Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Spasticiteit en spasme
spasticiteit en spasme | ||
ICD-10 | R25.2 | |
ICD-9-CM | 728.85 |
Spasticiteit is een snelheidsafhankelijke overdreven weerstand die wordt veroorzaakt door een reflex van met name de peesreksensoren in een spier. Deze peesreksensoren registreren dat een spier plots langer wordt en door middel van directe zenuwoverdracht (reflex) zorgt dat de spier zich verkort. Deze reflex wordt vanuit de hersenen via lange banen in het ruggenmerg geremd zodat ze niet overdreven werken en daardoor bewuste (aangestuurd vanuit de hersenen) bewegingen kunnen tegen werken. Bij schade van de hersenen (bij bijvoorbeeld een beroerte) of ruggenmerg (bij bijvoorbeeld een dwarslaesie) wordt deze reflex onvoldoende gereguleerd en dus geremd waardoor je een overdreven reactie krijgt. Deze spasticiteit leidt tot spasme, een verhoogde tonus (rustspierspanning) waardoor het normale bewegen van een arm, naast een gedeeltelijke verlamming, parese genaamd, bemoeilijkt wordt. In sommige gevallen echter zijn spasme ook beperkt nuttig omdat ze door de verhoogde spierspanning zorgen dat een gedeeltelijk verlamd been of arm toch nog een steunfunctie kan hebben. Mensen staan dan op hun spasme.
Spasticiteit komt niet alleen als onderdeel van een aangeboren ontwikkelingsstoornis ("hersenverlamming"), maar ook na een verworven dwarslaesie of na een verworven hersenbeschadiging na een beroerte of hersenkneuzing. Spasticiteit leidt tot spasme, een verhoogde rustspierspanning, ook wel spiertonus genoemd.
Behandeling
De arts die het meeste verstand heeft van de diagnostiek en behandeling van spasticiteit en spasmen is de revalidatiearts. Een huisarts kan tegenwoordig direct verwijzen naar een revalidatiearts. Nadat deze het spasme onderzocht heeft zal deze gerichte fysiotherapie voorschrijven om de spieren te rekken. Dit rekken moet langzaam (lees niet krachtig) en langdurig gebeuren zodat de spier zich kan verlengen en na het rekken op voldoende lengte is om te kunnen ontspannen. Het effect van een half uur rekken kan tot een dag aanhouden. Als dit rekken onvoldoende helpt zal de revalidatiearts met u medicamenteuze behandeling kunnen overwegen. Voor lokale spasme wordt veelal gekozen voor gericht inspuiten van de storende spier met botulinetoxine waardoor deze wordt verzwakt. Een andere optie is het gerichte fenolisering van een zenuw. Als het spasme meer gegeneraliseerd is, dus in meerdere extremiteiten (armen of benen) betreft, dan kan er gekozen worden om een spierverslapper, als Baclofen, voor te schrijven. Indien dit bij orale toediening niet leidt tot het gewenste resultaat kan neuromodulatie een optie zijn. Hierbij wordt de baclofen intrathecaal toegediend via een geïmplanteerde pomp. Bij alle voorgeschreven middelen moet wel gekeken worden of de spieren niet te veel worden verslapt. Gerichte behandeling en strikte begeleiding van de revalidatiearts is dus zeer noodzakelijk. Indien deze middelen niet werken kan gekozen worden om operatief de spier te verlengen of door te nemen.