Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Psychologische handanalyse

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Chirologie/Handleeskunde)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Psychologische handanalyse is een vorm van chirologie of handleeskunde die zich richt op een wetenschappelijke studie van iemand handen en die in verband probeert te brengen met karaktereigenschappen, talenten, gedrag, vermogens en opgedane ervaringen. Het verschil met wat doorgaans wordt bedoeld met handleeskunde, is dat psychologische handanalyse geen voorspellingen doet.

Deze studie bestaat uit een diagnosetechniek, die door een chiroloog of handleeskundige uitgevoerd wordt en omvat het analyseren van diverse aspecten van de handpalm en de vingers. Hoewel in de handen te zien is wat er potentieel nog kan gebeuren is dit geen voorspelling want situaties kunnen veranderen en zo ook de lijnen. Een deskundig uitgevoerde analyse van de handen verschaft iemand een beter inzicht in zichzelf en zijn of haar karaktertrekken..   

In de moderne handleeskunde of chirologie worden de handen op een “holistische” wijze bestudeerd. Diverse aspecten in de hand worden geanalyseerd, zoals de vorm van de hand, vingers, consistentie, lijnen en huidpatronen. Op die manier kan een duidelijk beeld verkregen worden van iemands karaktereigenschappen en talenten.

Al deze verschillende stukjes informatie worden zorgvuldig afgewogen, gecombineerd en gededuceerd.

Bij iedereen wordt al voor de geboorte een soort blauwdruk in de handen vastgelegd, geen ene hand is hetzelfde. Daarbij is ook te zien hoeveel invloed gebeurtenissen en ervaringen op iemand heeft gehad. Als dit voor een verandering van levenswijze zorgt zal dit ook in de handen te zien zijn. Dat betekent dat als diegene verandert, bijvoorbeeld van denkwijze, dat dan ook die Hoofdlijn verandert. Het verloop van iemands leven is in zijn handen zichtbaar en men kan dat zien als zijn eigen persoonlijke dagboek, het journaal van zijn of haar leven. De handen laten ook zien wat er potentieel nog met iemand zou kunnen gebeuren maar dit is geen voorspelling want situaties kunnen veranderen en zo ook de handen.

Omdat de mens evolueert - en daarmee ook zijn handen - is handleeskunde een levende zich nog steeds ontwikkelende wetenschap. Als voorbeeld hiervan kunnen de onderzoekingen genoemd worden van Engelse en Amerikaanse handleeskundigen o.a. Francis Galton die ontdekt hebben dat huidpatronen op palm en vingers genetische informatie laten zien waarmee ziektes en medische afwijkingen kunnen worden vastgesteld. Deze nieuwe studie wordt aangeduid als 'Dermatoglyfie’.


Het woord Chirologie, waarmee deze moderne handleeskunde en analysetechniek aangeduid wordt, is afgeleid van het Grieks cheir (= hand) en logie (= kennis).

De “voorspellende” en weinig geloofwaardige variant, welke onder meer door zigeuners en andere “voorspellers” wordt uitgeoefend, is chiromantie. Dit woord is afgeleid van cheir (= hand) en manteia (= voorspelling) ofwel het voorspellen uit de hand. In het algemeen stond Mantis in het oude Griekenland voor 'ziener' en ’profeet'.

Geschiedenis

Rond 5000 AD werd in India de voorloper van de moderne handleeskunde als spirituele wetenschap beoefend. Hierover  is onder meer te lezen in heilige Hindoegeschriften, de Veda’s, en wel in de 'Wetten van Manoe'.  

De Indische wijze Valmiki zou volgens de overlevering een boek hebben geschreven dat (vertaald) getiteld was: "De leringen van de hindoese wijze Valmiki over het lezen van de mannelijke handpalm ".

Ook is het bekend dat in India Arische geleerden zich met de studie van de hand bezig hielden. Deze studie maakte deel uit van een grotere wetenschap, te weten de samudrik shastra wat 'zee van kennis' betekent. Deze wetenschap hield zich bezig met het interpreteren van alle kenmerken van het menselijke lichaam en het betekende voor iemands lotsbestemming. De Samudrik shastra omvatte ondermeer de delen:  Mukh shastra  - het bestuderen van vorm, lijnen en tekens van het gezicht, ofwel gelaatskunde; Paad shastra - het bestuderen van vorm, lijnen en tekens van de voeten; en Hast rekha - het bestuderen van vorm, lijnen en tekens van de handen, ofwel de Handleeskunde. De geschriften die over de wetenschap van de Handleeskunde gaan worden hast jyotish genoemd. Deze wetenschap heeft zich ontwikkeld tot wat nu bekend staat als “Vedische handanalyse”.

