Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Economische levensvatbaarheid
Levensvatbaarheid
Definitie
Een onderneming is levensvatbaar, als de onderneming binnen een redelijke termijn in staat is om, gedurende tenminste drie jaren, kasstromen te genereren waarmee de volgende uitgaven kunnen worden voldaan:
1. Investeringen, noodzakelijk voor de continuïteit van de bedrijfsvoering;
2. Financieringsverplichtingen van de onderneming, inclusief aflossingen en rente;
3. Redelijke vergoeding voor het levensonderhoud van de ondernemer.
Bron: Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK), 1975.
In het kader van de Covid-19 steunmaatregelen voor bedrijven, kwamen de Belastingdienst, financieringsinstellingen en de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) in 2021 tot een vergelijkbare gemeenschappelijke definitie:
Een onderneming is levensvatbaar in de situatie dat het business- en verdienmodel van een onderneming (na een eventuele schuldsanering) dermate robuust is dat deze voldoende kasstroom genereert om aan de verplichtingen met betrekking tot het aflossen van schulden (inclusief betalingsregelingen) en het betalen van rente kan voldoen, alsmede voldoende ruimte laat om de noodzakelijke groei- en vervangingsinvesteringen te financieren en de ondernemer privé voldoende middelen geeft om van te leven.
Bron: Accountant.nl, 28 juni 2021.
De beoordeling van levensvatbaarheid
Voor het beoordelen van de levensvatbaarheid van een onderneming is inzicht nodig in de tien hieronder beschreven aspecten aspecten, die, volgens het Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf, het verdienvermogen en de weerbaarheid en daarmee de levensvatbaarheid van de onderneming dragen. De bronnen zijn daarbij o.a. historische financiële cijfers, marktanalyse en informatie uit het bedrijf en van de ondernemer.
1. Markt- en sectorontwikkelingen - Heeft de onderneming wind mee of wind tegen, gegeven de trends en de economische conjunctuur in de sector van de onderneming? Wat is het continuïteitsperspectief in de sector?
2. Positionering – Heeft de onderneming voldoende onderscheidend vermogen met toegevoegde waarde voor de markt opgebouwd ten opzichte van concurrenten? Is dat aanbod naar de markt toe voldoende zichtbaar?
3. Marktvermogen – Wat is de commerciële slagkracht van de onderneming? Zijn de onderneming en de ondernemer sterk genoeg om klanten te overtuigen? Om te groeien in omzet? Is de onderneming adaptief genoeg om zich aan te passen, wanneer dat nodig is en beschikt het over voldoende innovatiekracht?
4. Exploitatie – Is de exploitatie van de onderneming gezond? Is de rentabiliteit van de onderneming in orde? Toont de onderneming groeivermogen? Zijn de kosten op het goede niveau? Zijn de brutomarges of andere sectorspecifieke prestatie-indicatoren in orde?
5. Ondernemerskracht – Is er sprake van voldoende ondernemerschap? Zijn de ondernemers-competenties, waaronder leiderschap, motivatie en realisme, voldoende aanwezig?
6. Persoonlijke ruimte – Wat is de kwaliteit van de invulling en samenwerking in het leiderschapsteam? Is er sprake van persoonlijke risicofactoren in het team, die de effectiviteit van het team ondermijnen?
7. Human capital – Is de structuur en de bezetting van de organisatie passend? Zijn de financiële, commerciële, communicatieve en managementvaardigheden sterk genoeg? Is voldoende vakmanschap geborgd?
8. Financiële positie - Heeft de onderneming voldoende reserves om weerstand te kunnen bieden aan tegenvallers? Is de solvabiliteit binnen de marges, die voor de sector gelden? Zijn er schulden, die het financieel fundament aantasten? Is de liquiditeit voldoende om aan de verplichtingen te kunnen voldoen.
9. Procesbeheersing – Is de onderneming in staat processen te optimaliseren? Is de informatievoorziening en administratie op orde?
10. Juridische positie – Is er sprake van juridische claims en helpt de juridische structuur de onderneming om in zwaar weer te overleven?
Nadat inzicht in de bovenstaande aspecten is verkregen en een risicoanalyse is uitgevoerd om toekomstige onzekerheden in beeld te krijgen, kan een financiële prognose voor ten minste de komende drie jaren worden opgesteld voor de exploitatierekening, continuiteitsinvesteringen, vermogenspositie, privé-onttrekkingen en liquiditeitsontwikkeling. Aan de hand daarvan kan een uitspraak worden gedaan over de ruimte voor financieringslasten (ook wel de financieringsplug) en daarmee over de levensvatbaarheid van de onderneming.
Bron: Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK), Good Company score, 2016