Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Latijnse klassen
Met Latijnse klassen wordt een indeling van Latijnse substantieven (zelfstandige naamwoorden) en adjectieven (bijvoeglijke naamwoorden) bedoeld, die vooral bij het aanleren van Latijn op de middelbare school wordt gebruikt. Deze wijkt af van de onderverdeling in declinaties (zie: Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen).
- Mini legenda:
- a = korte a
- ã = lange aa
- sub. = substantief(zelfstandig naamwood)
- adj. = adjectief(bijvoeglijk naamwoord)
- m. = mannelijk
- v. = vrouwelijk
- o. = onzijdig
Naamvallen
Het Latijn kent zes naamvallen. De naamvallen geven meer informatie over het woord of vervangen voegwoorden in het Nederlands zoals van, voor, door, aan, voor en andere.
- NOMinativus
- Naamval voor onderwerp en de predicaatsnomen.
- VOCativus
- Naamval voor de aangesproken persoon. Tu quoque fili mi, et tu, Brute.
- ACCusativus
- Naamval voor het lijdend voorwerp EN vaste naamval voor woorden na bepaalde voorzetsels (het onderwerp ziet/hoort/vindt lijdend voorwerp / ad, inter, post)
- GENitivus
- Naamval voor de van-bepaling of bezittelijke bepaling EN vaste naamval voor woorden na bepaalde voorzetsels (voorbeeld: regis = van de koning, avi = van grootvader)
- ABLativus
- Naamval voor bijwoordelijke bepaling, vertaal met door of met EN vaste naamval voor woorden na bepaalde voorzetsels (Met een grote smak valt hij / in, sub…)(middel, wijze, tijd, oorzaak)
- DATivus
- Naamval voor: meewerkend voorwerp (aan), voor- /nadeel (voor), voorwerpsdatief (parcere pecuniae - geld sparen) en naamval voor naamwoorden bij bepaalde adjectieven (canis iratus tibi - de hond die boos op je is)
De substantieven
In het Latijn zijn alle substantieven onderverdeeld in declinaties, naargelang hun verbuiging. Zoals de inleiding zegt kan men de substantieven ook onderverdelen in klassen, woordgroepen dus.
Net zoals het Frans en het Nederlands kent het Latijn geslachten. Deze zijn mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. (Het Frans onderscheidt enkel mannelijk en vrouwlijk. Het Nederlands heeft in principe drie geslachten).
Eerste klasse van de substantieven
Elke klasse heeft haar paradigma's. Diet zijn de voorbeeldwoorden van de klasse en geslacht waaraan je kan zien hoe gelijkaardige woorden verbogen worden.
Substantieven klasse I |
ENKELVOUD | MEERVOUD | ||||
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | |
---|---|---|---|---|---|---|
Nominativus | Av-us (grootvader) |
Ros-a (roos) |
Don-um (geschenk) |
Av-i (grootvaders) |
Ros-ae (rozen) |
Don-a (geschenken) |
Vocativus | Av-e | Ros-a | Don-um | Av-i | Ros-ae | Don-a |
Accusativus | Av-um | Ros-am | Don-um | Av-os | Ros-as | Don-a |
Genitivus | Av-i (van grootvader} |
Ros-ae | Don-i | Av-orum | Ros-arum | Don-orum |
Ablativus | Av-o (door grootvader) |
Ros-ã | Don-o | Av-is | Ros-is | Don-is |
Dativus | Av-o (voor grootvader) |
Ros-ae | Don-o | Av-is | Ros-is | Don-is |
In de tweede klasse van de substantieven worden mannelijke en vrouwelijke substantieven op dezelfde manier verbogen.
