Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Antifascisme in de jaren dertig

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Antifascisme is vooral een begrip uit de jaren dertig; de vooroorlogse crisistijd. In die tijd werd de dreiging van het fascisme steeds sterker. Antifascisten demonstreerden, voerden actie en verspreidden propagandamateriaal om die dreiging tegen te gaan. Dat deden zowel de communisten als de socialisten en sociaaldemocraten, maar ook intellectuelen en kunstenaars lieten van zich horen.

Onder fascisme wordt verstaan een totalitaire, ultrarechtse politieke stroming die gepaard gaat met brute onderdrukking van minderheden. In het nationaal-socialisme is daar ook nog volkerenmoord bij gekomen.

Anton Mussert

Eerste nummer van Volk en Vaderland, 1933

In begin van de jaren dertig, richtte de voormalige hoofdingenieur bij de Provinciale Waterstaat ingenieur Anton Mussert samen met Cornelis van Geelkerken de NSB op. De NSB – wat staat voor Nationaal-Socialistische Beweging – wilde er voor waken, dat door het falen van de democratie het land zou afglijden naar het communisme. Aanvankelijk wees Mussert de Duitse rassenleer en het antisemitisme als on-Nederlands krachtig van de hand, maar stelde later die mening bij, waardoor de partij radicaler, volkser en antisemitischer werd.
Het NSB-weekblad Volk en Vaderland, dat van 1933 tot 1945 het weekblad van de partij was, vertoonde al vanaf het begin antisemitische trekjes en voerde fascistische propaganda. Zo werd al in de tweede maand van haar bestaan voor het eerst de term 'de internationale Jood' in negatieve zin gebruikt.

Acties

In die tijd was er op straat veel politieke drukte. Er waren veel meer manifestaties en betogingen met spandoeken dan tegenwoordig. Het fascisme was er steeds op uit om de straat te veroveren, dus lag het voor de hand óók de straat op te gaan voor antifascistische acties. De colporteurs van het propagandistische NSB-weekblad Volk en Vaderland hadden het dikwijls moeilijk, doordat ze werden belaagd en met ijzeren staven werden verwond en weggejaagd. De WA - (= Weerbaarheidsafdeling) van de NSB - werd veelal ingezet, om de colporteurs te beschermen.

Ook in de bioscoop werden antifascistische acties uitgevoerd

Ook in de bioscoop werden antifascistische acties uitgevoerd. In de bioscoop Rembrandt in Utrecht werden geen beelden meer vertoond van de triomfantelijke parades van Benito Mussolini de fascistenleider van Italië, nadat antifascisten in de zaal daartegen geprotesteerd hadden. Ook in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam werd in bioscoopzalen geprotesteerd tegen het vertonen van de Duitse patriottische films.
Soms weigerden havenarbeiders om Duitse vrachtschepen te lossen, die onder de nazivlag voeren.

Comité van Waakzaamheid

In 1936 werd een Comité van Waakzaamheid opgericht. Officieel heette dit comité:

  • Het Comité van Waakzaamheid van anti-nationaal-socialistische Intellectueelen

Vanaf oktober 1938 was de naam:

  • Comité van Waakzaamheid van Intellectueelen

In dat comité hadden professoren, studenten, journalisten, schrijvers en anderen zitting. In de periode 1936/1940 waarschuwde het Comité voor de bedreigingen van de vrijheid speciaal door het nationaal-socialisme.
Vanaf het begin kende het Comité problemen als gevolg van het feit dat een aantal leden communistische sympathieën had.
Ondanks zijn felle polemieken in een eerder stadium met de schrijvers Ter Braak en Du Perron, trad de rooms-katholieke schrijver en journalist Anton van Duinkerken in 1936 toe tot het Comité. Terwijl nogal wat katholieke jonge intellectuelen in de crisisjaren ’30 heil verwachtten van fascistische en nationaal-socialistische bewegingen, kwam Van Duinkerken hier van meet af aan tegen in verzet en neigde in zijn politieke opvattingen steeds meer naar de sociaal-democratische richting.
Binnen een maand na de oprichting trokken echter de rooms-katholieke leden zich al weer uit het Comité terug, waaronder de theologen Dr. H.A. Poels en Dr. Titus Brandsma, en ook Anton van Duinkerken. Zij waren ervan overtuigd dat het nationaal-socialisme een bedreiging voor de kerk vormde, maar dat het communisme dat ook deed.

