Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Schubdieren

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Manidae)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De schubdieren oftewel pangolins oftewel Manidae vormen een familie van zoogdieren. Het is de enige nog levende familie uit de orde der schubdierachtigen (Pholidota) en komt voor in Afrika en Zuid-Azië. Fossiele soorten zijn bekend uit Europa en Noord-Amerika.

De schubben liggen als dakpannen over het lichaam en bedekken het hele lichaam met uitzondering van de buik en de binnenzijde van de armen. Bij gevaar rollen de schubdieren zich als een egel op, waarbij de schubben bescherming bieden tegen vijanden. Alleen hyena's en grote katten kunnen door deze laag dringen. Ze verschillen in grootte van het langstaartschubdier, dat 30 tot 35 centimeter lang en 1,2 tot 2 kilogram zwaar wordt, tot het reuzenschubdier, dat 75 tot 85 centimeter lang en 25 tot 33 kilogram zwaar wordt. Mannetjes worden veel groter dan vrouwtjes.

De schubdieren zijn gespecialiseerd in het eten van mieren en termieten. Ze hebben een lange, dunne tong, bedekt met kleverig speeksel. Schubdieren hebben geen tanden, en het voedsel wordt vermalen in de stevige maag. Oren zijn klein of ontbreken. De voorpoten zijn korte, krachtige graafpoten.

De schubdieren leven in de bossen en graslanden van West- & Oost-Afrika en Zuid-Azië, van India en Sri Lanka tot Sumatra en Kalimantan. Sommige soorten leven in bomen, anderen op de grond. Enkele van de boombewonende schubdieren hebben een grijpstaart.

Het zijn solitaire dieren. Ze krijgen meestal één jong. De moeder beschermt de jongen bij gevaar door zich om de jongen heen op te rollen. Na twee jaar zijn de jongen geslachtsrijp.

Indeling

Tegenwoordig leven er acht soorten, vier in Afrika en vier in Azië. Meestal worden deze soorten in één geslacht geplaatst, Manis, maar tegenwoordig worden de soorten vaker in 4 of 5 geslachten geplaatst.

Daarnaast omvat de familie de fossiele geslachten Eurotamandua, Eomanis, Necromanis en Patriomanis. Als fossiel zijn schubdieren overigens ook uit Europa en Noord-Amerika bekend.

Literatuur

  • McKenna, M.C. & Bell, S.K. 1997. Classification of mammals: above the species level. New York: Columbia University Press, 631 pp. ISBN 978-0-231-11013-6

Externe link