Albert Hardenberg
Albert Hardenberg, ook bekend als Albert(us) Rizaeus (Rheeze bij Hardenberg (Overijssel), ca. 1510 – Emden, 18 mei 1574) was een gereformeerd theoloog en reformator, actief in onder andere Keulen, Bremen en Emden.
Leven
Toen Hardenberg zeven jaar was, vertrouwden zijn minderbe;iddelde ouders hem voor de opvoeding en scholing toe aan de broeders van het gemene leven in Groningen. In 1527 werd hij monnik in het cisterciënzerklooster Aduard. Van daaruit werd hij in 1530 naar Leuven gestuurd om theologie te studeren, met het vooruitzicht dat hi jlater de abt zou kunnen opvolgen. In zijn studietijd nam hij al protestantse zienswijzen aan. Na een kort verblijf in Frankfurt werd hij onderweg naar Italië ziek. In die omstandigheden besloot hij in Mainz te bllijven, waar hij in 1539 de doctortitel behaalde.
Nadat hij in Frankfurt Johannes à Lasco ontmoette, ging hij die regelmatig vergezellen. Samen gingen zij naar Leuven, waar Hardenberg door zijn talent als spreker een grote groep toehoorders verzamelde. Maar wegens zijn hervormingsgezinde houding werd hij aangeklaagd. Door de actie van duizenden burgers en studenten ging het proces niet door in Brussel maar in Leuven. Tegen de verzachting verliep de rechtszaak vrij gunstig voor Hardenberg. Het oordeel luidde dat zijn boeken verbrand moesten zorden, de kosten van de rechtszaak op zich moest nemen en het land uitgewezen werd.
Na een kort verblij in het klooster Aduard werd hij opgeroepen om zich in Keulen te melden. Intussen was hij sterker naar de reformatorische strekking overgegaan. Op aanraden van Philipp Melanchthon reisde hij naar Wittenberg, waar hij in juni 1543 aankwam en zich liet inschrijven als „Frisius Theologiae Doctor”. Hij bleef bevriend met Melanchthon. In 1544 trok hij van Wittenberg naar aartsbisschop Hermann von Wied, die hem de opdracht gaf om de door Martin Bucer en Melanchthon ingeleide reformatie door te voeren. Hij vond deze taak zo belangrijk dat hij verschillende beroepingen afwees.
Na de Rijksdag van Worms in 1545 verbleef hij langere tijd in Straatsburg, Bazel en Zürich. Zijn activiteiten in Keulen stopten pas toen Hermann von Wied uit het bisschopsambt gezet werd.