Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Ostara (godin): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 2: | Regel 2: | ||
== Ēostre bij Beda == | == Ēostre bij Beda == | ||
In hoofdstuk 15 (''De mensibus Anglorum'', ’De Engelse maanden’) van zijn 8e-eeuwse werk ''De temporum ratione'' (’Over het berekenen van de tijd’) beschrijft [[Beda]] de inheemse maandnamen van het Engelse volk. Na een beschrijving van de verering van de godin Rheda tijdens de Angelsaksische maand Hrēþ-mōnaþ, schrijft Bede dat de naam van de vierde maand, Ēosturmōnaþ, afkomstig is van godin Ēostre, die in vroegere tijd in [[Engeland]] aanbeden zou zijn. Dit is tevens de enige oude vermelding van deze godin. | |||
In hoofdstuk 15 (''De mensibus Anglorum'', ’De Engelse maanden’) van zijn 8e-eeuwse werk ''De temporum ratione'' (’Over het berekenen van de tijd’) beschrijft [[Beda]] de inheemse maandnamen van het Engelse volk. Na een beschrijving van de verering van de godin Rheda tijdens de Angelsaksische maand Hrēþ-mōnaþ, schrijft Bede dat de naam van de vierde maand, Ēosturmōnaþ, afkomstig is van godin Ēostre, die in vroegere tijd in [[Engeland]] aanbeden zou zijn. Dit is tevens de enige oude vermelding van deze godin. | |||
:{|width=94% | :{|width=94% | ||
|width=40% |''Eostur-monath, qui nunc Paschalis mensis interpretatur, quondam a Dea illorum quæ Eostre vocabatur, et cui in illo festa celebrabant nomen habuit: a cujus nomine nunc Paschale tempus cognominant, consueto antiquæ observationis vocabulo gaudia novæ solemnitatis vocantes'' | |width=40% |''Eostur-monath, qui nunc Paschalis mensis interpretatur, quondam a Dea illorum quæ Eostre vocabatur, et cui in illo festa celebrabant nomen habuit: a cujus nomine nunc Paschale tempus cognominant, consueto antiquæ observationis vocabulo gaudia novæ solemnitatis vocantes''<ref>John Allen Giles, ''The Complete Works of the Venerable Bede, in the Original Latin, Collated with the Manuscripts, and Various Print Editions, Accompanied by a New English Translation of the Historical Works, and a Life of the Author.'' Vol. VI: Scientific Tracts and Appendix. London: Whittaker and Co., Ave Maria Lane. 1843. p. 179.</ref> | ||
|width=2% | | |width=2% | | ||
|width=40% | | |width=40% | | ||
Eostur-maand, die nu wordt geïnterpreteerd als de Paasmaand, had ooit zijn naam van hun godin, die Eostre heette, ter ere van wie in die maand feesten werden gevierd. Nu duiden zij die Paastijd aan met haar naam, en noemen de vreugden van de nieuwe plechtigheid met de aloude naam van de oude viering.. | |||
|} | |} | ||
== Ōstara bij Grimm == | == Ōstara bij Grimm == | ||
Op basis van deze vermelding | Op basis van deze vermelding speculeerde [[Jacob Grimm]] over het bestaan van een godin Ōstara op het Europese vasteland. | ||
:''„Die beiden göttinnen, welche Beda (de temporum ratione cap. 13) ganz kurz, ohne nähere schilderung, bloß zur erklärung der nach ihnen benannten monate anführt, sind Eástre und Hrede; von dieser hat merz, von jener april seinen sächsi[s]chen namen.”'' | |||
:Jacob Grimm, ''Deutsche Mythologie''.<ref>Jacob Grimm, ''Deutsche Mythologie'', Göttingen, 1835, p. 180 [http://books.google.com/books?id=onxLAAAAIAAJ&pg=PA180 op Google books]</ref> | |||
Ze zou de godin van leven en vruchtbaarheid zijn geweest. Hij stelt dat het ’onwaarschijnlijk’ is dat de vrome Beda de godin zomaar bedacht, en vindt verdere etymologische aanwijzingen in de [[Vita Karoli Magni]] van [[Einhard]], waar als door [[Karel de Grote]] verordonneerde naam voor april ''ostarmanoth'' wordt genoemd<ref>[http://www.thelatinlibrary.com/ein.html {{aut|Einhard}}, ''Vita Karoli Magni'', hoofdstuk 29]</ref> Geen van de andere maandnamen verwijst daar echter naar een [[god (algemeen)|god]] of godin en het is niet duidelijk of ''ostar-'' hier wel naar een godin verwijst. | |||
== Etymologie == | == Etymologie == |
Versie van 4 feb 2023 00:46
Ōstara was volgens de Duitse taal- en letterkundige Jacob Grimm het Oudhoogduitse equivalent van de Germaanse godin van de lente. Deze naam is in het Oudhoogduits niet overgeleverd, maar verondersteld op grond van de door de Angelsaksische monnik en kerkhistoricus Beda genoemde godin Ēostre. Het is allerminst zeker dat deze godin werkelijk heeft bestaan bij de oude Germanen, c.q. dat men in haar bestaan geloofde. Wel werd met de meervoudsvorm van de naam in het Germaans het lentefeest aangeduid, vgl. Oudhoogduits Ōstarūn, Duits Ostern, Oudengels Ēostron, Engels Easter. Dit feest is na de komst van het christendom samengevallen met pasen.