Het handlezen kwam omstreeks 3000 AD naar China. Bekend is dat de Chinese wetenschap siang cheou zich bezig hield met het bestuderen van de vorm, lijnen en kleur van de hand. Ook is er een twaalfdelige werk Chenn Siang Tsiuamm Pienn genaamd dat geschreven is door I-Si, een voorspeller die in dienst was van keizer Traetou van de Songdynastie. Dit werk is in de 14e eeuw opnieuw uitgegeven.

Al ver voor onze jaartelling de Chaldeeën, Assyriërs, Tibetanen, Soemeriërs en Babyloniërs zich met handleeskunde bezig hielden. Evenzo beoefenden de Hebreeën, Egyptenaren en Perzen deze wetenschap, hoewel hiervan in geschreven vorm niets meer is terug te vinden.  

Vanuit het Midden-Oosten bereikte de handleeskunde de Romeinen en de Grieken. De Grieken noemde het chirosofie (van 'cheir', hand en 'sofia', wijsheid). In de 4e eeuw AD schreef de Griekse filosoof Aristoteles er uitgebreid over. Er bestaat zelfs een verhaal dat hij een oud document over chirosofie zou hebben gevonden in een tempel gewijd aan de god Hermes. Zijn boek Chiromantia is de oudst bewaard gebleven Griekse tekst.

Ook in het oude testament zijn teksten te lezen die doen vermoeden dat in die dagen handleeskunde ook al gebruikt werd, zoals:

  • Spreuken 3:16: "Lengte van dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer".
  • Jesaja 49:16:"Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegrift, uw muren zijn bestendig voor Mij".


Met name door de kruistochten, kwamen Westerse intellectuelen er ook mee in contact.

In de 14e en 15e eeuw werd de handleeskunde in Europa uitgebreid beoefend en in de 15e eeuw begonnen handleeskundigen met het op schrift te zetten van hun kennis.

Voor zover bekend bevindt het oudst bewaard gebleven Europese manuscript over handlezen zich in de Bodleian Library in Oxford. Dit zogeheten ”Digby Roll IV”, welke in 1440 gepubliceerd werd, is waarschijnlijk een kopie van een eerdere tekst.

Omstreeks 1448 schreef door Johann Hartlieb 'Die Kunst Ciromantia'. Dit boek over handlezen werd, om onbekende redenen, pas na zijn dood in 1475 in Augsburg uitgegeven.

Het werk van de Italiaanse handlezer Andrea Corvo (ook wel Barthelomeo Cocleo genoemd) 'Ciromantia - opus rarrisima de eadem chiromantiae', verscheen in 1497. Het werd vele malen herdrukt en ook in meerdere talen uitgegeven.

In deze tijd werd het lezen van handen door zigeuners gebruikt om er zogenaamd mee te “voorspellen”. Deze twijfelachtige manier van handlezen heeft er voor gezorgd dat ook de reguliere handleeskunde in de reuk van de magie is komen te staan.

In de 16e eeuw kwam in Europa de wetenschap van het handlezen tot bloei. In die tijd bestudeerden vele filosofen, theologen, astrologen, alchimisten en artsen de handleeskunde om daarmede hun vaardigheden uit te breiden. Deze geleerden bestudeerden de handleeskunde op een verantwoorde wijze en ontwikkelden allerlei systemen. Aan deze bloei kwam een einde toen de rooms-katholieke kerk deze wetenschap als een bedreiging ging zien en derhalve deze verbood omdat deze niet met de leer van de Kerk zou overeenstemmen. Ondanks verwoede pogingen van de Inquisitie om deze verruiming van het wetenschappelijke inzicht met geweld de kop in te drukken, had dit maar beperkt effect op de beoefening ervan. Wel had de terreur van de Inquisitie tot gevolg dat handlezen  alleen nog in het geheim beoefend. Hierdoor staat deze wetenschap sindsdien ten onrechte bekend als een “occulte” wetenschap. Vooral in Engeland werd in die tijd deze 'geheime wetenschap' als hekserij bestempeld, maar tezelfdertijd werd het in Duitsland als een achtenswaardig vak gedoceerd aan de universiteiten van Leipzig en Halle. In landen waar de inquisitie niet al te fel optrad wist de wetenschappelijke handleeskunde zich te handhaven. Zo publiceerde Johan Indagine, een Duitse Carthusiaanse geestelijke, in 1552 zijn werk Introductions Apotelesmaticae. In latere jaren hebben andere handleeskundigen zijn werk als basis gebruikt voor eigen publicaties.