Verdere acties

Natuurlijk lieten ook kunstenaars van zich horen. In Amsterdam werd in 1935 het spraakmakende antifascistische drama De Beul van Pär Langerkvists opgevoerd, als nieuwe productie van de Amsterdamsche Tooneelvereeniging. Albert van Dalsum speelde hierin de hoofdrol. Het stuk bevatte talrijke kritische toespelingen op nazi-Duitsland en het nazisme, en werd er in gepoogd het publiek te waarschuwen voor het dreigende gevaar van het fascisme.

Natuurlijk lieten ook kunstenaars van zich horen

In het drama werden onder meer diverse radioberichten uitgesproken, die een duidelijke waarschuwing inhielden voor de verschrikkingen van de oorlog, die vijf jaar later daadwerkelijk zou uitbreken.
Na de première van De Beul op 9 november 1935 werd er in de media veel geschreven door voor- en tegenstanders over het anti-fascistische stuk.
Het stuk De Beul leidde tot een georganiseerde rel door leden van de NSB. Op 1 december 1935 zetten de keurtroepen van Anton Mussert – de WA - de hoofdstedelijke Stadsschouwburg op stelten, door met stinkbommen en projectielen te gooien. De voorstelling eindigde in een chaos.

Anton van Duinkerken

Het NSB-weekblad Volk en Vaderland vulde een paar dagen later – op vrijdag 6 december - zijn gehele voorpagina, om tegen de vertoonde gesubsidieerde liederlijkheid te protesteren.
Ergens, halverwege het artikel, schreef de leider van de NSB, Anton Mussert, het een en ander over den zich katholiek noemenden Van Duinkerken en gaf duidelijk een trap naar de dichter en schrijver/journalist Anton van Duinkerken 1), die als lid van de Commissie van Bijstand voor Kunstzaken voor subsidiering van De Beul had gestemd.

Standbeeld van Anton van Duinkerken in Bergen op Zoom

Van Duinkerken nam de nacht na het verschijnen van Musserts artikel plaats achter zijn schrijftafel en schreef een meeslepend gedicht, vol historische feiten: de Ballade van den katholiek 2), een poëtische hartekreet, die tot op heden nog altijd leesbaar is, al zou de inhoud hier en daar nu wel anders zijn.
Zijn Ballade van den katholiek - waarin hij zich te weer stelde tegen de beschuldigingen van de NSB-leider Mussert als zou hij een nep-katholiek zijn - werd zijn beroemdste gedicht, dat gelijk de andere dag op de eerste pagina van De Tijd werd afgedrukt. De dagen daarna werd de ballade in vrijwel alle kranten opgenomen, zelfs in de sociaal-democratische krant Het Volk.

Ballade van den katholiek
Aan Ir. Mussert, die zich in zijn propagandablad
van Vrijdag 6 December 1935 veroorloofde
te schrijven over "den zich katholiek
noemenden Van Duinkerken".


Jawel, mijnheer ik noem mij katholiek,
en twintig eeuwen kunnen ’t woord verklaren
aan u en aan uw opgewonden kliek,
die blij mag zijn met twintig volle jaren,
als ónze God u toestaat te bedaren
van ’t heilgeschreeuw, geleerd bij de barbaren,
en als uw volksbeweging haar muziek
toonzetten leert op ónze maat der eeuwen.
De Roomsen hebben in de politiek
iets meer gedaan dan onwelluidend schreeuwen.
Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek.


