Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Anne Cazemier van Ziel

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 22 mei 2021 om 23:39 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Anne_Cazemier_van_Ziel&oldid=58886501 -1- CarolienMakkink 7 mei 2021)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Anne Cazemier van Ziel


Levensloop

Anne Cazemier is op 11 augustus 1947 geboren in Lettelbert (gemeente Leek, Groningen).

Hij was gehuwd met Esther Desirée Janssen (1971-1994†) en kreeg met haar twee dochters: Masha Ilse (1972) en Verny Imken (1974). In 2003 trouwde Cazemier met Petronella Josina van Ziel (2003 – heden) en sindsdien heet hij Anne Cazemier van Ziel en zijn vrouw Nel van Ziel Cazemier.


Opleiding

Anne Cazemier volgde de Rijks Hogere Landbouw School in Groningen (1967-1971) en voltooide daarna de lerarenopleiding (Akte L1) aan de HAS in Den Bosch (1973-1974). Vanaf 1981 volgde Cazemier diverse cursussen en colloquia aan Wageningen University & Research (voorheen Landbouwhogeschool en Landbouwuniversiteit). In 1982 volgde hij een Business to Business marketingopleiding van het NIRIA.


Werkzame leven

Anne Cazemier was melkveehouder te Lettelbert op het ouderlijk bedrijf van 1972 tot 1973 en daarna gaf hij les op de lagere landbouwschool te Eelde-Paterswolde en Winsum (1973-1974). In 1975 werd hij aangesteld als landbouwkundige bij de tracé-ontwikkeling voor de Gasunie, waar hij ook kort als landmeter werkte. In 1976 stapte hij over naar mengvoerbedrijf UTD, waar hij als commercieel medewerker aan de slag ging; in 1979 werd hij daar verantwoordelijk voor de centrale planning. Van 1981 tot 2001 werkte Cazemier als landbouwkundige bij CSM Suiker bv in Diemen, waar hij belast was met de coördinatie van de afzet van bijproducten. In die functie leverde hij een bijdrage aan de ontwikkeling van de markt voor vochtrijke producten, aan verlaging van de industriële energieconsumptie en aan vermindering van de CO2 uitstoot (carbon footprint) van de suikerindustrie.

Cazemier was namens CSM Suiker lid van de Commissie Nevenproducten van het IRS (Instituut voor Rationele Suikerproductie), lid van het technisch overleg WAC (Wetenschappelijke Advies Commissie)  van de Vereniging van Nederlandse Kalkmeststofproducenten en vertegenwoordiger bij het Technisch Overleg Nevenproducten van het IIRB (Institut International de Recherche de Betteravières).

In 2000 stapte Cazemier over naar Purac (nu Corbion), waar hij zich bezighield met het opzetten van de feed business (nu: Animal Health), van 2000-2012. Bij Purac ontwikkelde hij de markt voor melkzuur ter reductie van het antibioticagebruik bij landbouwhuisdieren. Dit leverde patenten op voor melkzuurproducten die landbouwhuisdieren beschermen tegen coli-infectie in het maagdarmkanaal en een patent voor een lactylaat tegen de pathogene bacteriestam Clostridium, in het bijzonder Clostridium perfringens.


Landbouwkundige activiteiten

Voor het Productschap Diervoeder (PDV) was Anne Cazemier van Ziel tussen 1985 en 2012 actief op diverse terreinen: Hij was lid van de Commissie Kwaliteitsaangelegenheden Diervoedersector en betrokken bij de oprichting van GMP+ (‘Good Manufacturing Practice’). Hij was ook lid van verschillende PDV-werkgroepen en -commissies, van het PDV-bestuur en van de Raad van Toezicht van het Centraal Veevoederbureau (CVB). Tussen 2012 en 2018 was Cazemier van Ziel bestuurslid van de Federatie Nederlandse Diervoederketen (FND), de rechtsopvolger van het PDV (Productschap Diervoeder).