Nadat deze wetenschap wat op de achtergrond was geraakt leefde deze in de 19e eeuw weer op. De Fransman Casimir Stanislas d'Arpentigny, een gewezen legerkapitein, schreef het boek 'La Chirognomie' (1839).  Hij bestudeerde de oude bronnen en testte zijn verworven kennis aan de praktijk.  D'Arpentigny legde zich toe op de cheirognomische aspecten van de hand ofwel de vorm van de palm en de vingers. Hij beschreef de zeven basis handtypen die nu nog worden gebruikt. Hij legde hiermee de basis van de moderne wetenschappelijke handleeskunde, de Chirologie.

In diezelfde periode leefde ook de Fransman Adrien Adolphe Desbarrolles. Hij legde zich toe om de wetenschap van de kabbala en de astrologie te integreren met de cheiromantische aspecten van de hand ofwel de lijnen. Zijn meest bekende werk is  'Les Mystères de la Main', Parijs (1859).

Heron-Allen introduceerde het werk van d'Arpentigny en Desbarrolles in Engeland met zijn publicatie  'A manual of Cheirosophy' (1885). Mede hierdoor geïnspireerd richtte Katherine Saint-Hill in 1889  de 'Chirological Society of Great Britain' op. Deze vereniging gaf het maandblad 'The Palmist' uit.

De Ier Cheiro (Count Louis Hamon), een laat 19e eeuwse handleeskundige, was wel een beroemde maar zijn zowel feitelijke als historische kennis van deze wetenschap was van weinig waarde.

Ook in Amerika ontwikkelde zich de interesse in de handleeskunde, alwaar van Comte C. de Saint-Germain (Edgar de Valcourt-Vermont) de publicatie Practical Palmistry (Chicago, 1897) plaats vond, welke echter een dubieus gehalte had. Hij richtte in die tijd the American Chirological Society op.

In de 20ste eeuw verwierf chirologie meer aanzien. In 1900 werd het werk van de Amerikaan William G. Benham 'The Laws of Scientific Handreading' gepubliceerd. Benham verrichtte zelf veel onderzoek en zijn inzichten worden in zijn boek op overzichtelijke wijze weergegeven.

Noel Jaquin publiceerde in de periode 1925-1958 diverse geschriften over de wetenschappelijke vorm van handlezen.

Charlotte Wolff publiceerde boeken in de periode 1936-1969, die ook bijdroegen tot een wetenschappelijke basis voor de handleeskunde.

Dr. Carl Jung gaf een belangrijke bijdrage aan de wetenschappelijke handleeskunde door de psychologische aspecten ervan te bestuderen.


Methodieken

Chirologie omvat methodieken waarmee vastgesteld kan worden welke informatie onze handen laten zien en wat deze betekend. Deze methodieken hebben vastomlijnde regels.

Chirologie bestaat uit deelstudies, te weten:

Chironomie Hiermee worden de verschillende aspecten van de hand bestudeerd, zoals vorm en consistentie van de handpalm, de lengte en vorm van de vingers, alsook de huidstructuur, flexibiliteit en temperatuur ervan. Door een analyse van deze aspecten kan duidelijkheid verkregen worden over iemands persoonlijkheid, aard, emotionaliteit, karakter en talenten.

Als onderdeel van de Chironomie bestaan er twee specialismen, te weten:

'Duimleeskunde' Dit omvat het bestuderen van kenmerken van de duim, zoals de lengte, dikte van de duim, de vorm van de kootjes en het bestuderen van de duimbergen, de muis van de palm. Een analyse ervan kan de mate van wilskracht, daadkracht, verantwoordelijkheidsgevoel en doorzettingsvermogen zichtbaar maken.

