Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Zeelt
Zeelt | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Zeelt (Tinca tinca) Zeelt (Tinca tinca) | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Tinca tinca Linnaeus, 1758 |
De zeelt oftewel slij oftewel Tinca tinca is een vis, behorend tot de karperachtigen en kan tot ca 70 cm lang worden.
Beschrijving
De vis heeft een groenige kleur die varieert al naargelang de bodem en de leeftijd, en hij heeft een dikke slijmerige huid met zeer kleine schubben. De zeelt is goed herkenbaar aan de rode iris in zijn oog, de bolle vinnen, de nauwelijks ingesneden staartvin en de baarddraden.
Mannetjes zijn goed te onderscheiden aan de grotere buikvinnen. Ze reiken tot voorbij de anus en hebben ook een sterk verdikte eerste vinstraal.
De oorspronkelijke Nederlandse zeeltvariëteit heeft een donker mosgroene kleur, maar in het verleden zijn ook meer licht bronskleurige zeelten uitgezet.
Visjes van nog geen vier centimeter hebben een zwarte vlek bij de staartwortel, een zogenaamde oogvlek. Misschien dient deze vlek om predatoren in het ongewisse te laten wat de voorkant van de vis is.
Levenswijze
Zeelten leven over het algemeen in flink begroeide stilstaande of langzaam stromende wateren met een zachte modderige bodem, waar ze zich overdag meestal passief in de vegetatie verschuilen. Als de zeelt voedsel zoekt, zuigt hij bodemmateriaal op, waaruit de eetbare diertjes worden uitgefilterd, of hij zuigt diertjes van de vegetatie af. Als voedsel dienen waterslakken, erwtenmosseltjes, kreeftachigen, insectenlarven en plantendelen.
In mei en juni wordt bij watertemperaturen van 18 tot 20°C gepaaid. Hierbij is een flinke onderwatervegetatie essentieel. Een vrouwtje kan 300.000 tot 800.000 eieren afzetten.
In de winter houdt hij een winterslaap, ook periodes met een laag zuurstofgehalte overleeft de zeelt door zijn stofwisseling op een laag pitje te zetten (aestivatie).
Leefgebied
De zeelt komt voor in het grootste deel van Europa en W.-Azië in allerlei wateren met een rijke onderwatervegetatie. Ze komen voor in alle denkbare stilstaande en langzaam stromende wateren met een vrij zachte bodem. Ook in zand en grindafgravingen komen zeelten voor die daar ook flinke formaten kunnen halen. Brakke en vegetatiearme wateren worden gemeden.
In Nederland is de zeelt talrijk in allerlei wateren en in wateren waar door de uitbundige plantengroei zuurstofgebrek kan ontstaan, is de zeelt vaak de dominante vissoort.
Bedreigingen en beheer
Op Europees niveau blijkt dat de zeelt zich niet altijd zonder uitzettingen kan handhaven, maar in Nederland is daarvan absoluut geen sprake en is de natuurlijke aanwas van zeelt prima.
Het rigoureus verwijderen van alle waterplanten, met name tijdens het voorjaar is funest voor de zeeltstand. Deze schoningen dienen gespreid te worden in ruimte en tijd, zodat verdreven zeelten in de buurt weer beschutting van de vegetatie kunnen opzoeken. Ook van natuurlijke oevers zal de zeeltstand profiteren.
Visserij en Hengelsport
Er geldt een minimummaat van 25 cm voor de zeelt (Visserijwet). Voor de beroepsvisserij is de zeelt niet belangrijk.
Met de hengel kan de zeelt gevangen worden met bijvoorbeeld zoete maïs, kaas, aardappel, regenworm of hondebrokken uit blik. Veel zeelten worden gevangen door jongeren in dichtbegroeide watertjes, maar er is ook een gericht visserij mogelijk op grote zeelt.
Hiervoor worden grotere plantenrijke wateren (grind en zandafrgavingen) bevist, waar weinig (maar zeer grote) brasem en zeelten voorkomen. Na enige tijd voeren, kunnen dan brasems en zeelten van rond de 50 cm worden gevangen. Door de geringe dichtheid aan zeelt en brasem is er nog overvloedig voedsel aanwezig, waardoor de dieren hun maximale grootte kunnen halen. De grote dichtheid aan snoek en baars in deze heldere plantenrijke wateren zorgt er voor dat de aanwas van jonge vis binnen de perken blijft. Jammer genoeg komen dit soort ongestoorde wateren niet veel voor.
Vijvers
De zeelt wordt vaak in vijvers aangetroffen, omdat de zeelt blijkbaar speciale, geneeskrachtige stoffen bevat die zweren en andere wondjes bij Koi en andere vijvervissen zou genezen. In vijvers zien we meestal geen groene zeelten maar goudzeelten. Deze variant is oranje van kleur en heeft zwarte vlekjes.
In een drinkwater regenbak werd vroeger vaak een zeelt gezet om het water zuiver te houden.
Vrije mediabestanden over Tinca tinca op Wikimedia Commons