Ēostre bij Beda
In hoofdstuk 15 (De mensibus Anglorum, ’De Engelse maanden’) van zijn 8e-eeuwse werk De temporum ratione (’Over het berekenen van de tijd’) beschrijft Beda de inheemse maandnamen van het Engelse volk. Na een beschrijving van de verering van de godin Rheda tijdens de Angelsaksische maand Hrēþ-mōnaþ, schrijft Bede dat de naam van de vierde maand, Ēosturmōnaþ, afkomstig is van godin Ēostre, die in vroegere tijd in Engeland aanbeden zou zijn. Dit is tevens de enige oude vermelding van deze godin.
Eostur-monath, qui nunc Paschalis mensis interpretatur, quondam a Dea illorum quæ Eostre vocabatur, et cui in illo festa celebrabant nomen habuit: a cujus nomine nunc Paschale tempus cognominant, consueto antiquæ observationis vocabulo gaudia novæ solemnitatis vocantes[1] Eostur-maand, die nu wordt geïnterpreteerd als de Paasmaand, had ooit zijn naam van hun godin, die Eostre heette, ter ere van wie in die maand feesten werden gevierd. Nu duiden zij die Paastijd aan met haar naam, en noemen de vreugden van de nieuwe plechtigheid met de aloude naam van de oude viering..
Ōstara bij Grimm
Op basis van deze vermelding speculeerde Jacob Grimm over het bestaan van een godin Ōstara op het Europese vasteland.
- „Die beiden göttinnen, welche Beda (de temporum ratione cap. 13) ganz kurz, ohne nähere schilderung, bloß zur erklärung der nach ihnen benannten monate anführt, sind Eástre und Hrede; von dieser hat merz, von jener april seinen sächsi[s]chen namen.”
- Jacob Grimm, Deutsche Mythologie.[2]
Ze zou de godin van leven en vruchtbaarheid zijn geweest. Hij stelt dat het ’onwaarschijnlijk’ is dat de vrome Beda de godin zomaar bedacht, en vindt verdere etymologische aanwijzingen in de Vita Karoli Magni van Einhard, waar als door Karel de Grote verordonneerde naam voor april ostarmanoth wordt genoemd[3] Geen van de andere maandnamen verwijst daar echter naar een god of godin en het is niet duidelijk of ostar- hier wel naar een godin verwijst.
Etymologie
De woorden Ōstarūn en Ēostron en hun moderne equivalenten Ostern en Easter hebben dezelfde oorsprong, en zijn afgeleid van het Oergermaanse woord voor het oosten. Al deze vormen gaan terug op Oergermaans *austrōn-[4], wat zelf nauw verwant is met het Litouwse woord voor dageraad, aušrà. Vanuit taalkundig oogpunt lijkt het lentefeest dus vernoemd naar het opkomen of terugkeren van de zon.
Andere mythologieën
Ostara heeft enkele equivalenten in andere mythologieën.
Mythologie | Godin |
Etruskische mythologie | Thesan |
Griekse mythologie | Eos |
Hindoeïstische mythologie | Usha |
Romeinse mythologie | Aurora |
Baltische mythologie | Ausrine |
Slavische mythologie | Oesja |
Referenties
- º John Allen Giles, The Complete Works of the Venerable Bede, in the Original Latin, Collated with the Manuscripts, and Various Print Editions, Accompanied by a New English Translation of the Historical Works, and a Life of the Author. Vol. VI: Scientific Tracts and Appendix. London: Whittaker and Co., Ave Maria Lane. 1843. p. 179.
- º Jacob Grimm, Deutsche Mythologie, Göttingen, 1835, p. 180 op Google books
- º Einhard, Vita Karoli Magni, hoofdstuk 29
- º Kroonen, G. 2013. Etymological dictionary of Proto-Germanic, p. 43. Leiden, Brill.
Pasen · Hemelvaart · Pinksteren |
---|
|