Tweede klasse van de substantieven
Substantieven klasse II |
ENKELVOUD | MEERVOUD | ||
m. + v. | o. | m. + v. | o. | |
---|---|---|---|---|
NOM | Dux (leider) |
Corpus (lichaam) |
Duc-es | Corpor-a |
VOC | Dux | Corpus | Duc-es | Corpor-a |
ACC | Duc-em | Corpus | Duc-es | Corpor-a |
GEN | Duc-is | Corpor-is | Duc-um | Corpor-um |
ABL | Duc-e | Corpor-e | Duc-ibus | Corpor-ibus |
DAT | Duc-i | Corpor-i | Duc-ibus | Corpor-ibus |
Derde klasse van de substantieven
Substantieven klasse III |
ENKELVOUD | MEERVOUD | ||
m. | v. | m. | v. | |
---|---|---|---|---|
NOM | Fructu-s (vrucht) |
Die-s (dag) |
Fructu-s | Die-s |
VOC | Fructu-s | Die-s | Fructu-s | Die-s |
ACC | Fructu-m | Die-m | Fructu-s | Die-s |
GEN | Fructu-s | Die-i | Fructu-um | Die-rum |
ABL | Fructu | Die | Fruct-ibus | Die-bus |
DAT | Fructu-i | Die-i | Fruct-ibus | Die-bus |
Er bestaat in de derde klasse maar één onzijdig woord, cornu (hoorn, legerflank).
Ook is er een onregelmatige verbuiging van domus (huis), deze gaat gedeeltelijk volgens de eerste klasse.
Substantieven klasse III bis |
ENKELVOUD | MEERVOUD |
v./o. | v./o. | |
---|---|---|
NOM | Domu-s(huis)/ Cornu(hoorn, legerflank) |
Domu-s/Cornu-a |
VOC | Domu-s / Cornu | Domu-s/Cornu-a |
ACC | Domu-m / Cornu | Dom-os/Cornu-a |
GEN | Domu-s / Cornu-s | Dom-orum/Cornu-um |
ABL | Domu-i / Cornu | Dom-ibus/Corn-ibus |
DAT | Dom-o / Corn-i | Dom-ibus/Corn-ibus |
Opmerkingen bij substantieven
- Somige naamwoorden (adj. + sub.) van de Ie adj./sub. eindigen in de NOM, M, ENK op -er of -r. In de stam kan dan de -e- wegvallen (ager = agri, puer = pueri).
- Bij de VOC m. enk worden sommige sub. die eindigen op –ius of –eus vervangen door –i (deum, socium, liberum en virum niet).
- Deus heeft een onregelmatige NOM meervoud di. Dit is niet zo bij dea.
- Sommige woorden worden als vrouwelijke Ie sub. verbogen maar zijn mannelijk (agricola en namen van rivieren).
- Vroeger was de GEN v. enk. –as, zoals in pater familias.
- In Latijnse poëzie is de uitgang van de ABL en DAT mv. van filia en dea soms –ãbus, om verwarring met filius en filia te voorkomen.
- Sommige woorden worden als mannelijke Ie sub. verbogen maar zijn onzijdig/vrouwelijk (bomen, (ei)landen, steden enz).
- Aegyptus, Populus (populier), Corinthus (Korinthe), humus (grond). Onzijdig is vulgus (gepeupel).
- De meeste IIe sub. op –us en –men zijn meestal onzijdig, -o, -s en –x vrouwelijk, -er, -or en -os mannelijk.
- Sommige woorden worden als mannelijke IIIe sub. verbogen maar zijn vrouwelijk/onzijdig (v: manus (hand), o: enige woord: cornu). Ook domus is vrouwelijk en wordt deels als fructus verbogen en deels als avus.
- Soms wordt van de locativus gesproken, dit is een onderdeel van de ABL en volledig zoals ABL verbogen (LOC = plaats).
- Dies is het paradigma voor de vrouwelijke IIIe sub., maar zelf kan het ook mannelijk zijn als de dag onbekend is. Als een bepaalde dag word bedoeld is ze vrouwelijk (daarom is het dies ill-a).
- De uitzonderingen van de laatste opmerking bij de adjectieven is soms van toepassing op de substantieven.
