Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Antoine Augustin Parmentier

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 7 nov 2024 om 14:46
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Antoine Augustin Parmentier (Montdidier, 17 augustus 1737Parijs, 17 december 1813) was een Franse farmaceut en landbouwkundige, vooral bekend voor het populair maken van de aardappel in Frankrijk. Zijn officieel in de botanica gebruikte acroniem is ’Parm.’

Leven

Parmentier werd geboren als jongste van vijf kinderen in het gezin van Jean-Baptiste Parmentier en Marie-Euprhosine Millon. Hij studeerde in Montdidier (Picardië) en Parijs voor apotheker.

Tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756–1763) tussen Frankrijk en Pruisen werkte Parmentier voor het Franse leger in de ziekenhuizen in Hannover. In Pruisische krijgsgevangenschap kreeg hij meerdere jaren aardappelen te eten, iets wat in Frankrijk in die tijd alleen als varkensvoer werd gebruikt. In 1748 had het Franse parlement zelfs de aardappelteelt verboden op grond van de voorstelling dat deze dat een aantal ziekten zouden veroorzaken, waaronder melaatsheid. Parmentier stelde vast dat aardappelen onschadelijk zijn voor de gezondheid en een hoge smaak en voedingswaarde hebben.

Vanaf 1766 werkte hij in het Hôtel des Invalides, een onderkomen voor oud-soldaten die hulpbehoevend waren geraakt door hun dienst in het Franse leger.

Tijdens de hongersnood van 1769 schreef de Académie française in Parijs een prijs uit voor de beste verhandeling over groenten die als vervanging voor brood konden dienen. Parmentier verkreeg deze prijs door over de aardappelteelt te schrijven en droeg er vervolgens in belangrijke mate toe bij de aardappel in Frankrijk te verspreiden en populariseren.

Naar verluidt liet hij een aardappelveld door soldaten bewaken om de knollen als bijzonder waardevol te presenteren. ’s Nachts liet hij de bewakers weggaan van het veld, zodat de boeren uit de streek de gelegenheid hadden om planten te gaan halen om deze zelf te kweken. Volgens een andere versie van het verhaal kregen de bewakers de opdracht om steekpenningen aan te nemen om de aardappelen te laten stelen. Dit verhaal ontwikkelde zich in de 19e eeuw na het overlijden van Parmentier en werd in de loop van de tijd aangedikt. In werkelijkheid deed hij experimenten met de aardappelteelt. Het veld was niet bewaakt en er werden op grote schaal aardappelen gestolen, tot grote teleurstelling van Parmentier, die liefst nauwkeurige hoeveelheden had genoteerd in zijn wetenschappelijk verslag over de opbrengst. François Dumont, die het experiment met Parmentier uitvoerde, vond, dat aangezien het sowieso de bedoeling was om de aardappelen onder de armen te verdelen, men er ook niet te streng over was.[1] In Duitsland wordt hetzelfde verhaal verteld over de Pruisische koning Frederik II of Frederik de Grote.

Grotendeels dankzij de inspanningen van Parmentier, verklaarde de Parijse School voor Geneeskunde in 1772 aardappelen eetbaar. Parmentier moest echter aanzienlijke weerstand tegen zijn activiteiten overwinnen.

Tijdens het continentale stelsel, een handelsembargo op Britse producten, uitgevaardigd door Napoleon, werkte Parmentier aan de productie van suiker uit druiven en uit bieten als vervanging voor de gebruikelijke rietsuiker. De veldhospitalen van het leger kregen door zijn toedoen functionele uitrusting. In de periode van het Franse Consulaat werd hij benoemd tot Inspecteur-Generaal van de Ziekenhuizen en Geneeskundige Dienst.

Hij bleef zijn leven lang ongehuwd en wijdde zijn hele leven aan zijn onderzoek. Nadat zijn zus in augustus 1774 weduwe werd, trok zij bij hem in, deed het huishouden, werkte als secretaresse en hielp bij het onderzoek, tot ze in 1809 overleed.[2] Antoine Parmentier overleed op 17 december 1813 op 76-jarige leeftijd. Hij vond zijn laatste rustplaats op de begraafplaats Père Lachaise. Men legt nog vaak aardappelen op zijn grafmonument. In zijn geboortestad werd een standbeeld voor hem opgericht.

Verwijzingen

rel=nofollow
 
rel=nofollow