Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Carpale-tunnelsyndroom

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf CTS)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Carpaletunnelsyndroom (CTS) is een aandoening in de pols waarbij de middelste zenuw (nervus medianus) bekneld is. De nervus medianus loopt vanuit de onderarm via een opening in de handwortelbeentjes naar de handpalm. Deze opening wordt de carpale tunnel genoemd. Het carpaletunnelsyndroom treedt op wanneer het weefsel in en rondom de carpale tunnel gezwollen is. De klachten zijn vaak uiteenlopend en vertonen veel overlapping met andere CANS-aandoeningen waardoor juiste diagnose op basis van de klachten moeilijk is. Met elektromyografie (EMG) van de betrokken spieren kan uitsluitsel worden gekregen of er al dan niet sprake is van carpaletunnelsyndroom. Als zeker is dat de zenuw bekneld is kan met operatief ingrijpen de druk op de zenuw weggenomen worden. CTS is een van de meest voorkomende neurologische aandoeningen in de bevolking en komt bij vrouwen (nog) vaker voor dan bij mannen.

Symptomen

Typerende verschijnselen:

  • nachtelijke tintelingen in de hand die patiënt wakker maken;
  • neiging tot wapperen met de handen opdat de klachten verminderen;
  • verminderd gevoel in de duim, wijsvinger, middelvinger en een gedeelte van de ringvinger;
  • onhandigheid en gevoel van krachtverlies in de hand (bijvoorbeeld bij wringen van een dweil of schrijven);
  • regelmatig dubbelzijdig voorkomen;
  • ook overdag kunnen tintelingen voorkomen bijvoorbeeld bij fietsen;
  • soms enige pijn in de hand of onderarm.

Diagnose

Bij een typische presentatie van het beeld is de diagnose al nagenoeg zeker na onderzoek in de spreekkamer. Deze kan daarna bevestigd worden door een (kort) spierzenuwonderzoek (EMG), dat wordt uitgevoerd door een neuroloog, klinisch neurofysioloog of eventueel een KNF-laborant. Bloedonderzoek, röntgenfoto's en scans hebben geen plaats bij de diagnostiek van een CTS.

Behandeling

Er zijn min of meer 5 mogelijkheden:

  • conservatief (adviezen en uitleg)
  • spalken. Bij spalken krijgt patiënt gedurende maximaal 4-6 weken 's nachts een spalk om de pols die de hand rechter houdt zodat de zenuw meer ruimte krijgt. Vaak keren de klachten na aanvankelijke verbetering na enige maanden weer terug.
  • behandeling door een fysiotherapeut met een phystractractieapparaat. In veel gevallen kan met 10 tot 12 behandelingen door een fysiotherapeut een goed resultaat behaald worden. Dit kan een alternatief zijn voor een operatie. Studies lijken uit te wijzen dat het een effectieve behandeling kan zijn. Uit onderzoek (zonder controlegroep) blijkt dat minimaal 75% van de behandelde patiënten een toename in spierkracht registreerden[1]
  • injectie met ontstekingsremmer in de pols. Een injectie wordt meestal eenmalig gegeven met een corticosteroïd (bijvoorbeeld methylprednisolon) ter plaatse van de carpale tunnel. Het helpt vaker dan spalken, maar ook hierbij kunnen klachten terugkomen.
  • operatie. Een operatie is een goede en definitieve behandeling waarmee 90% van de patiënten geneest. De operatie wordt meestal uitgevoerd door een neurochirurg of een plastisch chirurg.

Beslissing is afhankelijk van de ernst, de duur, arbeidsomstandigheden en de voorkeur van de patiënt hierover.

Bronnen

  • Neurologie. A.Hijdra e.a. Elsevier/Bunge

Externe links

Referenties