werd begraven op Nieuw Eykenduynen.
Portaal KNIL |
Bronnen, noten en/of referenties
|