'Dermatoglyfie' Deze studie van de vinger- en huidpatronen in de palm geven een fundamenteel aspect en psychologische kenmerken van iemands persoonlijkheid weer. Deze zijn bij de geboorte al aanwezig en veranderen niet meer. De wetenschappelijke studie van dermatoglyfie van de handen en voeten werd gecrediteerd als beginnend met het werk van Joannes Evangelista Purkinje, een Tsjechische fysioloog en bioloog in 1823

Chiromancie Dit, ook wel handlijnkunde genoemd, omvat het bestuderen van de lijnen en tekens in de hand en het interpreteren ervan. De lijnen in de hand kunnen gezien worden als een dagboek en kunnen duiden wat er potentieel nog te zien is.


Het woord Chiromancie is voortgekomen uit chiromantie ofwel het voorspellen uit de hand en is afgeleid van het Griekse woord cheir (= hand) en manteia (= voorspelling) waarvan Aristoteles al melding maakte. Mantis stond in het oude Griekenland voor de 'ziener' en ’profeet'. Onder Mantische kunsten of Mantiek verstond men het voorspellen van de toekomst doormiddel van het uitleggen van orakels, kaarten, runen, astrologie of handlezen.

Studie onderzoek

Recent is er aangetoond[bron?] dat een groot deel van onze hersenen en van onze handen zich tijdens de zwangerschap gelijktijdig ontwikkelen en dat beiden uit het zelfde basis celmateriaal ontstaan, het ectoderm. Ook is vastgesteld [1] en [2] dat er een verbinding bestaat tussen de hersenen (zowel het motorische als het sensorische gedeelte), de geest en de handen. Deze verbinding is meer dan de besturing van de handen of het overbrengen van informatie naar en van onze hersenen (zoals aanraken, temperatuur of pijn voelen) door de gevoelige zenuwuiteinden in onze handen. Deze verbinding zorgt ervoor dat er duizenden hersenimpulsen in onze handen worden geregistreerd. Hoewel het wetenschappelijke bewijs nog niet helemaal geleverd is, is het aannemelijk[bron?] dat hierdoor in de hand zichtbaar wordt welke talenten en aanleg iemand heeft, wat voor ingrijpende situaties zich voor doen op zowel geestelijk als lichamelijk gebied. (Dat deze verbinding bestaat wordt niet alleen in de chirologie gebruikt maar ook in de grafologie waarmee door het bestuderen van iemands handschrift een karakterbeschrijving gemaakt kan worden.)

Het aantal zenuwuiteinden dat op het menselijk lichaam voorkomt verschilt nogal. Op de huid van het dijbeen bijvoorbeeld komen op één vierkante centimeter 40 zenuwuiteinden voor terwijl er in de hand op één vierkante centimeter 2500 zenuwuiteinden te vinden zijn. Dat er zoveel hersenimpulsen in de hand geregistreerd worden zou de reden kunnen zijn dat aan de vorm, de lijnen en de conditie van de hand te zien wat voor karakter en talenten men heeft, maar ook wat er gebeurt is en potentieel nog kan gebeuren. De hersenimpulsen zorgen ervoor dat gevoelens, hartstochten en ervaringen in de handen geregistreerd worden. De hand kan dan ook gezien worden als het beeldscherm van de hersenen .[bron?]

Door de eeuwen heen zijn er diverse verifiërende onderzoeken verricht; de westerse wetenschap blijft er sceptisch tegenover staan. Een recent voorbeeld zijn de onderzoeken van psycholoog Martijn van Mensvoort en van Dr Arnold Holtzman naar de Psychodiagnostische Handleeskunde.


Linker- en rechterhand

Actieve en passieve hand

In de moderne Handleeskunde wordt er van uitgegaan dat beide handen informatie laten zien over de verschillende aspecten van ons karakter. Daarbij is het van belang om te weten of men links- of rechtshandig is, ofwel welke hand dominant is.

De meeste mensen zijn rechtshandig wat betekent dat de linker hersenhelft dominant is. In dit geval wordt de rechterhand de actieve hand en de linkerhand de passieve hand genoemd. Geen van beide handen kan echter volledig dominant zijn. Voor linkshandige mensen, ongeveer 13% van de bevolking, zijn de functies van de rechterhersenhelft dominant en is de linkerhand de dominante hand terwijl de rechterhand de passieve hand is.