Gij weet het slecht, maar in een zieke tijd,
toen Rome rot was van de dictatoren,
elkaar verdringend met de grage nijd
van wie elkanders roem niet kunnen horen,
werd God de Zoon te Bethlehem geboren
uit ene Maagd wier naam in uw oren
klank voert van ketterij en godsdienststrijd:
een joodse vrouw, die gij diep zoudt verachten
– joden zijn aan uw soort niet sympathiek –
maar die het licht is onzer zwartste nachten,
Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek!


Gij leeft te zeer in uw bewogen heden
om het te weten, maar het is geschied,
dat weinigen, die deze naam beleden
beschermers bleken van het wijd gebied,
waarop men heden nog beschaving ziet.
Gij preekt wel, maar gij kent de teksten niet!
Wat is úw toekomst zonder óns verleden?
Bedenk, als onze duizendtallen dunnen,
hoe eens paus Leo, ónvervalst mystiek,
weerstand bood aan een overmacht van Hunnen!
Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek.


Gij zijt wellicht het oud verhaal vergeten,
of kent het niet, maar leer het dan van mij,
hoe zij, die Nederlands bevrijders heten
uit Rooms geloof en Spaanse dwinglandij,
onder bevel van Willem van Lumey
onschuldigen vermoorden. Pleit hen vrij,
wanneer dit past in ’t ruim van uw geweten!
Steeds zal de holle leuze misdaad baren
zodra zij vruchtbaar wordt bij ’t veil publiek!
Ik kies de zijde van de martelaren.
Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek!


In Brabant weet men van de geus te spreken.
Daar heb ik ’t vaderlands gevoel geleerd.
Vouw ik de handen om den Heer te smeken,
dat Hij ’t volk hoede, vrij en ongedeerd,
van staatszucht, tirannie en van ’t verkeerd
vertrouwen in wie door geweld regeert:
nooit leerde ik de hand ten hemel steken,
heil roepend om een nagemaakte Pruis.
Op wat zich heil noemt, heeft mijn Kerk kritiek.
De ware heiland kent ze aan ’t ware kruis.
Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek!


Prince:
Heer Jezus zoet, de Prins der ware Kerk,
die één is, heilig en apostoliek,
maakt ons in dienst van Zijnen Vrede sterk,
Daarom, mijnheer, noem ik mij Katholiek.
Anton van Duinkerken 1935

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
  • 1) Wilhelmus Johannes Maria Antonius Asselbergs ( 1903 - 1968 ), als regel alleen bekend onder zijn pseudoniem Anton van Duinkerken, was een Nederlandse dichter, essayist, hoogleraar, redenaar en literatuurhistoricus. Anton van Duinkerken was tijdens de Tweede Wereldoorlog met een aantal andere vooraanstaande Nederlanders gegijzeld in het kamp Sint-Michielsgestel. Door de Duitse bezetter werden zij wegens hun invloed als gevaarlijk beschouwd. Hij verbleef er in 1942 bijna acht maanden.
  • 2) Een ballade is een in de Franse lyriek van de 14 e eeuw ontstane dichtvorm, die bestaat uit drie of meer strofen van zeven, acht of tien versregels en één strofe ( l'envoi = de opdracht ) van vier tot zeven regels. De laatste strofe bestond ook wel uit een ode aan de opdrachtgever, die Prince werd genoemd.
  • De strofen van een ballade eindigen alle met dezelfde regel, de zogenaamde refreinregel.
Vooral François Villon ( 1431 -1463? ) de grote dichter, dief en vagebond, was de beroemdste Franse dichter van de late middeleeuwen, die vele ballades schreef. Eén van zijn bekendste ballades, is die welke hij schreef voor het 'concours' van Blois bij Charles d'Orleans: De ballade van de tegenstellingen. ( ...Je ris en pleurs / in tranen lachend ... )
rel=nofollow