Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Lezen en spellen in Letterstad

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Leren lezen en spellen)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Letterstad is een didactisch systeem voor aanvankelijk lezen en spellen. Het is gebaseerd op een onderscheid tussen drie soorten woorden: „hakwoord”, „klankvoetenwoord” en „woord in een woord”.

In zijn didactische systeem voor het leren lezen en spellen muntte Harmen Jacobus Kooreman termen zoals hakken en plakken, fopletter, vriendjesflat, twee-, drie- en viertekenklanken, Tekendief, Dubbelzetter, Hoorman, Breekmannetje, wacht- en trechterwoorden. Ook muntte hij de term de bromvliegzwaan als tegenhanger van 't kofschip of ’t fokschaap en schreef hij de au/ou/auw/ouw-verhalen en de ei-verhalen die een oplossing bieden voor het ei/ij-spellingprobleem.

Hakwoord, klankvoetenwoord en woord in een woord

Een hakwoord is éénlettergrepig en wordt d.m.v. auditieve analyse verdeeld in klanken en klankgroepen. Zo wordt huis verdeeld in /h/ /ui/ /s/ en spreeuw in /s/ /p/ /r/ /eeuw/. Een hakwoord wordt bij het aanvankelijk lezen met de handen in klanken gehakt (analyse) waarna de klanken worden samengevoegd (synthese). Het proces van analyse en synthese noemt hij hakken en plakken.

Een klankvoetenwoord is meerlettergrepig en wordt verdeeld in auditieve lettergrepen of syllabes. Kooreman noemt zo’n auditieve lettergreep een klankvoet. Bij het leren spellen wordt een meerlettergrepig woord ‘gelopen’ en daarbij auditief in klankvoeten verdeeld. Zo wordt balkon verdeeld in bal / kon, zomer in zoo / mǝr en dubbel in du / bǝl.

Een woord in een woord is ook meerlettergrepig, maar wordt verdeeld op basis van betekenis. Zo verdeel je heelal niet auditief in hee / lal, maar in heel al. Op die manier is duidelijk dat er sprake is van een woord in een woord en dat je daarom niet helal schrijft, maar heelal. Bekende voorbeelden zijn: adellijk > adel lijk en onmiddellijk > on middel lijk. Zo is het duidelijk dat er twee l’s geschreven moeten worden.

hakwoord klankvoetenwoord woord in een woord
éénlettergrepig meerlettergrepig samengesteld woord
auditief in klanken / klankgroepen verdelen (hakken) auditief in klankvoeten (auditieve lettergrepen / syllabes) verdelen op basis van betekenis verdelen, inclusief voor- en achtervoegsels
voorbeelden: voorbeelden: voorbeelden:
hoek > /h/ /oe/ /k/

bank > /b/ /a/ /nk/

sluw > /s/ /l/ /uw/

kraai > /k/ /r/ aai/

sneeuw > /s/ /n/ /eeuw/

hard > /h/ /a/ /r/ /t/

boe / rin

balkon > bal / kon

boter > boo / tǝr/

appel > a / pǝl

vrolijk > vroo / lǝk

aardig > aar / dǝg

heilloos > heil loos

tweeling > twee ling

heelal > heel al

vooruit > voor uit

voorruit > voor ruit

onmiddellijk > on middel lijk

Het lezen en spellen van hakwoorden

Een hakwoord wordt als volgt gelezen:

  • eerst visuele analyse: huis > h ui s, kraai > k r aai
  • dan verklanken van de letters / lettergroepen: /h/ /ui/ /s/, /k/ /r/ /aai/
  • tenslotte auditieve synthese: /h/ /ui/ /s/ > /huis/, /k/ /r/ /aai/ > /kraai/

Voor het leren lezen van de letters ontwikkelde Kooreman de letterplaten die zowel auditieve als visuele steun bieden, waardoor ze makkelijk te leren zijn.



Het spellen van een hakwoord gaat als volgt:

  • eerst auditieve analyse: /boek > /b/ /oe/ /k/
  • daarna de bij de klanken horende letters van links naar rechts opschrijven of typen: boek.