Als men beide handen bijna even goed kan gebruiken dan is de persoon een ambidexter. Zo iemand kan dan alles wat zich links en rechts in zijn hoofd afspeelt makkelijk combineren. Echter de hand waarmee men schrijft is toch de dominante hand.

Als men niet weet of hij/zij rechts- of linkshandig is kan men een paar foefjes gebruiken om er achter te komen welke hand er toch dominanter is. Bij voorbeeld, met welke hand scheur de persoon een papiertje door? Of met welke hand kam zo iemand zijn haar?

In de Handleeskunde worden beide handen geanalyseerd.

Passieve hand – onbewuste zelf (subjectief)

De passieve hand (meestal de linkerhand) weerspiegelt het onbewuste, gevoelswereld en emotionele ervaringen. Deze hand vertelt over iemands innerlijke of persoonlijke leven alsook zijne natuurlijke aanleg en kwaliteiten. Daartoe behoren ook de geërfde eigenschappen, aangeboren gezondheid, gedrag, instinctieve reacties, opvattingen, talenten, emoties, herinneringen uit de kinderjaren en de potentiële vermogens. Deze hand laat de werkelijk aard zien, of wel “ de ziel”, die men in het dagelijkse leven niet altijd zult tonen. Als men zich verder gaat ontwikkelen zal dit ook in deze passieve hand te zien zijn. Is men linkshandig dan is de linkerhand de actieve hand en toont men bovenstaande eigenschappen ook in het dagelijkse leven.

Actieve hand – bewuste zelf (objectief)

De actieve hand (meestal de rechterhand) weerspiegelt het bewuste, de mentaliteit. Deze hand vertelt hoe men zich in het dagelijkse leven manifesteert, redeneert en hoe men op gebeurtenissen om zich heen reageert. Daartoe behoren de aangeboren kwaliteiten, logica, ratio en zelfontwikkeling. De actieve hand symboliseert de doelen die men wilt bereiken, zijn of haar bestemming. De hand laat ook zien op welke manier men zijn talenten en gedragspatronen verbeterd of ontwikkeld heeft waardoor men zijn doelen kan realiseren. De rechterhand geeft ook informatie over gezondheid en de levensloop. Is men linkshandig dan is de rechterhand de passieve hand en gebruik men bovenstaande eigenschappen ook in zijn of haar persoonlijke leven.

Chironomie

Bestand:Overzichts afbeelding handpalm.jpg
Indeling van de palm en eigenschappen

Chironomie is de belangrijkste deelstudie van de Chirologie en omvat de bestudering van de vorm van de hand en andere kenmerken ervan. Het is de basis voor een handanalyse waarbij de rest van de hand, ter ondersteuning daarvan, meer gedetailleerde informatie geeft.

Dit deel van de Handleeskunde omvat het bestuderen van de aspecten van de hand zoals de vorm ervan, de bergen en vlaktes van de palm, en de lengte en vorm van de vingers en de kootjes. Ook worden de structuur, kleur en conditie van de huid bestudeerd alsook de buigzaamheid van de vingers.

De verschillende aspecten van de hand vertellen over het volgende:

  • Vorm van de hand,(groot, klein, smal, breed, rechthoekig of ovaal) - Basis persoonlijkheid en fundamentele karakter.
  • Structuur, consistentie,(gladde, ruwe, harde of zachte huid) - Emotionele gesteldheid.
  • Bergen en vlaktes,(vlak, verhoogd, zacht of hard) - Gevoelens, gedachten en ideeën.
  • Vingers,(lang, kort, knokkelig of glad) - Toepassing en wijze van reageren.
  • Temperatuur of klimaat,(koud, koel, warm, droog of vochtig) - Temperament.
  • Leefklimaat,(soepelheid van de vingers) - Tolerantie of flexibiliteit.
  • Kleur - Aard.

Vorm van de hand

Fundamentele karaktereigenschappen, mentaliteit en emoties.

Er bestaan grote, kleine, smalle, brede, rechthoekige en ovale handen. De vorm van de hand, welke meestal erfelijk is, geeft een goed beeld van het basiskarakter en de drie universele elementen ervan, te weten voelen, willen en denken.