Adjectieven
Eén vorm
- Bijwoord
- Vorm voor het bijwoord, als het adj. terugvalt op het werkwoord.(goede opa = avus bonus, opa ziet goed = avus bene videt)
Eerste klasse van de adjectieven
Adjectieven klasse I |
ENKELVOUD | MEERVOUD | ||||
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | |
---|---|---|---|---|---|---|
NOM | Bon-us (goed(e)) |
Bon-a | Bon-um | Bon-i | Bon-ae | Bon-a |
VOC | Bon-e | Bon-a | Bon-um | Bon-i | Bon-ae | Bon-a |
ACC | Bon-um | Bon –am | Bon-um | Bon-os | Bon-as | Bon-a |
GEN | Bon-i | Bon-ae | Bon-i | Bon-orum | Bon-arum | Bon-orum |
ABL | Bon-o | Bon-ã | Bon-o | Bon-is | Bon-is | Bon-is |
DAT | Bon-o | Bon-ae | Bon-o | Bon-is | Bon-is | Bon-is |
BIJW | Ben-e (onr.) |
Tweede klasse van de adjectieven
Adjectieven klasse II |
ENKELVOUD | MEERVOUD | ||
m.+v. | o. | m.+v. | o. | |
---|---|---|---|---|
NOM | Felix (gelukkig(e)) / Fortis (sterk(e)) |
Felix/Forte | Felic-es/Fort-es | Felic-ia/Fort-ia |
VOC | Felix/Fortis | Felix/Forte | Felic-es/Fort-es | Felic-ia/Fort-ia |
ACC | Felic-em/Fort-em | Felix/Forte | Felic-es/Fort-es | Felic-ia/Fort-ia |
GEN | Felic-is/Fort-is | Felic-is/Fort-is | Felic-ium/Fort-ium | Felic-ium/Fort-ium |
ABL | Felic-i/Fort-i | Felic-i/Fort-i | Felic-ibus/Fort-ibus | Felic-ibus/Fort-ibus |
DAT | Felic-i/Fort-i | Felic-i/Fort-i | Felic-ibus/Fort-ibus | Felic-ibus/Fort-ibus |
BIJW | Normaal: -iter/eindigend op -ax: -ter/eindigend op -ns: -er |
Adjectieven klasse II bis |
ENKELVOUD | MEERVOUD | ||||
m. | v. | o. | m. | v. | o. | |
---|---|---|---|---|---|---|
NOM | Acer | Acris (scherp(e), fel(le)) |
Acre | Acr-es | Acr-es | Acr-ia |
VOC | Acer | Acris | Acre | Acr-es | Acr-es | Acr-ia |
ACC | Acr-em | Acr-em | Acre | Acr-es | Acr-es | Acr-ia |
GEN | Acr-is | Acr-is | Acr-is | Acr-ium | Acr-ium | Acr-ium |
ABL | Acr-i | Acr-i | Acr-i | Acr-ibus | Acr-ibus | Acr-ibus |
DAT | Acr-is | Acr-is | Acr-is | Acr-ibus | Acr-ibus | Acr-ibus |
BIJW | Normaal: -iter/eindigend op -ax: -ter/eindigend op -ns: -er |
Bij de adjectieven bestaat er geen derde klasse of woordgroep.
Opmerkingen
- Bij sommige Ie adj. BIJW zijn er uitzonderingen (bone → bene) en zijn er woorden die enkel in het bijwoord bestaan (cito-???).
- Bij sommige IIe adj. BIJW zijn er uitzonderingen (trist → triste / facil → facile).
- Anders dan bij de IIe sub., bv. de NOM enk. zijn er bij de IIe adj. geen oneindig vele mogelijkheden. Men kan kiezen tussen 3 mogelijkheden: Felix, fortis of acer.
- acer lijkt in veel gevallen niet op felix, deze krijgt een andere tabel.
- Bij de naamwoorden (adj. + sub.) van de IIe adj./sub. zijn er maar 3 uitgangen verschillend tussen sub. en adj.:
- de NOM/ACC/VOC O. MV. word de –a een –ia
- de ABL ENK. word de –e een –i
- de GEN MV. word de –um een –ium
- Maar er zijn afwijkingen:
- I 3 adj. die worden verbogen als sub.: dives, pauper, vetus.
- II sub. die worden verbogen als adj.: onzijdig enkel meervoud en onzijdig met –e, -al of –ar.(bv. moen-ia) (* deze hebben meestal een ACC mv. op –is in plaats van -es.)
- III sub. met enkel GEN MV. op –ium: - gelijklettergrepige sub.(NOM en GEN hebben evenveel lettergrepen)(bv. avis)
- sub. met minstens 2 medeklinkers voor de uitgang. (bv. coll-is)
(* deze hebben meestal een ACC mv. op –is in plaats van -es.)
- IV “de kleine familie” is wel normaal: pater, mater, parentes, frater, iuvenis, senex, canis, sedes.