Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Johann Schroth
Johann Schroth, ook bekend als Johannes Schroth (1798 – 1856) was een landbouwer en koetsier, die een reputatie verwierf als de ontwikkelaar van de naar hem genoemde Schroth-kuur. Omdat droge broodjes een belangrijk onderdeel vormen van de kuur, werd hij ook de ’Semmeldoktor’ genoemd (’Semmel’ is een Beiers Duits woord voor ’broodje’).
Leven
Op jonge leeftijd had Johann Schroth een blessure opgelopen door de hoefijzerslag van een paard en leed hij zo’n hevige pijn dat hij stroef bleef lopen. Hij bezocht artsen, maar die konden hem niet helpen.
Op een dag ontmoette hij een rondtrekkende monnik en beschreef hem zijn lijden. De monnik adviseerde Johann om koude kompressen te gebruiken en om de natuur te observeren en te zien wat dieren doen als ze gewond raken. Zo observeerde Johann Schroth hoe zieke dieren en dieren die ergens last van hadden zich in het bos terugtrokken.
Hij zag ook dat ze vastten tot ze van hun ziekte waren verlost en hun vitaliteit hadden herwonnen. Als koetsier zag hij ook bij zijn eigen paarden dat ze minder presteerden als ze meer hadden gegeten en gedronken. En hij herkende ook dat zaden beter gedijen in vochtige warmte.
Op basis van deze bevindingen ontwikkelde Johann Schroth drie bijzondere elementen ontwikkeld: Ten eerste, kuurvoeding, vooral een broodje. De tweede was de periodieke afwisseling van drink- en droogdagen, d.w.z. dagen waarop men alleen vloeistof drinkt en dagen waarop men alleen broodjes eet. Ten derde ontwikkelde hij de zogenaamde Schroth's dampkompres, waarbij alles draait om vochtige warmte.
Schroth was in staat om met deze eenvoudige middelen veel mensen te genezen en werd daarom een wonderdokter genoemd. Door de reguliere geneeskunde werd hij ook wel een kwakzalver genoemd, voor de rechter gedaagd en hij moest zelfs naar de gevangenis.
Kort daarop volgde zijn erkenning. Prins Wilhelm von Württemberg had een oorlogswonde opgelopen: zijn been was zwaar verwond tot en met het bot. Het was een stinkende etterende wonde. De artsen raadden aan het been te amputeren. Johann Schroth slaagde erin om de etterende ontsteking van het beenmerg volledig te genezen. De gezondheid van de Prins werd zo voor honderd procent hersteld.
Johann Schroth ontwikkelde de Schrothkuur verder en gaf deze ook door aan zijn nakomelingen.
In 1856 overleed hij aan de gevolgen van een hartaandoening en in 1870 werd in Lindewiese een monument voor hem opgericht. Zijn zoon Emanuel (1832-1890) zette de Schrothkuren voort in het sanatorium van zijn vader. Na zijn dood werd het kuuroord Schroth medisch geleid door Karl Schroth senior (1878-1913) namens zijn toen nog minderjarige zoon Rochus. Rochus Schroth zorgde later voor de oprichting van een naamloze vennootschap, waaronder het kuuroord bleef bestaan tot aan de gedwongen ontbinding in 1945. De laatste Duitse hoofdarts, Karl Schroth junior (1898-1946), stierf in Praag als gevolg van de mishandelingen die Duitsers na de oorlog in Sudetenland (nu Tsechiê) ondergingen.
Er is nu nog een dr. Rainer Schroth, die de Schrothkuur blijft uitvoeren volgens de in de familie al meer dan 150 jaar overgeleverde kennis. De Schrothkuur wordt nu in vele kuuroorden en in vele klinieken gebruikt.