De basis van de handpalm vertegenwoordigt de fundamenten en de psychische grondslag. Ook laat deze de verbinding met het collectieve onbewuste zien, die men overgeërfd heeft, de ‘oerervaring’ van de mensheid. Dit gebied vertegenwoordigt intuïtie, overlevingsdrang, gewoontes, gedrag en onbewuste drijfveren.

Het middelste stuk van de handpalm geeft aan hoe men de bovenstaande onbewuste drijfveren met verstandelijk combineert zodat ze praktisch gebruikt kunnen worden.

Het bovenste gedeelte van de palm en de vingers laten zien hoe men deze praktische vermogens bewust gebruik. Dit is de energie die men nodig heeft om normaal, dag in dag uit, te kunnen functioneren.

Handpalmmateriele zaken

Scheppend vermogen, motivatie, instincten, reflexen, overlevingsdrang, moed, durf, intuïtie en verlangens.

Symbolisch gezien zetelen in de palm de onbewuste basisvermogens en energieën ofwel de materiële zaken. Men is zich hier niet altijd van bewust hoewel ze wel gedragsbepalend zijn. De handpalm laat zien hoe men in principe is en ook wat zijn of haar innerlijke doel is. De palm laat ook zien welke eigenschappen men heeft en met hoeveel inzet men ze gebruikt.

Er bestaan diverse typen palmen, zoals vierkante, ronde, conische of spatelvormige.

Bergengewoontes

Kwantiteit en kwaliteit van eigenschappen, gewoontes, gedrag, drijfveren en gezond verstand.

Op de palm bevinden zich de bergen, die op kussentjes lijken, en die gevoelens, gedachten en ideeën weergeven. Elke berg heeft een mythologische naam en wordt, door de specifieke eigenschappen en vermogens die deze zichtbaar maakt, met het overeenkomstige archetype geassocieerd. De hoogte van een berg laat zien hoe intensief men de eigenschappen ervan gebruikt. Lopen of liggen er lijnen naar of op die berg dan wijst dat op een verhoging van de kwaliteit of vergroting van de intensiteit van die “bergeigenschappen”. Zijn de bergen plat of zonder lijnen dan duidt dit erop dat die eigenschappen verzwakt zijn.

Vingersgeestelijke zaken

Uiting van gevoel, talenten, ambities en inspiratie, scheppingsdrang en spiritualiteit

Vingers vertellen op welke manier men de eigenschappen en vermogens, die in de palm te zien zijn, toepast . Elke vinger staat daarbij voor een specifieke eigenschap.

Vingers kunnen veranderen, krom gaan staan, om hun as draaien of zelfs groeien. Dit heeft geen medische oorzaak maar is een zichtbare indicatie van de manier waarop iemand zijn vermogens gebruikt. Ten opzichte van de palm kunnen de vingers lang of kort zijn, knokkelig of glad.

Kootjes

Spirituele activiteiten, inzichten, mentaliteit, normen, sociale behoeftes, beleving en instelling

De kootjes van de vingers maken aspecten zichtbaar zoals geestelijke instelling, praktische vermogens en materiële behoeften.

Duim

Wilskracht, motivatie, kunde, discipline, logica, opvatting, instelling en flexibiliteit.

De duim staat tegenover de handpalm en kan gezien worden als de heerser van de hand en daarmee over al zijn of haar vermogens. Hij vertegenwoordigt de ziel ofwel de innerlijke mens. Men kunt hieraan zien in hoeverre men gemotiveerd is om de drie universele elementen voelen, willen, en denken toe te passen. De duim is de expressie van iemands persoonlijkheid en laat de manier zien waarop men het leven tegemoet treedt. Hij toont hoeveel individuele levenskracht men heeft. Deze vermogens vertegenwoordigen innerlijke drijfkrachten die met invloed en macht te maken hebben. Alle gedragingen en emoties zijn hierop gebaseerd. Zonder deze vermogens zal men, hoe briljant, getalenteerd of geleerd men is, niet in staat zijn iets te bereiken. Vanuit deze innerlijke drang, bezieling of motivatie word men geleid en tot daden aangezet.

