Fluiten

Fluiten kan betekenen:

• geluid produceren doordat lucht langs een opening of holte geblazen wordt;
• geluid produceren dat een tamelijk zuivere sinus is, en niet of geleidelijk verandert in toonhoogte en sterkte.

Fluiten kan een actieve handeling zijn (bijvoorbeeld het bedienen van een fluit, het fluiten met de mond zoals mensen en vogels doen, of het blazen over een flessenhals), maar ook een niet bewust proces (bijvoorbeeld het fluiten van een fluitketel of van de wind om een hoek van een gebouw). Een voorbeeld van de tweede betekenis is het fluiten van een radio of ander elektronisch apparaat.

Als een fluitgeluid meerdere tonen bevat, zijn dit vaak zuivere harmonischen van elkaar.

Fluitspeler

Privé of in verenigd verband (muziekles), wordt een speler van een fluit gewoon fluitspeler of fluiter genoemd. Bij de marine heeft menig schip een pijper in dienst, die met van te voren bekende (afgesproken / aangeleerde) fluitsignalen bepaalde mededelingen duidelijk maakt aan de rest van de aanwezigen op het schip. Een mededeling kan dan zijn : "hoge officier is aan boord gekomen". In de lijn van verhalen en sprookjes kent men ook de "Rattenvanger van Hamelen", die middel van op z'n fluit te blazen en de stad uit te lopen, alle aanwezige ratten (die als gehypnotiseert waren) achter zich aan kreeg, en dus uit de stad verdreef. Een bekende fluitspeler is Berdien Stenberg, die een dwarsfluit bespeelt. In de sport is een scheidsrechter iemand die de regels handhaaft en desnoods sancties (maatregelen) treft, wanneer sporters de regels overtreden, of op enig manier onsportief is jegens anderen.

Uitdrukkingen met fluit

De volgende uitdrukkingen worden over het algemeen in Nederland gebruikt :

• "Dat is fluiten", (dat is weg)
• "Fluiten gaan", (ervandoor gaan)
• "Daar kun je naar fluiten", (dat krijg je niet)

Zie ook

• Fluit
• Helmholtz resonator
• Vogelzang (ornithologie)