Cazemier was in 1986-1987 mede-initiatiefnemer voor de oprichting van de Overleggroep Producenten Natte Veevoeders (OPNV) en van 1988 tot 2001 lid van de werkgroep Wetgeving en Kwaliteit van OPNV. Sinds 2001 is Cazemier lid van de onderzoekwerkgroep van OPNV.

Van 2005 tot 2015 was Cazemier van Ziel bestuurslid bij de Nederlandse Fabrikanten van Toevoegmiddelen (Nefato) en tussen 2011 en 2015 vertegenwoordigde hij Nefato binnen Fefana, het Europese platform voor de diervoederadditieven- en -specialiteitenindustrie. In 2015 fuseerde Nefato met collega-belangenverenigingen Dufagro en Fagrovet tot de nieuwe Vereniging Diervoederspecialiteiten & Diergezondheidsproducten Nederland (VDDN). Tussen 2016 en 2018 was Cazemier van Ziel voorzitter van de VDDN.

Cazemier van Ziel heeft zich er - in de overgangsperiode van landenplatforms zoals Nefato naar een Europese organisatie zoals Fefana - persoonlijk sterk voor gemaakt dat in het Nederlandse landenplatform ook het midden- en kleinbedrijf toegang blijft houden tot het lobbycircuit en dat wet- en regelgeving voor alle belanghebbenden toegankelijk en inzichtelijk is.


Politiek actief

Sinds 1 januari 1967 is Anne Cazemier lid van D66. Tussen 1967 en 1971 was Cazemier voor D66 actief bij het opzetten van de Groningse afdeling van de partij. Cazemier was bestuurslid van de afdelingen Leek en Ten Boer en nam het initiatief voor het opzetten van diverse afdelingen van D66 op het Groningse platteland (1971-1979). Tussen 1981 en 1992 was Cazemier lid van de steunfractie en burgerdeskundige voor D66 in de gemeenteraad van Maarssen en tussen 1985 en 1990 was Cazemier bestuurslid en voorzitter van de afdeling Maarssen van D66. Tussen 2013 en 2015 was hij bestuurslid voor D66 Leerdam.


Werkgroep Landbouw, Natuurbeheer, Visserij, Waterkwaliteit- en -kwantiteitbeheer.

(NB: Deze werkgroep heeft zich in haar werkwijze steeds onafhankelijk opgesteld van partij en politiek verantwoordelijken)

Al direct werd Cazemier lid (en later ook voorzitter) van de werkgroep Landbouw, Natuurbeheer, Visserij, Waterkwaliteit- en -kwantiteitbeheer van D66 (1967-1994). Onder voorzitterschap van Cazemier werd onder meer de nota ‘Campagne ter herziening van het Europees Landbouwbeleid’ opgesteld, waarin D66 pleitte voor het veiligstellen van voedselvoorziening in plaats van het centraal stellen van de landbouwproductie. Het landbouwbeleid zou zich moeten richten op zogeheten GIS-bedrijven (Grootschalig, Intensief en Schoon, waarbij onder ‘Schoon’ werd verstaan ‘duurzaam’). De werkgroep hield zich ook bezig met ontwerpbeleid voor ‘voedselflats’ (die in de volksmond varkensflats gingen heten): Grootschalige productie-eenheden in een stedelijke omgeving (industrieterrein), waar intensieve pluimveehouderij, visteelt en groenteteelt geïntegreerd plaatsvinden, met hernieuwbare energie en eventueel energielevering aan de stad.

