Sukkel

Met de benaming sukkel oftewel sukkelaar bedoelt men een beklagenswaardig persoon (ook stumperd, kluns genoemd) of iemand die niet flink / te onhandig is (zich niet weet te redden). Men gebruikt hierbij o.a. de termen sukkelen, sukkelachtig, sukkelig, sukkelarij en sukkelpartij. Iets of iemand kan ook een sukkelgang (langzame gang) of een sukkeldraf (langzame draf) hebben. Men ervaart het wel als een scheldwoord wanneer men „sukkel” wordt genoemd, terwijl diegenen die vinden dat iemand een sukkel is, dit mogelijk niet als scheldwoord bedoelen, maar een vorm van medelijden voelen.

Sukkelen kan ook betekenen: moeilijkheden of tegenslag hebben; Sukkel, sukkelen en sukkelpartij kan slaan op langdurig (aanhoudend) ziek (ziekelijk, kwijnen) zijn.

Achternaam Sukkel

In de omgeving van Nederveluwe was Sukkel een veelvoorkomende achternaam. Verteld wordt, dat toen familienamen ten tijde van Napoleon verplicht werden ingevoerd, sommigen er de ernst niet van inzagen, en voor de grap de naam Sukkel kozen. Veel mensen die heden ten dage Suvé heten, zijn afstammelingen van de families Sukkel. Suvé klonk sjieker en leidde tot minder pesterij. Anderzijds leidt de naamkundige dr. Frans Debrabandere, in zijn Woordenboek van de familienamen in Zeeland (2009), de namen Sukkel en Sikkel af van het patroniem Sickel, afgeleid van Sigilo, diminutief (verkleinwoord) van een sigi-naam, zoals Siegfried.

Zie ook

• Kwakkel(en) (doorverwijzing).

---