Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Vruchtbaarheid

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Fertiliteit)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wikisage is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of toepassing van de in dit lemma gegeven medische informatie.    lees meer
De wereldbevolking, ingedeeld naar de mate van vruchtbaarheid.

Vruchtbaarheid oftewel fertiliteit is het vermogen van een organisme om zich voort te planten. Hoewel alle organismen in potentie in staat zijn zich voort te planten met een snelheid die minstens gelijk is aan de snelheid waarmee individuen van de soort te gronde gaan (anders waren ze al uitgestorven) verschilt het aantal mogelijke nakomelingen per cyclus en de daarvoor benodigde generatietijd enorm. Bacteriën kunnen zich onder gunstige omstandigheden elke 20 minuten delen, en dus hun aantal verdubbelen. Grote zoogdieren zoals walvissen, olifanten en de mens hebben voor een populatieverdubbeling tien tot 20 jaar nodig.

Menselijke vruchtbaarheid

Zie ook: anticonceptie

Vruchtbaarheid van de man

In de man worden vanaf de puberteit in de testes dagelijks vele miljoenen zaadcellen gemaakt. Deze worden in de bijbal opgeslagen voor enkele weken om te rijpen. Daarna worden ze door de zaadleiders van ca. 30cm lang naar boven getransporteerd naar de zaadblaas achter de prostaat. Daar worden ze opgeslagen totdat er bij een ejaculatie van sperma behoefte aan is. Het transport van de bijbal naar de zaadblaas vindt 24 uur per dag plaats, en dus niet alleen maar gedurende een ejaculatie. Slechts een gedeelte van de zaadcellen (verschillende getallen van 30-50% worden genoemd) komen tot een complete rijping en worden naar de zaadblaas getransporteerd; de rest wordt lokaal afgebroken en door het weefsel opgenomen.

Zaadcellen kunnen maar enkele weken worden opgeslagen. Wordt er in die tijd geen seksuele activiteit ondernomen die tot een ejaculatie leidt, dan volgt er een ejaculatie zonder seksuele activiteit gedurende de nacht. Onder pubers is dit bekend als de natte droom.

De vruchtbaarheid van de man hangt samen met de hoeveelheid zaadcellen die zich in het spermavocht bevindt, en met de activiteit van deze zaadcellen (of ze beweeglijk zijn of niet). Samen wordt dit vaak gevat onder de term kwaliteit van het sperma. Zelfs bij een zeer vruchtbare man zijn lang niet alle zaadcellen beweeglijk genoeg om een bevruchting tot stand te brengen. Er zijn de laatste decennia onderzoeken gedaan die hebben aangetoond dat de kwaliteit van het sperma van de gemiddelde man naar beneden gaat. Het is niet precies duidelijk of dit inderdaad een reële waarneming is en waar dit door komt, maar er wordt vermoed dat door de mens gemaakte chemische stoffen in het milieu (sommige van die stoffen lijken in hun structuur op vrouwelijke hormonen) verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor deze afgenomen vruchtbaarheid. Een van die stoffen is nonylfenol, een stof in verven, pesticiden, schoonmaakmiddelen en die vrijkomt bij de productie van papier en textiel. Ook natuurlijke substanties hebben gelijkaardige werking, zoals genisteïne uit soja en andere groenten, en 8-prenylnaringenine uit hop.

De vruchtbaarheid van het zaad heeft niets te maken met impotentie.

Vruchtbaarheid van de vrouw

De vrouwelijke geslachtscellen, de eicellen, zijn in aanleg allemaal al klaar voordat de vrouw wordt geboren. Vanaf de puberteit wordt er één maal per menstruatiecyclus één eicel klaargestoomd voor een mogelijke bevruchting. Hierbij spelen hormonen een rol die ook zorgen dat op het moment dat de eicel rijp is, ook de baarmoeder bereid is om de zygote te ontvangen.

Mocht er geen bevruchting volgen, dan wordt alles wat als voorbereiding is opgebouwd weer afgebroken. Dit resulteert in de menstruatie.

De vruchtbaarheid van de vrouw hangt samen met deze hele cyclus van gemiddeld 25 tot 35 dagen. Alleen wanneer de eicel bijna klaar is is de vrouw vruchtbaar.