De werkgroep heeft altijd sterk afstand genomen van het streven van de Europese Commissie de prijsvorming van landbouwproducten te liberaliseren. In de herziening van het Europese Landbouwbeleid werd door de werkgroep gepleit voor afgifte van een prijsgarantie voor de producten zetmeel, suiker, zuivel, spijsoliën en -vetten tot een hoeveelheid noodzakelijk voor de binnenlandse EU-consumptie. Om te voorkomen dat EU-gelden in overmaat naar de Noordelijke Lidstaten zouden vloeien werd onder het prijsgarantiestelsel ook wijn geschaard, en een preferente positie voor olijfolie, zodat ook zuidelijke lidstaten blijvend konden profiteren van de EU-gelden. Daarnaast publiceerde de werkgroep onder voorzitterschap van Cazemier een rapport, getiteld: ‘Naar een samenhangende visie op natuur en landbouwbeleid’. Grondslag voor deze visie is het hanteren van eenduidige definities: ‘Landbouw’ wordt in het rapport gedefinieerd als ‘het in cultuur brengen van natuurgebieden’. De landbouw doet dit door - met uitsluiting van diversiteit - preferente nutsgewassen te telen en heeft daardoor een economisch doel. Natuur streeft daarentegen naar diversiteit waarbij de meest geschikte sterkere soorten domineren. Concreet betekent dit dat landbouw en natuur strikt gescheiden gebieden behoeven. Daarmee verwierp de werkgroep het beleid van cross compliance en zou ze het latere vigerende beleid van natuur-inclusieve landbouw hebben verworpen. Wel was de werkgroep in die tijd van mening dat landbouw mag worden ingezet voor landschapsbeheer. Landschappen kunnen visueel aantrekkelijk worden gemaakt voor niet-agrariërs door het handhaven en onderhouden van landschapselementen. Te denken valt aan struwelen en boomwallen in terrassenlandschappen, schuilbosjes en waterpartijen. Een andere, voor weidegebieden aantrekkelijke optie, is het beperken van productie, zowel in gewas, als melk, als vlees, uitgedrukt in eenheden per hectare. Dit is alleen te realiseren als de boer gecompenseerd wordt voor het economische verlies wat geleden wordt.  Maar het blijft landbouw, die in deze gevallen een handicap opgelegd krijgt voor een niet economisch doel. De werkgroep omschreef dit als: “Boeren met handicaps”. De beleidsvisie luidde: Laat natuurontwikkeling zoveel mogelijk op marginale gronden plaatsvinden en behoud goede landbouwgrond voor plantaardige productie.

Natuurontwikkeling in die gebieden, waar Nederland een verschil kan maken in Europa met natuur met een specifiek Nederlands karakter. In de werkwijze werd een blinde kaart van Nederland opgehangen, waarbij de verschillende groepen onafhankelijk van elkaar invulling konden geven aan hun wensen met betrekking tot het ruimtelijk beslag van Nederland. Er zijn diverse gespreksrondes gevoerd, met boeren, boswachters, natuurbeschermers, employees van waterschappen en waterleidingbedrijven. De resultaten werden door de werkgroep getoetst aan de uitgangspunten.

Wij geven hier puntsgewijs de belangrijkste bevindingen weer:

1)    Natuurontwikkeling langs de gehele kust, de Zeeuwse delta, duingebied Waddeneilanden en het Wad en de Eems – Dollard regio.

2)    Het creëren van wetlands in de laagveengebieden en herstel van hoogveengebieden

3)    Verbindingszones, zoveel mogelijk gebruik maken van binnendijks land langs de waterwegen.

4)    Landbouw op de zeeklei en zavelgronden en de zandgronden.

5)    Het gebied wat overbleef voor woningbouw en stadsontwikkeling was de Veluwe.

Overweging om de Veluwe niet te bestempelen als natuurgebied: het is de eindmorene van een diluviale gletsjer, waarvan er honderdduizenden hectares in Europa zijn met meer natuurwaarde dan de Veluwe. De Veluwe is ontwikkeld als een pijnbomenbos ter belevering van stutten in de Zuid-Limburgse mijnbouw. Met het sluiten van de mijnen zijn de pijnbomen blijven staan, maar verder is het een weinig boeiend gebied.

(NB: Bovenstaande opvattingen van de werkgroep werden niet gedeeld door bestuur en politiek verantwoordelijken van D66)


Maatschappelijke activiteiten

Tijdens zijn studie in Groningen was Anne Cazemier redacteur van het orgaan van de studentenvereniging “Demeter” (1968-1970) en bestuurslid van het Jan Tuincentrum, een multifunctioneel jongerencentrum in de stad Groningen (1969-1970).

