Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Voornaamwoord
Een voornaamwoord (of pronomen) is een lexicale categorie die verwijst naar iets anders. Sommige Nederlandse voornaamwoorden zijn zelfstandig (bijvoorbeeld de persoonlijk voornaamwoorden; zij vervullen de functie van (deel van een) zinsdeel), andere zijn niet-zelfstandig (bijvoorbeeld de bezittelijk voornaamwoorden; zij zijn determinerend element in een naamwoordelijke constituent).[1] Zelfstandige voornaamwoorden verwijzen naar zelfstandig naamwoorden of naamwoordgroepen.
In het Nederlands kan een aantal verschillende voornaamwoorden worden onderscheiden: persoonlijke, bezittelijke, aanwijzende enz. Binnen deze groepen zijn er verschillen op basis van onder andere geslacht, naamval en getal. In andere (vooral niet-Indo-Europese) talen zijn er soms veel meer mogelijkheden, bijvoorbeeld aparte woorden of gebonden morfemen voor 'wij met zijn tweeën', 'wij met drie of meer'; 'wij inclusief de aangesprokene' en 'wij exclusief de aangesprokene'.
Men onderscheidt naargelang de grammaticale functie de volgende voornaamwoorden:
Voor de verbuiging der voornaamwoorden, zie verbuiging van het voornaamwoord.
Externe links
- De ANS over het voornaamwoord
- Inleidend artikel over voornaamwoorden
- Weblog van de taalprof over voornaamwoorden
Referenties
Woordsoorten |
---|
achterzetsel · bijvoeglijk naamwoord · bijwoord · eigennaam · lidwoord · telwoord (hoofdtelwoord · rangtelwoord · telbijwoord) · tussenwerpsel · voegwoord · voornaamwoord (aanwijzend · betrekkelijk · bezittelijk · onbepaald · persoonlijk · temporeel · uitroepend · vragend · wederkerend · wederkerig) · voorzetsel · werkwoord · zelfstandig naamwoord |