Macht (vermogen)

Iemands macht is het vermogen dat diegene heeft, om iets te (kunnen) doen, binnen de mogelijkheden die ie heeft. De mogelijkheden die er zijn bepalen dus diegene zijn macht, oftewel "zijn kunnen". Afgezien van mogelijke beperkingen is de wil van iemand (wilskracht) en het daarbij behorende doorzettingsvermogen cruciaal voor het verloop van al z'n kunnen, oftewel, als iemand niet wil zal er ook niets gebeuren / bereikt worden.

Iemands macht kan beperkt zijn door 'lichaamlijke- en/of psychische factoren', of simpelweg door het ontbreken van ervaring. Het opdoen van nieuwe ervaringen vergroot dan ook het vermogen dingen te doen en te ondernemen. Genetisch aangelegen zijn vaak bepaalde talenten, zoals een 'muzikaal talent', 'rekentalent' of een 'danstalent' (zie hiervoor ook : meervoudige intelligentie). Ook kan iemand hoogbegaafd zijn en een 'grote (brede) macht' (mogelijkheid tot kunnen) hebben. Dit kan zijn : Een breder perspectief met inzichten. / Het daardoor méér kunnen doen en ook beter (zorgvuldiger, correcter, sneller). / Makkelijker aan te passen, bij te sturen.

De macht van vakkennis

Door bepaalde (gespecialiseerde) opleidingen leren mensen zich veelal een bepaalde vakbekwaamheid aan. Een bepaald vakgebied wordt gedragen door de betreffende vaklui, die door hun specialisatie expert zijn op een bepaald werkgebied. De aanwezige 'vakkennis' geeft de arbeider een bepaalde 'macht' iets te doen / kunnen. Meestal uiten de talenten van mensen zich dan ook in hun beroep (vakgebied).

Sportieve (fysieke) macht

Een sporter of anderzijds getraind persoon, kan op een lichaamlijke manier (kracht- en conditietraining) zijn 'macht' vergroot hebben, en zodanig veel kunnen. Hierop van invloed zijn : erfelijke factoren, biologische factoren en maatschappelijke factoren. Een brede vorm van dergelijke macht is te realiseren door een verscheidenheid aan sporten / activiteiten te ondernemen.

Zie ook

• Macht, andere vormen / betekenissen van "macht".