In Leek nam hij samen met zijn vrouw het initiatief voor de oprichting van crèche en peuterspeelzaal ‘De Oude Ulo’ (1975-1977). Later, in Maarssen, was Cazemier voorzitter van de oudercommissie van openbare lagere school ‘De Sprong’ en lid van de Centrale Onderwijsraad (1980-1984). Daarnaast was hij oprichter en voorzitter van de Willem van Leusden Stichting te Maarssen, een stichting ter bevordering van kennis omtrent kunst en cultuur. Namens die stichting organiseerde Anne Cazemier exposities en concerten in het kader van de Maarssiaale, de kunst en cultuurweek te Maarssen (1986-1996). Ook droeg hij bij aan de productie van het boek:  “Willem van Leusden, een verhard romanticus” en aan uitgaves van diverse andere boeken en cd’s, waaronder de composities van de Maarssense componist Jan van Amerongen.

Dankzij de stedenband tussen de Gemeente Maarssen en de Gemeente Sumperk in Tsjechië kwam een culturele uitwisseling tot stand. Onder andere door het optreden van het kinderkoor Motyli (Vlindertjes) uit Sumperk in Maarssen.

Ook organiseerde de Willem van Leusden Stichting in 1997 in samenwerking met Slot Zuylen bij Utrecht de tentoonstelling van werken van  Wenceslaus Hollar Bohemius met de vermaarde etsen “Londen voor en na de Grote Brand”, een tentoonstelling die internationaal de aandacht trok.


Tussen 1989 en 2017 bekleedde Cazemier van Ziel diverse functies bij de Lionsclub Maarssen en Leerdam, het district Zuid Oost Nederland en het landelijke district. Cazemier van Ziel hield zich vooral bezig met activiteiten op het gebied van milieu, voeding en duurzaamheid. In 2013 nam Cazemier van Ziel deel aan het Maatjesproject namens de Lionsclub Leerdam.


Van 2009 tot 2017 had Cazemier van Ziel zitting in de ledenraad van de Rabobank en tussen 2011 en 2016 was hij bestuurslid van het coöperatiefonds van deze bank. Van 2015 tot 2017 was hij ook voorzitter van de themagroep Innovatie.


Overige activiteiten.

Sinds 2015 is hij bestuurslid van het Leerdamse stadspodium Go en sinds 2016 voorzitter van de Stichting Pilgram Initiatief.


Onderscheidingen

Voor zijn duurzaamheidsactiviteiten voor de Lionsclub ontving hij in 2012 de Appreciation Award Lions District 110 (District Zuid Oost Nederland). In 2018 werd hij voor zijn werkzaamheden voor het MD (Multiple District Lions Nederland) benoemd tot Melvin Jones Fellow van het LCIF (Lions Clubs International Foundation).

In 2018 ontving Cazemier van Ziel uit handen van de secretaris van de VDDN Wim Thielen de Gouden Speld behorend bij het buitengewoon lidmaatschap van de VDDN. Met name de inspanning om drie onderscheiden brancheorganisaties tot eenheid te smeden en deze nieuwe brancheorganisatie geaccepteerd te krijgen bij de Europese organisatie Fefana hebben hiertoe bijgedragen.

Op 26 april 2018 werd Anne Cazemier van Ziel benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. De onderscheiding werd hem toegekend voor zijn jarenlange inzet voor de agrarische sector en de diervoederindustrie, maar zeker ook voor zijn (vrijwilligers)werk voor de samenleving. Op dezelfde dag werd zijn vrouw, Nel van Ziel Cazemier benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau voor haar verdiensten voor de jeugd van Leerdam in de meeste brede zin van het woord.

Bestand:Anne en Nel Wikipedia.jpg
Anne Cazemier van Ziel en Nel van Ziel Cazemier hebben hun lintjes opgespeld gekregen door de Leerdamse burgemeester Tjerk Bruinsma (foto: Wim Thielen)