Als een kind leert lezen en spellen begint het met klankzuivere woorden. De klanken waaruit deze woorden zijn opgebouwd zijn:

  • de 4 lange klanken: aa, ee, oo, uu
  • de 5 korte klanken: a, e, o, u, i
  • de 8 tweetekenklanken: au/ou, ei/ij, eu, ie, oe, ui
  • de 18 medeklinkers: b, d, f, g/ch, h, j, k, l, m, n, r, p, s, t, v, w, z


In Letterstad zijn de letters als volgt geordend:


De letters zijn systematisch geordend in lange klanken, korte klanken, tweetekenklanken en medeklinkers en staan afgebeeld op de grachtenpanden in Letterstad. Er zijn drie klanken waarvoor twee letters zijn: au/ou, ei/ij en g/ch. Dit levert geen lees-, maar wel een spellingprobleem op. Vergelijk: saus / hout, mei / mij en leg / lach.


linksLetterstad


Naast de letters leert een kind ook de lettergroepen.

  • de 3 tweetekenklanken: ng, nk, uw
  • de 8 drietekenklanken: aai, ooi, oei, auw, ouw, eer, oor, eur
  • de 2 viertekenklanken: eeuw, ieuw

In Letterstad zijn de lettergroepen als volgt geordend:


Lettergroepbord
Lettergroepbord









Het verschil tussen de drietekenklanken auw en ouw is niet te horen en omdat ook de au en ou op dezelfde manier worden uitgesproken is dit een lastig spellingprobleem.

De drietekenklanken eer, oor en eur zijn noodzakelijk omdat er een duidelijk klankverschil is tussen :

  • een en eer
  • ook en oor
  • deuk en deur

De r in eer, oor en eur wordt de fopletter genoemd. Er zijn immers veel leerlingen die schrijven:

mir i.p.v. meer

vor i.p.v. voor

gur i.p.v. geur

Door te benadrukken dat eer, oor en eur drietekenklanken zijn, kan deze fout aangepakt worden.

Elk hakwoord wordt gespeld door het in klanken en klankgroepen te hakken. Bij een klankzuiver woord dat in klanken wordt verdeeld (gehakt) zijn er twee fasen.

(1) een km-, mk- of mkm-woord, waarbij k staat voor klinker en m voor medeklinker.

(2) een woord met een klinker en een medeklinkercombinatie

km, mk, of mkm een klinker met een medeklinkercombinatie
km eet > /ee/t/ kmm arm > /a/r/m/
mk bui > /b/ui mmk klei> /k/l/ei/
mkm loop> /l/oo/p/ mkmm rots > /r/o/t/s/
mmkm trein > /t/r/ei/n/
mkmmm markt > /m/a/r/k/t/
mmmkm straat > /s/t/r/aa/t/
mkmmmm herfst > /h/e/r/f/s/t/

Bij een klankzuiver woord dat een klankgroep bevat, gaat het om de onderstaande gevallen:

klankgroepen hakwoord
ng, nk bang > /b/a/ng/
aai, ooi, oei knoei > /k/n/oei/
eeuw, ieuw, uw nieuws > /n/ieuw/s/
auw, ouw blauw > /b/l/auw/
eer, oor, eur kleurt > /k/l/eur//t/

Ten slotte zijn er dan nog de niet-klankzuivere hakwoorden. Er zijn vier soorten te onderscheiden:

  • De stomme klank of sjwa zoals in de (dǝ) en een (ǝn) die als een hele zwakke /u/ wordt uitgesproken.
  • De klanken en klankgroepen die op meer dan 1 manier geschreven kunnen worden: au/ou/auw/ouw, ei/ij en ch/g.
  • Woorden met een b die als /p/ wordt uitgesproken (slab, krabt) en met een d die als een /t/ wordt uitgesproken (hond, steeds)
  • Woorden die eindigen op de lange klanken /aa/, /oo/ en /uu/ en met maar 1 teken geschreven worden (ga, stro, nu). Voor de leerlingen is in dit soort woorden de Tekendief op ’t eind de baas, die 1 teken steelt. Als aanvulling geldt: behalve op ’t eind de ee, die blijven altijd met z’n twee. Dit is noodzakelijk in verband met de schrijfwijze van de stomme klank. Vergelijk: me en mee, ze en zee.
stomme klank (ǝ) één klank meer letters b=/p/ d = /t/ Tekendief op ‘t eind
de, je, me, te, we, ze au/ou/auw/ouw saus, kous, pauw, vrouw oud, blond, reeds, gids -a sla
een (ǝn) ei/ij klei, blij -o zo
ch/g lig, zich, legt, lacht -u nu