Fertiliteitsonderzoek

Een arts kan een oriënterend fertiliteitsonderzoek aanvragen wanneer er geen zwangerschap is ontstaan binnen één jaar onbeschermd seksueel contact. Deze verminderde vruchtbaarheid wordt ook wel subfertiliteit genoemd. Het is een basisonderzoek dat uit verschillende onderdelen bestaat met als doel het opsporen van stoornissen die het ontstaan van een zwangerschap in de weg kunnen staan. Na afnemen van de anamnese zullen zowel karakteristieken van de man als van de vrouw worden onderzocht. Bij de man worden de eigenschappen van het sperma onderzocht middels een semenonderzoek. Bij de vrouw wordt gekeken naar de aanwezigheid van een eisprong door op vaste dagen in de cyclus bloed af te nemen en naar de eigenschappen van het slijm van de baarmoederhals en de doorgankelijkheid van de eileiders.

Fertiliteits onderzoek bij de man: Semenonderzoek

Semenonderzoek en opwerking van het semen voor Intra-Uteriene Inseminatie (IUI) vindt plaats in een klinisch chemisch laboratorium onder strikte regels en kwaliteitseisen. Als eerste vindt een oriënterend onderzoek van het semen plaats op basis van criteria die door de WHO zijn vastgelegd.

  • volume
  • pH
  • viscositeit
  • motiliteit / beweeglijkheid
  • concentratie
  • morfologie
  • vitaliteit
  • antistoffen gericht tegen spermatozoa
  • motiliteitsindex

Fertiliteitsonderzoek bij de vrouw

Het onderzoek is een combinatie van beeldvormende technieken (echo) en bloedonderzoek. Op een vast moment van de cyclus wordt bloed afgenomen voor onderzoek.

  • Met behulp van inwendige echoscopie wordt gekeken of er een reserve is van follikels en of de rijping goed verloopt.
  • Rijping van follikels : Op dag 4 van de cyclus wordt de gehalte FSH in het bloed bepaald als maat voor de rijping van de nieuwe follikel
  • Eisprong: Gedurende een periode waarin twee tot drie menstruaties plaatsvinden kan thuis een basale temperatuurcurve worden bijgehouden. Elke dag moet dan de temperatuur worden gemeten. Bij een stijging van 0,3 to 0,5 Celsius is een aanwijzing dat er een eisprong is geweest.

Ook met bloedonderzoek kan dit worden aangetoond door op dag 20 van de cyclus het gehalte progesteron te bepalen. Indien dit >16 nmol/L is dit een aanwijzing dat er een eisprong heeft plaatsgevonden. De eisprong vindt meestal 14 dagen voor de menstruatie plaats. Het eerste gedeelte van de cyclus kan variëren in lengte. Of er een eisprong heeft plaatsgevonden is dus alleen achteraf vast te stellen. Een normale cyclus duurt minimaal 21 en maximaal 42 dagen, met een gemiddelde van 28 dagen.

  • verkleving van de eileiders: om uit te sluiten dat een verminderde vruchtbaarheid veroorzaakt wordt door een doorgemaakte chlamydia infectie wordt nagegaan of er antistoffen gericht tegen chlamydia aantoonbaar zijn.

Vervolgonderzoek

Bij afwijkende uitslagen kan een vervolgonderzoek worden ingezet wat bestaat uit een post coïtus test (PCM) of een SPM test. Bij de PCM test wordt de ochtend na de coïtus bij de vrouw baarmoederslijmvlies afgenomen om te bepalen of zaadcellen in staat zijn geweest na de coïtus het slijmvlies van de vrouw binnen te dringen en te overleven. Een vergelijkbare test maar dan in het laboratorium uitgevoerd is de SPM test. Bij deze test worden spermacellen toegevoegd aan slijmvlies dat bij de vrouw is afgenomen. Vervolgens wordt na een half uur en na 2 uur nagegaan wat de afstand is die de spermacellen hebben afgelegd in het afgenomen slijmvlies.

Daarnaast kan hormonaal onderzoek worden ingezet als het vermoeden bestaat dat er afwijkingen zijn in de productie van TSH, prolactine of testosteron.

Oorzaken subfertiliteit

Bij ongeveer 3 op de 10 paren ligt de oorzaak van het uitblijven van een zwangerschap bij de vrouw, bij 3 op de 10 bij de man, en bij weer 3 op de 10 bij beiden. Bij 1 op de 10 paren wordt uiteindelijk geen oorzaak gevonden. De leeftijd van de vrouw is een zeer belangrijke factor bij het wel of niet zwanger raken.

Externe links

Zie ook

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Fertility op Wikimedia Commons.

rel=nofollow