Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Geert Groote
Geert Groote, (ook geschreven als Geert Grote; Latijn: Gerardus Magnus, (Deventer, 1340 – Deventer, 20 augustus 1384) was een Nederlands theoloog, kloosterhervormer en boeteprediker.
Leven
Geert Groote werd geboren als zoon van de rijke koopman Werner Groote en zijn vrouw Heylwig van der Basselen. Zijn vader werd in 1348 gekozen tot burgemeester van Deventer. Toen Geert tien jaar oud was, overleden beide ouders aan de pest. Hij bezocht de kapittelschool van het collegiale kapittel van het hoge bisdom Utrecht, dat zetelde in de Lebuinuskerk te Deventer. Op vijftienjarige leeftijd ging hij naar Parijs en begon te studeren aan de Sorbonne. Hij wijdde zich aan de studie van rechten, filosofie, theologie en geneeskunde.
Groote had vooral geschriften van Augustinus van Hippo (354-430) en Bernardus van Clairvaux (1090-1153) bestudeerd; zijn leermeester was Jan van Ruusbroec.
Na enkele jaren nogal losbandig geleefd te hebben, trok hij zich terug, mogelijk na een ontmoeting met zijn vriend Hendrik van Kalkar, een kartuizermonnik, in 1374. Na enkele jaren in een Arnhems klooster (1374-1377) besloot hij anderen terug te leiden tot de juiste leer door boetepreken te houden (o.a. tegen getrouwde of rijke geestelijken). Om te kunnen preken, ontving hij de wijding tot diaconaat. Hij verwierf vele volgelingen die zich verenigden in de groep van de devotio moderna (moderne devotie). Hieruit ontstonden de Zusters en Broeders van het Gemene Leven en de Congregatie van Windesheim, genoemd naar het klooster Windesheim bij Zwolle.
Zijn opvattingen, vooral over het huwelijk, en zijn niet aflatende onthullingen van kerkelijke grieven leverden hem de vijandschap op van onder meer de bisschop van Utrecht, die hem de toestemming ontnam om te prediken. Vervolgens verspreidde hij zijn opvattingen via persoonlijke gesprekken, pamfletten en kleine boekjes. Hij vertaalde het Latijnse missaal in het Nederduits (Middelnederduits/Middelnederlands) en schreef een populair ’Getijdenboeck’ voor leken.
Groote wordt beschouwd als de oorsprong van de ’moderne devotie’ (devotio moderna), die wordt gekenmerkt door „het naar binnen keren in gebed en (methodische) meditatie..., door het beoefenen van de deugden in het dagelijks leven en werk”.
Het belangrijkste geschrift van de congregatie van Windesheim, beïnvloed door Groote, en dat een aanzienlijke oplage kreeg, was de Imitatie van Christus van Thomas a Kempis.
Geert Groote beïnvloedde Maarten Luther, Johannes Calvijn, Ignatius van Loyola en Copernicus.