Het spellen van klankvoetenwoorden

Een meerletergrepig woord dat niet op basis van betekenis verdeeld wordt, noemt Kooreman een klankvoetenwoord. Een klankvoet is een auditieve lettergreep. Voorbeelden zijn:

poezen > poe /zǝn

honden > hon / dǝn

katten > ka / tǝn

egel > ee/ gǝl


Tekendief
Tekendief

Tekendief, Dubbelzetter of Hoorman

Afgezien van klankvoeten met een stomme klank zijn er vier soorten verdelingen te herkennen. De achterste klank van een klankvoet heet een klankteen. Zo is in het woord woo/ ning de klankteen van de voorste klankvoet /oo/. Bij de spelling van Nederlandse woorden gelden de volgende regels:

  • Is de klankteen een lange klank aa/, /ee/, oo/ of /uu/), dan is de Tekendief de baas die één teken steelt. Voorbeeld: niet grooter, maar groter.
  • Is de klankteen een korte klank a/, /e/, /o/, /u/, /i/), dan is de Dubbelzetter de baas en wordt de volgende medeklinker verdubbeld. Voorbeeld: dobber.
  • Is de klankteen een tweetekenklank of een medeklinker dan is de Hoorman de baas en geldt: je schrijft het woord, zoals je het hoort.
Tekendief Dubbelzetter Hoorman Hoorman
lange klank korte klank tweetekenklank medeklinker
aa apen > aa / pǝn a alles > a / lǝs au/ou pauze > pau / zǝ f kaften > kaf / tǝn
ee teken > tee / kǝn e lekker > le / kǝr ei/ij eikel > ei / kǝl k bokser > bok / sǝr
oo zomer > zoo / mǝr o hobbel > ho / bǝl eu leuke > leu / kǝ l helden > hel / dǝn
uu muziek > muu / ziek u dubbel > du / bǝl ie gieter > gie / tǝr m hemden > hem / dǝn
i slimme > sli / mǝ oe oefen > oe / fǝn n winter > win / tǝr
ui ruiter > rui / tǝr p rupsen > rup / sǝn
r verder > ver / dǝr
s wespen > wes / pǝn
t rotsen > rot / sǝn

Het regelsysteem om een klankvoetenwoord correct te schrijven bestaat uit 4 stappen:

Stap 1 Verdeel het woord in klankvoeten.
Stap 2 Wat is de klankteen?
Stap 3 De klankteen een lange klank, een korte klank, een tweetekenklank of een medeklinker?
Stap 4 Is de klankteen een lange klank, dan is de Tekendief de baas roo / zijn > rozijn
Is de klankteen een korte klank, dan is de Dubbelzetter de baas. le / kǝr > lekker
Is de klankteen een tweetekenklank of een medeklinker dan is de Hoorman de baas. bui / tǝn woes / tijn

De stomme klank: e, lijk, ig

Staat er in een voorste klankvoet een stomme klank, dan heb je meestal te maken met be, ge of ver. Veel minder frequent komen le, me, re en te voor.

be be / gin le le / moen
ge ge / vaar me me / neer
ver ver / keer re re/ gent
te te / rug

In de overige gevallen kan de stomme klank geschreven worden met e, ij (in lijk) of i (in ig).

stomme e toeter rammelaar
lijk vrolijk natuurlijke
ig aardig zonnige

Het spellen van een woord in een woord

Er zijn drie gevallen waarin een woord op basis van betekenis verdeeld moet worden.

woorden voorvoegsel achtervoegsel
taalles > taal les achter achter > ruit de tweede > twee de
oorring > oor ring daar daarom > daar om heid eenheid > een heid
kerkklok > kerk klok in innemen > in nemen lijk adellijk > adel lijk
knieschijf > knie > schijf mis misstap > mis stap ling tweeling > twee ling
flapoor > flap oor on onnodig > on nodig loos feilloos > feil loos
dakkamer > dak kamer op oppas > op pas tuig vliegtuig > vlieg tuig
fietssleutel > fiets sleutel van vannacht > van nacht schap vriendschap > vriend schap
glasscherf > glas scherf voor voorrang > voor rang sel stijfsel > stijf sel
koffiepot > koffie pot waar waarom > waar om ste voorste > voor ste
lijfeigene > lijf eigene uit uittocht > uit tocht voud enkelvoud > enkel voud

In zijn didactische systeem voor het leren lezen en spellen muntte Kooreman termen zoals hakken en plakken, fopletter, vriendjesflat, twee-, drie- en viertekenklanken, Tekendief, Dubbelzetter, Hoorman, Breekmannetje, wacht- en trechterwoorden. Ook muntte bracht hij de term de bromvliegzwaan in omloop als tegenhanger van ’t kofschip of ’t fokschaap en schreef hij de au/ou/auw/ouw-verhalen en de ei-verhalen die een oplossing bieden voor het ei/ij-spellingprobleem.

