Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Schaken

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Schaakveld.
Schaakstukken

Schaken is een bordspel voor twee personen. Het spel wordt gespeeld op een schaakbord van 8 bij 8 even grote velden, die afwisselend licht en donker zijn gekleurd. In de beginstelling beschikken beide spelers over 16 speelstukken. De ene speler speelt met de witte stukken, de andere met de zwarte. Beide spelers doen om beurten een zet, waarbij wit begint. Het doel is om de vijandelijke koning mat te zetten.

Het schaakspel is een denkspel. Geluk speelt geen rol. De spelers beschikken over volledige informatie en hebben hun eigen zetten geheel zelf in de hand.

Behalve als gezelschapsspel, wordt schaken ook beoefend als sport, waarbij titels zoals meester worden vergeven en kampioenschappen worden verspeeld. Het schaakspel is over de hele wereld bekend.

Materiaal

Het spelmateriaal dat benodigd is voor het spelen van een schaakpartij bestaat uit de volgende elementen.

  • Een schaakbord van 8 x 8 vierkante velden, meestal van hout of geplastificeerd karton. Op alle 64 velden wordt gespeeld.
  • Voor elk van beide spelers 16 stukken, meestal van hout of plastic, die doorgaans worden opgeborgen in een kartonnen doos of een houten kistje. Er zijn verschillende speelstukken met elk hun eigen speelmogelijkheden: per kleur een koning, een dame, twee torens, twee lopers, twee paarden, en acht pionnen.
  • Desgewenst een schaakklok, die voor beide spelers de verbruikte bedenktijd aangeeft.
  • Desgewenst voor elke speler een notatiebiljet, waarop zij het verloop van de partij kunnen noteren.

In het wedstrijdschaak is het gebruik van schaakklok en notatiebiljet doorgaans verplicht.

Doel van het spel

Het doel van het schaakspel is om de koning van de tegenstander mat te zetten. Het aanvallen van die koning met een eigen stuk heet schaak. Kan de tegenstander zijn koning niet redden, bijvoorbeeld door deze te verplaatsen naar een veld waar de koning niet wordt bedreigd, dan is het mat en is de partij beslist. Wie aan ziet komen dat de strijd verloren gaat, kan de partij ook opgeven voordat het mat is.

Een schaakpartij kan behalve in winst voor een van beide spelers ook in remise eindigen (gelijkspel), als geen van de twee spelers nog mogelijkheden heeft of ziet om te winnen.

Als er met een schaakklok wordt gespeeld, kan de partij ook eindigen doordat een speler de hem toegestane bedenktijd overschrijdt. Een dergelijke overschrijdig betekent verlies, tenzij de tegenstander technisch geen mogelijkheid meer had om mat te zetten: in dat geval is het remise.

Spelverloop

a8 br b8 bn c8 bb d8 bq e8 bk f8 bb g8 bn h8 br
a7 bp b7 bp c7 bp d7 bp e7 bp f7 bp g7 bp h7 bp
a6 b6 c6 d6 e6 f6 g6 h6
a5 b5 c5 d5 e5 f5 g5 h5
a4 b4 c4 d4 e4 f4 g4 h4
a3 b3 c3 d3 e3 f3 g3 h3
a2 wp b2 wp c2 wp d2 wp e2 wp f2 wp g2 wp h2 wp
a1 wr b1 wn c1 wb d1 wq e1 wk f1 wb g1 wn h1 wr
Beginstelling

Het spel start met een vaste beginopstelling (zie het diagram), met de pionnen op de tweede en zevende rij en de overige stukken op de eerste en achtste, van links naar rechts: toren, paard, loper, dame, koning, loper, paard, toren.

De beide spelers doen om beurten een zet, waarbij Wit (de speler met de witte stukken) begint. Een zet bestaat uit het verplaatsen van een eigen speelstuk (alleen bij de rokade: twee eigen speelstukken) volgens de voor dat speelstuk geldende loop. Dat kan naar een onbezet veld, of naar een veld dat wordt bezet door een vijandelijk stuk. In het laatste geval wordt het stuk van de tegenstander geslagen en van het bord genomen. Er staat dus nooit meer dan één stuk op een veld.

Een partij schaak wordt wel ingedeeld in drie fasen: de opening, het middenspel en het eindspel. In de opening activeren de spelers hun stukken vanuit de beginstelling. In het middenspel wordt slag geleverd. Hoewel spelers al in de opening kunnen verongelukken, worden veel partijen in deze tweede fase beslist. Er kan echter ook een eindspel ontstaan, waarin een van de spelers bij flink uitgedund materiaal tracht om een behaald voordeel alsnog in winst om te zetten.

Zie ook

Externe links