Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Otto Bekius
Otto Bekius | ||
Otto Bekius | ||
Bijnaam | Roy | |
Geboren | 22 mei 1925 De Bilt | |
Overleden | 21 augustus 2014 Victoria (Brits-Columbia) | |
Begraven | Britsum, Friesland | |
Land/partij | Nederland | |
Onderdeel | Artillerie van de Koninklijke Landmacht | |
Dienstjaren | 1945 -1956 | |
Eenheid | Artillerie | |
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog, | |
Onderscheidingen | Verzetsherdenkingskruis | |
Ander werk | Onderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten Zuid-Holland, Strijdend Onderdeel 1944 - 1945 |
Otto Bekius (De Bilt, 22 mei 1925 – Victoria Brits-Columbia / Canada, 21 augustus 2014) was een Nederlandse kapitein der Artillerie, die als verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog opereerde in Rotterdam.
Biografie
Otto Bekius was het oudste kind in het gezin. Hij volgde zijn opleiding aan de Hogereburgerschool. Zijn vader Nicolaas Bekius (1900-1978) was sergeant 1e klas en werkzaam bij het Nederlandse leger, bij het 2e Regiment Genietroepen, en heeft in 1940 de Strijd om de Maasbruggen in Rotterdam met zijn manschappen verdedigd.
Oorlogsjaren
Na de HBS wilde Otto Bekius in 1944 beginnen aan een studie aan de Hogere Zeevaartschool in Amsterdam, maar hij kon deze studie niet starten vanwege de oorlog. Hij besloot toen om zich aan te sluiten bij het verzet in Rotterdam.
Gedurende de jaren 1944 en 1945 was hij onderdeel van het Strijdend Gedeelte Binnenlandse Strijdkrachten in Rotterdam, hij werd opgeleid in Huize Padua,[1] dat in het laatste halfjaar van de Tweede Wereldoorlog onderdak bood aan het verzet. Deze verzetsgroep overviel onder andere distributiekantoren voor voedselbonnen en pleegde andere vormen van gewapend verzet.[2]
Hij wist ternauwernood aan arrestatie te ontkomen toen de Duitsers een inval deden in zijn ouderlijk huis op zoek naar wapens. Bekius wist te ontsnappen in zijn ondergoed door aan de achterkant van de woning over hekken te klimmen en via de buren, weer aangekleed, – met geleende kleding – aan de voorkant te ontsnappen. Nadien zette hij ondergedoken zijn verzet verder.
Tijdens de hongerwinter in 1944 werd zijn 10-jarige jongere zusje Tjitske Bekius ondergebracht bij een boer op het Groninger platteland. Zijn vader, die na de ontbinding van het Nederlandse leger commandant werd bij de brandweer voor de Rechter Maasoever in Rotterdam, werd gearresteerd en naar een gevangenenkamp in Duitsland gebracht; na de oorlog zou hij uit gevangenschap terugkeren.
Onderscheidingen
- Voor zijn activiteiten bij de Binnenlandse Strijdkrachten ontving Otto Bekius het Herinneringsinsigne Binnenlandse Strijdkrachten 1944-1945 (HiBS).
- In 1984 werd hem tevens het Verzetsherdenkingskruis (VHK) toegekend.
In latere jaren sprak Bekius weinig over zijn oorlogsverleden naar zijn familie en militaire vrienden.[3]
Militaire jaren
Na de oorlog sloot Bekius zich in september 1945 als oorlogsvrijwilliger aan bij het Nederlandse leger en kreeg hij een opleiding in Engeland tot officier bij de artillerie. Na het afronden van deze opleiding klom hij in Nederland op tot de rang van kapitein. In 1956 vroeg en kreeg hij eervol ontslag.
Emigratie
Na zijn diensttijd is Bekius in maart 1956 naar Canada geëmigreerd. Hij verkreeg de Canadese nationaliteit, werkte een aantal jaren bij een transportbedrijf van een familielid en trad in het huwelijk. Hij was in zijn latere levensjaren op Prinsjesdag een trouw bezoeker van de eresaluutschoten op het Malieveld, als lid van de Vereniging voor Artillerie Officieren (VAO).
Overlijden
In 2014 overleed Bekius in Victoria aan een hartaanval. Het was de wens van zijn vrouw om zijn as bij te zetten in een familiegraf in Britsum in Friesland. Zijn neef, Martijn Schapink, heeft daarvoor de laatste resten van zijn oom opgehaald uit Canada[4][5][6].
In Bekius’ testament stond de wens opgenomen om een fonds op te richten, voor studenten aan de Universiteit van Victoria in Canada, om onderzoek te doen naar de militaire geschiedenis van Nederland en het Verenigd Koninkrijk, studenten kunnen jaarlijks een beurs hiervoor aanvragen. In februari 2020 is het Fonds gerealiseerd, met de naam Otto and Joan Bekius Scholarship[7], genoemd naar beide echtgenoten die reeds een fonds op naam hebben aan de Universiteit van Victoria.
In zijn testament was ook bepaald dat er geld gedoneerd zou worden aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken, voor het behoud van de Johanneskerk (Britsum).[8][9]
Bij leven heeft Otto Bekius een gedenkteken laten maken met het verzoek om na zijn dood ook zijn naam op dit gedenkteken te plaatsen (zie afbeelding hieronder). Het gedenkteken hangt tot op heden in de kerk te Britsum. Otto Bekius was een nazaat van de ds. Benjamin Johannes Baekius/Bekius (1656-1733)[10] die in Britsum predikant is geweest en in deze kerk begraven ligt.[3] Over een andere nazaat, ds. Francois Bekius, die ook dominee was, is een boek geschreven met de titel Francois Bekius, De Duivel dominee uit de Friesche Wouden[11], auteur H.G. Cannegieter.
-
Otto Bekius voor het gedenkteken
-
Gedenkteken familie Bekius
-
Grafsteen Otto Bekius
Trivia
- De schuilnaam van Otto Bekius was Roy, vanwege zijn rode haar die hij zwart verfde sinds de ontsnapping aan de Duitsers.[3]
- Afgesproken met de Stichting Alde Fryske Tsjerken is, dat na de termijn van 25 jaar (in 2040) als de rechten van de graf op het begraafplaats aflopen, de grafsteen van Otto Bekius in de kerk zelf zal komen te liggen, in de nabijheid van de grafsteen van zijn voorouder Benjamin Bekius.
Bronnen, noten en/of referenties
|