Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Icek Gutfraynd
Icek Gutfraynd (ook gespeld als Jacob Gutfrajnd), codenaam Albin, (1 januari 1896 - ?) was een Pools-Joods lid van het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog, meer bepaald de Gewapende Partizanen.[1][2][3]
Levensloop
Gutfraynd vluchte in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog uit Polen en kreeg in 1938 politiek asiel in België.
In 1940 trouwde hij met Sara Felzenstein.
Gutfraynd was tijdens de Tweede Wereldoorlog lid van het Joods comité van Brussel.
Hij werd commandant van de 1ste joodse compagnie van het Mobiel Korps van de Gewapende Partizanen. Eind 1941 kwam hij thuis toe met een revolver en verklaarde aan zijn echtgenote dat hij een andere manier van verzet zou beginnen plegen.
De verzetsgroep van Gutfraynd was onder meer betrokken bij de pogingen tot liquidatie van (Joodse) verraders waaronder Icek Glogowski.[4]
In de zomer van 1942 was hij betrokken bij een aanslag tegen Leon Landerer, een Joodse verrader die in het ziekenhuis lag nadat een eerdere aanslag tegen Landerer was mislukte. Chaïm Abel hield buiten de wacht, terwijl Gutfrajnd en Leibke Rabinowicz het ziekenhuis binnendrongen. Gutfraynd schoot op Landerer en de daders lieten briefje achter waarop geschreven stond 'Zo zullen alle verraders eindigen'. Het schot was echter niet dodelijk' Landere was wel zwaargewond. Omdat hij niet meer herstelde en daarom nutteloos werd voor de Duitsers, werd Landere afgevoerd naar Auschwitz. Indirect was de aanslag dus toch succesvol.
Bij het naar buiten gaan van het ziekenhuis werden de daders opgemerkt door de wacht die twee toevallig voorbijkomende politieagenten verwittigde. Tijdens het daarop volgende vuurgevecht werd Rabinowicz dodelijk verwond. Gutfraynd zelf kreeg tijdens het vuurgevecht drie kogels in zijn lijf en werd ingerekend waarna hij ter verzorging werd overgebracht naar het hetzelfde hospitaal waar hij zonet probeerde Landerer te vermoorden.
De volgende dag bestormden een tiental verzetsleden de ziekenhuiskamer van Gutfraynd, sloten de politieman die hem moest bewaken op, en het hele gezelschap inclusief Gutfraynd ontsnapte.
Omdat het aanhoudingsbevel tegen Gutfraynd open bleef staan, werd de zaak in 1946, dus nà het einde van de oorlog, heropend. In september 1945 was echter een wet uitgevaardigd waarin amnestie wordt verleend aan de door het verzet gepleegde misdrijven. Gutfraynd werd daarom niet vervolgd.
Bronnen, noten en/of referenties
|