Chiromancie

Bestand:UHandlijnen 1.jpg
Primaire lijnen in de palm

Chiromancie of Handlijnkunde omvat de deelstudie die zich bezig houdt met het betekenis van de lijnen in de hand. In bijna alle handen komen drie primaire, drie secondaire en vele tertiaire lijnen voor. Daarnaast ook talloze kleine lijntjes of tekens, die quartaire lijntjes genoemd worden.

De primaire lijnen zijn de Levens-, Hoofd-, en Hartlijn, en ze vertellen of er een balans is en/of er harmonie tussen de drie universele elementen van het basiskarakter willen, denken en voelen. Deze primaire lijnen laten zien wat er in het onderbewustzijn leeft. Ze veranderen, in tegenstelling tot de secundaire lijnen, niet snel. Ze hebben te maken met de evolutie van de mens en zijn als het ware door de eeuwen heen in de hand gekerfd.

  • De Levenslijn en kwaliteit ervan staat voor Levenskracht en laat zien hoe het gesteld is met iemands vitaliteit, fysieke gezondheid en het algemeen welzijn. Deze lijn maakt zichtbaar of iemand belangrijke koerswijzigingen of ervaringen in zijn leven doormaakt. Moderne handleeskundigen geloven niet dat de lengte van de lijn een indicatie is voor hoe lang men leeft.
  • De Hoofdlijn staat voor Mentale kracht, concentratie, begrip en mentaliteit. Hij laat ondermeer zien hoe het gesteld is met iemands geest en intelligentie.
  • De Hartlijn staat voor Emotionele kracht en vertelt over de emotionele kant van iemand, houding, behoeftes en sensitiviteit.

Aan deze lijn is het te zien hoe het gesteld is met zaken die te maken hebben met het hart, zowel in metaforische als fysieke zin. Het vertelt over emotionele stabiliteit, romantiek, depressiviteit en dergelijke.

De secundaire lijnen zijn de Saturnus-, Apollo-, en Mercuriuslijn. Deze zijn net zo belangrijk als de primaire lijnen omdat ze gedetailleerde gegevens van iemands persoonlijkheid toevoegen. Deze lijnen weerspiegelen gedachten, opvattingen en gedragingen en kunnen aangeven of iemand van koers is veranderd. Deze lijnen kunnen vrij snel veranderen.

  • De Saturnuslijn staat voor Daadkracht en het vermogen om ambities waar te maken en verteld dus over succes, voldoening en ook hoeveel invloed de omgeving op iemands heeft.
  • De Apollolijn staat voor Creatieve kracht en laat zien hoeveel creativiteit, succes en voldoening iemand heeft.
  • De Mercuriuslijn laat de kwaliteit zien van de Psychische kracht. De lijn laat zien hoe het met iemands zenuwstelsel, gezondheid, spijsvertering en weerstand gesteld is. Ook geeft deze lijn aan hoe zakelijkheid iemand ingesteld is en hoeveel tegenwoordigheid van geest men heeft.

De importantie van de primaire en secundaire lijnen wordt bepaald door hun ligging in de palm, door de plaats waar ze beginnen en eindigen, welke zones ze doorkruisen en welke bergen en vlakten ze met elkaar verbinden. In de moderne Handleeskunde wordt deze empirische wetenschap gecombineerd met die van de psychologie.


Literatuur

  • Handleeskunde Werkboek voor psychologische handanalyse, 1985 Nathaniel Altman
  • Standaardwerk Universele Handleeskunde, 2013 Magda van Dijk-Rijneke,
  • Handboek Handlijnkunde, 2008 Christine Kaspers
  • Vedische Handanalyse, 2001 Ghanahyam Singh Birla
  • Handanalyse en zelfherkenning, 1988 Edo Sprong
  • The Spellbinding Power of Palmistry, 2005 Johnny Fincham
  • Palmistry4today, 2002 Frank C.Clifford
  • Living Palmistry, 1986 Sasha Fenton & Malcom Wright
  • Universal Handanalysis, a complete guide to modern palmistry - 2017 Magda van Dijk-Rijneke
  • The art and science of handreading, 2016 Ellen Coldberg & Dorian Bergen
  • Hand psychology, 1989 Andrew Fitzherbert
  • The craft of palmistry, 2004 Jennifer Hirsch
  • Destiny Palmistry, 2014 Sari A Puhakka
  • Fingerprints &
rel=nofollow