Van 1989 tot 1991 werkte Kooreman op de Universiteit Twente aan de toepassing van ICT in het onderwijs. In 2008 begon hij met het ontwikkelen van programma’s voor het digitaal leren lezen en spellen. Zijn uiteindelijke doel was om een leerling / student zonder enige hulp van buitenaf, dus volkomen zelfstandig, lezen en spellen te leren. Hij verzamelde in Hengelo een aantal enthousiaste mensen om zich heen die het digitale leren lezen en spellen programmeerden en uitprobeerden.[1][2][3]

Letterstad Het digitale programma voor het leren lezen en bestaat uit vier onderdelen:

  1. Letterstad (LS)
  2. Zelfstandig leren lezen (ZLL)
  3. lettervolgorde Veilig Leren Lezen (VLL)
  4. Remedial Teaching Leren lezen (RTL)

Letterbord is het digitale programma voor het leren spellen

Letterstad en Letterbord zijn de eerste online programma’s waarmee je zonder externe hulp kunt leren lezen en spellen. De programma’s bestaan uit modules en kunnen gebruikt worden in het basisonderwijs en op een ROC in het kader van de alfabetisering en de inburgering. Ook kunnen anderstaligen op die manier digitaal Nederlands leren lezen en spellen.

Ten slotte is er ook een module Remedial Teaching Leren lezen (RTL) die mede door centra voor remedial teaching en dyslexie gebruikt kan worden.

De belangrijkste artikelen over het leren lezen zijn:

  • Kooreman H.J., Plaatjes bij het leren lezen van woorden, ja of nee?, Pedagogische Studiën, 1972, 49 (11) p. 455-470
  • Kooreman H.J., Het leren verklanken van lettertekens: theorie en onderzoek, Pedagogische Studiën, 1974, 51 (4), p. 185-198
  • Kooreman H.J., Konstruktie en resultaten van een onderwijsleerpakket voor het technisch leren lezen, Pedagogische Studiën, 1974, 51 (9) p. 398-412
  • Kooreman H.J., Evaluatie van een leesvoorbereidingsprogramma; het lezen van links naar rechts in het bijzonder, Pedagogische Studiën, 1975, 52 (1), p. 24-31
  • Kooreman H.J., Leertheoretisch gefundeerd onderzoek naar de leesvoorwaarden binnen het L3-K2-project, Onderwijsresearchdag 1974, Tjeenk Willink, Groningen, 1975
  • Kooreman H.J., Leren lezen: letterkennis en klankpositie, Pedagogische Studiën, 1975, 52 (6) p. 218-230
  • Kooreman H.J., Leren lezen: de basisprocessen, Tijdschrift voor orthopedagogiek, 1976, februari, p. 38-65
  • Kooreman H.J., De leertheoretisch gefundeerde analytisch/synthetische systeemmethode voor het voorbereidend en aanvankelijk lezen, Pedagogische Studiën, 1979, 56 (5), p.208-218
  • Kooreman H.J., Met Gal’perin als uitgangspunt. In: Mommers, M. J. C. en B.W.G.M. Smits (ed) Lees-taalonderwijs S.V.O. reeks nr. 24, 1980

De belangrijkste artikelen over het leren spellen zijn:

  • Kooreman H.J., Konstruktie en resultaten van een kursus voor het aanvankelijk spellingonderwijs volgens de L4O-benadering. Onderwijsresearchdagen 1975, in: Onderwijsresearchdagen 1975, Technische Hogeschool Twente, 1975
  • Kooreman H.J., Een leertheoretisch model voor het spellen van een onveranderlijk Nederlands woord, Tijdschrift voor taalbeheersing, 1980, 2(1) p. 46-64

Enkele links met een verwijzing naar het systeem van Kooreman op internet zijn:

Het systeem van Kooreman is door velen overgenomen, zoals blijkt uit de onderstaande links:

Bibliografie

  • De L4O-benadering toegepast op het lezen en spellen, Wolters-Noordhoff, 1976.
  • Spellen in de onder- en middenbouw, Wolters-Noordhoff, 1982.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow